UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 25/08/2023
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023076120
Dossiernummer gemeente: 202300244
De gemeente Geel heeft op 1 juni 2023 een aanvraag ontvangen voor het aanbrengen van grijze spuitkurk. De aanvraag werd op 26 juni 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Geert Gielis wonende Aardseweg 59 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Aardseweg 59
Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie A nr. 396X
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied met landelijk karakter
de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
agrarisch gebied
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009 gelegen in overdruk zonevreemde woningen II
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
het betreft het aanbrengen van grijze spuitkurk aan de voorgevel, zijgevels en achtergevel.
de spuitkurk zal na het aanbrengen 3 à 4 mm dik zijn;
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 26 juli 2023 werd het advies ontvangen van Provincie Antwerpen
Artikel 3 § 1 van het uitvoeringsbesluit voor de watertoets van 20 juli 2006 bepaalt dat de vergunningverlenende overheid moet nagaan of er geen schadelijke effecten verbonden zijn aan een project (zoals bedoeld in artikel 1.1.3 § 2, 18° van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018).
Om vergunningsaanvragen stap voor stap aan de watertoets te onderwerpen, kunt u gebruik maken van het watertoetsinstrument op www.integraalwaterbeleid.be/watertoetsinstrument/. Aan de hand van beoordelingsschema’s kunt u zo onderzoeken of een project al dan niet schade kan veroorzaken. Enkel wanneer mogelijke schadelijke effecten aan het licht komen, moet u bijkomend advies vragen aan de betrokken waterbeheerder. Bij een gunstig toetsresultaat is geen verdere adviesvraag nodig.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s op uw aanvraag blijkt dat er geen schadelijke effecten te verwachten zijn, zodat een adviesvraag aan de provincie overbodig is. Indien er toch advies gewenst is, kunt u ons contacteren via diw.afdelingbeheer@provincieantwerpen.be.
Advies: geen advies
Op 28 juni 2023 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein
Er mag geen afval of schadelijke stoffen in de baangracht voor hun huis terechtkomen en al zeker niet in de Bisschopse Hoeveloop gelegen in de Beekhoek.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Niet van toepassing
Planologische toets
Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied. Bovendien worden er geen belangrijke ondergrondse constructies gebouwd en worden er geen grachten gedempt, overwelfd, ingebuisd of beschoeid, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput en/of infiltratie- en/of buffervoorziening, overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening. Hemelwater en afvalwater worden gescheiden afgevoerd.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Het betreft het aanbrengen van grijze spuitkurk aan de buitengevels. De spuitkurk wordt 3 à 4 mm aangebracht.
Mobiliteitsimpact
Voor het aanbrengen van grijze spuitkurk is er geen impact op de mobiliteit.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
Het bouwvolume van de woning blijft idem.
Visueel-vormelijke elementen
De buitengevels worden bekleed met 3 à 4 mm grijze spuitkurk
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Er wordt geen hinder verwacht.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Niet van toepassing.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein – team blauw:
Er mag geen afval in de waterloop terecht komen. Met schadelijke stoffen moet extra omzichtig omgesprongen worden zodat ze zeker niet in het water terecht komen.
Ook zijn alle wijzigingen aan baangrachten (inbuizen, dempen, uitdiepen, verleggen,…) vergunningsplichtig (artikel 4.2.1. van de VCRO (vlaamse codex ruimtelijke ordening)).
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Provincie Antwerpen, Dienst Integraal Waterbeleid:
Artikel 3 § 1 van het uitvoeringsbesluit voor de watertoets van 20 juli 2006 bepaalt dat de vergunningverlenende overheid moet nagaan of er geen schadelijke effecten verbonden zijn aan een project (zoals bedoeld in artikel 1.1.3 § 2, 18° van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018).
Om vergunningsaanvragen stap voor stap aan de watertoets te onderwerpen, kunt u gebruik maken van het watertoetsinstrument op www.integraalwaterbeleid.be/watertoetsinstrument/. Aan de hand van beoordelingsschema’s kunt u zo onderzoeken of een project al dan niet schade kan veroorzaken. Enkel wanneer mogelijke schadelijke effecten aan het licht komen, moet u bijkomend advies vragen aan de betrokken waterbeheerder. Bij een gunstig toetsresultaat is geen verdere adviesvraag nodig.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s op uw aanvraag blijkt dat er geen schadelijke effecten te verwachten zijn, zodat een adviesvraag aan de provincie overbodig is. Indien er toch advies gewenst is, kunt u ons contacteren via diw.afdelingbeheer@provincieantwerpen.be.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein – team blauw:
Er mag geen afval in de waterloop terecht komen. Met schadelijke stoffen moet extra omzichtig omgesprongen worden zodat ze zeker niet in het water terecht komen.
Ook zijn alle wijzigingen aan baangrachten (inbuizen, dempen, uitdiepen, verleggen,…) vergunningsplichtig (artikel 4.2.1. van de VCRO (vlaamse codex ruimtelijke ordening)).
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Provincie Antwerpen, Dienst Integraal Waterbeleid:
Artikel 3 § 1 van het uitvoeringsbesluit voor de watertoets van 20 juli 2006 bepaalt dat de vergunningverlenende overheid moet nagaan of er geen schadelijke effecten verbonden zijn aan een project (zoals bedoeld in artikel 1.1.3 § 2, 18° van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018).
Om vergunningsaanvragen stap voor stap aan de watertoets te onderwerpen, kunt u gebruik maken van het watertoetsinstrument op www.integraalwaterbeleid.be/watertoetsinstrument/. Aan de hand van beoordelingsschema’s kunt u zo onderzoeken of een project al dan niet schade kan veroorzaken. Enkel wanneer mogelijke schadelijke effecten aan het licht komen, moet u bijkomend advies vragen aan de betrokken waterbeheerder. Bij een gunstig toetsresultaat is geen verdere adviesvraag nodig.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s op uw aanvraag blijkt dat er geen schadelijke effecten te verwachten zijn, zodat een adviesvraag aan de provincie overbodig is. Indien er toch advies gewenst is, kunt u ons contacteren via diw.afdelingbeheer@provincieantwerpen.be.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.