Terug
Gepubliceerd op 22/08/2023

2023_CBS_02129 - Omgevingsvergunning - het aanleggen van een poel en het vergroten van een bestaande poel langs Schransdijk 1 (202300143SS). Gedeeltelijke vergunning. - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 07/08/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Marlon Pareijn

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur
2023_CBS_02129 - Omgevingsvergunning - het aanleggen van een poel en het vergroten van een bestaande poel langs Schransdijk 1 (202300143SS). Gedeeltelijke vergunning. - Vergunning 2023_CBS_02129 - Omgevingsvergunning - het aanleggen van een poel en het vergroten van een bestaande poel langs Schransdijk 1 (202300143SS). Gedeeltelijke vergunning. - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 07/08/2023

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023015881

Dossiernummer gemeente: 202300143

 

De gemeente Geel heeft op 31 maart 2023 een aanvraag ontvangen voor het aanleggen van een poel en het vergroten van een bestaande poel. De aanvraag werd op 24 april 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Stefan De keersmaecker wonende Schransdijk 1 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Schransdijk 1

Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie A nrs. 1193E, 1193F, 1194C, 1194B, 1195D en 1195E

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan RUP.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in het agrarisch gebied. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het geldende gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in gedeeltelijk in overeenstemming met het gewestplan.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

De aanvraag volgens de opsteller

De aanvrager wenst de nodige vergunningen te bekomen voor de herinrichting van een landbouwperceel:

*het uitbreiden van een veedrinkpoel

*De aanleg van een poel

*Het dempen van een afwateringsgreppel

*Het uitspreiden van de uitgegraven aarde van uit de uit te graven poel. Als gevolg van deze handelingen wordt een reliëfwijziging alsook vegetatiewijziging aangevraagd. Tevens wordt een klein landschapselement aangevraagd onder de vorm van een gemengde heg; welke aan de rand van het perceel wordt aangeplant. (deze handeling is in principe vrijgesteld van vergunning.

De percelen in de omgeving worden voornamelijk agrarisch gebruikt; met enkele actieve landbouwbedrijven alsook verspreide zonevreemde bebouwing. Ter plaatse bevindt zich het bedrijf van Stefan De Keersmaecker; welke momenteel beschikt over een aantal paarden, alsook zijn eerste stappen zet in kleinschalige biologische landbouw.

O.a. op voornoemd perceel worden nu reeds de eerste stappen gezet om lokaal voedsel te verbouwen.

Om de waterhuishouding te verbeteren op het perceel; maar toch voldoende garanties te bieden naar waterbeschikbaarheid in droge periodes wenst de aanvrager een bestaande veedrinkpoel uit te breiden, alsook een nieuwe poel te voorzien op het laagst gelegen deel van het perceel.

In de winterperiodes komt steeds een deel van het perceel onder water te staan. Om water de ruimte te geven, en alsnog bepaalde zones aan landbouw te kunnen doen, wordt een zone ingericht als poel; (laagst gelegen zone). In een hoek van een perceel wordt een bestaande laagte verder uitgegraven tot veedrinkpoel. De uitgegraven aarde uit de poelen wenst de aanvrager uit te spreiden over de bodem rond de poel; alsook het dempen van een afwateringsgreppel die start op het perceel in kwestie. aldus wordt de afvoer van water af het perceel vermeden, zodat ook in de droge periodes het waterniveau hoog kan blijven. Aan een zijde van het perceel wordt een gemengde heg voorzien bestaande uit diverse soorten, om zo een nieuw klein landschapselement te vormen.

 

Het ontwerp

De aanvraag stelt de aanleg voor van een poel en het uitbreiden van een bestaande poel.

De bestaande poel wordt uitgebreid tot een oppervlakte van 86 m². De nieuwe poel heeft een oppervlakte van 500 m².

In een hoek van een perceel wordt een bestaande laagte verder uitgegraven tot veedrinkpoel. De uitgegraven aarde uit de poelen zal worden uitgespreid over de bodem rond de poel; alsook het dempen van een afwateringsgreppel die start op het perceel in kwestie. Zodoende wordt de afvoer van water af het perceel vermeden, zodat ook in de droge periodes het waterniveau hoog kan blijven. Aan een zijde van het perceel wordt een gemengde heg voorzien bestaande uit diverse soorten, om zo een nieuw klein landschapselement te vormen.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 28 april 2023 t.e.m. 27 mei 2023. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 31 juli 2023 werd het advies ontvangen van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)

Zie bijlage

 

Advies: gedeeltelijk gunstig

Op 7 juni 2023 werd het advies ontvangen van Provincie Antwerpen

Uiteraard dient ten allen tijde voldaan te zijn aan de bepalingen in de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater en het Decreet Integraal Waterbeleid, met (indien van toepassing) specifieke aandacht voor de geldende afstandsregels met betrekking tot de waterloop (zie https://www.provincieantwerpen.be/aanbod/dlm/dienst-integraal-waterbeleid/wonen-of-werken-langs-een-waterloop.html). Voor werken aan een waterloop van 2e categorie dient ten allen tijde een vergunning en/of machtiging te worden aangevraagd.

Advies: geen bezwaar

 

Op 13 juni 2023 werd het advies ontvangen van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)

 

Advies: volledig ongunstig

 

  1. Project-MER

 

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op te minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (artikel 11 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Schransdijk).

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Het perceel te Geel, afdeling 2, sectie A met perceelnummer 1193/00E00 bevindt zich niet in een risicozone voor overstromingen
Waterbeheerder : Provincie Antwerpen - Kleine Nete

Uiteraard dient ten allen tijde voldaan te zijn aan de bepalingen in de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater en het Decreet Integraal Waterbeleid, met (indien van toepassing) specifieke aandacht voor de geldende afstandsregels met betrekking tot de waterloop (zie https://www.provincieantwerpen.be/aanbod/dlm/dienst-integraal-waterbeleid/wonen-of-werken-langs-een-waterloop.html). Voor werken aan een waterloop van 2e categorie dient ten allen tijde een vergunning en/of machtiging te worden aangevraagd.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft de aanleg van een poel en het vergroten van een bestaande poel.

 

Poelen zijn aanvaardbaar in het agrarisch gebied als:

 

1. door de specifieke inplantingsplaats in vochtig weiland, bij voorkeur in een vallei naast een

waterloop, de externe landbouwstructuren niet geschaad worden;

2. het voorstel gericht is op de ondersteuning van een goede landinrichting en/of goede

waterhuishouding.

 

Departement Landbouw en Visserij wenst in hun advies dd. 31/07/2023 ref. 2023_002713_v2 (zie bijlage) de waterproblematiek die aanwezig is op het perceel te erkennen.

Het is op de luchtfoto’s van de voorgaande jaren duidelijk dat er zich een laagte bevindt in het perceel waardoor water zich verzamelt. In de voorgaande jaren, is er duidelijk een natte vlek aanwezig.

Op de luchtfoto van 2009 is er zichtbaar dat er een geul werd getrokken om het perceel te draineren om dit te kunnen bewerken.

Wij wensen echter te onderstrepen dat het perceel, ondanks het perceel zichtbaar een waterproblematiek kent, het weldegelijk in beroepsmatig agrarisch gebruik was en dit in hoofdzaak voor de teelt van mais.

Pas vanaf 2021, bij in gebruik name van de voorliggende aanvrager, is het omgezet naar grasland.

 

De aanleg van de grote poel (500m²) schaadt de agrarische structuur. De schaal van de poel en inrichting centraal in het perceel zijn niet aanvaardbaar. Door de aanleg van deze poel wordt dit perceel landbouwkundig ongeschikt gemaakt als akkerland voor beroepsmatige doeleinden.

In de beschrijvende nota wordt er aangehaald dat de poel zal worden ingericht in functie van een

permacultuur. Echter werden er geen enkele bewijzen hiervan aangeleverd, noch wordt er uitgegaan van beroepsmatige agrarische activiteiten. Voorliggende aanvraag geoogd in eerste instantie

recreatieve/hobbymatige doeleinden. Deze permanente onttrekking voor niet agrarisch gebruik is bijgevolg onaanvaardbaar. Waardoor er voor de grote poel een ongunstig advies wordt geformuleerd.

 

De afweging omtrent poelen in het agrarisch gebied stelt dat deze de agrarische structuur niet mogen schaden. Het Departement wenst hierin het onderscheid te maken in de aanleg van de grote centrale poel en de uitbreiding van de kleine poel. De aanleg/ uitbreiding van de kleine poel (86m²) schaadt de agrarische structuur in mindere mate omwille van zijn beperkte oppervlakte en de ligging in de hoek van het perceel.

In die zin kan er een gunstig advies worden geformuleerd omtrent de kleine noordelijke poel.

 

Om kleine landschapselementen terug in het landschap te brengen wenst de aanvrager de aanleg van 165m gemengde inheemse heg aan te planten bestaande uit sprokehout, éénstijlige meidoorn, hazelaar, Gelderseroos, veld esdoorn en gewone vlier.

Hagen, heggen en houtkanten waren op deze locatie typische structurele landschapselementen in agrarisch gebied welke door heen de jaren door de intensivering van de landbouw bijna volledig verdwenen zijn uit het landschap.

Aanleg conform de historische structuur van de site zijnde de perceelsgrenzen. Herstel van de typische kleine landschapselementen in agrarisch gebied bieden landschappelijk en ecologisch een meerwaarde in de omgeving.

 

De aanvraag is gedeeltelijk inpasbaar in de omgeving.

 

Mobiliteitsimpact

Voor de aanleg van een poel is de impact van de mobiliteit beperkt.

De handelingen zullen tijdens de werken enkele verkeersbewegingen veroorzaken, deze bewegingen vinden echter allen plaats op het eigen terrein, zodat gesteld kan worden dat er weinig hinder wordt verwacht.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De schaal van de aanleg/uitbreiding van de kleine poel (86m²) is aanvaardbaar.

De schaal van de grote poel (500m²) centraal op het perceel is niet aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

Niet van toepassing

 

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag betreft geen beschermd monument, en is ook niet gelegen in de nabijheid of het gezichtsveld van een beschermd monument, een beschermd stads- of dorpsgezicht, een beschermde archeologische zone of een beschermd cultuurhistorisch landschap.

De aanplanting van een houtkant , klein landschapselement draagt bij aan de historische structuur langsheen perceelsgrenzen in het agrarisch gebied

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de werken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag voor de aanplanting van een houtkant langs de oostelijke perceelsgrens en het uitbreiden van de kleine poel in de noordelijke hoek van het perceel in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

De aanleg van een grote poel centraal op het terrein is niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 28 april 2023 tot en met 27 mei 2023. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur), afgeleverd op 31 juli 2023 is gedeeltelijk gunstig.
  • Het advies van Provincie Antwerpen, afgeleverd op 7 juni 2023 is geen bezwaar.
  • Het advies van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur), afgeleverd op 13 juni 2023 is ongunstig.

 

Conclusie

 

Gevolg dient gegeven aan het advies van Departement Landbouw en Visserrij dd. 31/07/2023 ref. 2023_002713_v2.

Vergunning wordt verleend:

De bestaande kleine poel in de noordelijke hoek van het perceel mag uitgebreid worden zoals voorgesteld op de plannen (86m²) en omschreven in de begeleidende nota met glooiende oevers die geleidelijk aflopen.

De oevers worden onderhouden door een gefaseerd maairegime, het maaisel wordt afgevoerd. Om verlanding tegen te gaan zal het slib +- 10 jaarlijks manueel worden geruimd.

Ten allen tijde dient voldaan te zijn aan de bepalingen in de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater en het Decreet Integraal Waterbeleid, met (indien van toepassing) specifieke aandacht voor de geldende afstandsregels met betrekking tot de waterloop (zie https://www.provincieantwerpen.be/aanbod/dlm/dienst-integraal-waterbeleid/wonen-of-werken-langs-een-waterloop.html).

"ART. 640. Lager gelegen erven zijn jegens de hoger liggende gehouden het water te ontvangen dat daarvan buiten 's mensen toedoen natuurlijk afloopt.

De eigenaar van het lager gelegen erf mag geen dijk opwerpen waardoor de afloop verhinderd wordt.

De afwateringsgreppel die start op het perceel in kwestie wordt gedempt. Zodat de afvoer van water van het perceel af vermeden wordt, zo kan ook in de droge periodes het waterniveau hoog kan blijven.

Langsheen de oostelijke perceelsgrens wordt over een lengte van 165m een gemengde inheemse heg aangeplant bestaande uit sprokehout, éénstijlige meidoorn, hazelaar, Gelderseroos, veld esdoorn en gewone vlier.

Aanplanting in overeenstemming met artikel 3.133 Burgerlijk Wetboek 

  1. Wanneer een boom minstens 2 meter hoog is, bedraagt de na te leven afstand 2 meter van de perceelsgrens te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom.
  2. Voor alle andere bomen, struiken en hagen bedraagt de afstand 0,5 meter van de perceelsgrens.

De aanplant wordt uitgevoerd het eerstvolgende plantseizoen, in geval van afsterven worden de afgestorven planten het daarop volgende plantseizoen vervangen worden.

 

Er wordt geen vergunning verleend voor het aanleggen van de grote poel (500m²)  centraal gelegen op het perceel.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning gedeeltelijk goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


Gevolg dient gegeven aan het advies van Departement Landbouw en Visserrij dd. 31/07/2023 ref. 2023_002713_v2.

Vergunning wordt verleend:

De bestaande kleine poel in de noordelijke hoek van het perceel mag uitgebreid worden zoals voorgesteld op de plannen (86m²) en omschreven in de begeleidende nota met glooiende oevers die geleidelijk aflopen.

De oevers worden onderhouden door een gefaseerd maairegime, het maaisel wordt afgevoerd. Om verlanding tegen te gaan zal het slib +- 10 jaarlijks manueel worden geruimd.

Ten allen tijde dient voldaan te zijn aan de bepalingen in de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater en het Decreet Integraal Waterbeleid, met (indien van toepassing) specifieke aandacht voor de geldende afstandsregels met betrekking tot de waterloop (zie https://www.provincieantwerpen.be/aanbod/dlm/dienst-integraal-waterbeleid/wonen-of-werken-langs-een-waterloop.html).

"ART. 640. Lager gelegen erven zijn jegens de hoger liggende gehouden het water te ontvangen dat daarvan buiten 's mensen toedoen natuurlijk afloopt.

De eigenaar van het lager gelegen erf mag geen dijk opwerpen waardoor de afloop verhinderd wordt.

De afwateringsgreppel die start op het perceel in kwestie wordt gedempt. Zodat de afvoer van water van het perceel af vermeden wordt, zo kan ook in de droge periodes het waterniveau hoog kan blijven.

Langsheen de oostelijke perceelsgrens wordt over een lengte van 165m een gemengde inheemse heg aangeplant bestaande uit sprokehout, éénstijlige meidoorn, hazelaar, Gelderseroos, veld esdoorn en gewone vlier.

Aanplanting in overeenstemming met artikel 3.133 Burgerlijk Wetboek 

  1. Wanneer een boom minstens 2 meter hoog is, bedraagt de na te leven afstand 2 meter van de perceelsgrens te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom.
  2. Voor alle andere bomen, struiken en hagen bedraagt de afstand 0,5 meter van de perceelsgrens.

De aanplant wordt uitgevoerd het eerstvolgende plantseizoen, in geval van afsterven worden de afgestorven planten het daarop volgende plantseizoen vervangen worden.

 

Er wordt geen vergunning verleend voor het aanleggen van de grote poel (500m²)  centraal gelegen op het perceel.