Terug
Gepubliceerd op 22/08/2023

2023_CBS_02128 - Omgevingsvergunning - Het verkavelen in 1 lot voor een vrijstaande één- of meergezinswoning (V202300010), gelegen Larumseweg, kadastraal afdeling 6, sectie G, nummer 408H - Weigering

College van Burgemeester en Schepenen
ma 07/08/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Marlon Pareijn

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur
2023_CBS_02128 - Omgevingsvergunning - Het verkavelen in 1 lot voor een vrijstaande één- of meergezinswoning (V202300010), gelegen Larumseweg, kadastraal afdeling 6, sectie G, nummer 408H - Weigering 2023_CBS_02128 - Omgevingsvergunning - Het verkavelen in 1 lot voor een vrijstaande één- of meergezinswoning (V202300010), gelegen Larumseweg, kadastraal afdeling 6, sectie G, nummer 408H - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 16/08/2023 (bindende eindtermijn)
  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in: 

woongebied

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is gelegen in het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel,  goedgekeurd op 10 april 2012.

 

De aanvraag is gelegen in het ruimtelijk uitvoeringsplan Woon-Werkpark, goedgekeurd op 10 april 2012.

 

De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Woon-Werkpark.

De aanvraag kan mogelijks een hypotheek leggen op de ontwikkeling van het achterliggende gebied.

Het PRUP Woon-werkpark, waarbinnen de aanvraag gesitueerd is, voorziet immers voor desbetreffend perceel een overdruk ‘Toegang voor gemotoriseerd verkeer en/of langzaam verkeer’ (artikel 17). 

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend: 

  • Stedenbouwkundige vergunning (06972) voor het oprichten van een woningcomplex - goedgekeurd op 05/06/1978.
  • Stedenbouwkundig attest 0285 voor nieuwbouw eengezinswoning - negatief gevonden op 02/02/1976.
  • Stedenbouwkundig attest 0285 A voor nieuwbouw eengezinswoning - positief gevonden op 04/08/1976.
  • Stedenbouwkundig attest 2495 voor het oprichten van een één- of meergezinswoning - negatief gevonden op 24/04/2023.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft een verkaveling van 2 loten waarvan 1 lot voor een open bebouwing (lot 1A) en 1 lot restperceel (Lot 1B), dit perceel word uitgesloten uit de verkaveling. lot 1A is gelegen in de zone voor stedelijk wonen, lot 1B is gelegen in projectzone voor stedelijk wonen met een belangrijke groene dooradering. 

Op het R.U.P. - plan is op het perceel een symbool geplaatst, volgens de legende een 

symbool voor toegang gemotoriseerd verkeer en/of langzaam verkeer(indicatieve aanduiding). 

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 13 mei 2023 t.e.m. 11 juni 2023. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

Op 13 juli 2023 werd het advies ontvangen van Pidpa

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Er werd advies gevraagd aan Fluvius System Operator maar het advies werd niet ontvangen binnen de afhandelingstermijn van de aanvraag tot omgevingsvergunning.

 

Op 25 juli 2023 werd het advies ontvangen van Proximus

Advies: gunstig

 

Op 18 juli 2023 werd het advies ontvangen van Wyre

Advies: gunstig

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 

Mer-screening

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Goede ruimtelijke ordening

Opportuniteitstoets

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening worden omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO. 

Functionele inpasbaarheid

Het verkavelen van een perceel in 1 lot voor een vrijstaande één- of meergezinswoning stelt geen beperking aan het gebruik van het perceel. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project. 

Ruimtegebruik – schaal- bouwdichtheid.

De aanvraag heeft een beperkte impact op het ruimtegebruik van het perceel. Er komt immers  1 lot voor een vrijstaande één- of meergezinswoning bij. Het project is qua schaal in overeenstemming met de omgeving van dit project.  

Visueel-vormelijke aspecten.

De aanvraag heeft geen impact op de visueel-vormelijke uitstraling van de percelen in het straatbeeld. De toekomstige bebouwing zal ook de visuele ordening van de straat volgen.

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.

Mobiliteit

De aanvraag tot verkaveling heeft een zeer geringe invloed op de mobiliteit. Door de verkaveling wordt er immers slechts 1 lot gecreëerd.

De aanvraag kan mogelijks wel een hypotheek leggen op de ontwikkeling van het achterliggende gebied.

Het PRUP Woon-werkpark, waarbinnen de aanvraag gesitueerd is, voorziet immers voor desbetreffend perceel een overdruk ‘Toegang voor gemotoriseerd verkeer en/of langzaam verkeer’ (artikel 17). 

 

Bodemreliëf

De aanvraag heeft geen impact op het bodemreliëf.

Hinderaspecten – gezondheid

De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving en heeft geen impact op de  gezondheidsaspecten in de omgeving.

 

Er kan geconcludeerd worden dat het project niet in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg wat betreft de mobiliteit. 

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 13 mei 2023 tot en met 11 juni 2023. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:

  • Het advies van Pidpa, afgeleverd op 13 juli 2023, is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Fluvius System Operator. Er werd geen advies ontvangen binnen de afhandelingstermijn van de aanvraag tot omgevingsvergunning.
  • Het advies van Proximus, afgeleverd op 25 juli 2023, is gunstig.
  • Het advies van Wyre, afgeleverd op 18 juli 2023, is gunstig.

 

Besluit

Er wordt een ongunstig advies gegeven omwille van volgende reden:

 

Het PRUP Woon-werkpark, dat definitief werd goedgekeurd in 2012, voorziet voor desbetreffend perceel een overdruk ‘Toegang voor gemotoriseerd verkeer en/of langzaam verkeer’ (artikel 17). 

Er zijn in het PRUP vier van dergelijke ontsluitingspunten aangeduid die in aanmerking komen voor de ontsluiting via de Larumseweg. Het betreffen symbolische en indicatieve aanduidingen, waarvan de exacte ligging, dimensionering en het ontwerp bij de inrichting moet gebeuren. De aanduiding gebeurt om te vermijden dat de zone door het ontbreken van ontsluitingsmogelijkheden met het omliggende wegennet niet ontwikkelbaar zou zijn. Van de vier punten zijn er momenteel   nog drie waarvan het perceel gevrijwaard is gebleven. Aangezien de verordenende voorschriften voor artikel 17 vermelden dat het perceel waarop een dergelijk ontsluitingspunt voorzien is, pas kan ontwikkeld worden na aanleg van de ontsluitingswegenis of indien na volledige ontwikkeling van deze zone blijkt dat het ontsluitingspunt niet meer kan bijdragen aan een beter ontsluiting van de zone, wordt vanuit de dienst stadsontwikkeling een negatief advies geformuleerd aangezien de grondbestemming (woongebied) pas van toepassing zal zijn voor die percelen waar de toegang niet uitgevoerd wordt, dus nadat gekend is waar de toegangsweg zal komen.

 

Momenteel kan het betreffende perceel niet ontwikkeld worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning niet goed te keuren en de weigering af te leveren aan de aanvrager, omwille van volgende reden:


Het PRUP Woon-werkpark, dat definitief werd goedgekeurd in 2012, voorziet voor desbetreffend perceel een overdruk ‘Toegang voor gemotoriseerd verkeer en/of langzaam verkeer’ (artikel 17). 

Er zijn in het PRUP vier van dergelijke ontsluitingspunten aangeduid die in aanmerking komen voor de ontsluiting via de Larumseweg. Het betreffen symbolische en indicatieve aanduidingen, waarvan de exacte ligging, dimensionering en het ontwerp bij de inrichting moet gebeuren. De aanduiding gebeurt om te vermijden dat de zone door het ontbreken van ontsluitingsmogelijkheden met het omliggende wegennet niet ontwikkelbaar zou zijn. Van de vier punten zijn er momenteel   nog drie waarvan het perceel gevrijwaard is gebleven. Aangezien de verordenende voorschriften voor artikel 17 vermelden dat het perceel waarop een dergelijk ontsluitingspunt voorzien is, pas kan ontwikkeld worden na aanleg van de ontsluitingswegenis of indien na volledige ontwikkeling van deze zone blijkt dat het ontsluitingspunt niet meer kan bijdragen aan een beter ontsluiting van de zone, wordt vanuit de dienst stadsontwikkeling een negatief advies geformuleerd aangezien de grondbestemming (woongebied) pas van toepassing zal zijn voor die percelen waar de toegang niet uitgevoerd wordt, dus nadat gekend is waar de toegangsweg zal komen.

 

Momenteel kan het betreffende perceel niet ontwikkeld worden.