UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 01/01/2023 (bindende eindtermijn)
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023135335
Dossiernummer gemeente: 202300489
De gemeente Geel heeft op 25 oktober 2023 een aanvraag ontvangen voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning en het rooien van een boom.. De aanvraag werd op 2 november 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Danny Dewinter wonende Gooreind 58 te 2440 Geel en mevrouw Erna Van Dael wonende Gooreind 58 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Olenseweg 74
Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie D nr. 556G
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied met landelijk karakter
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in het gewestplan Herentals - Mol. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.
De aanvraag betreft het bouwen van een ééngezinswoning en rooien van een boom
De woning bevindt zich volledig binnen de voorgeschreven bouwzone, met de voorgevel op de voorgevelbouwlijn. De ééngezinswoning wordt zowel aan de linker als aan de rechter perceelsgrens opgericht op 3m van de perceelsgrens.
De woning heeft een horizontale dakoppervlakte van 251,45m².
Binnen deze oppervlakte wordt eveneens een dubbele garage, overdekt terras en beperkte tuin- en
fietsenberging ingericht. Op deze manier worden alle functies in één volume vervat en zal er geen
versnippering op het perceel plaatsvinden.
De maximale kroonlijsthoogte van de ééngezinswoning, dewelke zich volledig bevindt onder een plat dak, bedraagt 6,55 m ten opzichte van de nulpas.
De woning biedt ruimte aan 3 slaapkamers en zal volledig voorzien worden op een betonplaat op volle grond. De woning zal worden uitgevoerd in rood genuanceerd gevelmetselwerk, gecombineerd met enkele accenten in een antraciete gevelbekleding.
Betreft de nulpas van de woning wordt nog enige verduidelijking meegegeven. Op basis van de
opmeting ter plaatse bevindt de vloerpas van de linker aanpalende woning zich 39cm hoger dan de
vloerpas van de rechter aanpalende gebuur. Ten einde een goede aansluiting te kunnen garanderen
van het terrein/maaiveld wordt geopteerd om de vloerpas van de rechter aanpalende over te nemen.
Het huidige terrein ligt 14cm lager dan deze pas dus sluit hier goed op aan. Echter ligt de vloerpas van de rechter aanpalende 47cm hoger dan de as van de weg (de linker aanpalende respectievelijk
86cm). De nieuwe nulpas zal dus ook 47cm hoger liggen dan de as van de weg, maar hiermee wordt
maximaal rekening gehouden met de huidige situatie op het terrein en de omgeving. Bij het volgen
van deze redenering zal de ingreep van de terreinwerken tot een minimum beperkt worden. Verder
naar achter op het perceel loopt het terrein ook op tot +/-72cm boven de as van de weg en sluit het
aan op het achterliggende weiland.
een infiltratiezone van min. 7.307,85 liter en een infiltratieoppervlakte van min. 17,72 m2.
Voor de uitvoering van de betonplaat op volle grond is de plaatsing van een bronbemaling
hoogstwaarschijnlijk niet van toepassing. Een eventuele aanvraag van deze tijdelijke ingedeelde
inrichting maakt geen deel uit van dit aanvraagdossier, omdat nog niet alle technische gegevens van
de installatie gekend zijn.
Ook een eventuele melding/vergunningsaanvraag voor ingedeelde inrichtingen of activiteiten als
zijnde een warmtepomp of airco maken geen deel uit van deze aanvraag. Net zoals hierboven zijn eventuele technische gegevens niet gekend en moesten meldings- of vergunningsplichtige ingedeelde inrichtingen of activiteiten worden uitgevoerd, zullen deze in een
bijkomende aanvraag behandeld worden.
De aan te leggen verhardingen worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen of hellen af naar
aanliggende groenzones, waar het water op natuurlijke wijze kan infiltreren in de bodem. De
verharding op het perceel beperkt zich slechts tot de strikt noodzakelijke voorzieningen, namelijk de
oprit, het terras en de toegang tot te woning.
Het tweede deel van de aanvraag betreft het rooien van een wilde kers met een stamomtrek van +/- 1,20 m. De boom zelf is zeer verwilderd en is in zeer slechte staat. Er is grote schimmel- en zwamvorming vast te stellen op verschillende delen van de boom. Omwille van zijn korte positie tegen de rechter perceelsgrens wordt daarom gevraagd de boom te mogen rooien.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 14 december 2023 werd het advies ontvangen van Fluvius
Advies: geen advies
Op 28 november 2023 werd het advies ontvangen van Dienst Integraal Waterbeleid
Advies: volledig ongunstig
Op 15 december 2023 werd het çntern advies ontvangen van team grijs van stad Geel
Advies riolering
Zonering – aansluiting
Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. Bij het perceel is er een wachtaansluiting aanwezig, vermoedelijk zonder huisaansluitputjes. Deze aansluiting moet gebruikt worden. Na het verlenen van de vergunning én nadat men de start der werken heeft ingegeven in het omgevingsloket zal stad Geel putjes plaatsen op de bestaande wachtaansluiting. Deze putjes komen op privé te staan. Men moet de afvoeren aansluiten op deze putjes.
Riolering algemeen
Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.
Op het plan staan geen diameters opgegeven van de afvoerbuizen. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm). Er worden terugslagkleppen voorzien. Deze moeten geplaatst worden in de private afvoerbuizen.
De hemelwaterputten en de infiltratievoorziening staan op 2m van de rooilijn volgens het inplantingsplan. Dit wordt ook verwacht.
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een disconnectieput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater 2023 is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.
Hemelwaterput
Men plaatst 2 hemelwaterputten met elk een volume van 15.000 L wat voldoet aan de verordening (min. 25.145L) Op de putten worden alle dakafvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor toiletspoeling, wasmachine en een buitenkraan.
De overloop wordt aangesloten op de infiltratievoorziening.
Infiltratievoorziening
Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 7504L en een oppervlakte van 23,45m² wat voldoet aan de verordening. Men voorziet een open infiltratievoorziening wat ook verplicht is. Er is hierop geen afwijking mogelijk; er is voldoende ruimte op het perceel om een oppervlakkige infiltratievoorziening te plaatsen.
Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening.
Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbare stelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.
Advies toegang tot het perceel
In de bestaande toestand is er op openbaar domein een grasberm aanwezig. Volgens het inplantingsplan wenst men een toegang van 6m dat aansluit op de oprit op privé. Met de huidige regelgeving kan deze breedte worden toegestaan, hoewel we voorstander zijn om de verharding op openbaar domein zoveel mogelijk te beperken. Het verharden van een berm is een aanpassing van het openbaar domein dat men zelf niet mag uitvoeren. Men moet hiervoor een aanvraag doen. Dit kan online via de website van stad Geel. De rest van de berm moet ingericht zijn als grasberm of zandberm. In geen geval mag men de rest van de berm verharden.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Er werd advies gevraagd aan team groen van stad Geel maar het advies werd niet ontvangen binnen de termijn. Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.
Planologische toets
Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet.
Wegenis
Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied. Bovendien worden er geen belangrijke ondergrondse constructies gebouwd en worden er geen grachten gedempt, overwelfd, ingebuisd of beschoeid, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput en/of infiltratie- en/of buffervoorziening, overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening. Hemelwater en afvalwater worden gescheiden afgevoerd.
Mer-screening
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Goede ruimtelijke ordening
Opportuniteitstoets
Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening worden omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.
Functionele inpasbaarheid
Het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning en het rooien van een boom stelt geen beperking aan het gebruik van het perceel. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project.
Ruimtegebruik – schaal- bouwdichtheid.
De aanvraag heeft een beperkte impact op het ruimtegebruik van het perceel. Er wordt immers een nieuwe woning opgericht.
Visueel-vormelijk
De aanvraag heeft een impact op de visueel-vormelijke uitstraling in het straatbeeld. Er komt immers een eengezinswoning bij die zich echter visueel optimaal zal integreren in het straatbeeld. De woning zal immers worden uitgevoerd in rood genuanceerd gevelmetselwerk, gecombineerd met enkele accenten in een antraciete gevelbekleding
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.
Mobiliteit
De aanvraag heeft een beperkte invloed op de mobiliteit. Het betreft immers slechts een eengezinswoning met 2 garages op het eigen terrein.
Bodemreliëf
De aanvraag heeft geen impact op het bodemreliëf. Tijdens de werken worden de grondingrepen tot een minimum beperkt, uitgravingen beperking zich tot het plaatsen van de nodige funderingen en verplichte putten.
Hinderaspecten – gezondheid
De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving, gezondheidsaspecten worden niet geschaad.
Er kan geconcludeerd worden dat het project in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Niet van toepassing.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:
De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het nieuwe voorziene huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe voorziene huisaansluitputje DWA.
Terugslagkleppen moeten geplaatst worden in de private afvoerbuizen.
Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de aanwezige wachtaansluiting.
Putten of andere constructies (zoals hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
De nieuwe nulpas ligt 47cm hoger dan de as van de weg.
De woning dient te voldoen aan de EPB-eisen.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Voorwaarden rooien van een boom:
Compensatietabel | Aan te planten | ||||
1° grootte A | 1° grootte B | 2° grootte | 3° grootte | ||
Vellen | 1° grootte A (> 20m) | x1 | x1 | x3 | x10 |
1° grootte B (12-20m) | x1 | x1 | x2 | x5 | |
2° grootte (6-12m) | x1 | x1 | x1 | x2 | |
3° grootte (<6m) | x1 | x1 | x1 | x1 |
Tabel 1 Compensatietabel bomenkap
Voor het verplichte inheemse karakter van de compenserende aanplant wordt een uitzondering gemaakt voor de zone binnen een straal van 25m rond de vergunde woning en/of bedrijfsgebouw op voorwaarde dat de woning niet gelegen is in volgende stedenbouwkundige bestemmingen: groengebied, parkgebied, buffergebied en bosgebied of de boom deel uitmaakt van een voorwaarde uit een eerder afgeleverde vergunning. Bovendien moet de vergunde woning bewoond zijn en/of het bedrijfsgebouw moet in gebruik zijn.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het nieuwe voorziene huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe voorziene huisaansluitputje DWA.
Terugslagkleppen moeten geplaatst worden in de private afvoerbuizen.
Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de aanwezige wachtaansluiting.
Putten of andere constructies (zoals hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
De nieuwe nulpas ligt 47cm hoger dan de as van de weg.
De woning dient te voldoen aan de EPB-eisen.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Voorwaarden rooien van een boom:
Compensatietabel | Aan te planten | ||||
1° grootte A | 1° grootte B | 2° grootte | 3° grootte | ||
Vellen | 1° grootte A (> 20m) | x1 | x1 | x3 | x10 |
1° grootte B (12-20m) | x1 | x1 | x2 | x5 | |
2° grootte (6-12m) | x1 | x1 | x1 | x2 | |
3° grootte (<6m) | x1 | x1 | x1 | x1 |
Tabel 1 Compensatietabel bomenkap
Voor het verplichte inheemse karakter van de compenserende aanplant wordt een uitzondering gemaakt voor de zone binnen een straal van 25m rond de vergunde woning en/of bedrijfsgebouw op voorwaarde dat de woning niet gelegen is in volgende stedenbouwkundige bestemmingen: groengebied, parkgebied, buffergebied en bosgebied of de boom deel uitmaakt van een voorwaarde uit een eerder afgeleverde vergunning. Bovendien moet de vergunde woning bewoond zijn en/of het bedrijfsgebouw moet in gebruik zijn.