Terug
Gepubliceerd op 29/08/2023

2023_CBS_02213 - Omgevingsvergunning - het verbouwen en uitbreiden van een zonevreemde woning langs Buitenblokken 8 (202300269HB) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 28/08/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Nadine Laeremans

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_02213 - Omgevingsvergunning - het verbouwen en uitbreiden van een zonevreemde woning langs Buitenblokken 8 (202300269HB) - Vergunning 2023_CBS_02213 - Omgevingsvergunning - het verbouwen en uitbreiden van een zonevreemde woning langs Buitenblokken 8 (202300269HB) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 03/09/2023

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023080159

Dossiernummer gemeente: 202300269

 

De gemeente Geel heeft op 9 juni 2023 een aanvraag ontvangen voor het verbouwen en uitbreiden van een zonevreemde woning. De aanvraag werd op 5 juli 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Annelies Van Hoof wonende Buitenblokken 8 te 2440 Geel en de heer Rik De Bont wonende Buitenblokken 8 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Buitenblokken 8

Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie A nr. 1107W2

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

militair gebied

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009 gelegen in overdruk zonevreemde woningen II

 

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Kievermont goedgekeurd op 10 april 2012 gelegen in zone voor landbouw

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan., 

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing. 

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 202000269/OMV_2020061145 voor ven  ontheffing kruidruimingen molse nete te geel en mol, vegetatiewijziging goedgekeurd op 10/08/2020.
  • Stedenbouwkundige vergunning (02085) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 21/03/1960.
  • Milieuvergunning 1992/M3/00508 voor mazouttank - goedgekeurd op 08/08/1994.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Da aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een zonevreemde woning.

De inplanting van de bestaande woning blijft behouden. Het volume na de uitbreiding 828.54m3 blijft onder de 1000m³ welke maximaal is toegelaten.

Het bestaande hoofdbouwvolume van de woning wordt eenvoudig verbouwd waarbij de bestaande verschijningsvorm ongewijzigd blijft.

Het bestaande achterbouwvolume wordt grotendeels gesloopt ifv een tuingerichte uitbreiding.

Deze uitbreiding heeft een hedendaagse vormgeving en bestaat uit 1 bouwlaan met een plat dak.

Bij de aanpassing van de achterbouw en bijhorende uitbreiding wordt er rekening gehouden met een optimaal ruimtegebruik van de atypische perceelconfiguratie.

Het aantal bouwlagen blijft beperkt tot het bestaande en vergunde bouwlagen. 2 bouwlagen (gelijkvloers + verdieping)

De vormgeving en het materiaalgebruik zijn aangepast aan de continuïteit van het straatbeeld en zijn passend in het omliggende landschap. Het gehele project integreert zich op een positieve manier met het historisch, landschappelijk en natuurlijk karakter van de omgeving.

Bij de omgevingsaanleg wordt voldoende groenruimte rondom het gebouw voorzien ifv een optimale integratie in het omliggende landschap.

De niet-bebouwde oppervlakte zal  verder aangelegd worden als een eigentijdse landelijke tuininrichting, passend in de omgeving. Hierbij zal rekening worden gehouden met inheemse groenelementen.

De  voorziene verhardingen zijn opgevat als de strikt noodzakelijk  verhardingen ifv bereik woning, carport en functioneel terras.

De verbouwing/uitbreiding van de zonevreemde woning zal worden uitgevoerd in streekeigen hedendaagse duurzame materialen:

Bestaande gevelsteen wit geschilderd / donkergrijs-zwarte steenstrips / zwarte alu buitenschrijnwerken / zwarte pvc buitenschrijnwerken / zwarte alu gevelbekleding / hellend dak met donkergrijze pannen / plat dak.

Deze woning zal volkomen passen in de aanwezige omgeving.

 

 

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.


  1. Adviezen

Op 3 augustus 2023 werd het advies ontvangen van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)

Zie advies in bijlage met ref. 2023_004552_v1 

Advies: voorwaardelijk gunstig


Op 6 juli 2023 werd het advies ontvangen van Fluvius System Operator

Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen 

Advies: geen advies


Op 3 augustus 2023 werd het advies ontvangen van Ministerie van Landsverdediging

Defensie maakt bezwaar tegen de aanwezigheid van gebouwen/constructies op minder dan 3 meter van de Westelijke perceelsgrens. 

Advies: voorwaardelijk gunstig


Op 16 augustus 2023 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein

Advies riolering

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Dit betekent dat er nog geen volwaardige riolering is dat naar een zuiveringsstation leidt, maar dat dit er ooit wel gaat komen. In afwachting van de nieuwe riolering moet men al het afvalwater voorbehandelen. Ter hoogte van het perceel is een ingebuisde gracht aanwezig op openbaar domein. Vermoedelijk heeft de woning geen aansluiting op deze ingebuisde gracht. Bij de verbouwingswerken moet men bekijken of er een aansluiting aanwezig is. Zo ja, dan moet men deze herbruiken en zelf huisaansluitputjes RWA (regenwater) en DWA (afvalwater) plaatsen volgens de richtlijnen beschreven bij de voorwaarden. Vindt men geen rioolaansluiting terug dan moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein. Dan zal er een nieuwe aansluiting gemaakt worden met de plaatsing van de huisaansluitputjes RWA en DWA. 

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.

De afvoerbuizen voor het fecaal afvalwater hebben een diameter van 125 mm. De afvoerbuizen voor het grijs water hebben een diameter van 110mm. De afvoerbuizen van het hemelwater hebben een diameter van 110mm. Deze diameters voldoen (max. 160mm).

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden. De sifonput wordt aangesloten op een septische put van minimum 3000L. Al het afvalwater, zowel het fecaal als grijs water, wordt dus voorbehandeld zoals dat verplicht is. Het volume van de septische put hangt af van het aantal personen die er zullen wonen. Hierbij wordt er gerekend met volgende formule: aantal bewoners x 600L per persoon = grootte septische put. Van zodra er nieuwe openbare riolering in de straat komt, kan men de septische put volledig afkoppelen of enkel het grijs water er vanaf koppelen. Men voorziet dan best al een wachtbuis zodat men dit vlot kan doen.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Meer dan 40% van de bestaande constructie wordt afgebroken en herbouwd waarbij het nieuwe gedeelte groter is dan 40m². Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 10.000L. Op de put worden alle dakafvoeren van de woning aangesloten, alsook de afvoer van de berging en carport. Er wordt een pomp geïnstalleerd in functie van herbruik. Men zal het hemelwater herbruiken voor toiletspoeling (1 toilet), een wasmachine, en 2 buitenkranen.

Infiltratievoorziening

Volgens de gegevens in het hemelwaterafvoer zal men bij uitvoering van de infiltratie er op toezien dat de minimale dimensionering (minimale volume van 2897 L en de minimale infiltratieoppervlakte van 4,64 m²), zeker zal voorzien worden.

Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Dit heeft men ook niet gedaan.

Het is aangewezen om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de ingebuisde gracht. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Aangezien dit project beschouwd wordt als een herbouw, is men verplicht een keuring van de privéwaterafvoer te laten uitvoeren (verplicht VLARIO-keuring).

Er wordt gecontroleerd of:

  • het afval-en regenwater is aangesloten op de riolering.
  • het afvalwater wordt voorbehandeld zoals opgelegd in de milieuwetgeving.
  • het afval-en regenwater gescheiden wordt afgevoerd.
  • het regenwater maximaal ter plaatse wordt gehouden en hergebruikt.

Advies toegang tot het perceel

In de bestaande toestand is de berm op openbaar domein verhard met roze klinkers en dit voor een breedte van ongeveer 10 m breed. Dit is meer dan het strikt noodzakelijke om toegang tot het perceel te verkrijgen en wordt, met de huidige regelgeving, dus niet toegestaan. Men vraagt volgens het nieuwe inplantingsplan 5 m verharde berm, wat kan worden toegestaan. De overige verharding moet verwijderd worden. Het verharden en ontharden van een berm zijn aanpassingen van het openbaar domein die men zelf niet mag uitvoeren. Hiervoor moet men aanvraag doen via de website van stad Geel.

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing. 

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op te minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (artikel 11 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid,

en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

 

Het perceel gelegen te Buitenblokken 8, 2440 Geel.  Afdeling 2  A1107W2 stroomt af naar de Rijnloop  een (on)bevaarbare

waterloop (van 2e categorie) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen – Grote Nete.

 

De locatie is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig.

 

Voor de aspecten grondwatervoorraden en grondwaterstromingspatroon voorziet het project in de aanleg van een ondergrondse constructie.

Hiervoor zal wellicht een bemaling noodzakelijk zijn. Bij bemaling moet minstens een melding

volgens Vlarem (klasse 3) van de activiteit gebeuren. Ze kan evenwel vergunningsplichtig zijn en zelfs MER-plichtig naargelang de ligging en het debiet per dag.

Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor

subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II). Met betrekking tot de lozing van het bemalingwater wordt eveneens verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5 namelijk dat niet-verontreinigd bemalingswater bij voorkeur opnieuw in de bodem gebracht wordt.

 

Wanneer het in de bodem brengen redelijkerwijze niet mogelijk is, moet dit

niet-verontreinigd bemalingswater geloosd worden in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater.

Het lozen in de openbare riolering is slechts toegestaan wanneer het conform de beste beschikbare technieken niet mogelijk is zich op een andere manier van dit water te ontdoen.

 

De aanleg van de ondergrondse constructie mag er geenszins voor zorgen dat er een permanente drainage optreedt met lagere grondwaterstanden tot gevolg.

Een dergelijke permanente drainage is immers in strijd met de doelstellingen van het

decreet integraal waterbeleid waarin is opgenomen dat verdroging moet voorkomen worden, beperkt of ongedaan gemaakt.

De ondergrondse constructie dient dan ook uitgevoerd te worden als volledig waterdichte kuip en zonder kunstmatig drainagesysteem.

Voorwaarden:

voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingwater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 §

  • de lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II;
  • de ondergrondse constructie dient te worden uitgevoerd als volledig waterdichte kuip en zonder kunstmatig drainagesysteem.


Er werd advies gevraagd aan Openbaar Domein Stad Geel – team grijs:

Het betreft het volgend advies van 16/08/2023:

Advies riolering

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Dit betekent dat er nog geen volwaardige riolering is dat naar een zuiveringsstation leidt, maar dat dit er ooit wel gaat komen. In afwachting van de nieuwe riolering moet men al het afvalwater voorbehandelen. Ter hoogte van het perceel is een ingebuisde gracht aanwezig op openbaar domein. Vermoedelijk heeft de woning geen aansluiting op deze ingebuisde gracht. Bij de verbouwingswerken moet men bekijken of er een aansluiting aanwezig is. Zo ja, dan moet men deze herbruiken en zelf huisaansluitputjes RWA (regenwater) en DWA (afvalwater) plaatsen volgens de richtlijnen beschreven bij de voorwaarden. Vindt men geen rioolaansluiting terug dan moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein. Dan zal er een nieuwe aansluiting gemaakt worden met de plaatsing van de huisaansluitputjes RWA en DWA. 

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.

De afvoerbuizen voor het fecaal afvalwater hebben een diameter van 125 mm. De afvoerbuizen voor het grijs water hebben een diameter van 110mm. De afvoerbuizen van het hemelwater hebben een diameter van 110mm. Deze diameters voldoen (max. 160mm).

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden. De sifonput wordt aangesloten op een septische put van minimum 3000L. Al het afvalwater, zowel het fecaal als grijs water, wordt dus voorbehandeld zoals dat verplicht is. Het volume van de septische put hangt af van het aantal personen die er zullen wonen. Hierbij wordt er gerekend met volgende formule: aantal bewoners x 600L per persoon = grootte septische put. Van zodra er nieuwe openbare riolering in de straat komt, kan men de septische put volledig afkoppelen of enkel het grijs water er vanaf koppelen. Men voorziet dan best al een wachtbuis zodat men dit vlot kan doen.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Meer dan 40% van de bestaande constructie wordt afgebroken en herbouwd waarbij het nieuwe gedeelte groter is dan 40m². Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 10.000L. Op de put worden alle dakafvoeren van de woning aangesloten, alsook de afvoer van de berging en carport. Er wordt een pomp geïnstalleerd in functie van herbruik. Men zal het hemelwater herbruiken voor toiletspoeling (1 toilet), een wasmachine, en 2 buitenkranen.

Infiltratievoorziening

Volgens de gegevens in het hemelwaterafvoer zal men bij uitvoering van de infiltratie er op toezien dat de minimale dimensionering (minimale volume van 2897 L en de minimale infiltratieoppervlakte van 4,64 m²), zeker zal voorzien worden.

Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Dit heeft men ook niet gedaan.

Het is aangewezen om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de ingebuisde gracht. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Aangezien dit project beschouwd wordt als een herbouw, is men verplicht een keuring van de privéwaterafvoer te laten uitvoeren (verplicht VLARIO-keuring).

Er wordt gecontroleerd of:

  • het afval-en regenwater is aangesloten op de riolering.
  • het afvalwater wordt voorbehandeld zoals opgelegd in de milieuwetgeving.
  • het afval-en regenwater gescheiden wordt afgevoerd.
  • het regenwater maximaal ter plaatse wordt gehouden en hergebruikt.


De locatie ligt niet in signaalgebied.

 

Conclusie: 

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten en mits naleving van de opgelegde voorwaarden zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.


Mer-screening

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO: 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft het verbouwen en het uitbreiden van een zonevreemde woning. Het gebouw is inpasbaar. 

Mobiliteitsimpact

Voor de verbouwing en uitbreiding van de zonevreemde woning is de impact van de mobiliteit beperkt.  

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het volume van de woning blijft onder de 1000m³ (nl. 828,54 m³) 

Visueel-vormelijke elementen

De woning wordt opgericht in klassieke / hedendaagse / streekeigen / duurzame materialen. 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.

Er werden geen bezwaarschriften gehouden.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur), afgeleverd op 3 augustus 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Fluvius System Operator, afgeleverd op 6 juli 2023 is geen advies.
  • Het advies van Ministerie van Landsverdediging, afgeleverd op 3 augustus 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  •  Het advies van Openbaar Domein afgeleverd op 16 augustus 2023 is voorwaardelijk gunstig.
    Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoeren. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.  Het is aangewezen om een wachtbuis te plaatsen om het grijs water vlot af te koppelen van de septische put van zodra er volwaardige openbare riolering wordt aangelegd.

 

Conclusie

Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende  voorwaarden: 

 

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Departement Landbouw en Visserij:

Zie advies in bijlage met ref. 2023_004552­v1

  

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Fluvius:

Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein, Stad Geel – team grijs:

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

Men dient na te gaan of er al dan niet een bestaande aansluiting op de ingebuisde gracht aanwezig is.

  • Zo ja, dan moet men deze herbruiken en zelf de huisaansluitputjes RWA en DWA plaatsen volgens volgende richtlijnen:
    • te plaatsen op  eigen terrein nabij de rooilijn met onderlinge afstand van min. 0,5m en max. 1m.
    • De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn met voorgevormde vloei.
    • Kleur en afmeting:
      • RWA: grijs met diameter 250mm
      • DWA: roodbruin met diameter 315mm.
    • Na de putjes moet men het afvalwater en hemelwater samenbrengen via een gemengde aansluiting met opsplitsing.
    • Als men geen noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare riolering hoeft men geen huisaansluitputje RWA te plaatsen.
  • Als men geen aansluiting terugvindt, moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein van stad Geel.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de bestaande/nieuwe aansluiting.

Putten  (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Men is verplicht een septische put van minstens 3000 L te plaatsen om al het afvalwater, zowel fecaal als grijs water, voor te behandelen. De grootte van de septische put moet afgestemd worden op het aantal inwoners (600L per inwoner).

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw met carport hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Het infiltratievolume dient minimum 2897 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 4,64 m² te bedragen.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt o.a. nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Een verharde toegang op openbaar domein van 5m wordt toegestaan.  De overige verharding moet verwijderd worden. Het verharden en ontharden van een berm zijn aanpassingen van het openbaar domein die men zelf niet mag uitvoeren. Hiervoor moet men aanvraag doen via de website van stad Geel. De kosten voor deze aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.


Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Ministerie van Landsverdediging:

Defensie maakt bezwaar tegen de aanwezigheid van gebouwen/constructies op minder dan 3 meter van de Westelijke perceelsgrens.

Advies dossierbehandelaar: de bestaande muur staat op 2,60m van de perceelsgrens sinds 1960. Deze muur blijft behouden.

 

Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.

De verhardingen moeten aangelegd worden in waterdoorlatend materiaal.

 

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

 

Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

 

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Departement Landbouw en Visserij:

Zie advies in bijlage met ref. 2023_004552­v1

  

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Fluvius:

Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein, Stad Geel – team grijs:

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

Men dient na te gaan of er al dan niet een bestaande aansluiting op de ingebuisde gracht aanwezig is.

  • Zo ja, dan moet men deze herbruiken en zelf de huisaansluitputjes RWA en DWA plaatsen volgens volgende richtlijnen:
    • te plaatsen op  eigen terrein nabij de rooilijn met onderlinge afstand van min. 0,5m en max. 1m.
    • De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn met voorgevormde vloei.
    • Kleur en afmeting:
      • RWA: grijs met diameter 250mm
      • DWA: roodbruin met diameter 315mm.
    • Na de putjes moet men het afvalwater en hemelwater samenbrengen via een gemengde aansluiting met opsplitsing.
    • Als men geen noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare riolering hoeft men geen huisaansluitputje RWA te plaatsen.
  • Als men geen aansluiting terugvindt, moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein van stad Geel.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de bestaande/nieuwe aansluiting.

Putten  (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Men is verplicht een septische put van minstens 3000 L te plaatsen om al het afvalwater, zowel fecaal als grijs water, voor te behandelen. De grootte van de septische put moet afgestemd worden op het aantal inwoners (600L per inwoner).

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw met carport hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Het infiltratievolume dient minimum 2897 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 4,64 m² te bedragen.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt o.a. nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Een verharde toegang op openbaar domein van 5m wordt toegestaan.  De overige verharding moet verwijderd worden. Het verharden en ontharden van een berm zijn aanpassingen van het openbaar domein die men zelf niet mag uitvoeren. Hiervoor moet men aanvraag doen via de website van stad Geel. De kosten voor deze aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.


Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Ministerie van Landsverdediging:

Defensie maakt bezwaar tegen de aanwezigheid van gebouwen/constructies op minder dan 3 meter van de Westelijke perceelsgrens.

Advies dossierbehandelaar: de muur staat op 2,60m van de perceelsgrens sinds 1960. Deze muur blijft behouden.

 

Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.

De verhardingen moeten aangelegd worden in waterdoorlatend materiaal.

 

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

 

Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.

 

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

 

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.