Terug2023_CBS_03189 - Omgevingsvergunning - het bouwen van 4 ééngezinswoningen langs Molseweg 2-10(202300273HB) - Vergunning

Gepubliceerd op 03/01/2024
College van Burgemeester en Schepenen
ma 18/12/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Griet Smaers

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_03189 - Omgevingsvergunning - het bouwen van 4 ééngezinswoningen langs Molseweg 2-10(202300273HB) - Vergunning 2023_CBS_03189 - Omgevingsvergunning - het bouwen van 4 ééngezinswoningen langs Molseweg 2-10(202300273HB) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 24/12/2023

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023076311

Dossiernummer gemeente: 202300273

 

De gemeente Geel heeft op 15 juni 2023 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van 4 ééngezinswoningen. De aanvraag werd op 12 juli 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Rik De Keyser NV gevestigd Merksplassesteenweg 18 te 2310 Rijkevorsel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Molseweg 2-10

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie I nrs. 2197K3, 2197H3, 2197G3 en 2197L3

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012 gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel

 

De aanvraag is gelegen in een goedgekeurde niet vervallen verkaveling nl. 1956B van 20/10/2008.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Afwijking daken. 

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 202000269/OMV_2020061145 voor ven  ontheffing kruidruimingen molse nete te geel en mol, vegetatiewijziging goedgekeurd op 10/08/2020.
  • Omgevingsvergunning V_202200008/OMV_2022070366 voor het verkavelen in 4 loten voor gekoppelde eengezinswoningen goedgekeurd op 04/07/2022.
  • Verkavelingsvergunning (1956) voor 4 loten voor gekoppelde en 1 lot voor vrijstaande bebouwing - geweigerd op 05/05/2008.
  • Verkavelingsvergunning (1956B) voor 4 percelen voor gekoppelde bebouwing - goedgekeurd op 20/10/2008.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het betreft het bouwen  van 4 halfopen eengezinswoningen gelegen tussen Molseweg 2 en Molseweg 10. (Lot 1 tot en met Lot 4)

 

De inplanting van de woningen:

De achtergevels van de woningen 1-4 bevinden zich op 9m

De zijgevels van de woningen bevinden zich op

  • Lot 1 : 8m08/10m88
  • Lot 2: 3m80
  • Lot 3: 3m83
  • Lot 4: 3m80

 

Bouwvolume van de woningen:

De voorgevelbreedtes van de woningen bedragen:

  • Lot 1: 7m02 ≥ 6m00 en ≤ 10m00
  • Lot 2: 7m20 ≥ 6m00 en ≤ 8m00
  • Lot 3: 7m17 ≥ 6m00 en ≤ 8m00
  • Lot 4: 7m20 ≥ 6m00 en ≤ 8m00

 

Op basis van de groepswoningbouw voor de loten 1 tot en met 4 en artikel 4.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening wil de aanvrager een afwijking vragen van de  verkavelingsvoorschriften. Het betreft hier het verlagen van de kroonlijsthoogte.

In de verkavelingsvoorschriften staat geschreven dat de kroonlijst tussen de 6m en de 6,50m per gekoppelde woning moet bedragen.

De kroonlijsten in deze aanvraag bedragen:

  • Lot 1: 5m79
  • Lot 2: 5m79
  • Lot 3: 5m79
  • Lot 4: 5m79

Alle kroonlijsthoogtes van de loten 1 tot en met 4 sluiten harmonisch aan.

 

Op deze manier kunnen compactere en daardoor betaalbaardere woningen worden gerealiseerd. Boven het niveau van de slaapkamers blijft een zolderruimte over die ruim genoeg is om niet enkel dienst te doen als extra slaapkamer, maar tevens ook kan gebruikt worden als extra bergruimte met technische ruimte voor bv. het ventilatiesysteem. Hierdoor blijft op de andere niveaus meer ruimte over als effectief nuttige woonruimte.

 

De gevels betreffen een sobere maar herkenbare ritmiek met bij elkaar aansluitende natuurlijke materialen. De 2x gekoppelde halfopen woningen passen zich in bij de aanliggende bebouwing.

De op trekken gebouwen worden opgetrokken in de volgende gevelmaterialen.

  • Gevelsteen: roodbruine gevelsteen
  • Dak materialen: donkergrijze betonpan
  • Buitenschrijnwerk: PVC Deceuninck
  • Plaatmateriaal: aluminium, kleur volgens buitenschrijnwerk
  • Dorpels: arduin op gelijkvloers niveau, plaatdorpels op verdieping
  • Hanggoot / aflopen: zink

Deze gevelmaterialen geven de woningen een warm geveluitzicht, met een dorps aanzicht.

Elke woning beschikt telkens over een buitenterras dat aansluit op de leefruimtes.

De gebouwen zullen zeer energiezuinig zijn en gebruik maken van warmtepompen en zonnepanelen om zo een zeer laag energielabel te bekomen.

Bovendien wordt er regenwaterrecuperatie toegepast voor de gelijkvloerse toiletten en buitenkraantjes.

Per woning wordt minimaal 1 parkeerplaats voorzien. Voor loten 1,2 en 4 wordt een extra staanplaats op de oprit voorzien.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 20 juli 2023 t.e.m. 18 augustus 2023. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 5 december 2023 werd het advies ontvangen van Dienst Integraal Waterbeleid

Zie advies in bijlage met ref. WAAD-2023-2745 

Advies: gunstig


Op 26 september 2023 werd het advies ontvangen van watertoets Vlaamse Milieu Maatschappij

Advies: geen advies


Op 24 augustus 2023 werd het advies ontvangen van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel)

Advies: voorwaardelijk gunstig


Op 13 juli 2023 werd het advies ontvangen van Bouwadviezen@delijn.be

geen opmerkingen, 

Advies: gunstig


Op 29 september 2023 werd het advies ontvangen van Fluvius

De aanvraag is gelegen in woongebied volgens gewestplan Herentals – Mol (KB 28.07.1978) en maakt onderdeel uit van een goedgekeurde verkaveling (OMV_2022070366): verkaveling van OMV 2022070366 in ons dossier HNW 194880. In dit dossier zijn reeds aan de voorwaarden voldaan.

Advies: gunstig


Op 18 oktober 2023 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel

Advies riolering

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied.

  • Bij de Molseweg is er een gemengd rioleringsstelsel aanwezig in het openbaar domein. Langs de Molseweg zijn er momenteel geen aansluitingen aanwezig.
  • Langs Kievermont is er een gescheiden stelsel. Drie van de vier percelen grenzen aan Kievermont. Aan deze kant zijn er rioolaansluitingen aanwezig.
    • Afvalwateraansluitingen: Lot 1, 2 en 3 hebben een DWA-aansluiting.
      • Lot 1 en 2 moeten de DWA-aansluitingen gebruiken.
      • Voor Lot 3 is de afstand te groot om aan te kunnen sluiten. Voor dit lot 3, alsook voor lot 4 worden er nieuwe DWA-aansluitingen gemaakt naar het gemengde stelsel van de Molseweg met plaatsing van de huisaansluitputjes DWA. Na het verkrijgen van de vergunning én na het ingeven van de start der werken in het omgevingsloket zal de aansluiting uitgevoerd worden door Aquafin i.o. van de dienst Openbaar domein van stad Geel.
    • Regenwateraansluitingen:
      • Lot 1 en 3 hebben een RWA-aansluiting.
      • Lot 2 en 4 hebben geen RWA-aansluiting.
      • Voor hemelwater is men niet verplicht om aan te sluiten. Men voorziet vanuit de infiltratiekommen geen noodoverloop, wat een gunstig principe is om het water ter plaatse te houden. Er zullen bijgevolg ook geen RWA-aansluitingen gemaakt worden.
    • De RWA-aansluiting van lot 1 en de DWA-en RWA-aansluiting van lot 3 mag men niet verwijderen. De schachten van de putten zullen tot op het maaiveld ingekort worden en gedicht met de aanwezige stop of deksel.

Riolering algemeen

Op de funderingsplannen van de 4 woningen is er telkens een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.

Op het plan staan geen diameters opgegeven van de afvoerbuizen. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm).

Huishoudelijk  afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men geen gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …). De afvoeren komen binnen de woning samen. We adviseren om het fecaal water gescheiden te houden van het grijs water tot buiten de woning. Het is daarbij aangewezen een sifonput te voorzien op het grijs water alvorens het grijs en fecale water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.

Hemelwater

De  Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om bij elke woning een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

De percelen zijn gelegen in overstromingsgevoelig gebied volgens de pluviale overstromingskaarten. Bij de bouw van de woningen moet hiermee rekening gehouden worden. Hiervoor verwijzen we naar het advies van de Dienst Integraal waterbeleid van de Provincie. Men bouwt met overstroombare kruipruimtes en men voorziet infiltratiekommen waarvan de bodems hoger liggen dan de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand (70cm onder maaiveld).

Hemelwaterput

Men plaatst bij elke woning een hemelwaterput met een volume van 5000 L. Op de put worden alle dakafvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor alle toiletten (zowel gelijkvloers als verdieping) en een buitenkraan.

Infiltratievoorziening

Men voorziet bij elke woning een infiltratievoorziening met een infiltratievolume van 559 L en een infiltratieoppervlakte van 2,02 m² wat qua dimensionering voldoet aan de verordening.

  • Waterdoorlatende verhardingen (opritten) en niet-waterdoorlatende verhardingen (terrassen) die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Deze verhardingen worden ook niet mee gerekend.
  • Men mag bij de dimensionering 60m² in mindering brengen o.w.v. het plaatsen van een hemelwaterput, wat ook wordt gedaan.
  • Men voorziet bovengrondse infiltratiesystemen, meer bepaald infiltratiekommen. De bodem van deze infiltratiekommen bevinden zich op 30 cm onder het maaiveld en dus boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand van 70 cm onder het maaiveld.

Men voorziet geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorzieningen naar het openbare rioleringsstelsel.

Advies toegang tot het perceel

Op openbaar domein is er langs de Molseweg ter hoogte van de percelen een voetpad in klinkers. Tussen dit voetpad en de rooilijn is er nog een strook zachte berm.

 Op privé voorziet men bij lot 1, 2 en 4 een oprit met een breedte van 2m80 en bij lot 3 een oprit met een breedte van 3m.

Om toegang te krijgen tot deze opritten bij de woningen moet de zachte berm op die plaatsen verhard worden met dezelfde breedtes als de privé-opritten. De rest van de bermstrook moet ingericht zijn als gras- of zandberm.

Het verharden van een berm betreft een aanpassing van het openbaar domein dat men niet zelf mag uitvoeren. Men moet hiervoor een aanvraag doen via de website van stad Geel.

Bij lot 1 zal de toegang op openbaar domein schuin afgewerkt worden zodat men niet over het naastliggende perceel (Molsweg huisnr. 2) moet rijden. De rooilijn van dit perceel ligt meer naar voor en maakt met de perceelsgrens met lot 1 een scherpe hoek. De oprit van lot 1 ligt een stukje achter deze hoek.

Op openbaar domein is er langs Kievermont ter hoogte van de percelen een onverharde berm en een open gracht. Deze toestand moet behouden blijven. 

Advies: voorwaardelijk gunstig


Op 18 juli 2023 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel team grijs (mobiliteit)

De woningen zullen geen significante impact hebben op de mobiliteit owv het beperkt aantal bewegingen per dag.

Voor lot 3 is er wel een bushalte + bushokje, deze moet sowieso behouden blijven en kan niet verplaatst worden.

Advies:  gunstig

 

  1. Project-MER

 

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 gecoördineerd op 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31 oktober 2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan. 

Het perceel gelegen te Geel, Molseweg Afdeling 1, I2197G3  stroomt af naar de  Molse Nete, een (on)bevaarbare waterloop (van categorie 1) die beheerd wordt door de Provincie Antwerpen – Kleine Nete.

De aanvraag is mogelijks overstromingsgevoelig.

Bijgevolg werd er advies gevraagd aan de Provincie Antwerpen Dienst Integraal Waterbeleid:

Het betreft het volgend gunstig advies van 05/12/2023 met ref. WAAD-2023-2745 (zie  volledig advies in bijlage)

Het gebied is overstromingsgevoelig volgens de pluviale overstromingsgevaarkaarten. De

percelen zouden al overstromen bij een bui met een terugkeerperiode van 10 jaar (grote kans).

 

Er mag geen ruimte voor water verloren gaan. Door het oprichten van constructies en door

ophogingen wordt immers overstroombare ruimte ingenomen, waardoor op die plaats geen

overstromingswater geborgen kan worden. Dit kan er toe leiden dat het gevaar voor

wateroverlast in de omgeving toeneemt. Om de overstromingsproblemen in de omgeving niet te

verergeren, moet bij voorkeur het verlies van waterbergingsruimte vermeden worden

door het project/plan te realiseren zonder inname van ruimte voor water. Dit

impliceert het optrekken van het gebouw op palen of op een overstroombare

kruipruimte, waarbij de onderkant van de vloerplaat (=dak van de kruipruimte) boven

het overstromingspeil wordt voorzien zodat eventueel overstromingswater de ruimte

onder het gebouw kan benutten. In het geval van een kruipruimte moeten in- en

uitstroomopeningen worden voorzien op het laagste huidige maaiveldpeil. De

openingen dienen bovengronds te liggen zodat het overstromingswater vrij in en uit

kan stromen, conform de gewijzigde plannen.

 

Uit de meest recente modellen blijkt dat voor een bui met een terugkeerperiode van 100 jaar

ter hoogte van het perceel in kwestie een waterpeil van 23,04 mTAW optreedt. Ergere

overstromingen zijn niet uit te sluiten en er kan geen sluitende garantie gegeven worden dat er

zich op het perceel in de toekomst geen wateroverlast (meer) zal voordoen.

 

Door het overstromingsrisico moet het vloerpeil van het toekomstig aan te leggen gebouw

voldoende hoog gekozen worden. Het overstromingsveilig bouwpeil bedraagt 23,35 mTAW.

Verder moeten benutte ondergrondse verdiepingen geweerd worden, alsook ondergrondse

mazouttanks. Bij de plaatsing van een hemelwaterput, ondergrondse (mest)kelder,

ondergrondse brandstoftank, verwarmingsketel, moet er op gelet worden dat er geen

verontreinigd overstromingswater de put kan binnendringen.

De aanvraag is niet gelegen in signaalgebied

Het project voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening. We verwijzen naar het advies van de stadsdienst ‘Openbaar Domein’ dd. 18/10/2023.

Advies riolering

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied.

  • Bij de Molseweg is er een gemengd rioleringsstelsel aanwezig in het openbaar domein. Langs de Molseweg zijn er momenteel geen aansluitingen aanwezig.
  • Langs Kievermont is er een gescheiden stelsel. Drie van de vier percelen grenzen aan Kievermont. Aan deze kant zijn er rioolaansluitingen aanwezig.
    • Afvalwateraansluitingen: Lot 1, 2 en 3 hebben een DWA-aansluiting.
      • Lot 1 en 2 moeten de DWA-aansluitingen gebruiken.
      • Voor Lot 3 is de afstand te groot om aan te kunnen sluiten. Voor dit lot 3, alsook voor lot 4 worden er nieuwe DWA-aansluitingen gemaakt naar het gemengde stelsel van de Molseweg met plaatsing van de huisaansluitputjes DWA. Na het verkrijgen van de vergunning én na het ingeven van de start der werken in het omgevingsloket zal de aansluiting uitgevoerd worden door Aquafin i.o. van de dienst Openbaar domein van stad Geel.
    • Regenwateraansluitingen:
      • Lot 1 en 3 hebben een RWA-aansluiting.
      • Lot 2 en 4 hebben geen RWA-aansluiting.
      • Voor hemelwater is men niet verplicht om aan te sluiten. Men voorziet vanuit de infiltratiekommen geen noodoverloop, wat een gunstig principe is om het water ter plaatse te houden. Er zullen bijgevolg ook geen RWA-aansluitingen gemaakt worden.
    • De RWA-aansluiting van lot 1 en de DWA-en RWA-aansluiting van lot 3 mag men niet verwijderen. De schachten van de putten zullen tot op het maaiveld ingekort worden en gedicht met de aanwezige stop of deksel.

Riolering algemeen

Op de funderingsplannen van de 4 woningen is er telkens een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.

Op het plan staan geen diameters opgegeven van de afvoerbuizen. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm).

Huishoudelijk  afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men geen gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …). De afvoeren komen binnen de woning samen. We adviseren om het fecaal water gescheiden te houden van het grijs water tot buiten de woning. Het is daarbij aangewezen een sifonput te voorzien op het grijs water alvorens het grijs en fecale water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.

Hemelwater

De  Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om bij elke woning een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

De percelen zijn gelegen in overstromingsgevoelig gebied volgens de pluviale overstromingskaarten. Bij de bouw van de woningen moet hiermee rekening gehouden worden. Hiervoor verwijzen we naar het advies van de Dienst Integraal waterbeleid van de Provincie. Men bouwt met overstroombare kruipruimtes en men voorziet infiltratiekommen waarvan de bodems hoger liggen dan de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand (70cm onder maaiveld).

Hemelwaterput

Men plaatst bij elke woning een hemelwaterput met een volume van 5000 L. Op de put worden alle dakafvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor alle toiletten (zowel gelijkvloers als verdieping) en een buitenkraan.

Infiltratievoorziening

Men voorziet bij elke woning een infiltratievoorziening met een infiltratievolume van 559 L en een infiltratieoppervlakte van 2,02 m² wat qua dimensionering voldoet aan de verordening.

  • Waterdoorlatende verhardingen (opritten) en niet-waterdoorlatende verhardingen (terrassen) die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Deze verhardingen worden ook niet mee gerekend.
  • Men mag bij de dimensionering 60m² in mindering brengen o.w.v. het plaatsen van een hemelwaterput, wat ook wordt gedaan.
  • Men voorziet bovengrondse infiltratiesystemen, meer bepaald infiltratiekommen. De bodem van deze infiltratiekommen bevinden zich op 30 cm onder het maaiveld en dus boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand van 70 cm onder het maaiveld.

Men voorziet geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorzieningen naar het openbare rioleringsstelsel.

Conclusie: 

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten en mits naleving van de opgelegde voorwaarden zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.

Mer-screening

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

Functionele inpasbaarheid

Het betreft het oprichten van 4 eengezinswoningen, de woningen zijn inpasbaar in het straatbeeld. 

Mobiliteitsimpact

De mobiliteitsimpact zal licht toenemen, er worden immers 4 woningen opgericht.

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De 4 woningen hebben  een beperkt bouwvolume.

Visueel-vormelijke elementen

De 4 woningen worden opgericht in klassieke / hedendaagse materialen.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 20 juli 2023 tot en met 18 augustus 2023. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Dienst Integraal Waterbeleid, afgeleverd op 5 december 2023 is gunstig.
  • Het advies van watertoets Vlaamse Milieu Maatschappij, afgeleverd op 26 september 2023 is geen advies.
  • Het advies van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel), afgeleverd op 24 augustus 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Bouwadviezen@delijn.be, afgeleverd op 13 juli 2023 is gunstig.
  • Het advies van Fluvius, afgeleverd op 29 september 2023 is gunstig.
  •  Het advies van Intern stad Geel afgeleverd op 18 oktober 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  •  Het advies van Intern stad Geel afgeleverd op 18 juli 2023 is gunstig.

 

Conclusie

Gunstig onder voorwaarden: 

 

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies Fluvius:

De aanvraag is gelegen in woongebied volgens gewestplan Herentals – Mol (KB 28.07.1978) en maakt onderdeel uit van een goedgekeurde verkaveling (OMV_2022070366): verkaveling van OMV 2022070366 in ons dossier HNW 194880. In dit dossier zijn reeds aan de voorwaarden voldaan.


Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Brandweerzone Kempen: (zie advies in bijlage met ref. BWDP/2023-194/001/01/SUDR

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein Stad Geel team grijs (riolering):

Voor elke woning geldt het volgende:

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de bestaande aansluitingen bij lot 1 en 2 en met de diepte van de nieuwe aansluiting bij lot 3 en 4. De niet-gebruikte aansluitingen worden gedicht door stad Geel.

Men  is verplicht om bij elke woning een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput bij elke woning moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Men moet de aftappunten voorzien zoals voorgesteld in het dossier: alle toiletten en een buitenkraan.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening bij elke woning moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Men dient te kiezen voor een bovengronds infiltratiesysteem.
  • Het infiltratievolume dient minimum 50 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 0,08 m² te bedragen.

Omwille van de ligging in overstromingsgevoelig gebied, dient men de nodige maatregelen te nemen. De voorwaarden van de Dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie moeten worden gevolgd.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte op openbaar domein te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving). Om toegang te krijgen tot de privé-opritten moet de zachte bermstrook langs de Molseweg op die plaatsen verhard worden. Het verharden van een berm betreft een aanpassing van het openbaar domein dat men niet zelf mag uitvoeren. Men moet hiervoor een aanvraag doen bij stad Geel. De rest van de bermstrook moet ingericht zijn als gras- of zandberm.

De onverharde berm en open gracht langs Kievermont moeten behouden blijven.

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein Stad Geel team grijs (mobiliteit):

De woningen zullen geen significante impact hebben op de mobiliteit owv het beperkt aantal bewegingen per dag.

Voor lot 3 is er wel een bushalte + bushokje, deze moet sowieso behouden blijven en kan niet verplaatst worden.


Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Provincie Antwerpen, dienst Integraal Waterbeleid:

(zie volledig advies in bijlage met ref. WAAD-2023-2745 van 05/12/2023) 

Het gebied is overstromingsgevoelig volgens de pluviale overstromingsgevaarkaarten. De

percelen zouden al overstromen bij een bui met een terugkeerperiode van 10 jaar (grote kans).

 

Er mag geen ruimte voor water verloren gaan. Door het oprichten van constructies en door

ophogingen wordt immers overstroombare ruimte ingenomen, waardoor op die plaats geen

overstromingswater geborgen kan worden. Dit kan er toe leiden dat het gevaar voor

wateroverlast in de omgeving toeneemt. Om de overstromingsproblemen in de omgeving niet te

verergeren, moet bij voorkeur het verlies van waterbergingsruimte vermeden worden

door het project/plan te realiseren zonder inname van ruimte voor water. Dit

impliceert het optrekken van het gebouw op palen of op een overstroombare

kruipruimte, waarbij de onderkant van de vloerplaat (=dak van de kruipruimte) boven

het overstromingspeil wordt voorzien zodat eventueel overstromingswater de ruimte

onder het gebouw kan benutten. In het geval van een kruipruimte moeten in- en

uitstroomopeningen worden voorzien op het laagste huidige maaiveldpeil. De

openingen dienen bovengronds te liggen zodat het overstromingswater vrij in en uit

kan stromen, conform de gewijzigde plannen.

 

Uit de meest recente modellen blijkt dat voor een bui met een terugkeerperiode van 100 jaar

ter hoogte van het perceel in kwestie een waterpeil van 23,04 mTAW optreedt. Ergere

overstromingen zijn niet uit te sluiten en er kan geen sluitende garantie gegeven worden dat er

zich op het perceel in de toekomst geen wateroverlast (meer) zal voordoen.

 

Door het overstromingsrisico moet het vloerpeil van het toekomstig aan te leggen gebouw

voldoende hoog gekozen worden. Het overstromingsveilig bouwpeil bedraagt 23,35 mTAW.

Verder moeten benutte ondergrondse verdiepingen geweerd worden, alsook ondergrondse

mazouttanks. Bij de plaatsing van een hemelwaterput, ondergrondse (mest)kelder,

ondergrondse brandstoftank, verwarmingsketel, moet er op gelet worden dat er geen

verontreinigd overstromingswater de put kan binnendringen.

 

Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.

De woningen dienen te voldoen aan de EPB eisen.

 

Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.

 

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

 

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies Fluvius:

De aanvraag is gelegen in woongebied volgens gewestplan Herentals – Mol (KB 28.07.1978) en maakt onderdeel uit van een goedgekeurde verkaveling (OMV_2022070366): verkaveling van OMV 2022070366 in ons dossier HNW 194880. In dit dossier zijn reeds aan de voorwaarden voldaan.


Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Brandweerzone Kempen: (zie advies in bijlage met ref. BWDP/2023-194/001/01/SUDR

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein Stad Geel team grijs (riolering):

Voor elke woning geldt het volgende:

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de bestaande aansluitingen bij lot 1 en 2 en met de diepte van de nieuwe aansluiting bij lot 3 en 4. De niet-gebruikte aansluitingen worden gedicht door stad Geel.

Men  is verplicht om bij elke woning een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput bij elke woning moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Men moet de aftappunten voorzien zoals voorgesteld in het dossier: alle toiletten en een buitenkraan.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening bij elke woning moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Men dient te kiezen voor een bovengronds infiltratiesysteem.
  • Het infiltratievolume dient minimum 50 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 0,08 m² te bedragen.

Omwille van de ligging in overstromingsgevoelig gebied, dient men de nodige maatregelen te nemen. De voorwaarden van de Dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie moeten worden gevolgd.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte op openbaar domein te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving). Om toegang te krijgen tot de privé-opritten moet de zachte bermstrook langs de Molseweg op die plaatsen verhard worden. Het verharden van een berm betreft een aanpassing van het openbaar domein dat men niet zelf mag uitvoeren. Men moet hiervoor een aanvraag doen bij stad Geel. De rest van de bermstrook moet ingericht zijn als gras- of zandberm.

De onverharde berm en open gracht langs Kievermont moeten behouden blijven.

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein Stad Geel team grijs (mobiliteit):

De woningen zullen geen significante impact hebben op de mobiliteit owv het beperkt aantal bewegingen per dag.

Voor lot 3 is er wel een bushalte + bushokje, deze moet sowieso behouden blijven en kan niet verplaatst worden.


Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Provincie Antwerpen, dienst Integraal Waterbeleid:

(zie volledig advies in bijlage met ref. WAAD-2023-2745 van 05/12/2023)

Het gebied is overstromingsgevoelig volgens de pluviale overstromingsgevaarkaarten. De

percelen zouden al overstromen bij een bui met een terugkeerperiode van 10 jaar (grote kans).

 

Er mag geen ruimte voor water verloren gaan. Door het oprichten van constructies en door

ophogingen wordt immers overstroombare ruimte ingenomen, waardoor op die plaats geen

overstromingswater geborgen kan worden. Dit kan er toe leiden dat het gevaar voor

wateroverlast in de omgeving toeneemt. Om de overstromingsproblemen in de omgeving niet te

verergeren, moet bij voorkeur het verlies van waterbergingsruimte vermeden worden

door het project/plan te realiseren zonder inname van ruimte voor water. Dit

impliceert het optrekken van het gebouw op palen of op een overstroombare

kruipruimte, waarbij de onderkant van de vloerplaat (=dak van de kruipruimte) boven

het overstromingspeil wordt voorzien zodat eventueel overstromingswater de ruimte

onder het gebouw kan benutten. In het geval van een kruipruimte moeten in- en

uitstroomopeningen worden voorzien op het laagste huidige maaiveldpeil. De

openingen dienen bovengronds te liggen zodat het overstromingswater vrij in en uit

kan stromen, conform de gewijzigde plannen.

 

Uit de meest recente modellen blijkt dat voor een bui met een terugkeerperiode van 100 jaar

ter hoogte van het perceel in kwestie een waterpeil van 23,04 mTAW optreedt. Ergere

overstromingen zijn niet uit te sluiten en er kan geen sluitende garantie gegeven worden dat er

zich op het perceel in de toekomst geen wateroverlast (meer) zal voordoen.

 

Door het overstromingsrisico moet het vloerpeil van het toekomstig aan te leggen gebouw

voldoende hoog gekozen worden. Het overstromingsveilig bouwpeil bedraagt 23,35 mTAW.

Verder moeten benutte ondergrondse verdiepingen geweerd worden, alsook ondergrondse

mazouttanks. Bij de plaatsing van een hemelwaterput, ondergrondse (mest)kelder,

ondergrondse brandstoftank, verwarmingsketel, moet er op gelet worden dat er geen

verontreinigd overstromingswater de put kan binnendringen.

 

Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.

De woningen dienen te voldoen aan de EPB eisen.

 

Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.

 

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

 

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.


“Door de provincie Antwerpen wordt er momenteel een Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan (PRUP) Regionale Ontsluiting Geel bis opgemaakt met als doel een nieuwe verbindingsweg tussen het primair wegennet rond Geel (N19g – R14 – N71) en de Retieseweg (N118) te realiseren. De nieuwe verbindingsweg heeft als doelstelling de verbetering van de verkeersveiligheid en leefkwaliteit van de kern van Geel, en meer specifiek van Sint-Dimpna.

Eén van de tracés die tijdens het planningsproces werden onderzocht had betrekking tot een zuidelijk tracé die de omgeving van het kruispunt Rijn-Molseweg-Kievermont-Laar doorkruiste, maar dit tracé werd niet weerhouden. Er werd gekozen voor een noordelijk tracé dat verder werd uitgewerkt tot een ontwerp PRUP.”