Art. 78 van het decreet lokaal bestuur 08/04/2023 : algemene bevoegdheid raad voor maatschappelijk welzijn
Het huidige aanvullend pensioenplan bij OFP Prolocus voor de contractuele medewerkers is een DB plan (Defined Benefits). Dit is een plan met een pensioenbelofte m.a.w. een volwaardig vervangingsinkomen in de vorm van een gegarandeerde rente. Het voorstel is om vanaf 01/01/2025 binnen het aanvullend pensioenplan van OFP Prolocus over te stappen naar een DC plan (Defined Contribution). Dit is een spaarpot dat de medewerker in één keer uitbetaald krijgt in de vorm van kapitaal.
OCMW Geel is aangesloten bij OFP Prolocus voor het aanvullend pensioenplan voor de contractuele personeelsleden (om de pensioenkloof tussen statutaire personeelsleden en contractuele personeelsleden te dichten). Momenteel is het bestuur aangesloten bij de defined benefit regeling van OFP Prolocus met een kloofdichting van 40 %, die gefinancierd wordt in het Provant afzonderlijk vermogen.
Binnen dit plan belooft de werkgever een bepaald aanvullend pensioen dat zal worden uitgekeerd in een jaarlijkse geïndexeerde pensioenrente.
OFP Prolocus heeft nu de mogelijkheid ingevoerd om over te stappen naar een nieuw plan, met name een defined contribution formule (vaste-bijdragenplan), dat gefinancierd wordt in het VVSG afzonderlijk vermogen.
In een defined contribution plan belooft de werkgever een bepaalde bijdrage (een jaarlijkse bijdrage uitgedrukt als een percentage van het aan RSZ onderworpen brutoloon) te betalen zonder vastgesteld rendement (uitgezonderd het minimumrendement zolang het personeelslid in dienst blijft, met name de WAP-garantie, op dit moment 1,75 % vanaf 1 januari 2025 2,5%).
De overstap van het DB naar het DC plan brengt een aantal inhoudelijke wijzigingen met zich mee zoals :
DB | DC |
Periodes van ziekte, arbeidsongeval en zwangerschap worden meegeteld.
| Periodes van arbeidsongeval en zwangerschap worden meegeteld, ziekte niet. |
Geen overlijdensdekking | Wel overlijdensdekking |
Basis baremiek loon | Basis rsz-loon (inclusief haard en standplaatsvergoeding, eindejaarstoelage, ...) |
Rente – levenslang | Eenmalig kapitaal |
OFP Prolocus maakte een nota op maat van het bestuur met de toelichting van de verschillende mogelijkheden binnen het nieuwe plan (flat rate, step rate en step rate met tussenplafond) en vergeleek het huidige plan met het eventuele nieuwe plan.
De step rate formule betekent dat het mogelijk is om op het gedeelte van het loon dat boven het maximumplafond voor de berekening van het wettelijke pensioen uitkomt, een hogere toezegging te doen om zo het verschil tussen een statutair pensioen en een wettelijk pensioen verder te verkleinen.
Bij de flat rate formule wordt er jaarlijks een vast percentage van het aan RSZ onderworpen brutoloon per personeelslid bijgedragen.
Er wordt voorgesteld om voor volgende formule te kiezen: 3% S1 + 4,2% S2 + 6,90% S3 waarbij:
S1 = gedeelte pensioengevend loon, begrensd tot 50% van het pensioenplafond
S2 = gedeelte pensioengevend loon, boven 50% en onder 100% van het pensioenplafond
S3 = het gedeelte van het pensioengevend loon boven het pensioenplafond
Met de keuze voor deze formule krijgen alle niveau’s een gelijkwaardig pensioenplan als het huidige.
Het bestuur zal dit percentage jaarlijks bijdragen. Wanneer over de totale loopbaan waarbij het personeel aangesloten was bij het DC-plan, de wettelijke WAP garantie (minimumrendement) niet behaald wordt en de bijkomende opgebouwde voorzieningen (Prefinanciering en WAP voorzieningen) onvoldoende zijn, dan zal het bestuur bijkomende bijdragen moeten betalen.
Het bestuur zal, als bijkomende veiligheid, de eerste vijf jaar, bovenop de middelen nodig voor de pensioentoezegging, moeten voorzien in een extra prefinanciering van 5% op de bijdragen om zo de kans op het betalen van bijkomende bijdragen te verkleinen. Deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen;
Het behaalde rendement boven het minimumrendement, momenteel gelijk aan 1,75%, vanaf 1 januari 2025 2,5%, zal niet volledig toegewezen worden aan de contractuele personeelsleden. Een deel zal gebruikt worden om WAP voorzieningen op te bouwen, en eventuele tekorten ten gevolge van de minimumrendementsgarantie aan te zuiveren.
In dit nieuwe plan van OFP Prolocus zit eveneens een overlijdensdekking. Dit in tegenstelling met het bestaande plan.
In het nieuwe plan verlaat het bestuur de oorspronkelijke filosofie om een levenslange bijkomende rente ter aanvulling van het wettelijk pensioen te voorzien en zal er in de plaats éénmalig een kapitaal worden uitgekeerd.
In het nieuwe plan volgt het bestuur de maatschappelijke evolutie waarbij er steeds minder defined benefit plannen worden aangeboden en steeds meer vaste-bijdragenplannen (defined contribution).
Het nieuwe plan is ook minder inflatiegevoelig zodat er minder buffers moeten aangehouden worden zodat dit plan, op lange termijn, goedkoper is voor het bestuur dan het defined benefit plan en dat er minder kans is op onvoorziene meeruitgaven.
Overstap naar het nieuwe plan houdt rekening met de reeds aangesloten personeelsleden. Deze kunnen individueel kiezen om in het huidig plan te blijven of om vanaf 01/01/2025 voor de toekomst over te gaan naar het nieuwe plan. Personeel aangeworven vanaf voormelde datum kan enkel maar in het nieuwe plan een tweede pensioenpijler opbouwen. Deze keuzemogelijkheid wordt enkel nu gegeven.
Verder is het plan om ten vroegste vanaf 01/01/2027, ten vroegste na implementatie van het functiehuis in Gemeente Meerhout en ten vroegste vanaf het effectief samenwerken vanuit de gemeenschappelijke werkplaats het DC-plan te verhogen tot 3,3% S1 + 4,6% S2 + 7,60% S3. Dit kadert in de verdere nauwere samenwerking met Meerhout en is de bijdragevoet die Meerhout met ingang van 01/01/2025 gaat invoeren.
Op het moment van deze verhoging wordt er geen overstapmogelijkheid gegeven aan degene die gekozen hebben op in het DB- plan te blijven. Bij de keuze om al dan niet over te gaan naar het DC- plan tegen 1 januari 2025 zal het personeel eveneens ingelicht worden van de financiële gevolgen van deze verhoging in het DC-plan met fictieve datum van overgang 01/01/2027.
Het bestuur vormt met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (gemeente, AGB's, OCMW) een MIPS-Groep (Multi-Inrichters PensioenStelsel): Binnen deze MIPS-groep geldt dat er interne mobiliteit is voor het personeel zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioentoezegging van het personeelslid. Ieder lid van een MIPS-Groep moet eenzelfde plan aanbieden.
De op basis van het financieringsplan verschuldigde bijdragen zullen ingehouden worden door de RSZ en daarna doorgestort worden aan OFP Prolocus. De beheerskosten ten gunste van het fonds, worden, evenals bij de DB-formule, de eerste jaren niet aangerekend.
Overwegende dat de nodige kredieten zijn opgenomen in de meerjarenbegroting;
Overwegende dat voormelde besproken is geweest in het vakbondsoverleg van 11/06/2024;
Wet van 6 december 2018 wet tot instelling van een vrij aanvullend pensioen voor werknemers.
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 14 december 2010 waarbij een aanvullend pensioen voor de contractuelen wordt ingevoerd en dat beheerd wordt door Ethias/Dibiss.
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 16 december 2019 waarbij het aanvullend pensioen van de contractuelen vanaf 01/01/2020 wordt toevertrouwd aan OFP-Prolocus.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om met ingang van 01/01/2025 voor de toekomstige diensten over te stappen naar de vaste-bijdragenformule (in plaats van de huidige DB formule) dit met een bijdragevoet van:
3% S1 + 4,2% S2 + 6,90% S3
S1 = gedeelte pensioengevend loon, begrensd tot 50% van het pensioenplafond
S2 = gedeelte pensioengevend loon, boven 50% en onder 100% van het pensioenplafond
S3 = het gedeelte van het pensioengevend loon boven het pensioenplafond
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om:
het DC-plan te verhogen met een bijdragevoet van .3,3% S1 + 4,6% S2 + 7,60% S3.
S1 = gedeelte pensioengevend loon, begrensd tot 50% van het pensioenplafond
S2 = gedeelte pensioengevend loon, boven 50% en onder 100% van het pensioenplafond
S3 = het gedeelte van het pensioengevend loon boven het pensioenplafond
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist dat aan de op 31/12/2024 actieve contractuele personeelsleden een individuele keuze wordt gegeven om in het huidige plan te blijven of om over te stappen naar het nieuwe plan. Deze keuzemogelijkheid wordt éénmalig aangeboden. Er komt geen nieuwe keuzemogelijkheid bij de verhoging van het DC-plan op het in artikel 1 vermelde moment.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist dat aan al de toekomstige contractuele personeelsleden (personeelsleden met een nieuw contract vanaf 01/01/2025) standaard het nieuwe vaste-bijdragenplan wordt aangeboden.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om een MIPS groep op te richten met volgende besturen: OCMW Geel met ondernemingsnummer 0212.212.541
Elk kind dat in Vlaanderen woont, krijgt een Groeipakket. Het Groeipakket bestaat uit gezinsbijslagen en andere financiële tegemoetkomingen om gezinnen te ondersteunen in de opvoeding van hun kinderen. Het is een pakket op maat van elk kind in elk gezin. Het bedrag dat men krijgt, hangt dus af van de situatie van het gezin. Zo krijgen kinderen in Vlaanderen alle kansen om te groeien en zich te ontplooien.
Voor gezinnen is het niet altijd duidelijk waarop ze recht hebben. Ze komen met deze vragen terecht in het Huis van het Kind. Voor complexe vragen neemt een medewerker van Huis van het Kind dan contact op met de uitbetalers van het Groeipakket.
Het Groeipakket heeft ook een aanbod waarbij ze lokaal in de Huizen van het Kind een zitdag organiseren om zo de financiële belangen van de gezinnen, vooral dan meestal van de kwetsbare gezinnen en de complexe gezinssituaties, zeer lokaal kunnen behartigd worden.
Huis van het Kind Geel Laakdal Meerhout heeft een samenwerking met de uitbetalers Groeipakket om maandelijks lokaal in de drie gemeenten een zitdag te organiseren.
Dit aanbod is gestart vanaf april 2024.
Deze samenwerking wordt vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst in bijlage.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn geeft goedkeuring aan de samenwerking van Huis van het Kind Geel Laakdal Meerhout met de uitbetalingsactoren Groeipakket in functie van de fysieke zitdagen in Huis van het Kind in beurtrol.
Het gezamenlijke meerjarenplan 2020-2027 werd goedgekeurd door de raden in december op 16/12/2019, en aangepast op 17/12/2020, 16/12/2021, 15/12/2022 en 20/12/2023. De jaarrekening 2023 bevat de rapportering over de uitvoering van het vierde jaar (2023) van het plan.
De jaarrekening 2023 is opgemaakt volgens de regels voor de beleids- en beheerscyclus (BBC 2020). Dit houdt onder meer in dat de gemeente en het OCMW samen 1 rapporteringsentiteit vormen en bijgevolg een geïntegreerde jaarrekening maken. Juridisch blijven stad en OCMW echter 2 afzonderlijke entiteiten. Daarom stemmen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn elk over hun deel van de gezamenlijke jaarrekening. Tot en met 2019 maakten de stad en het OCMW een aparte jaarrekening op.
De nieuwe regelgeving BBC2020 voorziet dat de opbouw van het meerjarenplan en van de jaarrekening zo veel als mogelijk op elkaar afgestemd zijn, wat een transparante rapportering over de realisatiegraad van de doelstellingen mogelijk maakt.
De jaarrekening bevat een eindevaluatie, een financiële nota en een toelichting. Daarnaast wordt bijkomende documentatie als achtergrondinformatie bij de jaarrekening aan de raadsleden aangeboden.
Omdat de rapportering over de evaluatie van de acties organisatiebeheersing aanleunt bij de eindevaluatie wordt ze mee opgenomen in de jaarrekening.
De eindevaluatie 2023
Voor de eindevaluatie legt de regelgeving geen gestandaardiseerd schema op. De bedoeling is dat het een beknopt en leesbaar document is dat de raadsleden een antwoord geeft op de vraag in welke mate en tegen welke kost de acties en beleidsdoelstellingen uit de strategische nota van het meerjarenplan gerealiseerd werden.
Het besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus schrijft voor dat er minstens 2 keer per jaar een opvolging en evaluatie moet gebeuren van de prioritaire acties.
1. Opvolgingsrapportering
Dit is een tussentijdse rapportering over de periode van 1 januari tot 30 juni met een stand van zaken van de prioritaire acties. Dit rapport (periode 01/01/2023 tot 30/06/2023) werd voorgelegd aan de raden van 28 september 2023.
2. Eindevaluatie.
De eindevaluatie over de periode van 1 januari tot 31 december vind je terug in het rapport van de eindevaluatie. Dit rapport maakt onderdeel uit van de jaarrekening en geeft een stand van zaken over de prioritaire acties en beleidsdoelstellingen. Het rapport wordt voorafgegaan door een inleiding die duiding geeft bij het rapport. Het rapport bevat de gegevens van de 4 entiteiten (stad, ocmw, AGB Cultuur en AGB Sport). Dit dossier gaat over de eindevaluatie.
Evaluatie acties organisatiebeheersing 2023
Het decreet lokaal bestuur schrijft voor dat het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn zijn onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn. De algemeen directeur rapporteert jaarlijks over organisatiebeheersing. Die rapportering gebeurt jaarlijks uiterlijk voor 30 juni van het daaropvolgende jaar.
Op 4 maart 2019 keurde de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn het organisatiebeheersingssysteem goed.
In het meerjarenplan 2020-2025 (verlengd tot 2027) hebben een aantal acties het label organisatiebeheersing gekregen. De evaluatie van de acties organisatiebeheersing vind je terug in het rapport 'evaluatie acties organisatiebeheersing'.
Omdat deze rapportering aanleunt bij de eindevaluatie wordt ze mee opgenomen in de jaarrekening.
De financiële nota
De financiële nota van de jaarrekening bevat:
• de doelstellingenrekening (schema J1);
• de staat van het financieel evenwicht (schema J2);
• de realisatie van de kredieten (schema J3);
• de balans (schema J4);
• de staat van opbrengsten en kosten (schema J5).
De toelichting
De toelichting van de jaarrekening bevat alle informatie over de verrichtingen in het ontwerp van de jaarrekening die relevant is voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen. Ze omvat minstens:
• een overzicht van ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (schema T1);
• een overzicht van ontvangsten en uitgaven naar economische aard (schema T2);
• de investeringsprojecten (schema T3);
• een overzicht van de evolutie van de financiële schulden (schema T4);
• een overzicht van de financiële risico’s met een omschrijving van die risico’s en van de middelen en mogelijkheden waarover het bestuur beschikt of kan beschikken om die risico’s te dekken;
• een verwijzing naar de plaats waar de documentatie beschikbaar is;
• een toelichting bij de balans (schema T5);
• de waarderingsregels;
• de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen;
• een verklaring van de materiële verschillen tussen de gerealiseerde en de geraamde ontvangsten en uitgaven;
• de toelichting over de kosten, opbrengsten, uitgaven en ontvangsten met een buitengewone invloed op het budgettair resultaat van het boekjaar en het overschot of tekort van het boekjaar;
• een overzicht van de overgedragen (gedeelten van) kredieten voor investeringen en financiering.
De documentatie
Naast het ontwerp van de jaarrekening stelt het bestuur ook de bijbehorende documentatie aan de raadsleden ter beschikking. De documentatie bevat minstens de volgende onderdelen (artikel 4 van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 (MB BBC)):
• het overzicht van alle beleidsdoelstellingen die in de jaarrekening zijn opgenomen, met de bijbehorende actieplannen, acties, ontvangsten en uitgaven;
• een overzicht van de toegestane werkings- en investeringssubsidies voor het boekjaar in kwestie;
• een overzicht van de beleidsvelden per beleidsdomein;
• een overzicht van de verbonden entiteiten;
• een overzicht van de personeelsinzet;
• een overzicht van de opbrengst per belastingsoort.
Deze documenten worden op de gemeenteraadscommissie van 13 juni 2024 toegelicht.
De jaarrekening 2023 wordt opgemaakt volgens de regels over de beleids- en beheerscyclus (BBC). De regels die van toepassing zijn voor de opmaak van de jaarrekening zijn vastgelegd in:
· het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
· het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC);
- het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC).
Die regelgeving kan worden geraadpleegd op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB): https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/regelgeving.
Procedure:
De beleidsrapporten worden overeenkomstig artikel 249 van het decreet over het lokaal bestuur vastgesteld door de raden van beide rechtspersonen, maar de inhoud ervan is gemeenschappelijk. Het bestuur bezorgt het ontwerp van de jaarrekening minstens 14 dagen voor de raadszitting waarop het geagendeerd is aan ieder lid van de raad. Vanaf dat moment moeten de raadsleden ook de bijbehorende documentatie ter beschikking krijgen.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt (het deel van) de jaarrekening 2023 van het OCMW Geel vast.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de evaluatie van de acties organisatiebeheersing voor 2023 voor stad en OCMW goed.
Mijn vorige interpellatie over de resultaten van de Bing-bevraging in het AZ Sint-Dimpna werd om onduidelijke redenen naar de geheime zitting van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn afgeleid. Bij de bespreking kreeg ik geen goed antwoord op mijn vragen, maar werd er voorgesteld om de resultaten toe te lichten op een gemeenteraadscommissie, die eveneens achter gesloten deuren zou plaatsvinden. Op de suggestie van schepen Tom Corstjens om dit aan de agenda van de VGRC van 13 juni toe te voegen, werd niet ingegaan. Daaruit volgt dat deze GRC nog zowat een maand of drie op zich zal laten wachten. Dat is gewoon te laat.
Daarnaast moeten we vaststellen dat er over het AZ Sint-Dimpna kennelijk niet meer in het openbaar gepraat of gediscussieerd mag worden. Als het over het beheer van het ziekenhuis gaat, wordt er meteen een deken van geheimhouding over het debat gegooid. Wie er nu precies wat te verbergen heeft, weten we niet zeker. Het is nochtans wél zeker dat het beheer van het AZ Sint-Dimpna een politiek taboe aan het worden is. Dat is nergens goed voor en we willen dat graag doorbreken.
Een GRC over dit onderwerp in september is te laat. Deze vergadering achter gesloten deuren laten plaatsvinden, is politiek totaal incorrect. Veel liever dan die toer op te gaan, maken wij van ons wettelijk inzagerecht gebruik en verzoeken we u het Bing-rapport ter beschikking te stellen van de leden van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.