UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 28 oktober 2024
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024066069
Dossiernummer gemeente: 202400435
Inrichtingsnummer: 20240506-0058
Het Vlaams gewest heeft op 15 juli 2024 een aanvraag ontvangen voor bronbemaling voor het aanleggen van nutsleidingen. De aanvraag werd op 16 september 2024 volledig en ontvankelijk verklaard. Het departement Omgeving vraagt thans het advies van het college van burgemeester en schepenen.
Gegevens van de aanvrager
AQUAFIN NV gevestigd Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Gasthuisstraat
Kadastrale ligging:
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
woongebied met cultureel, historische en/of esthetische waarde
de gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde. In deze gebieden wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het bijzonder plan van aanleg Wydbosch goedgekeurd op 26 september 2001
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een bijzonder plan van aanleg. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing
Verordeningen
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.
Om de aanwezige gemengde riolering in de Gasthuisstraat te vervangen door een gescheiden rioleringsstelsel, en deze werken in het droge te kunnen uitvoeren, is een bemaling vereist (rubriek 53.2.2.b.2, klasse 2). De exploitant geeft in addendum C1 bij de aanvraag aan dat er een verhoogde lozingsnorm (voor arseen) zal aangevraagd worden. Het opgepompte grondwater is, omwille van verontreinigingen in de buurt, mogelijk verontreinigd met minerale olie, BTEXN en MTBE. Indien de lozingsnorm(en) overschreden worden in het effluent van de bemaling, zal er een zuivering met KWS-afscheider en/of zandfilter geplaatst worden. Vermits de projectzone deels overlapt met een PFAS no-regret zone, zal er, ingeval een PFAS-verontreiniging in het grondwater vastgesteld wordt, een zuiveringscombinatie van een zandfilter en actief koolfilter toegepast worden. Voor de lozing van het (mogelijk) verontreinigd bemalingswater worden rubrieken 3.4.2 (lozing van bedrijfsafvalwater zonder behandeling, klasse 2) en 3.6.3.2 (lozing van gezuiverd bedrijfsafvalwater, klasse 2) aangevraagd.
De aanvraag heeft betrekking op een Vlaams project, meer bepaald betreft het een aanvraag door of in opdracht van de publiekrechtelijke rechtspersonen met betrekking tot een gewestweg. De Vlaamse Overheid – Departement Omgeving treedt op als behandelende overheid in eerste aanleg.
De volgende ingedeelde inrichtingen en/of activiteiten worden aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.4.2° | Als gevolg van verontreinigingen in de buurt die met het grondwater mee onttrokken kunnen worden, zal er een lozingsnorm aangevraagd worden waaraan voldaan zal worden bij lozing (Nieuw) | 23,2 m³/uur
| 2 |
3.6.3.2° | A.g.v. verontreinigingen in de buurt die met het grondwater mee onttrokken kunnen worden en mogelijk de lozingsnorm overschrijd, zal desgevallend een waterzuivering moeten worden toegepast. (Nieuw) | 23,2 m³/uur | 2 |
53.2.2°b)2° | tijdelijk onttrekken van het grondwater om de grondwatertafel te verlagen en een gescheiden rioleringsstelsel aan te kunnen leggen. (Nieuw) | 42.164 m³/jaar | 2 |
De exploitant vraagt de volgende bijzondere voorwaarde voor het bedrijfsafvalwater:
As: 20 μg/l.
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 25 september 2024 t.e.m. 24 oktober 2024. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
Er werd advies gevraagd aan Milieu - Juridische Dienst IOK
Advies: volledig voorwaardelijk gunstig
Op 16 oktober 2024 werd het advies ontvangen van VMM - afvalwater - lucht
Advies: volledig voorwaardelijk gunstig
De aanvraag heeft betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III van het project-m.e.r.-besluit, meer bepaald:
- 10.j) werken voor het onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater, die niet zijn opgenomen in bijlage I of II
Bijgevolg moet een project-m.e.r.-screening gebeuren.
Deze screening is opgenomen in de aanvraag en de belangrijkste elementen kunnen als volgt worden samengevat:
Om de aanleg van de riolering en de bijhorende infrastructuur te kunnen verwezenlijken is er een grondwaterverlaging nodig. Als gevolg van verontreinigingen in de buurt die met het grondwater mee onttrokken kunnen worden en mogelijk de lozingsnorm overschrijd, zal desgevallend een waterzuivering moeten worden toegepast. Het handelt hierbij een mogelijke verontreiniging met minerale olie, BTEXN en MTBE afkomstig van het aanwezige tankstation aan de rand van de projectzone op de hoek van de Diestseweg en Fehrenbachstraat. Indien de lozingsnorm overschreden wordt in het effluent van de bemaling zal er een zuivering met KWS-afscheider en/of zandfilter worden uitgevoerd. Verder handelt het over een mogelijke verontreiniging van het grondwater met PFAS. De projectzone kruist een no-regretzone voor PFAS waartoe er een mogelijke verontreiniging van het grondwater voor zou kunnen komen. Desgevallende wordt er een zuiveringscombinatie toegepast van een zandfilter in combinatie met een actief koolfiltratie. Het grondwater onttrokken door alle bemalingseenheden zal geloosd worden in de bestaande riolering van de Diestseweg. Aangezien Aquafin zowel rioolbeheerder als aanvrager is, werd voorafgaandelijk aan deze aanvraag reeds intern bekeken of de aangevraagde lozingsdebieten verwerkbaar zijn m.b.t. de capaciteit van de RWZI Geel. De verlaging van het grondwater kan uitgevoerd worden door gebruik te maken van een verticale bemaling. Er is een lijnbemaling nodig van 6 tot 13 m³/dag*bron nodig. In totaal zal er naar schatting gedurende de uitvoering van de werken ongeveer 42.164 m³ grondwater onttrokken worden. Er zal ±209 dagen bemaald moeten worden. Na aanleg van het gescheiden rioleringsstelsel zal de bemaling uitgeschakeld worden en zal het grondwater zich terug herstellen tot oorspronkelijke toestand. Om stilstanden en onvoorziene omstandigheden in te calculeren wordt de bemaling aangevraagd voor de duur van 1 jaar vanaf de start van de werken.
De bemalingsnota haalt aan dat de absolute zettingen van de bemalingsmodellen Z1 t.e.m. Z4 zijn groter dan 20mm waarvan bij model Z1 de absolute zettingen groter zijn dan 50mm. Bij de modellen Z5 t.e.m. Z7 zijn de absolute zettingen kleiner dan 20mm. Absolute zettingen tot 20mm beschouwen we als aanvaardbaar. Daar waar de zettingen tussen de 20mm en 50mm liggen wordt aanbevolen om middels bakens de zettingen met verhoogde waakzaamheid te monitoren. Boven de 50mm wordt het problematisch en moeten maatregelen genomen worden door bijvoorbeeld met damwandplanken te werken waardoor de invloed op het gebouw wordt beperkt. Dit geldt echter enkel voor zone 1 waar de absolute zettingen groter zijn dan 50mm. De differentiële zettingen blijven overal beperkt en het zijn juist deze zettingen die leiden tot scheurvorming bij gebouwen/woningen.
Z1 t.e.m. Z7 betreffen de verschillende gehanteerde bodemmodellen). Binnen de invloedstraal van de bemaling bevinden zich twee biologische waardevolle percelen. Daarnaast bevinden zich binnen de invloedstralen van de modellen weinig tot nauwelijks kwetsbare verdrogingsgevoelige vegetaties. De bemaling zal geen impact hebben op de biologische waardevolle percelen die binnen de invloedstralen vallen omdat deze nauwelijks kwetsbaar zijn voor verdroging. Rond het projectgebied bevinden zich geen beschermde gebieden zoals een grondwaterbeschermingszone, een VEN- en IVON gebied, een vogelrichtlijngebied, een habitatrichtlijngebied en stads- en dorpsgezichten.
De werkzaamheden gedurende de aanlegfase veroorzaken geluidshinder en trillingen. Deze effecten zijn echter tijdelijk en vinden voornamelijk overdag plaats. Er wordt steeds de code van goede praktijk toegepast voor het kiezen van uitvoeringstechnieken en het gebruik van machines. Via het "Minder Hinder" programma wordt een duidelijke communicatie met de omwonenden nagestreefd, toegang tot de percelen maximaal gevrijwaard, transparantie naar voortgang en fasering van de werken,... Op de werf zullen enkel geluidsarme bemalingspompen en stroomgroepen toegelaten worden teneinde de hinder te beperken.
Uit bovenstaand onderzoek blijkt dat de aanvraag afdoende werd getoetst aan de relevante selectiecriteria zoals opgenomen in bijlage II van het DABM. Er wordt vastgesteld dat in het licht van de kenmerken van het project, de plaatselijke omstandigheden en de kenmerken van zijn potentiële effecten, er op basis van de gegevens in de aanvraag geen aanzienlijke gevolgen voor het milieu zijn en een project-MER redelijkerwijze geen nieuwe of bijkomende gegevens over aanzienlijke milieueffecten zal bevatten. Bijgevolg moet er voor onderhavige aanvraag geen milieueffectenrapport worden opgemaakt.
Milieuaspecten
Water
Uitgangspunten bemaling
Omwille van de uitvoering van werken m.b.t. vervanging van een gemengd rioleringsstelsel door een gescheiden rioleringsstelsel in de Gasthuisstraat en het kruispunt van de Gasthuisstraat met de Diestsesteenweg, dient er tijdelijk bemaald te worden zodat deze werken in het droge kunnen uitgevoerd worden.
De bemalingswerken bestaan uit ca. 725 m sleufbemaling, opgesplitst in 7 deelzones met een trajectlengte van max. 370m. Er zal bemaald worden op variabele diepte tot een max. diepte van ca. 4,25 m_mv. De maximale invloedstraal bedraagt ca. 336 m. Het totale op te pompen volume bedraagt 42.164 m³, met een maximaal debiet van 278 m³/dag (23,2 m³/u).
Er wordt vergunning gevraagd voor een periode van 1 jaar.
Het bemalingswater zal geloosd worden in de bestaande riolering van de Diesteweg.
Het projectgebied overlapt niet met grondwaterwingebied, noch met grondwaterbeschermingszones.
De exploitant geeft in de bemalingsnota en in addendum C1 aan dat, afhankelijk van de fasering en vooruitgang der werken, bepaalde deelzones eventueel samen bemaald zullen worden. Dit lijkt evenwel niet wenselijk, overwegende dat de berekeningen (zie verder) uitgaan van een gefaseerde bemaling en niet van een gelijktijdige bemaling van verschillende deelzones.
Bemalingsnota – analytisch rekenmodel
In bijlage van de aanvraag werd een bemalingsnota, opgesteld door Groep Infrabo dd. 26/3/2024, bijgevoegd.
Om de opgepompte debieten (totaal voldume, dagdebieten) te berekenen, werd gebruik gemaakt van het analytisch rekenmodel MWell. Om de invloedstraal per deeltraject te bepalen, werd gebruik gemaakt van de formule van Edelman.
Dit geeft volgende berekeningsresultaten:
Max. dagdebiet: 278 m³/dag;
Invloedstraal: max. 336 m;
Totaal volume: 42.164 m³
De bemaling wordt aangevraagd onder rubriek 53.2.2.b.2 (klasse 2, advies van VMM vereist). Op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt rubriek 53.2.2.b.2 de correct aangevraagde rubriek. Overwegende dat VMM dient op te treden als adviesverlenende instantie in het kader van de gevraagde rubriek 53.2.2.b.2 en gelet op hun expertise ter zake, lijkt het aangewezen om dit advies te volgen.
Het advies van VMM werd verleend op 16 oktober 2024:
“De Vlaamse Milieumaatschappij adviseert gunstig voor de tijdelijke lozing (221 dagen) van:
- bemalingswater met een maximaal debiet van max. 23,20 m³/uur, 278 m³/dag, 42.164 m³/jaar (R. 3.4.2) via in de openbare riolering;
- bemalingswater met een maximaal debiet van max. 23,20 m³/uur 278 m³/dag, 42.164 m³/jaar via een waterzuiveringsinstallatie (R. 3.6.3.2) in de openbare riolering.
- De algemene voorwaarden voor lozing in de openbare riolering en de volgende bijzondere voorwaarde zijn van toepassing:
- De kwaliteit van het bemalingswater van elke bemalingsstreng wordt geanalyseerd vóór het lozingspunt van de bemalingseenheid (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis, maximaal 3 jaar voor de opstart van de bemaling. Ter hoogte van elke bemalingsstreng gelegen binnen de no regretzone voor PFAS zijn dit minstens de kwantificeerbare PFAS-verbindingen opgenomen in het WAC_IV_A_025.
- Een bemalingsstreng mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. Indien het bemalingswater concentraties bevat hoger dan de geldende lozingsnormen dient het bemalingswater gezuiverd te worden alvorens te lozen. Na toetsing van de analyseresultaten en eventuele mobilisatie van een waterzuiveringsinstallatie kan de bemaling opnieuw opgestart worden.
- Na opstart van de bemaling gebeurt de verdere monitoring aan de volgende frequentie:
- Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.”
De voorwaarden van VMM worden meegenomen in de voorgestelde bijzondere voorwaarden.
M.b.t. de bemalingsnota kunnen volgende bemerkingen meegegeven worden aan de vergunningverlenende overheid:
in MWell wordt aangenomen dat de bronbemaling (per deelzone) werkt gedurende 30 dagen. In addendum R wordt als bemalingsduur voor zone 1 echter 42 dagen opgegeven;
de via MWell berekende max. dagdebieten zijn eerder laag in vergelijking met andere, vergelijkbare projecten. Het lijkt aangewezen dat de exploitant de berekende resultaten staaft a.d.h.v. de rekentool van VMM. Verder wordt in de tabel op p. 33 van de bemalingsnota aangegeven dat de lengte van het tracé van zone 1 370m bedraagt. In dat geval is een numerieke modellering aangewezen m.b.t. de bepaling van de kenmerken (debieten, invloedstraal…) van de bemaling (zie figuur 51 ‘stroomschema ter bepaling van de bemalingen ter bescherming van het milieu’, opgesteld door VMM).
Tenslotte kan opgemerkt worden dat het, volgens het hogervermeld stroomschema, er bij zettingsgevaar, een numerieke modellering aangewezen is (zie ook luik bodem van voorliggend advies).
Bedrijfsafvalwater
Uit de bemalingsnota blijkt dat er, binnen de berekende invloedzone van de bemaling verschillende gekende bodemdossiers gelegen zijn (zie OVAM-geoloketten).
De exploitant geeft in addendum C1 aan dat er een verhoogde lozingsnorm wordt aangevraagd. Er dient opgemerkt te worden dat deze lozingsnorm niet verder gespecificeerd worden in de aanvraag, noch in addendum C1, noch in de bemalingsnota, noch in het onderdeel van de aanvraag dat betrekking heeft op bijstelling van voorwaarden. Uit het bericht m.b.t. verantwoording van PIV2 (22/8/2024) blijkt het hier om bijstelling van de lozingsnorm voor Arseen te gaan.
Verder blijkt dat het grondwater mogelijk verontreinigd is met minerale olie, BTEXN en MTBE afkomstig van het aanwezige tankstation aan de rand van de projectzone op de hoek van de Diestseweg en Fehrenbachstraat.
Voor de lozing van het verontreinigde bemalingswater (met arseen) wordt rubriek 3.4.2 (klasse 2, advies VMM) aangevraagd + bijstelling van lozingsnorm (niet gespecificeerd).
Indien verder blijkt dat lozingsnorm(en) overschreden worden, zal de exploitant een zuivering met KWS-afscheider en/of zandfilter plaatsen.
Verder is het bemalingswater mogelijk verontreinigd met PFAS omwille van overlap van de projectzone met een PFAS no-regret zone. Indien PFAS-verontreiniging wordt vastgesteld, zal er een zuiveringscombinatie bestaande uit een zandfilter en actief koolinfiltratie worden toegepast.
Voor de lozing van het gezuiverd bemalingswater wordt rubriek 3.6.3.2 (klasse 2, advies VMM) aangevraagd.
Overwegende dat VMM dient op te treden als adviesverlenende instantie inzake de gevraagde rubrieken (3.4.2 en 3.6.3.2) en de lozingsnormen, lijkt het aangewezen om dit advies te volgen, gelet op hun expertise ter zake.
Volgende bemerking kan alvast meegegeven worden aan de vergunningverlenende overheid:
in de aanvraag wordt geen monitoringsstrategie m.b.t. vaststelling van verontreinigingen in het bemalingswater, noch m.b.t. opvolging van de kwaliteit van het gezuiverd bemalingswater opgenomen. Het lijkt aangewezen dat hierin het advies van VMM gevolgd wordt.
Biodiversiteit
Bestemming bemalingswater
Het (gezuiverde) bemalingswater zal geloosd worden in de bestaande riolering van de Diestseweg. In de bemalingsnota wordt niet gemotiveerd waarom de eerste drie stappen van de bemalingscascade (zie: https://www.vmm.be/water/grondwater/bemaling/schema_bemaling.jpg/view#:~:text=Cascade%20keuze%20bemaling.%20Schema%20met%20te%20volgen%20stappen.) niet weerhouden werden. Het kan aangewezen zijn dat dit aangevuld wordt in de bemalingsnota.
Er zijn geen oppervlaktewateren in de buurt waarin het bemalingswater rechtstreeks of onrechtstreeks kan geloosd worden. De exploitant dient de nodige maatregelen te nemen om de hinder en risico’s ten gevolge van de exploitatie van de bronbemaling voor de mens en het milieu tot een aanvaardbaar niveau te
beperken, onder meer m.b.t. de lozing van het opgepompte grondwater in de openbare riolering. De
exploitant dient hiertoe een zandvang en ontijzering te voorzien.
Verdroging
Uit de bemalingsstudie blijkt dat er binnen de invloedstraal van de bemaling geen SBZ-H (habitatrichtlijngebieden), SBZ-V (vogelrichtlijngebieden), noch VEN/IVON-gebieden gelegen zijn.
Volgens de biologische waarderingskaart heeft de bemaling invloed op enkele biologisch waardevolle percelen. Op de ecotoopkwetsbaarheidskaart worden deze percelen weergeven als weinig kwetsbaar voor verdroging.
Rekening houdende met bovenstaande, lijken er geen significante effecten m.b.t. verdroging verwacht te worden ten gevolge van de gevraagde bemalingswerken.
Stikstof
Tijdens de vervanging van het rioleringsstelsel zullen er vervoersbewegingen (zwaar en licht vervoer) van en naar de werf, twee voertuigtypes op de werf en een stroomgenerator (bemaling) op de werf actief zijn die stikstofemissies zullen veroorzaken. De exploitant voegde in bijlage van de aanvraag een verklarende tekst m.b.t. stikstofdepositie. De gevolgde redenering en de gemaakte berekeningen in deze tekst lijken aanvaardbaar. De gemaakte conclusie in de verklarende tekst dat de drempelwaarde van het toepasselijke beoordelingskader voor NOx (1%) niet overschreden wordt en er dus geen passende beoordeling dient opgemaakt en bijgevoegd te worden, lijkt aanvaardbaar.
Bodem
Zettingen
De zettingen worden berekend met de berekeningsmethode van Terzaghi waarbij de daling van de grondwatertafel wordt overgenomen uit de resultaten van het analytisch rekenmodel MWell.
De absolute zettingen van de modellen Z1 t.e.m. Z4 zijn groter dan 20mm waarvan bij model Z1 de absolute zettingen groter zijn dan 50mm. Bij de modellen Z5 t.e.m. Z7 zijn de absolute zettingen kleiner dan 20mm, wat als aanvaardbaar wordt beschouwd. Bij zettingen tussen de 20mm en 50mm wordt aanbevolen om middels bakens de zettingen met verhoogde waakzaamheid te monitoren. Boven de 50mm dienen bijkomende maatregelen genomen te worden, bijvoorbeeld door te werken met damwandplanken om de impact op het gebouw te beperken. Dit geldt dus voor zone 1 waar de absolute zettingen groter zijn dan 50mm. De differentiële zettingen blijven overal beperkt, in de bemalingsnota wordt aangegeven dat deze zettingen een indicator zijn voor scheurvorming bij gebouwen/woningen.
Verontreinigingen in bemalingswater en in bodem
Het oppompen van mogelijke verontreinigingen werd besproken in het luik bedrijfsafvalwater van voorliggend advies. Mogelijke verplaatsingen van verontreinigingsbronnen ten gevolge van de bemaling worden echter niet besproken in de bemalingsnota.
Geluid
Een mogelijke bron van geluidshinder zijn de bemalingspompen. Gelet op de locatie in woongebied, dienen de bemalingspompen op trillingsdempers geplaatst te worden om de overlast zo veel mogelijk te beperken. Bemalingspompen op elektriciteit produceren reeds minder geluid dan bemalingspompen op stookolie waardoor gesteld kan worden dat de geluidshinder tot een aanvaardbaar niveau beperkt zal blijven indien bemalingspompen op elektriciteit gebruikt worden.
De exploitant geeft aan dat er op de werf enkel geluidsarme bemalingspompen en stroomgroepen zullen toegelaten worden teneinde de hinder te beperken. De pompen zullen zodanig worden opgesteld dat de omwonenden de minste hinder ondervinden.
Conclusie milieutechnische beoordeling
Het is aangewezen om het advies van VMM m.b.t. rubriek 3 (aangevraagde lozingsrubrieken, bijzondere lozingsvoorwaarde) en rubriek 53 (bemalingsdebieten, vergunningstermijn) bij te treden, gelet op hun expertise ter zake.
Met betrekking tot de overige onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies mits het naleven van de voorwaarden van VLAREM II en de volgende voorgestelde bijzondere voorwaarden:
- Voor de lozing van het bemalingswater in de openbare riolering dient de exploitant een zandvang en ontijzering te voorzien;
- De start en het einde van de bemaling dienen gemeld te worden aan de stad Geel via milieu@geel.be met vermelding van het dossiernummer.
- De bemaling kan gebruikt worden voor een maximale duur van 221 dagen vanaf de start van de bemaling;
- Conform Vlarem II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
- Bij het aanleggen van de infrastructuur en het lozen van het bemalingswater mag geen schade veroorzaakt worden aan derden, de eigendom van derden of het openbaar domein.
- Indien er een inname van openbaar domein nodig is voor de aanleg van de lozingsinfrastructuur dient hiervoor de toestemming te worden gevraagd bij de dienst openbare werken van de stad Geel.
- Om geluidsoverlast te voorkomen dient er gebruik te worden gemaakt van een geluidsarme pomp of een pomp voorzien van een geluidsdichte omkasting.
Uit het advies van VMM:
- De algemene voorwaarden voor lozing in de openbare riolering en de volgende bijzondere voorwaarde zijn van toepassing:
- De kwaliteit van het bemalingswater van elke bemalingsstreng wordt geanalyseerd vóór het lozingspunt van de bemalingseenheid (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis, maximaal 3 jaar voor de opstart van de bemaling. Ter hoogte van elke bemalingsstreng gelegen binnen de no regretzone voor PFAS zijn dit minstens de kwantificeerbare PFAS-verbindingen opgenomen in het WAC_IV_A_025.
- Een bemalingsstreng mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. Indien het bemalingswater concentraties bevat hoger dan de geldende lozingsnormen dient het bemalingswater gezuiverd te worden alvorens te lozen. Na toetsing van de analyseresultaten en eventuele mobilisatie van een waterzuiveringsinstallatie kan de bemaling opnieuw opgestart worden.
- Na opstart van de bemaling gebeurt de verdere monitoring aan de volgende frequentie:
- Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.
De volgende bemerkingen worden voorgelegd aan de vergunningverlenende overheid:
- het lijkt niet wenselijk om meerdere deelzones gelijktijdig te bemalen, overwegende dat in de berekeningen m.b.t. debieten, zettingen en invloedstraal uitgegaan wordt van een gefaseerde bemaling en niet van een gelijktijdige bemaling van verschillende deelzones;
- in MWell wordt aangenomen dat de bronbemaling (per deelzone) werkt gedurende 30 dagen. In addendum R wordt als bemalingsduur voor zone 1 echter 42 dagen opgegeven;
- de exploitant dient de berekende resultaten (max. dagdebieten, waterbezwaar, invloedstraal) te staven a.d.h.v. de rekentool van VMM. Verder wordt in de tabel op p. 33 van de bemalingsnota aangegeven dat de lengte van het tracé van zone 1 370m bedraagt. In dat geval is een numerieke modellering aangewezen m.b.t. de bepaling van de kenmerken (debieten, invloedstraal…) van de bemaling (zie figuur 51 ‘stroomschema ter bepaling van de aangewezen berekeningsmethodiek (analytisch of numeriek)’ in het richtlijnenboek ‘Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu’, opgesteld door VMM). Volgens het hogervermeld stroomschema is, bij zettingsgevaar, eveneens een numerieke modellering aangewezen;
- de bemalingsnota dient te worden aangevuld met een bespreking van mogelijke verplaatsingen van verontreinigingsbronnen ten gevolge van de bemaling.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 25 september 2024 tot en met 24 oktober 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier, het geïntegreerde advies van IOK en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor het onderdeel ‘ingedeelde inrichting of activiteit’ voorwaardelijk gunstig geadviseerd te worden.
De volgende rubrieken en hoeveelheden worde voorwaardelijk gunstig geadviseerd:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.4.2° | Als gevolg van verontreinigingen in de buurt die met het grondwater mee onttrokken kunnen worden, zal er een lozingsnorm aangevraagd worden waaraan voldaan zal worden bij lozing (Nieuw) | 23,2 m³/uur
| 2 |
3.6.3.2° | A.g.v. verontreinigingen in de buurt die met het grondwater mee onttrokken kunnen worden en mogelijk de lozingsnorm overschrijd, zal desgevallend een waterzuivering moeten worden toegepast. (Nieuw) | 23,2 m³/uur | 2 |
53.2.2°b)2° | tijdelijk onttrekken van het grondwater om de grondwatertafel te verlagen en een gescheiden rioleringsstelsel aan te kunnen leggen. (Nieuw) | 42.164 m³/jaar | 2 |
indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.
De volgende bijzondere milieuvoorwaarden worden voorgesteld:
- Voor de lozing van het bemalingswater in de openbare riolering dient de exploitant een zandvang en ontijzering te voorzien;
- De start en het einde van de bemaling dienen gemeld te worden aan de stad Geel via milieu@geel.be met vermelding van het dossiernummer.
- De bemaling kan gebruikt worden voor een maximale duur van 221 dagen vanaf de start van de bemaling;
- Conform Vlarem II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
- Bij het aanleggen van de infrastructuur en het lozen van het bemalingswater mag geen schade veroorzaakt worden aan derden, de eigendom van derden of het openbaar domein.
- Indien er een inname van openbaar domein nodig is voor de aanleg van de lozingsinfrastructuur dient hiervoor de toestemming te worden gevraagd bij de dienst openbare werken van de stad Geel.
- Om geluidsoverlast te voorkomen dient er gebruik te worden gemaakt van een geluidsarme pomp of een pomp voorzien van een geluidsdichte omkasting.
Uit het advies van VMM:
- De algemene voorwaarden voor lozing in de openbare riolering en de volgende bijzondere voorwaarde zijn van toepassing:
- De kwaliteit van het bemalingswater van elke bemalingsstreng wordt geanalyseerd vóór het lozingspunt van de bemalingseenheid (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis, maximaal 3 jaar voor de opstart van de bemaling. Ter hoogte van elke bemalingsstreng gelegen binnen de no regretzone voor PFAS zijn dit minstens de kwantificeerbare PFAS-verbindingen opgenomen in het WAC_IV_A_025.
- Een bemalingsstreng mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. Indien het bemalingswater concentraties bevat hoger dan de geldende lozingsnormen dient het bemalingswater gezuiverd te worden alvorens te lozen. Na toetsing van de analyseresultaten en eventuele mobilisatie van een waterzuiveringsinstallatie kan de bemaling opnieuw opgestart worden.
- Na opstart van de bemaling gebeurt de verdere monitoring aan de volgende frequentie:
- Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.
De volgende bemerkingen worden voorgelegd aan de vergunningverlenende overheid:
- het lijkt niet wenselijk om meerdere deelzones gelijktijdig te bemalen, overwegende dat in de berekeningen m.b.t. debieten, zettingen en invloedstraal uitgegaan wordt van een gefaseerde bemaling en niet van een gelijktijdige bemaling van verschillende deelzones;
- in MWell wordt aangenomen dat de bronbemaling (per deelzone) werkt gedurende 30 dagen. In addendum R wordt als bemalingsduur voor zone 1 echter 42 dagen opgegeven;
- de exploitant dient de berekende resultaten (max. dagdebieten, waterbezwaar, invloedstraal) te staven a.d.h.v. de rekentool van VMM. Verder wordt in de tabel op p. 33 van de bemalingsnota aangegeven dat de lengte van het tracé van zone 1 370m bedraagt. In dat geval is een numerieke modellering aangewezen m.b.t. de bepaling van de kenmerken (debieten, invloedstraal…) van de bemaling (zie figuur 51 ‘stroomschema ter bepaling van de aangewezen berekeningsmethodiek (analytisch of numeriek)’ in het richtlijnenboek ‘Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu’, opgesteld door VMM). Volgens het hogervermeld stroomschema is, bij zettingsgevaar, eveneens een numerieke modellering aangewezen;
- de bemalingsnota dient te worden aangevuld met een bespreking van mogelijke verplaatsingen van verontreinigingsbronnen ten gevolge van de bemaling.
Lasten
Niet van toepassing
Juridische grond
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne
Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning voorwaardelijk gunstig te adviseren.
De volgende rubrieken en hoeveelheden worden voorwaardelijk gunstig geadviseerd:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.4.2° | Als gevolg van verontreinigingen in de buurt die met het grondwater mee onttrokken kunnen worden, zal er een lozingsnorm aangevraagd worden waaraan voldaan zal worden bij lozing (Nieuw) | 23,2 m³/uur | 2 |
3.6.3.2° | A.g.v. verontreinigingen in de buurt die met het grondwater mee onttrokken kunnen worden en mogelijk de lozingsnorm overschrijd, zal desgevallend een waterzuivering moeten worden toegepast. (Nieuw) | 23,2 m³/uur | 2 |
53.2.2°b)2° | tijdelijk onttrekken van het grondwater om de grondwatertafel te verlagen en een gescheiden rioleringsstelsel aan te kunnen leggen. (Nieuw) | 42.164 m³/jaar | 2 |
indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen en mits het opleggen van de volgende bijzondere voorwaarden:
- Voor de lozing van het bemalingswater in de openbare riolering dient de exploitant een zandvang en ontijzering te voorzien;
- De start en het einde van de bemaling dienen gemeld te worden aan de stad Geel via milieu@geel.be met vermelding van het dossiernummer.
- De bemaling kan gebruikt worden voor een maximale duur van 221 dagen vanaf de start van de bemaling;
- Conform Vlarem II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
- Bij het aanleggen van de infrastructuur en het lozen van het bemalingswater mag geen schade veroorzaakt worden aan derden, de eigendom van derden of het openbaar domein.
- Indien er een inname van openbaar domein nodig is voor de aanleg van de lozingsinfrastructuur dient hiervoor de toestemming te worden gevraagd bij de dienst openbare werken van de stad Geel.
- Om geluidsoverlast te voorkomen dient er gebruik te worden gemaakt van een geluidsarme pomp of een pomp voorzien van een geluidsdichte omkasting.
Uit het advies van VMM:
- De algemene voorwaarden voor lozing in de openbare riolering en de volgende bijzondere voorwaarde zijn van toepassing:
- De kwaliteit van het bemalingswater van elke bemalingsstreng wordt geanalyseerd vóór het lozingspunt van de bemalingseenheid (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis, maximaal 3 jaar voor de opstart van de bemaling. Ter hoogte van elke bemalingsstreng gelegen binnen de no regretzone voor PFAS zijn dit minstens de kwantificeerbare PFAS-verbindingen opgenomen in het WAC_IV_A_025.
- Een bemalingsstreng mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. Indien het bemalingswater concentraties bevat hoger dan de geldende lozingsnormen dient het bemalingswater gezuiverd te worden alvorens te lozen. Na toetsing van de analyseresultaten en eventuele mobilisatie van een waterzuiveringsinstallatie kan de bemaling opnieuw opgestart worden.
- Na opstart van de bemaling gebeurt de verdere monitoring aan de volgende frequentie:
- Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.
De volgende bemerkingen worden voorgelegd aan de vergunningverlenende overheid:
- het lijkt niet wenselijk om meerdere deelzones gelijktijdig te bemalen, overwegende dat in de berekeningen m.b.t. debieten, zettingen en invloedstraal uitgegaan wordt van een gefaseerde bemaling en niet van een gelijktijdige bemaling van verschillende deelzones;
- in MWell wordt aangenomen dat de bronbemaling (per deelzone) werkt gedurende 30 dagen. In addendum R wordt als bemalingsduur voor zone 1 echter 42 dagen opgegeven;
- de exploitant dient de berekende resultaten (max. dagdebieten, waterbezwaar, invloedstraal) te staven a.d.h.v. de rekentool van VMM. Verder wordt in de tabel op p. 33 van de bemalingsnota aangegeven dat de lengte van het tracé van zone 1 370m bedraagt. In dat geval is een numerieke modellering aangewezen m.b.t. de bepaling van de kenmerken (debieten, invloedstraal…) van de bemaling (zie figuur 51 ‘stroomschema ter bepaling van de aangewezen berekeningsmethodiek (analytisch of numeriek)’ in het richtlijnenboek ‘Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu’, opgesteld door VMM). Volgens het hogervermeld stroomschema is, bij zettingsgevaar, eveneens een numerieke modellering aangewezen;
- de bemalingsnota dient te worden aangevuld met een bespreking van mogelijke verplaatsingen van verontreinigingsbronnen ten gevolge van de bemaling.