Terug
Gepubliceerd op 08/11/2024

2024_CBS_02743 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een meergezinswoning met 6 woongelegenheden te Dr.-Peetersstraat 76 (202400274 swa) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 28/10/2024 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Bart Julliams; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Griet Smaers; Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_02743 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een meergezinswoning met 6 woongelegenheden te Dr.-Peetersstraat 76 (202400274 swa) - Vergunning 2024_CBS_02743 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een meergezinswoning met 6 woongelegenheden te Dr.-Peetersstraat 76 (202400274 swa) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

 Uiterste beslissingsdatum: 29/10/2024

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024073792

Dossiernummer gemeente: 202400274

 

De gemeente Geel heeft op 6 juni 2024 een aanvraag ontvangen voor bouwen van een meergezinswoning (6 woongelegenheden) met bijgebouwen en verhardingen. De aanvraag werd op 16 juli 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

NG.Projects BV gevestigd Holven 143 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: 

Kadastrale ligging: afdeling 6 sectie G nr. 367H2

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in: 

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012 gelegen in ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel’.

 

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Woon-Werkpark goedgekeurd op 10 april 2012 gelegen in ‘grens Prup Woon-werkpark’ en ‘zone voor stedelijk wonen’.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend: 

  • Verkavelingsvergunning (1177 B) voor wijziging vergunde verkaveling - goedgekeurd op 26/10/1987.
  • Stedenbouwkundig attest 2509 voor het oprichten van 6 appartementen - positief gevonden op 21/05/2024.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het perceel is gelegen te Dr.-Peetersstraat 76. Het betreft een onbebouwd perceel binnen een residentiële omgeving. Het linker aanpalende perceel is bebouwd met een eengezinswoning. Het rechter aanpalende perceel is bebouwd met een kerk/parochiezaal.

Huidige aanvraag beoogt het bouwen van een meergezinswoning met 6 woongelegenheden; het plaatsen van 2 bijgebouwen; het aanleggen van verhardingen.

 

Gabariet en grootte van de gebouwen: 

Het volledige gebouw is 17 meter diep en 19,40m breed op het gelijkvloers. 

Op de verdieping worden dezelfde breedte en diepte gebruikt. De tweede verdieping daarentegen springt terug langs de voor-, rechter-, achter- en linkergevel. De verdieping +2 is 16,40 meter breed en 10,74 meter diep.

De meergezinswoning wordt volledig uitgevoerd met een plat dak. De kroonlijsthoogte is 9,08 m vanaf de nulpas van het gebouw, aangezien het maaiveld verschilt rondom het gebouw. 

De carport in de achtertuinstrook worden voorzien tegen de achterste en linkerperceelsgrens, en worden voorzien voor 4 autostaanplaatsen, waarvan 3 parkeerplaatsen met telkens een breedte van 2,5m en een diepte van 5,50m. De vierde parkeerplaats onder de carport is voorzien voor personen met een beperking en heeft een afmeting van 3,5m x 5,50m. De carport wordt voorzien van een plat dak met een hoogte van 3m.

Ter hoogte van deze parkeerzone in de achtertuinstrook wordt ook een bijgebouw voor fietsstalplaatsen en afvalberging voorzien met een plat dak, waarvan de hoogte 3m bedraagt ten opzichte van het plaatselijk peil van het maaiveld. Deze constructie is 7,74 meter breed en 5,67 meter diep.

De totale geprojecteerde dakoppervlakte van de meergezinswoning met aanhorigheden bedraagt 402,54 m²:

  • Dakoppervlakte meergezinswoning: 306,25 m² 
  • Dakoppervlakte bijgebouw: 39,5 m² 
  • Dakoppervlakte carport: 62,39 m² 

De dakoppervlakte van de meergezinswoning wordt ingerekend als afwaterende oppervlakte bij de hemelwaterverordening. De daken van het bijgebouw en de carport infiltreren ter plaatse en worden niet op de riolering aangesloten.

Inplanting:

De voorgevelbouwlijn wordt op 6 meter achter de rooilijn en op 12,15 meter uit de as van de weg voorzien. 

De meergezinswoning wordt op min. 3 meter vanaf de rechtse of linkse perceelsgrens ingeplant. 

De carports voor 4 autostaanplaatsen worden voorzien op de achterste perceelsgrens en tegen de linkerperceelsgrens. 

Het bijgebouw wordt voorzien tegen de achterste en linkse perceelsgrens. 

Materialen: 

Het gebouw wordt opgetrokken in wit grijs genuanceerde gevelsteen 

Het buitenschrijnwerk bestaat uit aluminium in een wit-beige tint. 

Gevelaccenten worden voorzien in wit-beige aluminium plaatmateriaal. Het bijgebouw wordt ook voorzien in wit-beige plaatmateriaal. 

De dorpels en dakranden worden voorzien in aluminium in wit-beige tint. 

Het bijgebouw wordt voorzien als een lichte metalen constructie. Tegen de perceelsgrens wordt een gemetste muur in betonblokken voorzien.

Functies:

Het nieuwe te bouwen gebouw doet dienst als meergezinswoningen met 6 appartementen verdeeld over drie verdiepingen volgens onderstaande oplijsting en omvat volgende ruimtes: 

Gelijkvloers 

Appartement 1: leefruimte, badkamer, wc, berging, inkom/gang en 2 slaapkamers.

Appartement 2: leefruimte, badkamer, wc, berging, inkom en 2 slaapkamers.

Appartement 3: leefruimte, badkamer, wc, berging inkom/gang en 1 slaapkamer.

Voor de appartementen op het gelijkvloers wordt een terras en privétuin voorzien. 

Verdieping 1

Appartement 4: leefruimte, badkamer, wc, berging, inkom/gang en 2 slaapkamers.

Appartement 5: leefruimte, badkamer, wc, berging, inkom/gang en 3 slaapkamers.

Verdieping 2

Appartement 6: leefruimte, badkamer, 2 wc’s, berging, inkom/gang, douchecel en 4 slaapkamers.

In de achtertuin is een parkeerzone voorzien met 4 overdekte autostaanplaatsen, waarvan 1 voor personen met een beperking en 2 openlucht-autostaanplaatsen en een bijgebouw. 

Het bijgebouw dat voorzien wordt omvat een fietsenstalling en ruimte voor het bergen van afval. 

Elk appartement wordt ook voorzien van een terras. De drie gelijkvloerse appartementen hebben naast dit terras ook een privétuin. 

Verharding: 

Volgende verhardingen worden voorzien in de omgevingsaanvraag:

  • Oprit voortuinstrook: 20,10 m² 
  • Oprit karrespoor tot parkeerzone achtertuin: 60,23 m² 
  • Inkompad (deels opgehoogd): 14,13 m² 
  • Terras (opgehoogd) appartement 1: 10,98 m² 
  • Stapstenen van terras app 1 naar parkeerzone: 4,3 m² 
  • Terras (opgehoogd) appartement 2: 10 m² 
  • Stapstenen van terras app 2 naar parkeerzone: 5,0 m² 
  • Stapstenen van terras app 3 naar parkeerzone: 5,3 m² 
  • Verbinding stapstenenpad app 2 en app 3 naar parkeerzone: 6,96 m² 
  • Terras van app 3 (opgehoogd): 13,6 m² 
  • Circulatiezone wagens achtertuin: 81,8 m² 
  • Verharding onder carport: 62,39 m² 
  • Waterdoorlatende verharding marge inrijden parking 5 tov bijgebouw: 1,1 m² 
  • Verharding overige parkeerplaatsen in grasdallen: 27,5 m² 

Al deze verhardingen worden voorzien in waterdoorlatende klinkers, behalve de parkeerplaatsen, die worden voorzien in grasdallen om extra in te zetten op een groen karakter (met uitzondering van de parkeerplaats voor personen met een beperking).

De voortuin en achtertuin wordt maximaal voorzien van groen rondom de verharding noodzakelijk voor toegang tot gebouw en inrichting van parkeerplaatsen voor fietsen/auto’s en afvalberging. 

In de voortuin wordt enkel een oprit voor auto’s en fietsen en een inkompad voorzien. De overige oppervlakte wordt voorzien als groene ruimte. In de achtertuin worden de verplichte hoeveelheid parkeerplaatsen en fietsenstalplaatsen zo ingericht dat er een minimum aan verharding nodig is. Het groene karakter wordt extra benadrukt door de padjes van de terrassen naar de parkeerzone in stapstenen te voorzien en de ‘gewone’ parkeerplaatsen in grasdallen te voorzien.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 26 juli 2024 t.e.m. 24 augustus 2024. Er werd een bezwaarschrift ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 27 augustus 2024 werd het gunstig advies ontvangen van Toegankelijk Vlaanderen (Inter), met als referentie ‘20241998’.

 

Op 4 september 2024 werd het voorwaardelijk gunstig advies ontvangen van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel), met als referentie ‘BWDP/2024-0193/001/02/ZOLSL’.

 

Op 19 september 2024 werd het voorwaardelijk gunstig advies ontvangen van Aquafin, met als referentie ‘P24005184’, waarvan de conclusie als volgt leest:

 

Conclusie van het advies

Het dossier kan aanvaard worden mits aan volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • Volgens de plannen watert het hemelwater van het bijgebouw (39.5 m²) af op eigen terrein, echter is er geen ruimte om te infiltreren. De groenzone dient 25% van de afwaterende oppervlakte te bedragen. En zodanig georiënteerd zijn dat het water ernaar afvloeit. Dit is niet het geval. Het bijgebouw moet mee aangesloten worden. Het rioleringsplan moet aangepast worden.
  • De totale aangesloten dakoppervlakte bedraagt 345.75 m². Het volume van de hemelwaterput moet minimaal 34575 liter bedragen. Het dossier voorziet een hemelwaterput met een volume van 15000 liter. De hemelwaterput is niet correct gedimensioneerd en dient aangepast te worden. Er wordt hergebruik voorzien voor toiletspoeling en buitenkraan. Hiermee wordt niet akkoord gegaan. Het opgevangen hemelwater moet maximaal gebruikt worden voor toepassingen waar geen drinkwaterkwaliteit voor nodig is. Ook de wasmachine moet aangesloten worden. De berekening voor de dimensionering van de hemelwaterput moet opnieuw worden uitgevoerd.
  • Er wordt een bovengrondse infiltratievoorziening voorzien met een volume van 5568 liter en een infiltratieoppervlakte van 15.93 m². De dimensionering van de infiltratievoorziening is, indien er maximaal wordt ingezet op hergebruik, conform.

Aandachtpunt:

  • De bodem van de wadi wordt gelijk gelegd met de vermoedelijke grondwaterstand. Dit is niet optimaal. Een minder diepe wadi kan de infiltratie bevorderen. De infiltratievoorziening mag in geen geval drainerend werken.

Er dient eveneens rekening te worden gehouden met de volgende voorwaarden:

  • De diameter van de afval- en hemelwateraansluiting mag max. 160 mm bedragen. In verband met de aansluiting van de bouw op het openbaar stelsel verwijzen we naar de stad Geel die de modaliteiten hiervoor zal vastleggen.
  • Afvalwater en hemelwater moeten volledig gescheiden worden.
  • Er dient te worden aangesloten op de bestaande / nieuw geplaatste huisaansluiting. Hierbij dient men rekening te houden met zowel diepte als ligging. Indien aansluiten niet mogelijk is, moeten maatregelen op eigen terrein genomen worden (bv. pompen).
  • Gravitaire kelderaansluitingen zijn niet toegelaten bij nieuwbouw.
  • Indien afvoerpunten van het gebouw lager gelegen zijn dan het straatniveau dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient in het private leidingenstelsel geplaatst te worden en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder.
  • Er worden terrassen aangesloten op de put: het is aangeraden om een aangepaste filtering of voorzuivering te voorzien. Deze wordt voorzien.
  • De kanten van de wadi mogen niet steil aangelegd worden maar moeten flauw hellend zijn, zodat deze ook mee kunnen infiltreren. Men dient bovendien rekening te houden bij uitvoering van het dossier dat de gronden t.h.v. de toekomstige wadi niet verdicht worden om de optimale werking ervan te bewaren. Zoniet dienen ze opnieuw losgefreesd te worden voor definitieve aanleg. Het gras moet direct hydraulisch ingezaaid worden, bij voorkeur vóór de aansluiting van het water zelf, zodat het gras de kans krijgt om te groeien alvorens de wadi vol staat met water. Een alternatief voor hydraulisch inzaaien zijn vooraf ingezaaide, biologisch afbreekbare kokosmatten (ongewapend met plastiek of ijzerdraad). Merk wel op dat dit laatste een ecologisch minder interessant alternatief is wegens het gebruik van dominante en weinig diverse soorten.

Er dient voldaan te worden aan volgende algemene voorwaarden:

  • Het is aangewezen om op de hemelwateraansluiting een terugslagklep te voorzien. Op die manier wordt het risico op terugstroming van water uit het systeem waarop wordt aangesloten en eventuele vervuiling van het hemelwatersysteem beperkt.
  • Indien er een bemaling wordt opgezet moet het bemalingswater bij voorkeur ter plaatse infiltreren. Wanneer dit niet mogelijk is kan er worden aangesloten op oppervlaktewater of een RWA leiding. Pas als de bovenstaande opties technisch niet haalbaar zijn mag er geloosd worden op een afvalwaterleiding. Hiervoor moet een vergunning aangevraagd worden op de site van Aquafin bij technische partners indien het debiet >10 m³/u.
  • Bij de uitvoering van de werken en de aanleg van de infiltratievoorziening(en) dient rekening te worden gehouden met de VLARIO richtlijnen infiltratievoorzieningen. De infiltratievoorzieningen mogen in geen geval drainerend werken. Voorbeelden van infiltratievoorzieningen kunnen gevonden worden op www.blauwgroenvlaanderen.be

 

Op 13 augustus 2024 werd het voorwaardelijk gunstig advies ontvangen van Proximus, als volgt geformuleerd:

 

Op basis van de informatie waarover wij momenteel beschikken, geven wij graag een gunstig advies indien u volgende voorwaarden opneemt in uw vergunning :

- Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.

- Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.

- Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor oplevering dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus door het formulier als bijlage ingevuld te versturen naar werf.a2@proximus.com.

- De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.

- Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via netwerkstudie.a22@proximus.com

Na de werken kunnen de bewoners eenvoudig aansluiten op de nutsvoorzieningen voor telefonie-, internet- en televisiediensten. Hiervoor kan de aanvrager terecht bij onze klantendienst op het gratis nummer 0800 22 800. Meer informatie op www.proximus.be/bouwen.

 

Op 22 juli 2024 werd het advies ontvangen van Fluvius, als volgt geformuleerd:

 

Wij kunnen de bijkomende wooneenheden aansluiten op het bestaande laagspanningsnet als de vermogens beperkt blijven tot 17,3 kVA per aansluiting, 22,2 kVA voor de algemene delen en 22,2kVA voor het laden van elektrische wagens mits gebruik gemaakt wordt van load balancing. Indien afgeweken wordt van deze vermogens dient de bouwheer ons zo snel mogelijk de definitieve vermogens te bezorgen. In afwachting van het resultaat van de studie voor deze definitieve vermogens, dient er van uitgegaan te worden dat een grond of lokaal op het gelijkvloers voor een distributiecabine noodzakelijk zal zijn.

Hierbij wordt dan ook een gunstig advies met voorwaarden verleend. Dit advies blijft 1 jaar geldig.

De afmetingen van het tellerlokaal en meterbatterij dienen voor aanvang van de bouwwerken met de technisch agent afgestemd te worden. Uw contactpersoon omtrent de administratieve behandeling van de aansluitingen elektriciteit is de technisch agent, bereikbaar via het mailadres fluvius-KEMP-TAK@fluvius.be.

 

Op 16 oktober 2024 werd het voorwaardelijk gunstig advies ontvangen van de stadsdienst Openbaar Domein van Stad Geel, als volgt geformuleerd:

 

Riolering

De aanvrager voorziet in een hemelwaterput 15.000 L, aangesloten op de toiletten van 6 wooneenheden en een buitendienstkranen. Noch het volume van de hemelwaterput, noch de aftappunten zijn conform de huidige hemelwaterverordening. (Zie advies Aquafin in bijlage.) 

De plannen voorzien dat het hemelwater afkomstig van de bijgebouwen ter plaatse op eigen terrein infiltreert. De plannen voorzien echter niet in voldoende geschikte ruimte hiervoor. De bijgebouwen moeten daarom op de hemelwaterput aangesloten worden.

Uitgangspunt voor de berekening in bijlage “BEREKENING GROOTTE RW put” is dat er enkel voor de tuin, voor poetswater en voor de toiletten gebruik wordt gemaakt van hemelwater. Dit is niet juist: het hemelwater moet maximaal gebruikt worden. D.w.z. dat de wasmachines eveneens aangesloten moeten kunnen worden op hemelwater. Een afwijking op de gewestelijke hemelwater verordening kan daarom niet toegestaan worden!

De taluds van de geplande wadi zijn te stijl; zij moeten in een flauwe helling aangelegd worden.

 

De plaatsing van een septische put in afwachting van de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel is niet verplicht; het rioleringsstelsel in de Dr.-Peeterstraat zal binnenkort vernieuwd worden. Indien wel een septische put wordt aangelegd, moeten zowel het fecaal afvalwater als het grijs afvalwater hierop aangesloten worden.

 

Toegangen

De toegang naar het project vanuit de openbare weg is 3,38 m breed en hierdoor ruim binnen de aanvaardbare afmetingen.

 

Voorwaarden

Riolering

De voorwaarden uit het advies van Aquafin dienen nageleefd te worden.

•             Afvalwater en hemelwater moeten op privaat domein in gescheiden stelsels worden afgevoerd en op privaat domein als dusdanig bij de rooilijn aangeboden worden voor een aansluiting op de openbare riolering.

•             Er moeten minstens 6 wooneenheden op de hemelwaterput aangesloten worden. Dit moet volgens de eisen van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater gebeuren om er maximaal gebruik  van te kunnen maken voor toiletspoeling, poetswater, wasmachine en tuin.

•             Indien een septische put wordt aangelegd, moeten zowel het fecaal afvalwater als het grijs afvalwater hierop aangesloten worden.

•             De huisaansluitingsputten moeten achter de toekomstige rooilijn geplaatst worden. Deze ligt 60 cm achter de huidige perceelsgrens.

•             De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) hebben een diameter van max. 160 mm.

•             De hemelwaterput(ten) moeten op minimum 2 m uit de toekomstige rooilijn geplaatst worden. Indien hij geplaatst wordt, geldt dit ook voor de septische put.

 

Toegangen

De toegang naar het gebouw wordt uitgevoerd zoals op de plannen voorzien.

 

Opmerkingen

Vóór de eerste ingebruikname van de waterafvoer van het gebouw moet deze gekeurd worden door een erkende keurder. Zonder dat keuringsattest mag de waterafvoer niet op de openbare riolering aangesloten worden.

De kosten voor het in gebruik nemen van het lozingspunt zijn ten laste van de aanvrager.

De werken op openbaar domein hebben voorrang op de bouwwerken op privaat terrein. Deze mogen enkel in overleg met de dienst Openbare Werken aangevat worden.

 

  1. Project-MER

In de aanvraag zit volgende MER-screening:

TOELICHTING BETREFFENDE DE MOGELIJKE EFFECTEN OP OMGEVING (project-m.e.r.screening).

Mogelijk effecten op: 

Mobiliteit

Aangezien het om een gebouw gaat met appartementen zal het verkeer hier druppelgewijs van aard zijn. Er wordt zeker geen overbelasting van het verkeer ter hoogte van de gemeenteweg verwacht. Parkeren gebeurt op het eigen terrein achteraan het perceel. 

De fietsenstalling wordt op het gelijkvloers voorzien in een aparte fietsenberging, zodat deze mee geïntegreerd is in de parkeerzone achteraan het perceel. 

Gedurende de bouwwerken zal er een beperkte toename zijn van zwaar verkeer via de Dr.-Peetersstraat van en naar het projectgebied. Het aantal transportbewegingen dat hier mee gepaard zal gaan, wordt tot een absoluut minimum beperkt. Er zal steeds maximaal op toegezien worden dat het vrachtverkeer geen openbaar terrein moet innemen. Deze beperkte toename van zwaar verkeer is tijdelijk en enkel van toepassing tijdens de bouwwerken. 

Hierdoor kan geconcludeerd worden dat de effecten op mobiliteit niet aanzienlijk zijn.

Bodem en hierdoor mogelijke effecten op milieu/menselijke gezondheid

Het nieuwe gebouw wordt voorzien van een kleine kelder zonder noemenswaardige complexiteit en op een traditionele manier uitgevoerd. 

Er zal niet meer grond uitgegraven worden dan noodzakelijk voor het voorziene funderingssysteem. Het uitgraven van de bodem, de wederaanvullingen en het eventueel afvoeren van uitgegraven grond zullen worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst en volgens de wetgeving op het grondverzet. 

Er zal niet meer grond uitgegraven worden dan noodzakelijk voor het voorziene funderingssysteem. 

De eventuele effecten zijn eigen aan het bouw-gebeuren en zijn niet aanzienlijk. 

Tijdens de bemaling zal er door het gebruik van voertuigen en machines verdichting van de bodem kunnen optreden. Gezien het toekomstig gebruik van het terrein kan gesteld worden dat er geen nadelige effecten zijn ten opzichte van de omgeving. Tijdens de bemaling zullen zettingsmetingen uitgevoerd worden, indien noodzakelijk. 

Het bouwproject houdt door zijn specifieke kenmerken (installaties, materialen,..) weinig risico op bodem- en grondwaterverontreiniging in. Waar er toch risico’s zijn, zijn de nodige preventieve en beheersmatige maatregelen voorzien waardoor de effecten niet aanzienlijk zijn.

Watersysteem en hierdoor mogelijke effecten op milieu/menselijke gezondheid

Er worden geen effecten verwacht die effect hebben op het watersysteem. 

Het dossier voldoet aan de verordening hemelwater. Het regenwater wordt opgevangen in een regenwaterput, waarbij het opgevangen water maximaal wordt ingezet voor hergebruik. 

De overloop van de regenwaterput wordt geïnfiltreerd in de bodem overeenkomstig de opgelegde regelgeving. 

Voor het uitvoeren van de bouwput van de kelder, zal een bemaling nodig zijn. Er zal geopteerd worden om te werken met een open bouwput-bemaling doormidden van verticale filters. Er zal bemaald worden tot op een diepte van +/- 4,50 m – huidig maaiveld, gezien een grondwaterverlaging noodzakelijk is voor de liftput tot op een diepte van 3 98 m- mv. 

Er zal gewerkt worden met een peil-gestuurde bemaling waarbij het bemalingsdebiet automatisch wordt bijgestuurd naargelang de actuele grondwaterstand. Op deze manier wordt er getracht niet meer grondwater op te pompen dan strikt noodzakelijk voor de uitvoering van het project. De grondwater-kwantiteit wordt op deze manier zo goed mogelijk in stand gehouden. 

Na oprichting van het gebouw is er géén permanente bemaling nodig en kan gesteld worden dat er géén invloed is op de grondwatertafel. 

Het afvalwater wordt verzameld en gescheiden opgevangen. Het fecaal water wordt verzameld in een septische put, alvorens naar de riolering geleid te worden. Het grijs afvalwater wordt na een sifonput aangesloten op de overloop van septische put naar de straatriolering. Er vindt géén infiltratie van afvalwater plaats in de bodem van het perceel en er is een strikte scheiding tussen regen- en afvalwater. 

Enkel de strikt noodzakelijke toegangen en terrassen worden voorzien van verharding, er wordt maximaal ingezet op de 10 meter achtertuinstrook door deze in te richten als privétuinen. 

De eventuele effecten zijn eigen aan het bouwgebeuren en zijn niet aanzienlijk waardoor zij geen effecten hebben op milieu/menselijke gezondheid.

Luchtkwaliteit en hierdoor mogelijke effecten op milieu/menselijke gezondheid 

Er worden geen effecten verwacht die effect hebben op de luchtkwaliteit 

Het op te richten appartementsgebouw is van dusdanig kleine schaal dat er geen invloed verwacht wordt op de luchtkwaliteit. Tijdens de oprichting zullen de nodige maatregelen in acht worden genomen, zoals ook traditioneel opgelegd in het wettelijk verplichte veiligheids- en gezondheidsplan, die stof- of andere vervuiling tot een minimum zullen beperken. Dit is niet anders dan bij enig ander bouwproject. Er wordt gekozen voor streekeigen en duurzame materialen zonder noemenswaardige milieu impact en eveneens niet anders dan enig ander bouwproject. 

Er zal gekozen worden voor duurzame verwarmingstechnieken en hernieuwbare energieën (PV-panelen) waardoor ook de uitstoot in kader hiervan te verwaarlozen is. 

De eventuele effecten zijn niet aanzienlijk.

 

Geluid/trillingen ten gevolge van aanvraag en hierdoor mogelijke effecten op milieu/menselijke gezondheid

Tijdens de opbouw van het nieuwe gebouw zal er tijdelijk meer effect zijn op geluid en trillingen. Dit is uiteraard maar van tijdelijke en beperkte aard tot de bouwwerken gefinaliseerd zijn. Het gebouw is niet van die schaalgrootte dat de hinder langdurig of permanent zou zijn of extreem storend voor buurtbewoners. 

Het betreft de bouw van een traditionele constructie, waarbij niet hoger gebouwd wordt dan twee niveaus en een inspringende derde verdieping. De werken zullen voor een normale hinder zorgen, niet anders dan enig ander bouwwerk in een de omgeving. De eventuele effecten zijn eigen aan het bouwgebeuren en bijgevolg niet aanzienlijk. 

Er zullen verticale filters geplaatst worden voor de bemaling op een machinale manier. Hierbij kunnen tijdelijk (enkele dagen) trillingen optreden gedurende de dag. Deze trillingen zijn echter zeer beperkt van aard. De bemalingspompen worden zo ver mogelijk weg geplaatst van bestaande bebouwing. Indien tijdens de werken deze pompen toch voor overlast zorgen, zullen geluidswerende omkastingen rondom de pomp geplaatst worden. 

Tijdens de bouwwerken kunnen er tijdelijk trillingen ontstaan. Dit zal steeds maximaal voorkomen worden en enkel in functie van de benodigde werken plaatsvinden. De effecten zijn dus niet aanzienlijk.

Biodiversiteit

Er worden geen effecten verwacht die effect hebben op de biodiversiteit 

Het betreft een perceel in een dorpse omgeving dat voordien niet van dien aard was dat het een grote ecologische meerwaarde had. 

Na afwerking van de bouwwerken zal ingezet worden op een streekeigen groenaanplanting waarbij rekening zal gehouden worden met het maximaal inzetten op biodiversiteit (lage struiken voor vogels, bloemenborders voor insecten en bijen en voldoende variatie in streekeigen groen).

Zware ongevallen of rampen 

Er worden geen effecten verwacht met zware ongevallen of rampen tot gevolg. 

Het gebouw is niet van die omvang dat enig ongeval of ramp kan verwacht worden.

Beschermd landschap of onroerend erfgoed

Er worden geen effecten verwacht in verband met beschermd landschap of onroerend erfgoed. 

Het perceel ligt naast de kerk van Elsum (inventarispand). Het perceel is gelegen in een buurt me een veelzijdigheid aan stijlen. Het ontwerp is dus niet vreemd in het straat- of dorpsbeeld en past binnen de aanwezige bebouwing in de buurt. Er kan gesteld worden dat er geen sprake is van een stijlbreuk in de omgeving.

Licht of straling ten gevolge van de aanvraag en hierdoor mogelijke effecten op milieu/menselijke gezondheid

Gelet op de inrichting/vormgeving van de meergezinswoning en oriëntatie van het perceel, zal er geen sprake zijn van enige omgevingshinder, zoals bv. afname van licht, toename van schaduw op het rechts aanpalende woonperceel. Het perceel neemt de wettelijke afstand tot de perceelsgrenzen in acht en is niet ruimer in het dwarse gabarit dan bijvoorbeeld een traditionele woning op dezelfde locatie.

Productie afvalstoffen ten gevolge van de aanvraag en hierdoor mogelijke effecten op milieu/menselijke gezondheid

Productie van afvalstoffen is niet van toepassing bij deze aanvraag. 

Eventuele afvalproducten die gegenereerd worden tijdens de bouw van het project (bv. verpakkingsmaterialen) worden gesorteerd en afgevoerd volgens de regelgevingen die van toepassing zijn (gescheiden en gesorteerd aangeboden aan een afvalbeheersmaatschappij). 

Afvalstromen die gegenereerd worden door de bewoners van het pand zijn beperkt en eigen aan wonen in een dorpskern.

Andere relevante effecten

Nee.

Er wordt akkoord gegaan met de redenering en motivering in bijgevoegde MER-screening.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

Het perceel is gelegen binnen het PRUP 'Woon-Werkpark' en het RUP 'Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel'. 

De aanvraag voldoet aan de voorschriften van deze plannen.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 gecoördineerd op 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31 oktober 2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan. 

Het perceel gelegen te Geel, Afdeling 6, Sectie G, nr. 367H2 stroomt af naar de Roosbroekenloop, een (on)bevaarbare waterloop (van categorie II) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen Grote Nete.

De aanvraag is niet gelegen in signaalgebied

Er werd door Aquafin een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd waaruit blijkt dat het project niet voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening. Er worden in het advies voorwaarden opgelegd om toch in overeenstemming te geraken. Deze voorwaarden zullen worden opgenomen in deze beslissing. 

De aanvraag is volgens de watertoetskaart niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied (8/03/2023) pluviaal en fluviaal. 

3. VERENIGBAARHEID MET HET WATERSYSTEEM 

Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid. 

Conclusie: 

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.

 

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen in vogelrichtlijngebied.

Het perceel is niet gelegen in habitatrichtlijngebied.

Het perceel is niet gelegen in VEN-gebied.

Het perceel is niet gelegen in bosgebied.

Het perceel is niet gelegen in natuurgebied.

Er worden geen bomen geveld.

De aanvraag doorstaat de natuurtoets.

 

Erfgoed-/archeologietoets

Het perceel is gelegen naast een kerk die is opgenomen op de VIOE. De erfgoedwaarden van de kerk komen niet in het gedrang.

 

Toegankelijkheid

Op 27/08/2024 werd een volledig gunstig advies afgeleverd door Toegankelijk Vlaanderen. Bijgevolg kan er worden gesteld dat er wordt voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor Toegankelijkheid.

 

Scheidingsmuren

De aanvraag heeft betrekking op de oprichting, uitbreiding, afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars werden per aangetekend schrijven op de hoogte gesteld.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft een meergezinswoning die opgericht wordt in een straat met zowel meer- als ééngezinswoningen. Het gebouw is fucntioneel inpasbaar. 

 

Mobiliteitsimpact

Huidige aanvraag beoogt het bouwen van 6 appartementen. Er wordt voldoende parkeergelegenheid voorzien op het eigen terrein en dit voor zwel voor auto's als fietsen. Met gemiddeld 2 tot 4 vervoersbewegingen per woongelegenheid per dag (12-24 per dag in totaal) neemt de verkeersdruk op de voorliggende weg niet ingrijpend toe. De impact op de mobiliteit blijft beperkt.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het volledige gebouw is 17 meter diep en 19,40m breed op het gelijkvloers. 

Op de verdieping worden dezelfde breedte en diepte gebruikt. De tweede verdieping daarentegen springt terug langs de voor-, rechter-, achter- en linkergevel. De verdieping +2 is 16,40 meter breed en 10,74 meter diep. De meergezinswoning wordt volledig uitgevoerd met een plat dak. De kroonlijsthoogte is 9,08 m.

 

De schaal van het gebouw is niet buiten proportie. Verderop in de straat, voorbij de kerk, staat een gebouw van dezelfde schaalorde. In de andere richting, op de hoek van de Dr.-Peetersstraat/Meuldersplein, staan enkele ruime meergezinswoningen van 4 bouwlagen.

Ten opzichte van de naastliggende ééngezinswoningen blijft het hoogteverschil ook beperkt. De meeste woningen zijn voorzien van 2 bouwlagen met een zadeldak. De nokhoogte van die woningen komt dus overeen met de hoogte van de meergezinswoning.

 

De carport in de achtertuinstrook worden voorzien tegen de achterste en linkerperceelsgrens, en worden voorzien voor 4 autostaanplaatsen, waarvan 3 parkeerplaatsen met telkens een breedte van 2,5m en een diepte van 5,50m. De vierde parkeerplaats onder de carport is voorzien voor personen met een beperking en heeft een afmeting van 3,5m x 5,50m. De carport wordt voorzien van een plat dak met een hoogte van 3m. Ter hoogte van deze parkeerzone in de achtertuinstrook wordt ook een bijgebouw voor fietsstalplaatsen en afvalberging voorzien met een plat dak, waarvan de hoogte 3m bedraagt ten opzichte van het plaatselijk peil van het maaiveld. Deze constructie is 7,74 meter breed en 5,67 meter diep.

 

De carport en het bijgebouw worden achteraan het perceel, tegen de perceelsgrenzen, ingeplant. Op deze wijze blijft er zo veel mogelijk functionele tuinruimte beschikbaar. De verhardingen worden uitgevoerd in waterdoorlatende klinkers of grasdallen.

 

De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid zijn van een aanvaardbaar niveau.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het gebouw wordt opgetrokken in wit grijs genuanceerde gevelsteen 

Het buitenschrijnwerk bestaat uit aluminium in een wit-beige tint. 

Gevelaccenten worden voorzien in wit-beige aluminium plaatmateriaal. Het bijgebouw wordt ook voorzien in wit-beige plaatmateriaal. 

De dorpels en dakranden worden voorzien in aluminium in wit-beige tint. 

Het bijgebouw wordt voorzien als een lichte metalen constructie. Tegen de perceelsgrens wordt een gemetste muur in betonblokken voorzien.

 

Er wordt gebruik gemaakt van duurzame, kwaliteitsvolle materialen. Het ontwerp is architectonisch verantwoord en past binnen de onmiddelijke omgeving.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 26 juli 2024 tot en met 24 augustus 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er één bezwaarschrift ontvangen.

Dit bezwaarschrift leest als volgt:

  1. Bij inzage merkte wij op dat de haag tussen onze percelen nergens werd weergegeven of vermeld.
    Wij kunnen geen grenspalen terugvinden om exact te weten hoe de haag staat t.o.v. de scheidingslijn. We hebben graag dat de haagscheiding ongeschonden blijft. Zou dit niet het plan zijn, dan wensen wij hiervan op de hoogte gesteld te worden en samen tot een andere gelijkwaardige oplossing te komen. Desnoods volstaat het verzetten van de haag. Dit zal dan gebeuren op de moment van het jaar dat de planten het beste overlevingskans hebben.
     Tot op heden wordt deze haag onderhouden door de gemeente. Moest u uw zijde afsluiten en zo ontoegankelijk maken voor de openbare diensten, zal u zelf mee verantwoordelijk worden voor het onderhoud en behoud.
  2. Er staan ook meerdere waardevolle bomen dicht tegen de gedeelde perceelgrens met gevarieerde kroonhoogte en diameter. De afstand tot de perceelgrens wordt verwacht geweten te zijn en mag later geen reden zijn voor klachten. Wij voorzien in het onderhoud en behoud van deze bomen als een goede natuurbeheerder. De bladerval aan uw zijde is voor uw rekening.

De opmerkingen in het bezwaarschrift zijn niet relevant ter beoordeling van deze aanvraag. Het bezwaarschrift wordt niet weerhouden.

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Toegankelijk Vlaanderen (Inter), afgeleverd op 27 augustus 2024 is gunstig.
  • Het advies van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel), afgeleverd op 4 september 2024 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van AQUAFIN, afgeleverd 19 september 2024 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Proximus, afgeleverd op 13 augustus 2024 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Fluvius, afgeleverd op 22 juli 2024 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van stad Geel, dienst openbaar domein, afgeleverd op 16 oktober 2024 is voorwaardelijk gunstig.
     

De voorwaarden in de adviezen worden integraal overgenomen.

 

Conclusie

Er wordt een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd.

 

Voorwaarden

  • De voorwaarden gesteld in het voorwaardelijk gunstig advies van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel), met als referentie ‘BWDP/2024-0193/001/02/ZOLSL’, d.d. 04/09/2024 dienen strikt gevolgd te worden.
  • De voorwaarden gesteld in het voorwaardelijk gunstig advies van Aquafin, met als referentie ‘P24005184’, d.d. 19/09/2024 dienen strikt gevolgd te worden.
  • De voorwaarden gesteld in de adviezen van Fluvius en Proximus dienen strikt gevolgd te worden.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimaal 34575 liter bedragen. De bijgebouwen dienen hierop mee te worden aangesloten.

Voorwaarden stadsdienst Openbaar Domein

•             Afvalwater en hemelwater moeten op privaat domein in gescheiden stelsels worden afgevoerd en op privaat domein als dusdanig bij de rooilijn aangeboden worden voor een aansluiting op de openbare riolering.

•             Er moeten minstens 6 wooneenheden op de hemelwaterput aangesloten worden. Dit moet volgens de eisen van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater gebeuren om er maximaal gebruik  van te kunnen maken voor toiletspoeling, poetswater, wasmachine en tuin.

•             Indien een septische put wordt aangelegd, moeten zowel het fecaal afvalwater als het grijs afvalwater hierop aangesloten worden.

•             De huisaansluitingsputten moeten achter de toekomstige rooilijn geplaatst worden. Deze ligt 60 cm achter de huidige perceelsgrens.

•             De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) hebben een diameter van max. 160 mm.

•             De hemelwaterput(ten) moeten op minimum 2 m uit de toekomstige rooilijn geplaatst worden. Indien hij geplaatst wordt, geldt dit ook voor de septische put.

 

Lasten

Het college beschikt als vergunningverlenende overheid over de mogelijkheid om bij het verlenen van stedenbouwkundige- of omgevingsvergunningen overeenkomstig artikel 4.2.20, §1 eerste tot derde lid van de VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning lasten op te leggen aan de aanvrager. Dergelijke stedenbouwkundige last kan eenzijdig worden opgelegd in de stedenbouwkundige- of omgevingsvergunning.

Om van een stedenbouwkundige last in de zin van artikel 4.2.20, §1 eerste tot derde lid van de VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning te kunnen spreken, dient een stedenbouwkundige last aan de volgende voorwaarden te voldoen:

  • De opgelegde last moet in verhouding staan met het voordeel dat de ontwikkelaar haalt uit de vergunning: het bouwen van een meergezinswoning met 6 woongelegenheden is een voordeel voor de bouwheer
  • Er moet een verband bestaan tussen de opgelegde last en de taken van de vergunningverlenende overheid ingevolge de afgeleverde vergunning: er dienen rioleringswerken te gebeuren in de straat. De nieuwe meergezinswoning dient aangesloten te worden op het rioleringsstelsel.
  • De last moet gericht zijn op duurzame ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit: de grondafstand geschiedt voor openbaar nut, zijnde ter affectatie in het openbaar domein van Stad Geel.

Aan de bouwheer wordt de last opgelegd van gratis grondafstand, een perceel grond gelegen te 2440 Geel, Dr.-Peetersstraat 76, kadastraal gekend als deel van 6de afdeling, sectie G, nr. 367H2, met een oppervlakte van 17m² genaamd lot 007 op het voorstel van het onteigeningsplan (zie bijlage ‘ONT_13008_252_00010_00002.PDF’) dd. 08/02/2023 opgemaakt door ing. A. Bulen, beëdigd Landmeter-expert, en dit volgens de onderstaande modaliteiten die door de stad Geel op basis van het gelijkheidsbeginsel voor elke last in de vorm van een gratis grondafstand bij vergunningverlening wordt gehanteerd. 

Grondafstand:

  • Een opmetingsplan van een landmeter met exacte afmetingen wordt toegevoegd bij de akte van verkoop;
  • Alle kosten (inclusief kosten landmeter voor opmaak opmetingsplan en kosten notaris voor opmaak akte) verbonden aan deze gratis grondoverdracht ten laste zijn van de bouwheer;
  • De werken wordt uitgevoerd in overeenstemming met het goedgekeurde plan;
  • De aangevraagde omgevingsvergunning pas van kracht zal gaan nadat door de aanvrager de grondafstand effectief gebeurd is.
    - Om deze last in natura te borgen wordt conform het instrumentendecreet een waarborgfactuur opgesteld van 10.000 euro. De vrijgave van de borg gebeurt na de definitieve grondoverdracht, na ondertekening van de akte, op eenvoudig verzoek van de waarborgbetaler.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die zich er toe verbindt volgende voorwaarden strikt na te leven:

Voorwaarden

  • De voorwaarden gesteld in het voorwaardelijk gunstig advies van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel), met als referentie ‘BWDP/2024-0193/001/02/ZOLSL’, d.d. 04/09/2024 dienen strikt gevolgd te worden.
  • De voorwaarden gesteld in het voorwaardelijk gunstig advies van Aquafin, met als referentie ‘P24005184’, d.d. 19/09/2024 dienen strikt gevolgd te worden.
  • De voorwaarden gesteld in de adviezen van Fluvius en Proximus dienen strikt gevolgd te worden.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimaal 34575 liter bedragen. De bijgebouwen dienen hierop mee te worden aangesloten.

Voorwaarden stadsdienst Openbaar Domein

•             Afvalwater en hemelwater moeten op privaat domein in gescheiden stelsels worden afgevoerd en op privaat domein als dusdanig bij de rooilijn aangeboden worden voor een aansluiting op de openbare riolering.

•             Er moeten minstens 6 wooneenheden op de hemelwaterput aangesloten worden. Dit moet volgens de eisen van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater gebeuren om er maximaal gebruik  van te kunnen maken voor toiletspoeling, poetswater, wasmachine en tuin.

•             Indien een septische put wordt aangelegd, moeten zowel het fecaal afvalwater als het grijs afvalwater hierop aangesloten worden.

•             De huisaansluitingsputten moeten achter de toekomstige rooilijn geplaatst worden. Deze ligt 60 cm achter de huidige perceelsgrens.

•             De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) hebben een diameter van max. 160 mm.

•             De hemelwaterput(ten) moeten op minimum 2 m uit de toekomstige rooilijn geplaatst worden. Indien hij geplaatst wordt, geldt dit ook voor de septische put.


Artikel 3

Aan de bouwheer wordt de last opgelegd van gratis grondafstand, een perceel grond gelegen te 2440 Geel, Dr.-Peetersstraat 76, kadastraal gekend als deel van 6de afdeling, sectie G, nr. 367H2, met een oppervlakte van 17m² genaamd lot 007 op het voorstel van het onteigeningsplan (zie bijlage ‘ONT_13008_252_00010_00002.PDF’) dd. 08/02/2023 opgemaakt door ing. A. Bulen, beëdigd Landmeter-expert, en dit volgens de onderstaande modaliteiten die door de stad Geel op basis van het gelijkheidsbeginsel voor elke last in de vorm van een gratis grondafstand bij vergunningverlening wordt gehanteerd.

Grondafstand:

  • Een opmetingsplan van een landmeter met exacte afmetingen wordt toegevoegd bij de akte van verkoop;
  • Alle kosten (inclusief kosten landmeter voor opmaak opmetingsplan en kosten notaris voor opmaak akte) verbonden aan deze gratis grondoverdracht ten laste zijn van de bouwheer;
  • De werken wordt uitgevoerd in overeenstemming met het goedgekeurde plan;
  • De aangevraagde omgevingsvergunning pas van kracht zal gaan nadat door de aanvrager de grondafstand effectief gebeurd is.
    - Om deze last in natura te borgen wordt conform het instrumentendecreet een waarborgfactuur opgesteld van 10.000 euro. De vrijgave van de borg gebeurt na de definitieve grondoverdracht, na ondertekening van de akte, op eenvoudig verzoek van de waarborgbetaler.