UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 4 november 2024
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024028743
Dossiernummer gemeente: 202400269
Inrichtingsnummer: 20230323-0072
De stad Geel heeft op 4 juni 2024 een aanvraag ontvangen voor inrichting klasse 2: stedelijk zwembad. De aanvraag werd op 29 juli 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Stad Geel gevestigd te Werft 20, 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Fehrenbachstraat 26A
Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nrs. 1463L en 1470P3
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het bijzonder plan van aanleg Werft goedgekeurd op 15 oktober 1998
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan De Werft goedgekeurd op 26 maart 2009gelegen in zone voor open publieke ruimte
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een bijzonder plan van aanleg. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg. De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Verordeningen
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
Het betreft de hernieuwing van de vergunning van het stedelijk zwembad te Geel. De huidige vergunning vervalt op 16 juni 2025.
Er zijn geen significante wijzigingen in vergelijking met de reeds vergunde toestand:
Voor het zwembad wordt een verandering en een hernieuwing aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.2.2°a) | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van ander huishoudelijk afvalwater dan huishoudelijk afvalwater dat afkomstig is van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar als het lozingspunt is gelegen in een gemeente waarvoor het gemeentelijke zoneringsplan definitief is vastgesteld het lozingspunt ligt in een centraal gebied of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied of buiten het zoneringsplan: het lozen van 10 m3/uur, 110 m3/dag, 38500 m3/jaar huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering. (Hernieuwing) | 38500 m3/jaar | 3 |
3.4.1°b) | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van dit besluit, met een debiet tot en met 2 m3/h, als het bedrijfsafvalwater een of meer gevaarlijke stoffen in een hogere concentratie dan de voormelde concentraties bevat: het lozen van maximum 2 m3/uur, 44 m3/dag en 15.400 m3/jaar bedrijfsafvalwater in het DWA net van de openbare riolering. (Hernieuwing) | 15400 m3/jaar | 2 |
16.3.2°a) | De volgende installaties worden toegevoegd aan de vergunning: WP1= 16.68 kW WP2 = 13.7 kW WPboiler= 2.3 kW (Verandering) | 32,68 kW | 3 |
17.3.4.2°b) | bijtende vloeistoffen en vaste stoffen
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 (), met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied: de opslag van maximaal 3.600 kg zwavelzuur en 3.600 kg natriumhypochloriet in twee bovengrondsetanks (Hernieuwing) | 7200 kg | 2 |
17.3.8.2° | zwavelzuur valt niet onder GHS09 en wordt verwijderd uit deze rubriek. (Verandering) | -3,6 ton | 2 |
32.8.1.1°c) | baden: alle hierna vermelde inrichtingen, met inbegrip van baden die verbonden zijn aan of die behoren tot privéclubs, campings, scholen en dergelijke, voor zover ze bestaan uit een vaste constructie: uitzondering: vallen niet onder deze indelingsrubriek : inrichtingen die verbonden zijn aan privéwoningen die niet voor het publiek worden opengesteld, noch gratis, noch tegen een directe of indirecte vergoeding.zwembaden, al dan niet overdekt met een oppervlakte van ten minste 300 m2 (Hernieuwing) | 1064 m2 | 2 |
43.1.1°b) | vermogens waren foutief opgenomen in de bestaande vergunning. Het betreft twee stookinstallaties van elk 425 kW. (Verandering) | 46 kW | 3 |
Zodat de inrichting omvat:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.2.2°a) | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van ander huishoudelijk afvalwater dan huishoudelijk afvalwater dat afkomstig is van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar als het lozingspunt is gelegen in een gemeente waarvoor het gemeentelijke zoneringsplan definitief is vastgesteld het lozingspunt ligt in een centraal gebied of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied of buiten het zoneringsplan: het lozen van 10 m3/uur, 110 m3/dag, 38500 m3/jaar huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering. | 38500 m3/jaar | 3 |
3.4.1°b) | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van dit besluit, met een debiet tot en met 2 m3/h, als het bedrijfsafvalwater een of meer gevaarlijke stoffen in een hogere concentratie dan de voormelde concentraties bevat: het lozen van maximum 2 m3/uur, 44 m3/dag en 15.400 m3/jaar bedrijfsafvalwater in het DWA net van de openbare riolering. | 15400 m3/jaar | 2 |
16.3.2°a) | Airco met een vermogen van: 28 kW, warmtepomp met een vermogen van 16,68 kW en 13,7 kW en een warmtepompboiler met een vermogen van 2.3 kW | 60,68 kW | 3 |
17.3.4.2°b) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied: de opslag van maximaal 3.600 kg zwavelzuur en 3.600 kg natriumhypochloriet in twee bovengrondse tanks | 7200 kg | 2 |
17.3.8.2° | vloeistoffen en vaste stoffen die gevaarlijk zijn voor het aquatisch milieu opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS09 (), met een gezamenlijke opslagcapaciteit van: meer dan 2 ton tot en met 200 ton: de opslag van maximaal 3.600 kg
| 3,6 ton | 2 |
32.8.1.1°c) | baden: alle hierna vermelde inrichtingen, met inbegrip van baden die verbonden zijn aan of die behoren tot privéclubs, campings, scholen en dergelijke, voor zover ze bestaan uit een vaste constructie. (25-meterbad van 388 m²; doelgroepenbad van 142 m²; een instructiebad van 110 m2; een recreatiebad van 78 m²; een kinderbad van 71 m²; een buitenbad van 200 m² en een buitenkinderbad van 75 m².
| 1064 m2 | 2 |
43.1.1°b) | het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 500 kW tot en met 5000 kW, als het een inrichting betreft als vermeld in 1°, c): 2 stookinstallaties op aardgas met een vermogen van elk 425 kW. | 850 kW | 3 |
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 8 augustus 2024 t.e.m. 6 september 2024. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
Op 6 september 2024 werd het advies ontvangen van VMM - afvalwater - lucht
De exploitatie ligt in centraal gebied (RWZI Geel).
Gunstig advies kan verleend worden voor het verder exploiteren van een zwembad met o.a.:
Advies: volledig voorwaardelijk gunstig
Op 5 augustus 2024 werd het advies ontvangen van Departement Zorg afd preventief gezondheidsbeleid
Departement Zorg heeft geen bezwaar tegen de hernieuwing van deze omgevingsvergunning.
Advies: volledig geen bezwaar
Niet van toepassing
Watertoets
De inrichting is voor een klein deel gelegen in overstromingsgevoelig gebied. Gelet op deze ligging, het voorwerp van de aanvraag, de gegevens in het dossier en de uitgebrachte adviezen kan in alle redelijkheid worden geoordeeld dat in het kader van de milieuvergunning de watertoets voor de gevraagde activiteiten niet relevant is.
Natuurtoets
De inrichting is gelegen in woongebied, op 1.700m van habitatrichtlijngebied ‘Bovneloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor’ en op 1.700m van VEN-gebied ‘De Gebroekten Gote Nete’.
Volgens de biologische waarderingskaart is het gebied minder waardevol.
Op basis van de gegevens in het dossier kan geoordeelde worden dat het hernieuwen en veranderen van de activiteit geen betekenisvolle aantasting zal veroorzaken van de instandhoudingsdoelstellngen van een speciale beschermingszone.
De vergunningsplichtige activiteiten zullen geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN veroorzaken.
Milieuaspecten
Mobiliteit
Er zijn 277 parkeerplaatsen voorzien aan het zwembad (niet exclusief). In het kader van deze aanvraag wordt er geen verandering voorzien met betrekking tot het aantal parkeerplaatsen. De huidige werking zal niet wijzigen.
Er zijn ook een aantal parkeerplaatsen voorzien voor bussen (schoolzwemmen).
Bodem
Om de zwembadwater kwaliteit te behouden is er een opslag van natriumhypochloriet en zwavelzuur. Gezien de aard van de stof is er een periodieke verplichting tot een bodemonderzoek. Het laatste onderzoek werd uitgevoerd in 2023. Het rapport wordt bij de aanvraag gevoegd en omvat de volgende conclusie:
“Vlarebo-rubriek 17.3.3.2°b is namelijk opgenomen in bijlage 5 van de standaardprocedure bij de activiteiten met minder dan gemiddelde kans op een bodemsanering. De opslag gebeurt in twee dubbelwandige, bovengrondse tanks op een vloeistofdichte betonnen vloer in een technisch lokaal naast het zwembad. Er is steeds bodembescherming aanwezig geweest. Het betreft een totale opslag van max. 7,2 ton. De betreffende rubriek is geldig voor een opslag tussen 1 ton en 50 ton. De opslag is dus vrij beperkt in vergelijking met de mogelijke maximale opslag van 50 ton onder deze Vlarebo-rubriek. Daarnaast zijn er ook geen aanwijzingen van incidenten met kans op bodemverontreiniging. Op basis van bovenstaande argumenten kunnen wij als erkend bodemsaneringsdeskundige besluiten dat een administratief onderzoek zonder veldwerk cfr. bemonsteringsstrategie 0 volstaat.
Dit oriënterend bodemonderzoek is decretaal uitgevoerd in het kader van een periodieke verplichting. Er is eerder nog geen bodemonderzoek uitgevoerd op de onderzoekslocatie. Er is nog geen bodemsanering uitgevoerd op de onderzoekslocatie. Volgens het gewestplan is de onderzoekslocatie gelegen in woongebied (type III). Het onderzoeksterrein omvat een stedelijk zwembad (Vlarebo-rubriek 17.3.3.2°b). De bodemsaneringsdeskundige heeft geen stalen genomen van het vaste deel van de aarde en van het grondwater (bemonsteringsstrategie 0: administratief onderzoek zonder veldwerk). Er is geen milieuschade vastgesteld.”
Uit het bodemonderzoek blijkt dat er geen milieuschade werd vastgesteld.
De opslag van zwavelzuur en natriumhypochloriet, gebeurt in een ruimte die volledig is afgewerkt met een vloeistofdichte vloer. De ruimte waarin de stoffen worden opgeslagen wordt bekeken als een lekbak.
Water
Afvalwater
Om de zwembadwater kwaliteit te garanderen wordt het zwembadwater gefilterd.
Er zijn 4 filtersystemen aanwezig:
Systeem 1: 25 m bad omloopdebiet 210m3/h continu, spoeling: 1x wekelijks ( tenzij hoge bezetting is dit mogelijk 2x)
Systeem 2: gedeelte doelgroep ,omloopdebiet 210m3/h ,bestaat uit: Doelgroepenbad 140m3/h continu, Instructiebad 60m3/h continu
Slidetube 10m3/h ,spoeling:1x wekelijks(tenzij hoge bezetting is dit mogelijk 2x)
Systeem 3: buitenbaden, voorlopig buiten werking
Systeem 4:recreatiegedeelte 130m3/h continu, bestaat uit: recreatiebad 68m3/h continu, kinderbad 42m3/h continu, familieglijbaan 18m3/h continu, spoeling:1x wekelijks (tenzij hoge bezetting is dit mogelijk 2x)
Uit de lopende vergunning: de filters hebben elke een debiet van 210 m³/u. er dag wordt één filter gespoeld gedurende circa 5 minuten.
Alle omlooppompen van deze systemen zijn voorzien van frequentie gestuurde pompen, gestuurd door beheersysteem welk deze op lager debiet laat draaien wanneer er geen bezetting is.
Bij spoeling van alle systemen wordt het water boven het filterbed gerecupereerd en naar de buffer gepompt voor er een spoeling gebeurt, hierna wordt de spoeling gedaan via een spoelbuffer( deze wordt continu op niveau gehouden d.m.v. 2-weg ventielen, en debietregeling per systeem i.f.v.de spoelfrequentie per systeem,d.w.z. dat er continu vers water in alle baden komt bij elke spoeling ongeacht welk systeem.
Het vuile spoelwater gaat tijdens de spoeling naar een opvangbuffer, met (na spoeling) een bezinktijd van 2,5u, zolang er geen spoeling gebeurt is er een filterinstallatie voorzien om het water te zuiveren en te gebruiken om sanitaire spoelingen te doen, restwater wordt afgepompt naar het riool ,indien er een volgende spoeling dient te gebeuren, is dit voorzien van een niveaumeting om zoveel mogelijk water te recupereren.
Het spoelwater dat door de filters gaat wordt uiteindelijk opgevangen om vervolgens gebruikt te worden voor het sanitair.
De zwembadwaterkwaliteit wordt op regelmatige basis gecontroleerd conform de wettelijke verplichtingen.
Huishoudelijk afvalwater:
Er wordt gevraagd huishoudelijke afvalwater te lozen met een debiet van maximaal 10 m3/uur, 110 m3/dag, 38500 m3/jaar in de openbare riolering. De exploitatie is gelegen in centraal gebied.
Het dossier bevat geen verdere informatie betreffende de lozing van het huishoudelijk afvalwater. In de lopende vergunning van het zwembad werd aangegeven dat het huishoudelijk afvalwater afkomstig is van de sanitaire installaties en de cafetaria. Het afvalwater wordt geloosd in de riolering langs de Diestseweg en afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie van Geel. Het afvalwater van de cafetaria wordt geloosd via een vetvang. De exploitant dient te waken over de goede werking van de vetvang door een regelmatige lediging en reiniging.
Het advies van VMM luidt:
“De lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering dient te voldoen aan de algemene voorwaarden voor de lozing van huishoudelijk afvalwater in het centraal gebied;”
Bedrijfsafvalwater
Het bedrijfsafvalwater is afkomstig van het spoelen van de filters en wordt geloosd met een maximaal debiet van 2m³/u; 44m³/d en 15.400 m³/j. Het afvalwater wordt geloosd in de riolering langs de Diestseweg en afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie van Geel.
Uit de lopende vergunning kan de volgende informatie worden gehaald:
Aangezien er enkel een DWA-net is voorzien, en bedrijfsafvalwater mag geloosd worden tegen 2 m³/u zonder de plaatsing van een debietmeetsysteem, wordt gewerkt met een pomp die 22 u per dag in werking is tegen 2 m³/u. Het spoelwater wordt gezuiverd door een zandfilter en hergebruikt voor toiletten en schoonmaak.
Bij de schoonmaak van één van de baden of de buferkelders wordt de inhoud zo veel mogelijk overgepompt naar de andere baden en bufferkelders.
Het advies van VMM luidt:
“De lozing van bedrijfsafvalwater met een debiet van max. 2 m³/uur, 44 m³/dag en 15.400 m³/jaar dient te voldoen aan de algemene voorwaarden voor de lozing van bedrijfsafvalwater in de openbare riolering en de vergunde bijzondere lozingsvoorwaarden”
De vergunde bijzondere lozingsvoorwaarden zijn:
De bijzondere voorwaarden uit de vergunning worden overgenomen in de hernieuwing.
Het bedrijfsafvalwater moet apart controleerbaar zijn alvorens het samenkomt met het huishoudelijk afvalwater.
Als huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater samen geloosd worden, zonder een aparte controlevoorziening/staalnamepunt voor de samenvoeging, wordt het geheel gezien als bedrijfsafvalwater en dient de desbetreffende rubriek te worden aangevraagd.
Hemelwater
Er is een hemelwaterbuffer aanwezig, deze heeft een volume van 105 m3. Het hemelwater wordt eerst geloosd in deze buffer, voor het in de openbare riolering terechtkomt.
Bij de bouw van de fietsenstalling werden in 2023 drie extra hemelwaterputten van elks 10.000 liter voorzien.
Er ligt een klein deel van het perceel in een overstromingsgevoelige zone, het betreft de zone naast het gebouw.
Het gaat om de volgende categorie: B - Kleine kans op overstromingen onder klimaatverandering
Het risico op overstromingen wordt als zeer beperkt ingeschat.
Volgens de aanvraag wordt er enkel drinkwater (waterleiding) gebruikt in de inrichting. Het gaat hier over 43.900 m³/jaar. Het water afkomstig van het spoelen van de filters wordt zo veel mogelijk gebruikt voor de sanitaire voorzieningen. Het restwater gaat naar de riolering.
Volgens het integraal waterbeleid en art. 4.2.1.3§5 (ingedeelde inrichtingen) of artikel 6.2.2.1.2§4 (niet-ingedeelde inrichtingen) van Vlarem II moet voor de afvoer van hemelwater de voorkeur gegeven worden aan de afvoerwijzen zoals hierna in afnemende graad van prioriteit vermeld:
1. opvang voor hergebruik
2. infiltratie op eigen terrein
3. buffering met vertraagd lozen in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater
4. lozing in de regenwaterafvoerleiding (RWA) in de straat
5. slechts wanneer de best beschikbare technieken geen van voornoemde afvoerwijzen toelaten, mag het hemelwater geloosd worden in de openbare riolering.
Door de steeds groter wordende droogteproblematiek en het ondertekenen van de burgemeestersconvenant 2030 door de gemeente, is binnen het vergunningenbeleid nadruk op circulair watergebruik van alternatieve waterbronnen aangewezen.
Ook in de Blue deal, hét plan van de Vlaamse Overheid in de strijd tegen droogte en waterschaarste enerzijds en wateroverlast anderzijds, staan volgende pijlers centraal:.
1. openbare besturen geven het goede voorbeeld en zorgen voor gepaste regelgeving
2. circulair watergebruik als regel
3. landbouw en natuur als deel van de oplossing
4. particulieren sensibiliseren en stimuleren om te ontharden
5. verhogen van de bevoorradingszekerheid
6. samen investeren in innovatie om ons watersysteem slimmer, robuuster en duurzamer te maken
Het volume van de hemelwaterput dient in verhouding te zijn met het potentiële hergebruik.
Opgemerkt dient te worden dat er voor laagwaardige toepassingen maximaal ingezet moet worden op recuperatiewater door in voldoende hemelwaterbuffering, maar ook in voldoende aftappunten te voorzien. Bijvoorbeeld voor het reinigen van gebouwen, toiletspoelingen, beregening groenvoorziening, etc. is hemelwater inzetbaar.
Preventief in functie van waterschaarste en/of wateroverlast is een verduurzaming van de waterhuishouding nodig om de inrichting klimaatbestendig te maken.
Het volume van de hemelwaterput dient in verhouding te zijn met het potentiële hergebruik. Bij het zwembad zou hergebruik van hemelwater bijvoorbeeld mogelijk zijn bij de sanitaire installaties, het reinigen van de gebouwen en het beregenen van de groenvoorziening op het terrein.
Als we naar vergunningen van onbepaalde duur gaan kan het niet de bedoeling zijn dat dat er géén hemelwaterhergebruik wordt gerealiseerd. Het is nodig en wettelijk vastgelegd, om in circulair water te voorzien om verdere exploitatie klimaatbestendig en duurzaam te maken voor wat betreft het wateraspect.
De nieuwe fietsenstalling werd voorzien van drie extra hemelwaterputten van in totaal 30.000 liter. In de vergunning werd opgelegd dat dit water gebruikt zal worden door de technische dienst van de stad Geel voor het bevloeien van de aanplantingen in het centrum.
De exploitant dient na te gaan voor welke toepassingen hemelwater nog extra kan worden ingezet. Hierbij dient te worden uitgegaan van een maximaal gebruik van hemelwater tenzij dit technisch of hygiënisch niet mogelijk is. De grote van de hemelwaterputten dient afgestemd te worden ten opzichte van het mogelijke hemelwatergebruik.
Deze aftoesting dient te gebeuren uiterlijk 1 jaar na het verlenen van deze vergunning. De resultaten dienen voorgelegd te worden aan de vergunningverlenende overheid. In de aftoesting dient vermeld te worden welke maatregelen op welke termijn gerealiseerd zullen worden.
Energie
De warmte die ontstaat door het gebruik van luchtgroepen wordt gerecupereerd, deze warmte wordt aan het zwembadwater toegevoegd. Dat proces gaat als volgt:
De extractielucht warmt de pulsielucht op via 2 verwarmingsbatterijen die in verbinding staan. De restwarmte wordt door een warmtepomp uit het water, dat circuleert tussen de 2 verwarmingsbatterijen, gehaald en in het zwembadwater gestoken via een platenwarmtewisselaar. Op deze manier wordt er efficiënt omgegaan met energie en wordt er op jaarbasis heel wat energie bespaard.
Lucht
Koelinstallaties/warmtepompen
De technische gegevens van de koelinstallaties/warmtepompen werd toegevoegd aan de aanvraag. Hieruit blijkt dat de volgende koelmiddelen worden gebruikt: R-410A en R-32.
R-410A heeft een hoog GWP van 2088; dat van R32 ligt veel lager en bedraagt 675.
Op 20/2/2024 werd de nieuwe EU-verordening rond F-gassen gepubliceerd in het staatsblad. Dit voorziet in een snellere afbouw van HFK’s dan de vorige verordening. De vorige EU-verordening voerde in 2014 een quotasysteem in die importeurs en producenten van HFK’s beperkingen oplegden qua volumes HFK’s en HFK-bevattende apparatuur die op de EU-markt mochten worden gebracht. Door trapsgewijs de toegelaten quota’s te reduceren moest dit quotasysteem ervoor zorgen dat de hoeveelheid HFK’s die tegen 2030 op de markt wordt gebracht met 79% wordt gereduceerd ten opzichte van de hoeveelheid die in 2015 op de markt werd gebracht (in CO2-equivalenten uitgedrukt). De nieuwe EU-verordening legt op dat in 2030 het op de EU-markt toegelaten volume met 95% in plaats van 79% moet gereduceerd zijn. Op langere termijn (2050) zullen geen nieuw geproduceerde HFK’s nog op de EU-markt mogen worden geplaatst.
Concreet betekent dit dat er steeds minder HFK-koelmiddelen op de markt zullen beschikbaar zijn en dat hierdoor de kostprijs van HFK-koelmiddelen nog meer zal stijgen en het bijgevolg interessanter wordt om over te stappen naar F-gasvrije koelsystemen.
Exploitanten van bestaande koel-, airco- en warmtepompapparatuur op basis van HFK’s doen er bovendien goed aan installaties zo lekdicht en duurzaam mogelijk te onderhouden aangezien de beschikbaarheid van HFK’s daalt en de kostprijs ervan stijgt.
R32 is een HFK met een lage GWP: 657, maar ook dit koelmiddel zal stillaan worden uitgefaseerd.
Stookinstallaties
De aanwezige stookinstallaties worden goed onderhouden en bijgesteld indien nodig.
De firma Equans is verantwoordelijk voor het onderhoud van de technische installaties aanwezig in het gebouw. Indien er hier problemen mee zijn zorgt Equans voor de correcte opvolging. Equans zorgt ook voor de nodige keuringen.
Aangezien het installaties betreft van > 300kW zijn emissiemetingen verplicht.
De laatste metingen dateren van 23/05/2022. Hieruit bleek dat er geen norm overschrijdingen waren. Het verslag wordt bij de aanvraag gevoegd.
Deze gegevens werden gebruikt om de impactscore te berekenen m.b.t stikstof (zie luik biodiversiteit)
In vergelijking met de bestaande toestand zijn er geen wijzigingen m.b.t. luchtemissies/geur emissies.
Het gebouw wordt verwarmd met twee stookinstallaties en warmtepompen. In het kader van deze aanvraag zijn er geen veranderingen. De stookinstallaties worden conform de wetgeving nagekeken. Dit om het rendement op peil te houden alsook om de emissies naar de omgeving zoveel mogelijk te beperken.
Er wordt niet verwacht dat de gevraagde veranderingen (regularisatie betaande toestand) een onaanvaarbaar effect zal hebben op de omgeving. De exploitant dient er wel rekening mee te houden dat de koelmiddelen gebruikt in de koelinstallaties/warmtepompen HFK bevatten en dat deze op termijn zullen uitgefaseerd worden.
Geluid
De buitenunit van de airco’s burelen staat op het dak naast de dubbele deur en de buitenunit van de airco’s van de refter staat in de kelder.
Gezien deze op het dak staan en gezien de minimale geluidsproductie alsook de afstand tot omliggende woningen (>50 meter), wordt de impact van geluid of trillingen als beperkt ingeschat.
Biodiversiteit
Er zijn geen beschermde zones of biologisch waardevolle gebieden in de onmiddellijke omgeving.
Het dichtstbijzijnde habitatrichtlijn gebied bevindt zich op ca. 1400 meter van de inrichting (Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor).
Aangezien het enkel een hervergunning betreft en er geen grote wijzigingen zijn i.v.m. de bestaande toestand, wordt de impact op de omliggende natuur als zeer beperkt ingeschat.
De impactscore werd ook berekend (emissiemetingen zijn verplicht als het vermogen > 300kW bedraagt), de aanwezige stookinstallaties stoten namelijk een beperkte hoeveelheid stikstof uit naar de omgeving. Bij de aanvraag werd een voortoets gevoegd waaruit blijkt dat er voor de getoetste effecten geen risico op een betekenisvolle aantasting van actuele of mogelijke toekomstige habitats binnen Habitatrichtlijngebied (SBR-H) wordt verwacht.
Aan de aanvraag werd ook een toetsing van de stikstofdepositie gevoegd. Voor het bepalen van de impact van de vervoersbewegingen werd een beroep gedaan op de voortoetstabellen voertuigen afkomstig uit de recente VITO studie 'Voertuigemissies en de minimisnormen: een analytische benadering voor wegverkeer' als alternatief voor een IFDM-traffic modellering.
De volgende impactberekening wordt bekomen:
Indien er wordt uitgegaan van de absolute worst-case aannames, is het maximaal aantal voertuigen per jaar waarbij geen overschrijding optreedt van de 1%-drempelwaarde 70.000 voor licht verkeer en 9.000 voor zwaar verkeer.
Het aantal lichte voertuigen dat verwacht wordt voor het stedelijk zwembad Geel is gemiddeld 232.000 verplaatsingen per jaar. De impactscore voor licht verkeer is bijgevolg 331,42% (van de 100%).
Er zijn geen zware voertuigverplaatsingen in het kader van dit project. Er zijn wel bussen in het kader van schoolzwemmen. Echter in de 232.000 verplaatsingen op jaarbasis worden eigenlijk al overschat, dit aangezien kinderen in groepen van 20-30 komen zwemmen, hieraan is in werkelijkheid 1 verplaatsing gekoppeld en geen 20-30 verplaatsingen. Daarom is het aannemelijk om te zeggen dat
we nog steeds met een overschatting zitten indien we geen zware verplaatsingen opnemen in deze berekening.
De impact van de aanwezige stookinstallaties werd berekend via de impactscoretool. Hieruit blijkt dat deze een additionele impact hebben van 0,003% De impactscore is bijgevolg 331,43% (van de 100%).
Op basis hiervan kan besloten worden dat de 1%-drempel overschreden wordt voor het absolute worst-case scenario. Bijgevolg wordt overgaan naar de tweede stap: de worst case aannames met de reële afstand tot de SBZ-H (1.400m).
Indien er wordt uitgegaan van de absolute worst-case aannames, is het maximaal aantal voertuigen per jaar waarbij geen overschrijding optreedt van de 1%-drempelwaarde 6.431.000 voor licht verkeer en 874.000 voor zwaar verkeer.
Het aantal lichte voertuigen dat verwacht wordt voor het stedelijk zwembad Geel is gemiddeld 232.000 verplaatsingen per jaar. De impactscore voor licht verkeer is bijgevolg 3,61% (van de 100%). Er zijn geen zware voertuigverplaatsingen in het kader van dit project. Er zijn wel bussen in het kader van schoolzwemmen. Echter in de 232.000 verplaatsingen op jaarbasis worden eigenlijk al overschat,
dit aangezien kinderen in groepen van 20-30 komen zwemmen, hieraan is in werkelijkheid 1 verplaatsing gekoppeld en geen 20-30 verplaatsingen. Daarom is het aannemelijk om te zeggen dat we nog steeds met een overschatting zitten indien we geen zware verplaatsingen opnemen in deze berekening.
De impact van de aanwezige stookinstallaties werd berekend via de impactscoretool. Hieruit blijkt dat deze een additionele impact hebben van 0,003%. De impactscore is bijgevolg 3,61% (van de 100%).
Op basis hiervan kan besloten worden dat de 1%- drempel niet overschreden wordt voor het worst-case scenario met aanpassing van de afstand.
Conclusie
Op basis van het worst-case scenario kan er besloten worden dat de stikstofdepositie gegenereerd door het project in het kader van vervoersbewegingen en de emissies niet significant is. De impactscore blijft namelijk ruimschoots onder de 1% drempel voor stikstofdepositie. Een bijkomende Passende Beoordeling wordt niet noodzakelijk geacht.
Afval
Er is geen specifieke productie van afval:
In het gebouw wordt huishoudelijk afval selectief ingezameld, vervolgens wordt het door IOK opgehaald en verder verwerkt. Andere afvalstromen zijn niet aanwezig op het perceel. Er wordt geen bedrijfsafval geproduceerd door de exploitant.
Licht
Het dossier bevat geen informatie betreffende de verlichting. De exploitant treft de nodige maatregelen om lichthinder te voorkomen. Het gebruik en de intensiteit van lichtbronnen in open lucht zijn beperkt tot de noodwendigheden inzake uitbating en veiligheid. De verlichting is dermate geconcipieerd dat niet-functionele lichtoverdracht naar de omgeving maximaal wordt beperkt.
Milieutechnische Conclusie
Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur, op de mens, buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden. Er is dan ook geen aanleiding om een ongunstig advies te formuleren betreffende de voorliggende aanvraag.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Overwegende dat in artikel 5.3.1 van het DABM opgenomen is dat de vergunningverlenende overheid de omgevingsvergunning voor het exploiteren van een ingedeelde inrichting of activiteit dient te weigeren als de exploitatie in strijd is met o.a. een stedenbouwkundig voorschrift of een verkavelingsvoorschrift, voor zover daarvan niet op geldige wijze kan worden afgeweken, lijkt het aangewezen om in voorliggend advies een aftoetsing te maken aan de gekende stedenbouwkundige voorschriften.
De exploitatie is volgens het gewestplan gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Gelet op bovenstaande kan gesteld worden dat de ligging van de inrichting in overeenstemming is met de bestemming volgens het gewestplan in zoverre de ruimtelijke draagkracht van het woongebied niet wordt overschreden.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 8 augustus 2024 tot en met 6 september 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
De omgevingsvergunning voor het veranderen en hernieuwen van het stedelijk zwembad, gelegen te Geel, Fehrenbachstraat 26A, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie H 1470p3 en 1463l
bestaande uit de volgende ingedeelde inrichtingen en activiteiten:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.2.2°a) | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van ander huishoudelijk afvalwater dan huishoudelijk afvalwater dat afkomstig is van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar als het lozingspunt is gelegen in een gemeente waarvoor het gemeentelijke zoneringsplan definitief is vastgesteld het lozingspunt ligt in een centraal gebied of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied of buiten het zoneringsplan: het lozen van 10 m3/uur, 110 m3/dag, 38500 m3/jaar huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering. | 38500 m3/jaar | 3 |
3.4.1°b) | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van dit besluit, met een debiet tot en met 2 m3/h, als het bedrijfsafvalwater een of meer gevaarlijke stoffen in een hogere concentratie dan de voormelde concentraties bevat: het lozen van maximum 2 m3/uur, 44 m3/dag en 15.400 m3/jaar bedrijfsafvalwater in het DWA net van de openbare riolering. | 15400 m3/jaar | 2 |
16.3.2°a) | Airco met een vermogen van: 28 kW, warmtepomp met een vermogen van 16,68 kW en 13,7 kW en een warmtepompboiler met een vermogen van 2.3 kW | 60,68 kW | 3 |
17.3.4.2°b) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied: de opslag van maximaal 3.600 kg zwavelzuur en 3.600 kg natriumhypochloriet in twee bovengrondse tanks | 7200 kg | 2 |
17.3.8.2° | vloeistoffen en vaste stoffen die gevaarlijk zijn voor het aquatisch milieu opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS09 (), met een gezamenlijke opslagcapaciteit van: meer dan 2 ton tot en met 200 ton: de opslag van maximaal 3.600 kg | 3,6 ton | 2 |
32.8.1.1°c) | baden: alle hierna vermelde inrichtingen, met inbegrip van baden die verbonden zijn aan of die behoren tot privéclubs, campings, scholen en dergelijke, voor zover ze bestaan uit een vaste constructie. (25-meterbad van 388 m²; doelgroepenbad van 142 m²; een instructiebad van 110 m2; een recreatiebad van 78 m²; een kinderbad van 71 m²; een buitenbad van 200 m² en een buitenkinderbad van 75 m².
| 1064 m2 | 2 |
43.1.1°b) | het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 500 kW tot en met 5000 kW, als het een inrichting betreft als vermeld in 1°, c): 2 stookinstallaties op aardgas met een vermogen van elk 425 kW. | 850 kW | 3 |
Kan toegestaan worden voor een termijn van onbepaalde duur
Mits het naleven van de volgende voorwaarden:
Voorwaarden
Wat betreft de aangevraagde rubrieken, zijn - overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering d.d. 01.06.1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne – B.S. d.d. 31.07.1995 (VLAREM II), met latere wijzigingen - volgende algemene en sectorale voorwaarden van toepassing:
Deel 4 Vlarem II: Algemene milieuvoorwaarden ingedeelde inrichtingen
Omschrijving | Deel |
Algemene voorschriften | Hoofdstuk 4.1 |
Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging | Hoofdstuk 4.2 |
Beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging | Hoofdstuk 4.3 |
Beheersing van luchtverontreiniging | Hoofdstuk 4.4 |
Beheersing van geluidshinder | Hoofdstuk 4.5 |
Beheersing van hinder door licht | Hoofdstuk 4.6 |
Beheersing van asbest | Hoofdstuk 4.7 |
Verwijdering van PCB’s en PCT’s | Hoofdstuk 4.8 |
Energieplanning en energieaudits | Hoofdstuk 4.9 |
Emissies van broeikasgassen | Hoofdstuk 4.10 |
Deel 5 Vlarem II: Sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen
Omschrijving | Deel |
Het lozen van afvalwater en koelwater | Hoofdstuk 5.3 |
Behandelen van gassen | Hoofdstuk 5.16 |
Opslag van gevaarlijke producten | Hoofdstuk 5.17 |
Ontspanningsinrichtingen en schietstanden | Hoofdstuk 5.32 |
Stookinstallaties | Hoofdstuk 5.43 |
Deel 6 VLAREM II: voorwaarden voor niet ingedeelde inrichtingen
Omschrijving | Deel |
Niet-ingedeelde elektrische apparaten en niet-ingedeelde inrichtingen voor de opslag van elektriciteit | Hoofdstuk 6.13 |
De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen worden teruggevonden in Vlarem II. Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijzigingen van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van Vlarem II is te raadplegen via volgende weblink:
https://navigator.emis.vito.be/mijn-navigator?woId=263
Bijzondere milieuvoorwaarden:
De volgende aandachtspunten worden meegegeven:
Lasten
Niet van toepassing
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne
Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning voor het veranderen en hernieuwen van het stedelijk zwembad, gelegen te Geel, Fehrenbachstraat 26A, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie H 1470p3 en 1463l goed te keuren en de vergunning af te leveren voor de volgende ingedeelde inrichtingen en activiteiten:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.2.2°a) | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van ander huishoudelijk afvalwater dan huishoudelijk afvalwater dat afkomstig is van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar als het lozingspunt is gelegen in een gemeente waarvoor het gemeentelijke zoneringsplan definitief is vastgesteld het lozingspunt ligt in een centraal gebied of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied of buiten het zoneringsplan: het lozen van 10 m3/uur, 110 m3/dag, 38500 m3/jaar huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering. | 38500 m3/jaar | 3 |
3.4.1°b) | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van dit besluit, met een debiet tot en met 2 m3/h, als het bedrijfsafvalwater een of meer gevaarlijke stoffen in een hogere concentratie dan de voormelde concentraties bevat: het lozen van maximum 2 m3/uur, 44 m3/dag en 15.400 m3/jaar bedrijfsafvalwater in het DWA net van de openbare riolering. | 15400 m3/jaar | 2 |
16.3.2°a) | Airco met een vermogen van: 28 kW, warmtepomp met een vermogen van 16,68 kW en 13,7 kW en een warmtepompboiler met een vermogen van 2.3 kW | 60,68 kW | 3 |
17.3.4.2°b) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied: de opslag van maximaal 3.600 kg zwavelzuur en 3.600 kg natriumhypochloriet in twee bovengrondse tanks | 7200 kg | 2 |
17.3.8.2° | vloeistoffen en vaste stoffen die gevaarlijk zijn voor het aquatisch milieu opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS09 (), met een gezamenlijke opslagcapaciteit van: meer dan 2 ton tot en met 200 ton: de opslag van maximaal 3.600 kg | 3,6 ton | 2 |
32.8.1.1°c) | baden: alle hierna vermelde inrichtingen, met inbegrip van baden die verbonden zijn aan of die behoren tot privéclubs, campings, scholen en dergelijke, voor zover ze bestaan uit een vaste constructie. (25-meterbad van 388 m²; doelgroepenbad van 142 m²; een instructiebad van 110 m2; een recreatiebad van 78 m²; een kinderbad van 71 m²; een buitenbad van 200 m² en een buitenkinderbad van 75 m².
| 1064 m2 | 2 |
43.1.1°b) | het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 500 kW tot en met 5000 kW, als het een inrichting betreft als vermeld in 1°, c): 2 stookinstallaties op aardgas met een vermogen van elk 425 kW. | 850 kW | 3 |
voor een termijn van onbepaalde duur
Wat betreft de aangevraagde rubrieken, zijn - overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering d.d. 01.06.1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne – B.S. d.d. 31.07.1995 (VLAREM II), met latere wijzigingen - volgende algemene en sectorale voorwaarden van toepassing:
Deel 4 Vlarem II: Algemene milieuvoorwaarden ingedeelde inrichtingen
Omschrijving | Deel |
Algemene voorschriften | Hoofdstuk 4.1 |
Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging | Hoofdstuk 4.2 |
Beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging | Hoofdstuk 4.3 |
Beheersing van luchtverontreiniging | Hoofdstuk 4.4 |
Beheersing van geluidshinder | Hoofdstuk 4.5 |
Beheersing van hinder door licht | Hoofdstuk 4.6 |
Beheersing van asbest | Hoofdstuk 4.7 |
Verwijdering van PCB’s en PCT’s | Hoofdstuk 4.8 |
Energieplanning en energieaudits | Hoofdstuk 4.9 |
Emissies van broeikasgassen | Hoofdstuk 4.10 |
Deel 5 Vlarem II: Sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen
Omschrijving | Deel |
Het lozen van afvalwater en koelwater | Hoofdstuk 5.3 |
Behandelen van gassen | Hoofdstuk 5.16 |
Opslag van gevaarlijke producten | Hoofdstuk 5.17 |
Ontspanningsinrichtingen en schietstanden | Hoofdstuk 5.32 |
Stookinstallaties | Hoofdstuk 5.43 |
Deel 6 VLAREM II: voorwaarden voor niet ingedeelde inrichtingen
Omschrijving | Deel |
Niet-ingedeelde elektrische apparaten en niet-ingedeelde inrichtingen voor de opslag van elektriciteit | Hoofdstuk 6.13 |
De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen worden teruggevonden in Vlarem II.
Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijzigingen van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van Vlarem II is te raadplegen via volgende weblink:
https://navigator.emis.vito.be/mijn-navigator?woId=263
Bijzondere milieuvoorwaarden:
De volgende aandachtspunten worden meegegeven: