Terug
Gepubliceerd op 29/10/2024

2024_CBS_02795 - Omgevingsvergunning - bouwen van een woning met carport te Berkenstraat 24 (202400284 swa) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 28/10/2024 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Bart Julliams; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Griet Smaers; Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_02795 - Omgevingsvergunning - bouwen van een woning met carport te Berkenstraat 24 (202400284 swa) - Vergunning 2024_CBS_02795 - Omgevingsvergunning - bouwen van een woning met carport te Berkenstraat 24 (202400284 swa) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

 Uiterste beslissingsdatum: 28/10/2024

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024081160

Dossiernummer gemeente: 202400284 

Inrichtingsnummer: 20240611-0016

 

De gemeente Geel heeft op 11 juni 2024 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van een woning met carport. De aanvraag werd op 29 augustus 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Alessandro Joliens wonende Bernstraat 11 te 9890 Gavere

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Berkenstraat 24

Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie K nr. 1232G

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in: 

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan. 

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend: 

  • Verkavelingsvergunning (2115) voor verkavelen in 29 loten voor vrijstaande en 6 loten voor gekoppelde eengezinswoningen, een sociaal lot en de aanleg van een nieuwe weg en plein - goedgekeurd op 10/10/2016.
  • Verkavelingsvergunning (1951 B) voor aanvraag voor een nieuwe verkaveling (wonen of industrie) - geweigerd op 10/02/2010.
  • Milieuvergunning 2017/M3/05068 voor droogzuiging - goedgekeurd op 02/10/2017.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het perceel is gelegen in de Berkenstraat binnen een residentiële wijk. Het betreft een hoekperceel. Links van het perceel ligt een voetweg. Rechts ligt een onbebouwd perceel dat deel uitmaakt van dezelfde verkaveling. Het achterliggend perceel, gelegen aan de weg “Schiplakens”, is bebouwd met een ééngezinswoning.

Stedenbouwkundige handelingen

Huidige aanvraag beoogt het bouwen van een ééngezinswoning met carport; het aanleggen van verhardingen; het aanleggen van een wadi.

De eengezinswoning heeft een bouwbreedte van 8 meter. De bouwdiepte bedraagt 10 meter. De woning wordt ingeplant op 5 meter van de rooilijn en op 3 meter van de linkse perceelsgrens. De afstand tot de rechtse perceelsgrens bedraagt 3,28 meter. Echter wordt in deze zijtuinstrook de carport voorzien. De woning heeft een hoogte van 6,30 meter en wordt voorzien van een plat dak.

Op het gelijkvloers beschikt de woning over een keuken met eethoek, een zithoek, een wasplaats en een inkomhal met toilet. Op verdieping beschikt de woning over 2 slaapkamers, een badkamer met toilet, een berging met technische ruimte en een overloop.

Er wordt een septische put van 2000 liter voorzien. Er wordt een regenwaterput voorzien van 7500 liter met overloop naar de wadi. Het regenwater zal hergebruikt worden voor de toiletten, een buitenkraan en de wasmachine.

De carport heeft een bouwbreedte van 3,28 meter. De bouwdiepte bedraagt 7 meter. De carport wordt ingeplant op 3 meter achter de voorgevelbouwlijn. De hoogte bedraagt 3 meter. De carport wordt afgewerkt met een plat dak.

De woning/carport wordt opgericht in volgende materialen:

  • Witte gevelsteen
  • Zwarte PVC ramen
  • Arduin en aluminium dorpels
  • Regenafvoer in zink
  • Houten constructie met gevelbekleding voor de carport
  • Gemeenschappelijke muur in gevelsteen

De wadi heeft een lengte van 5 meter en een breedte van 3,10 meter. De diepte bedraagt 50 centimeter. De wadi wordt voorzien in de achtertuin op 50 centimeter van de rechtse perceelsgrens.

In de voortuin wordt een oprit (inclusief pad naar de voordeur) voorzien vanaf de rooilijn tot aan de carport. De oppervlakte van deze waterdoorlatende klinkerverharding bedraagt 28,12m². Achter de woning wordt een terras van 24,5m² voorzien. Dit terras wordt aangelegd in niet-waterdoorlatende tegels en zal afwateren naar de tuin.

Milieu

Om een regenwater- en septische put te plaatsen wordt een tijdelijke bronbemaling aangevraagd.

De volgende rubrieken en hoeveelheden worden aangevraagd:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

Bemaling voor het bouwen van een kruipruimte en plaatsen RW put en septische put (Nieuw)

1800 m³/jaar

3

 

Bemaling voor het plaatsen van putten en bouwen van een kruipruimte.

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 17 september 2024 werd het voorwaardelijk gunstig advies ontvangen van AQUAFIN, met als referentie ‘P24005698’, waarvan de conclusie als volgt leest:

 

Conclusie van het advies 

Het dossier kan gunstig geadviseerd worden. 

Er dient eveneens rekening te worden gehouden met de volgende voorwaarden: 

  • De diameter van de afval- en hemelwateraansluiting mag max. 160 mm bedragen. In verband met de aansluiting van de bouw op het openbaar stelsel verwijzen we naar de stad Geel die de modaliteiten hiervoor zal vastleggen. 
  • Afvalwater en hemelwater moeten volledig gescheiden worden. 
  • Er dient te worden aangesloten op de bestaande / nieuw geplaatste huisaansluiting. Hierbij dient men rekening te houden met zowel diepte als ligging. Indien aansluiten niet mogelijk is, moeten maatregelen op eigen terrein genomen worden (bv. pompen). 
  • Gravitaire kelderaansluitingen zijn niet toegelaten bij nieuwbouw. 
  • Indien afvoerpunten van het gebouw lager gelegen zijn dan het straatniveau dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient in het private leidingenstelsel geplaatst te worden en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder. 

 

Er dient voldaan te worden aan volgende algemene voorwaarden: 

  • Indien er een bemaling wordt opgezet moet het bemalingswater bij voorkeur ter plaatse infiltreren. Wanneer dit niet mogelijk is kan er worden aangesloten op oppervlaktewater of een RWA leiding. Pas als de bovenstaande opties technisch niet haalbaar zijn mag er geloosd worden op een afvalwaterleiding. Hiervoor moet een vergunning aangevraagd worden op de site van Aquafin bij technische partners indien het debiet >10 m³/u. 
  • Bij de uitvoering van de werken en de aanleg van de infiltratievoorziening(en) dient rekening te worden gehouden met de VLARIO richtlijnen infiltratievoorzieningen. De infiltratievoorzieningen mogen in geen geval drainerend werken. Voorbeelden van infiltratievoorzieningen kunnen gevonden worden op www.blauwgroenvlaanderen.be 

 

Op 21 oktober 2024 werd het voorwaardelijk gunstig advies ontvangen van de stadsdienst Openbaar Domein, als volgt geformuleerd:

 

Voorwaardelijk gunstig:

* Het hydraulisch advies van Aquafin dient integraal gevolgd te worden.

* Indien een noodoverloop van de infiltratievoorziening naar de openbare riolering gelegd wordt, moet deze aangesloten worden op de bestaande huisaansluitpunten RWA.

* Een septische put is niet noodzakelijk, indien deze wel geïnstalleerd wordt, moeten hier zowel het fecaal afvalwater als het grijsafvalwater op aangesloten worden.

* Zowel de septische put als de hemelwaterput moeten op min. 8 m uit de as van de weg geplaatst worden.

* Voor de eerste ingebruikname van de privériolering moet deze gekeurd worden door een erkende VLARIO-deskundige. Zonder keuringsattest mag de privéwaterafvoer niet op het openbare rioleringsstelsel aangesloten worden.

* De afwatering van het terras en van de oprit naar de groenzone mag niet leiden tot wateroverlast op aanpalende percelen of op het openbaar domein.

* De oprit vanuit de openbare weg naar de carport wordt aangelegd zoals op de plannen voorzien.

 

  1. Project-MER

Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

Het perceel is gelegen binnen een goedgekeurde verkaveling. De aanvraag voldoet aan de voorschriften van deze verkaveling.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 gecoördineerd op 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31 oktober 2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan. 

Het perceel gelegen te Geel, Afdeling 3, Sectie K, nr. 1232G stroomt af naar de Kwalijkloop, een (on)bevaarbare waterloop (van categorie II) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen Grote Nete.

De aanvraag is niet gelegen in signaalgebied

Het project voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening. 

De aanvraag is volgens de watertoetskaart niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied (8/03/2023) pluviaal en fluviaal. 

3. VERENIGBAARHEID MET HET WATERSYSTEEM 

Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid. 

Conclusie: 

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.

 

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen in vogelrichtlijngebied.

Het perceel is niet gelegen in habitatrichtlijngebied.

Het perceel is niet gelegen in VEN-gebied.

Het perceel is niet gelegen in bosgebied.

Het perceel is niet gelegen in natuurgebied.

Er worden geen bomen geveld.

De aanvraag doorstaat de natuurtoets.

 

Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

Scheidingsmuren

De aanvraag heeft betrekking op de oprichting, uitbreiding, afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben de aanvraag mee ondertekend en goedgekeurd.

 

Milieuaspecten

Water

 

Grondwater

 

Voor het bouwen van een regenwaterput en een septische put is een tijdelijke verlaging van de grondwatertafel d.m.v. het plaatsen van een bronbemaling noodzakelijk gedurende 10 dagen.

Er wordt een bronbemaling met rubriek 53.2.2°a) aangevraagd. Naar aanleiding van de aanvraag werd de bemalingsberekening opgevraagd.

Het berekend debiet bedraagt ca. 1800 m³/jaar met een dagelijks debiet van ca. 242 m³.De grondwaterverlaging door de bronbemaling zal ca. 0,7 m bedragen met als diepste punt 1,7 m-mv. De bronbemaling zal het water vooral onttrekken uit het Quartaire aquifer systeem. De horizontale doorlatendheidscoëfficiënt (kh- waarde) van fijn zand is 5,60E-6 m/s.

Binnen de invloedstraal van 171 m liggen noch speciale beschermingszones noch mogelijke verontreinigen.

 

Er wordt in de bijzondere voorwaarden gesteld dat de bronbemaling niet langer dan strikt noodzakelijk in stand mag gehouden worden.

 

Volgens de ladder van Lansink dient het water in eerste instantie hergebruikt te worden op de werf. Het is aangewezen een aftappunt te voorzien zodat het water kan hergebruikt worden op de werf.

 

Het effluent van de bemaling moet afgeleid worden naar de regenweerafvoer van het gescheiden rioleringssysteem, gelegen aan de voorkant van het perceel. De bemalingsinstallatie dient uitgerust te worden met een voorbezinkingssysteem om het grachtenstelsel te vrijwaren van zand- en ijzerpartikels. De werking van het voorbezinkingssysteem dient gewaarborgd te worden door de exploitant.

 

Conform VLAREM II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.

De volgende bijzondere voorwaarden lijken aangewezen:

  • Er dient een aftappunt voorzien te worden op het bemalingssysteem zodat het bemalingswater in eerste instantie kan hergebruikt worden.
  • Het effluent dient afgevoerd te worden naar de regenweerafvoer van het gescheiden rioleringssysteem gelegen aan de voorzijde van het perceel. De bemalingsinstallatie dient uitgerust te worden met een voorbezinkingssysteem om het grachtenstelsel te vrijwaren van zand- en ijzerpartikels. De werking van het voorbezinkingssysteem dient gewaarborgd te worden door de exploitant.
  • Conform VLAREM II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
  • De bronbemaling mag niet langer in stand gehouden worden dan strikt noodzakelijk.

 

Milieutechnische conclusie

Met betrekking tot de (overige) onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies.

 

 

De volgende rubrieken en hoeveelheden worden voorwaardelijk gunstig geadviseerd:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

Bemaling voor het bouwen van een kruipruimte en plaatsen RW put en septische put (Nieuw)

1800 m³/jaar

3

Volgende voorwaarden zijn van toepassing:

Algemene voorwaarden: Hoofdstuk 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6 van VLAREM II
 Sectorale voorwaarden: Hoofdstuk 5.53 van VLAREM II

Bijzondere voorwaarden:

  • Er dient een aftappunt voorzien te worden op het bemalingssysteem zodat het bemalingswater in eerste instantie kan hergebruikt worden.
  • Het effluent dient afgevoerd te worden naar de regenweerafvoer van het gescheiden rioleringssysteem gelegen aan de voorzijde van het perceel. De bemalingsinstallatie dient uitgerust te worden met een voorbezinkingssysteem om het grachtenstelsel te vrijwaren van zand- en ijzerpartikels. De werking van het voorbezinkingssysteem dient gewaarborgd te worden door de exploitant.
  • Conform VLAREM II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
  • De bronbemaling mag niet langer in stand gehouden worden dan strikt noodzakelijk.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft een ééngezinswoning die opgericht wordt binnen een residentiële verkaveling. Het gebouw is functioneel inpasbaar. 

 

Mobiliteitsimpact

Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt. Er wordt parkeergelegenheid voorzien op het eigen terrein.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De eengezinswoning heeft een bouwbreedte van 8 meter. De bouwdiepte bedraagt 10 meter. De woning wordt ingeplant op 5 meter van de rooilijn en op 3 meter van de linkse perceelsgrens. De afstand tot de rechtse perceelsgrens bedraagt 3,28 meter. Echter wordt in deze zijtuinstrook de carport voorzien. De woning heeft een hoogte van 6,30 meter en wordt voorzien van een plat dak.

De carport heeft een bouwbreedte van 3,28 meter. De bouwdiepte bedraagt 7 meter. De carport wordt ingeplant op 3 meter achter de voorgevelbouwlijn. De hoogte bedraagt 3 meter. De carport wordt afgewerkt met een plat dak.

De wadi heeft een lengte van 5 meter en een breedte van 3,10 meter. De diepte bedraagt 50 centimeter. De wadi wordt voorzien in de achtertuin op 50 centimeter van de rechtse perceelsgrens.

In de voortuin wordt een oprit (inclusief pad naar de voordeur) voorzien vanaf de rooilijn tot aan de carport. De oppervlakte van deze waterdoorlatende klinkerverharding bedraagt 28,12m². Achter de woning wordt een terras van 24,5m² voorzien. Dit terras wordt aangelegd in niet-waterdoorlatende tegels en zal afwateren naar de tuin.

De woning heeft een beperkt bouwvolume. Het ontwerp voldoet aan de voorschriften van de goedgekeurde verkaveling. De hoeveelheid verharding blijft beperkt.

 

Visueel-vormelijke elementen

De woning/carport wordt opgericht in duurzame, kwaliteitsvolle materialen:

  • Witte gevelsteen
  • Zwarte PVC ramen
  • Arduin en aluminium dorpels
  • Regenafvoer in zink
  • Houten constructie met gevelbekleding voor de carport
  • Gemeenschappelijke muur in gevelsteen

Het ontwerp is atchitectonisch verantwoord.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden. 

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van AQUAFIN, afgeleverd op 17 september 2024 is voorwaardelijk gunstig.
  •  Het advies van Intern stad Geel afgeleverd op 21 oktober 2024 is voorwaardelijk gunstig.

De adviezen worden gevolgd.

 

Conclusie

De aanvraag wordt voorwaardelijk gunstig geformuleerd.

Voorwaarden

  • De voorwaarden gesteld in het advies van AQUAFIN d.d. 17/09/2024 en met als referentie ‘P24005698’, dienen strikt gevolgd te worden.

Algemene voorwaarden: Hoofdstuk 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6 van VLAREM II
Sectorale voorwaarden: Hoofdstuk 5.53 van VLAREM II

Bijzondere voorwaarden:

  • Er dient een aftappunt voorzien te worden op het bemalingssysteem zodat het bemalingswater in eerste instantie kan hergebruikt worden.
  • Het effluent dient afgevoerd te worden naar de regenweerafvoer van het gescheiden rioleringssysteem gelegen aan de voorzijde van het perceel. De bemalingsinstallatie dient uitgerust te worden met een voorbezinkingssysteem om het grachtenstelsel te vrijwaren van zand- en ijzerpartikels. De werking van het voorbezinkingssysteem dient gewaarborgd te worden door de exploitant.
  • Conform VLAREM II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
  • De bronbemaling mag niet langer in stand gehouden worden dan strikt noodzakelijk.

 Voorwaarden stadsdienst Openbaar Domein

  • Indien een noodoverloop van de infiltratievoorziening naar de openbare riolering gelegd wordt, moet deze aangesloten worden op de bestaande huisaansluitpunten RWA.
  • Een septische put is niet noodzakelijk, indien deze wel geïnstalleerd wordt, moeten hier zowel het fecaal afvalwater als het grijsafvalwater op aangesloten worden.
  • Zowel de septische put als de hemelwaterput moeten op min. 8 m uit de as van de weg geplaatst worden.
  • Voor de eerste ingebruikname van de privériolering moet deze gekeurd worden door een erkende VLARIO-deskundige. Zonder keuringsattest mag de privéwaterafvoer niet op het openbare rioleringsstelsel aangesloten worden.
  • De afwatering van het terras en van de oprit naar de groenzone mag niet leiden tot wateroverlast op aanpalende percelen of op het openbaar domein.
  • De oprit vanuit de openbare weg naar de carport wordt aangelegd zoals op de plannen voorzien.

 

 

Lasten

Niet van toepassing

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die zich er toe verbindt volgende voorwaarden strikt na te leven:

    Voorwaarden
    • De voorwaarden gesteld in het advies van AQUAFIN d.d. 17/09/2024 en met als referentie ‘P24005698’, dienen strikt gevolgd te worden.


    Algemene voorwaarden: Hoofdstuk 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6 van VLAREM II
    Sectorale voorwaarden: Hoofdstuk 5.53 van VLAREM II

    Bijzondere voorwaarden:

    • Er dient een aftappunt voorzien te worden op het bemalingssysteem zodat het bemalingswater in eerste instantie kan hergebruikt worden.
    • Het effluent dient afgevoerd te worden naar de regenweerafvoer van het gescheiden rioleringssysteem gelegen aan de voorzijde van het perceel. De bemalingsinstallatie dient uitgerust te worden met een voorbezinkingssysteem om het grachtenstelsel te vrijwaren van zand- en ijzerpartikels. De werking van het voorbezinkingssysteem dient gewaarborgd te worden door de exploitant.
    • Conform VLAREM II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
    • De bronbemaling mag niet langer in stand gehouden worden dan strikt noodzakelijk.


    Voorwaarden stadsdienst Openbaar Domein

    • Indien een noodoverloop van de infiltratievoorziening naar de openbare riolering gelegd wordt, moet deze aangesloten worden op de bestaande huisaansluitpunten RWA.
    • Een septische put is niet noodzakelijk, indien deze wel geïnstalleerd wordt, moeten hier zowel het fecaal afvalwater als het grijsafvalwater op aangesloten worden.
    • Zowel de septische put als de hemelwaterput moeten op min. 8 m uit de as van de weg geplaatst worden.
    • Voor de eerste ingebruikname van de privériolering moet deze gekeurd worden door een erkende VLARIO-deskundige. Zonder keuringsattest mag de privéwaterafvoer niet op het openbare rioleringsstelsel aangesloten worden.
    • De afwatering van het terras en van de oprit naar de groenzone mag niet leiden tot wateroverlast op aanpalende percelen of op het openbaar domein.
    • De oprit vanuit de openbare weg naar de carport wordt aangelegd zoals op de plannen voorzien.