Terug
Gepubliceerd op 13/08/2024

2024_CBS_02059 - Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) ‘Ossenbruul’ - Standpunt nieuwe procedure opmaak PRUP Ossenbruul - Goedkeuren

College van Burgemeester en Schepenen
ma 12/08/2024 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_02059 - Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) ‘Ossenbruul’ - Standpunt nieuwe procedure opmaak PRUP Ossenbruul - Goedkeuren 2024_CBS_02059 - Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) ‘Ossenbruul’ - Standpunt nieuwe procedure opmaak PRUP Ossenbruul - Goedkeuren

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0029

Aanleiding en context

In 2012 traden de verschillende provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen die hoorden bij de afbakening van het kleinstedelijk gebied van Geel in werking. Daar hoorde ook het PRUP Woon-werkpark bij, dat onder andere de realisatie van woonzones, innovatieve bedrijvenzones en een regionaal bedrijventerrein omvatte. Door een arrest van de Raad van State van 8 april 2014 (zie bijlage), werd het gedeelte van het PRUP dat het regionale bedrijventerrein Ossenbruul (gelegen tussen Poiel en Antwerpseweg) omvatte, vernietigd.

De Raad van State heeft geoordeeld dat het PRUP foutief is onderworpen aan het DABM en het besluit houdende de vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage. De Raad van State oordeelde dat het RUP conform de richtlijnbepalingen in principe plan-MER-plichtig is. 

Na de vernietiging van dit deel van het PRUP heeft de provincie Antwerpen aan de stad Geel aangegeven dat men bereid is om een nieuw planningsinitiatief te nemen voor de realisatie van het regionale bedrijventerrein, maar dat dit wel pas zou gebeuren op het moment dat de stad Geel hier formeel om zou vragen. In zitting van 7 september 2015 stelde het college burgemeester en schepenen de vraag aan de provincie om een nieuwe RUP-procedure op te starten voor het regionale bedrijventerrein Ossenbruul.

In een brief van 25 april 2016 aan het college burgemeester en schepenen (zie bijlage) heeft de provincie Antwerpen laten weten dat de opstart van een PRUP voor het regionaal bedrijventerrein Ossenbruul niet meer mogelijk was voor 2016 aangezien het jaarprogramma van de dienst Ruimtelijke planning geen bijkomende planningsprocessen toe kon laten voor dat jaar. De brief vermeldt wel dat de deputatie de vraag tot opstart van een planningsinitiatief zou meenemen voor het jaarprogramma van 2017 en begin dat jaar zou overwegen of een opstart tot de mogelijkheden behoort. 

De historiek van het dossier wijst uit dat de stad Geel op 27 januari 2017 nog heeft geïnformeerd bij de provincie Antwerpen met de vraag of deze al een beslissing had genomen inzake het opnemen van het planinitiatief in het jaarprogramma 2017 van de dienst Ruimtelijke planning. 


Argumentatie

Overleg dienst ruimtelijke planning provincie Antwerpen - dienst stadsontwikkeling stad Geel 17 juli 2024

Naar aanleiding van lopende planinitiatieven (opmaak RUP Hart voor Ten Aard en PRUP Regionale ontsluiting), alsook een lopend onderzoek naar ruimte voor bedrijvigheid binnen en door de provincie is het dossier PRUP Ossenbruul opnieuw ter sprake gekomen. 

Hierop anticiperend vond op 17 juli 2024 een digitaal overleg plaats tussen de dienst ruimtelijke planning van de provincie Antwerpen (Tine Van Hoof en Tinne Hoskens) en de dienst stadsontwikkeling van de stad Geel (Lucas Cools en Bart Verachtert) om af te wegen of het planinitiatief intussen kan worden opgestart en welke overheid het initiatief neemt. 

Tijdens dit overleg werd eerst bovenstaande historiek van het dossier besproken. Aansluitend hierbij werd aangegeven dat er naar aanleiding van een overleg tussen het kabinet van de deputatie en een delegatie van het stadsbestuur in het provinciehuis, er vanuit het provinciebestuur nog een brief zou verstuurd worden met een voorstel dat het planinitiatief eventueel kan gedelegeerd worden. Deze brief kan echter noch bij de provinciale noch bij de stadsdiensten teruggevonden worden en werd mogelijks nooit verstuurd door de provincie.

Vervolgens werd tijdens het overleg in 2024 aangegeven dat het een complex dossier betreft onder meer omwille van de plancompensatie die overeenkomstig het Verzameldecreet Omgeving van 17 mei 2024 zal moeten voorzien worden, de overstromingsgevoeligheid van het gebied en het mobiliteitsvraagstuk.

Met betrekking tot de planinitiatiefnemende overheid werd door de dienst stadsontwikkeling aangegeven dat er bij de stad geen budget en capaciteit beschikbaar is om het planinitiatief te nemen. Door het provinciebestuur werd aangegeven dat dit wellicht niet in 2025 kan opgestart worden, maar eventueel wel in de planning kan opgenomen worden. Indien het provinciebestuur het planinitiatief neemt, zal er eerst een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd worden.

Er werd afgesproken om de vraag om een nieuwe RUP procedure voor het regionaal bedrijventerrein Ossenbruul op te starten, terug voor te leggen aan het college van burgemeester en schepenen.

Advies

In het meerjarenplan van de stad Geel zijn er momenteel geen budgetten voorzien om een RUP regionaal bedrijventerrein Ossenbruul op te maken en bij de dienst Stadsontwikkeling ontbreekt het hiervoor aan capaciteit (werkkracht). Daarnaast zullen bij de opmaak van een nieuw RUP een aantal zaken gemeentegrensoverschrijdend moeten onderzocht worden zoals bijvoorbeeld de mobiliteitsaspecten en wellicht ook de plancompensatie overeenkomstig het Verzameldecreet Omgeving van 17 mei 2024. Vandaar kan het planinitiatief best door het provinciebestuur opgenomen worden.

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt voorgesteld om de provincie Antwerpen te vragen om een nieuwe RUP procedure op te starten voor het regionale bedrijventerrein Ossenbruul en hiervoor in eerste instantie een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren.

Onderstaande randvoorwaarden kunnen hierbij al worden meegegeven:

  1. Waterhuishouding: Door de lage ligging van het plangebied zal het noodzakelijk zijn om bij een planinitiatief rekening te houden met de huidige watertoets. De zone wordt namelijk gekenmerkt door zowel gebied met een middelgrote als kleine kans op overstromingen. 
  2. Samenhang met de Innovatiecampus: Ten noorden van de weg Poiel wordt op basis van het PRUP Woon-werkpark een innovatief bedrijvenpark ontwikkeld, als spin-off zone voor de Campus van Thomas More / KUL. Op dit bedrijvenpark liggen de ambities naar uitstraling van bebouwing, kwaliteit publieke ruimte, mobiliteit en parkeren, zeer hoog. Het regionaal bedrijventerrein mag hier uiteraard van afwijken omdat er ook een ander type van bedrijvigheid wordt beoogd, maar het bedrijventerrein moet wel aansluiten op het innovatiepark. Ook moet worden voorkomen dat bedrijven die we liefst in het innovatiepark zouden zien vestigen, op kavels van het regionaal bedrijventerrein terechtkomen, waar men geen rekening hoeft te houden met hoge kwaliteitseisen. Geregeld overleg met de partners die het wetenschapspark ontwikkelen (Thomas More, KU Leuven, IOK en Stad Geel) lijkt aangewezen om deze inhoudelijke afstemming vorm te geven.
  3. Mobiliteit: De discipline mobiliteit zal uitvoerig onderzocht moeten worden bij de MER-screening/ -rapportage. Er spelen drie belangrijke tendensen: 
    • De ontwikkeling en uitrol van de innovatiecampus en het voetbalstadion Leunen, alsook de uitbreiding van de scholencampus zorgen samen met de recente ontwikkelingsvragen in de directe omgeving van de rotonde aan de N19 voor een sterke toename van verkeerstromen, waardoor een verzadiging van de infrastructuur (met name de rotonde aan de N19) op specifieke tijdsstippen dreigt. 
    • Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) plant de aanleg van ventwegen aan de Antwerpseweg. De werken zijn op heden nog in voorbereiding.  
    • Een goede ontsluiting van het bedrijventerrein voor trage vervoersmodi en het realiseren van een connectie met de stedelijke voorzieningen betreft een belangrijk uitgangspunt uit het Beleidsplan Ruimte Geel (2024). Ook de connectie met de innovatiecampus en scholencampus moet bijdragen aan het bevorderen van de doorwaadbaarheid van het stedelijk gebied.


Juridische grond

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur - algemene bevoegdheidsbepalingen college van burgemeester en schepenen
<p>Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd op basis van artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het overleg dat op 17 juli 2024 heeft plaatsgevonden tussen de dienst Ruimtelijke Planning van de provincie Antwerpen en de dienst Stadsontwikkeling van de stad Geel.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen vraagt de provincie Antwerpen om een nieuwe RUP procedure op te starten voor het regionale bedrijventerrein Ossenbruul en hiervoor in eerste instantie een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen vraagt de dienst Stadsontwikkeling om bovenstaande randvoorwaarden met betrekking tot de waterhuishouding, de relatie met de Innovatiecampus en de mobiliteit aan het provinciebestuur te bezorgen.