UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 13/8/2024
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024049782
Dossiernummer gemeente: 202400179Inrichtingsnummer: 20240408-0026
De gemeente Geel heeft op 11 april 2024 een aanvraag ontvangen voor het realiseren van een batterijpark. De aanvraag werd op 30 april 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
HybriX Energy BV gevestigd Varendries 37 te 9820 Merelbeke
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Molenberg 16 en 18
Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie B nrs. 260V4, 260R4, 260W3, 260X3, 263L, 294R en 295P2
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied met landelijk karakter
de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut
In dit gebied mogen de werken en handelingen worden uitgevoerd die noodzakelijk zijn voor de instandhouding en gezondmaking van het bestaande gebouwencomplex in functie van de bestemming en gebruik als openbare gemeenschapsvoorziening. Uitbreiding of afbraak, zij het gedeeltelijk, gevolgd door nieuwbouw is niet toegelaten. Bij afbraak van het bestaande gebouwencomplex krijgen de gronden de bestemming van natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat zoals aangegeven in artikel 13, 4.3.2. van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen en worden de voorschriften van toepassing die gelden voor deze bestemming.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing
Verordeningen
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.
Stedenbouwkundig handelingen
De aanvraag betreft het realiseren van een nieuw batterijpark van circa 35 MW en bijhorende infrastructuurwerken.
Door middel van dit batterijpark wenst men bij te dragen aan de bevoorradingszekerheid van elektriciteit in België. De batterij zal opladen in perioden van energie surplus en ontladen in perioden van tekorten en creëert op die manier een buffer van elektriciteit die de stabiliteit van het net ten goede komt. Het batterijpark zal ontwikkeld worden in de nabijheid van Elia’s hoogspanningspost in Heze met het doel om net-ondersteunende diensten te leveren aan de netbeheerder Elia alsook om de onevenwichten op de elektriciteitsmarkt te herstellen. De koppeling wordt hiervoor gemaakt met het 150 kV transfostation “Heze” van ELIA.
Om dit nieuw batterijpark te kunnen realiseren worden volgende werken uitgevoerd:
- Reliëfwijziging: aanleg wadi
- Aanleggen van parkeerplaatsen
- Vellen van bomen
- Plaatsen van een permanent publiciteitsdoek
Daarnaast omvat de vergunningsaanvraag ook volgende niet-vergunningsplichtige handelingen:
• Sloop verharding
• Sloop gebouwen
• Rooien van bomen
De vrijstelling voor sloop van het gebouw gebeurt in navolging van Artikel 13.2 van het Vrijstellingenbesluit, aangezien het een niet-residentiële gebouw betreft met een bouwvolume dat kleiner is dan 1000 m³.
Volgens de beschrijvende nota zal er voor de sloop van de verharding nà het vergunningstraject een sloopopvolgingsplan worden opgemaakt door HybriX en dit vòòr de start van de werkzaamheden van het project. Een sloopopvolgsingsplan is in kader van de omgevingsvergunningsaanvraag niet nodig.
De batterijsite bestaat uit 7 subsystemen. Elk subsysteem bestaat uit 56 batterijracks en 1 MV-skid. De MV skid is een geïntegreerd element dat bestaat uit een transformator en inverter. Het geheel is met elkaar verbonden door middel van een kabeltracé dat naar het middenspanning substation gaat. Vanaf dit substation vertrekt er een kabel naar de hoogspanningsschakelinstallatie. Deze schakelinstallatie met hoogspanningstransformator zorgt ervoor dat de netspanning van het transmissienet omgezet wordt van 150kV naar 15kV, waarop de interne distributie van het batterijsysteem opereert.
Naast het plaatsen van deze batterij, onderstation, substation, schakelinstallatie en kabel zullen ook infrastructuurwerken worden uitgevoerd zoals het (her)aanleggen van verhardingen, een infiltratie- en buffervoorziening (wadi), toegangspoorten en omheining. De aanwezige vegetatie (bomen en struweel) wordt gerooid.
Om deze batterijsite te realiseren worden volgende werken uitgevoerd:
Plaatsen van een middenspanning onderstation(MS01):
Het middenspanning onderstation bestaat uit volgende functies: controlepost, laagspanningsverdeling, middenspanningsverdeling.
Onder het onderstation wordt een kruipkelder voorzien waar de kabelaansluiting plaatsvindt. Binnenin de kelder komt het kabeltracé afkomstig van de batterij subsystemen en de hoogspanningstransformator.
Plaatsen van een middenspanning substation (MS02) :
Vanuit het middenspanning substation wordt de energie van en naar de verschillende batterij subsystemen verdeeld. In dit substation staat een schakelinstallatie met als doel de elektrische installaties te beveiligen. De kabels van de hoogspanningstransformator en de batterij subsystemen komen samen in dit substation via de kabelkelder.
Plaatsen van een hulptransformator (TR01) :
De hulptransformator zorgt voor voeding op laagspanning van allerhande randapparatuur, inclusief maar niet beperkt tot: verlichting gebouwen, verwarming/koeling van gebouwen en batterijsystemen, netwerkapparatuur, camerabewaking,...
Voorzien van een schakelinstallatie hoogspanning (SH01) :
Dit dient om de aansluiting op het transmissienet te realiseren. De transformator wordt ommuurd en is voorzien van een inkuiping om potentiële lekkages van de transformator op te vangen. De inkuiping is steeds voorzien van een KWS-afscheider.
De overige onderdelen van de hoogspanningsaansluiting (o.a. schakelmateriaal) worden geplaatst op waterdoorlatende verharding.
Aanleg verharding (VH01, VH02) :
In het noordwestelijk deel van de site is er een bestaande verharde toegangsweg. Deze zal langsheen de batterijsite verlengd worden in waterdoorlatende verharding (VH01). Deze toegangsweg zorgt ervoor dat de batterijracks, inverters en transformatoren goed bereikbaar zijn voor onderhoud en voor de brandweer in geval van calamiteit. Naast deze toegangsweg, ter hoogte van het middenspanning onderstation, worden er drie parkeerplaatsen aangelegd. Deze zijn gelegen op bestaande verharding, en zullen deels liggen op nieuwe waterdoorlatende verharding (VH01). De parkeerplaatsen kunnen gebruikt worden door medewerkers die op de site komen voor onderhoud van de batterijen. Het gebruik van de grond voor 3 nieuwe parkeerplaatsen wordt eveneens aangevraagd. De verhardingen worden, volgens de beschrijvende nota, beperkt tot het strikt noodzakelijke.
Voor de bouw van het batterijpark, zal onder de battery racks en skids verharding aangelegd worden, ook de zone ter hoogte van de hoogspanning zal verhard worden (beton) (VH02).
Ten zuiden van de projectsite wordt er voorzien in een secundaire noodtoegangsweg die kan aangewend worden voor de brandweer in geval van calamiteit (VH01).
Aanleggen van kabels (K01) :
Om de verschillende onderdelen van de batterij aan te sluiten op elkaar, worden er kabels aangelegd.
Het kabeltracé kan worden opgedeeld in vier delen:
- Uit elke batterij rack vertrekt er een kabel, gelegd in een open sleuf naar de skid.
- Vanuit iedere skid vertrekt er vervolgens een kabeltracé, dewelke samenkomt met de tracés die vertrekken uit de andere skids, richting het middenspanning substation. Deze kabels worden aangelegd in open sleuf en komen aan in de kelder van het middenspanning substation.
- Het middenspanning substation en de schakelinstallatie hoogspanning worden met elkaar verbonden met behulp van een kabel. Deze kabel wordt aangelegd in een open sleuf.
- Vanaf de schakelinstallatie zal een kabel aangelegd worden die aansluit op het substation van Elia.
De aansluiting vanaf de schakelinstallatie hoogspanning naar het Elia transfostation “Heze” zal door Elia zelf voorzien worden en maakt geen deel uit van deze vergunningsaanvraag.
Plaatsen van omheining (OMH1, OMH2) :
Rondom de schakelinstallatie hoogspanning en rondom de ganse batterijsite wordt er een omheining voorzien die vrije toegang tot de onderdelen van de batterij moet verhinderen. Het betreft een omheining met anti-overklim beveiliging. Rondom de transformator ter hoogte van het schakelveld hoogspanning wordt een ommuring voorzien met slechts 1 open zijde naar het westen, om de geluidsemissie naar de omliggende woningen te beperken.
Plaatsen van toegangspoorten (TP01, TP02):
Rondom de schakelinstallatie hoogspanning wordt een omheining voorzien. Ter hoogte van de toegang naar deze schakelinstallatie wordt een toegangspoort (TP01) voorzien. Het betreft een poort voorzien met anti-overklimbeveiliging. Om toegang te voorzien tot het batterijpark, zullen ook hier toegangspoorten voorzien worden, aangezien de batterijsite volledig omheind is. Via de westelijke zijde van het batterijpark wordt er via de hoofdingang toegang voorzien van de Molenberg naar het batterijpark. Het betreft een bestaande toegangspoort , de bestaande toegangsweg die hierop aansluit zal behouden blijven. Aan de zuidelijke zijde van het batterijpark wordt een nieuwe poort (TP02) aan de nieuwe toegangsweg geplaatst, deze zal enkel gebruikt worden in geval van nood.
Plaatsen van een geluidsmuur:
Langs noordelijke en oostelijke zijde van het batterijproject zal een geluidsmuur geplaatst worden. Deze muur zal bestaan uit betonblokken met een diepte van 60 cm. De geluidsmuur zelf zal vervolgens ook 60 cm diep zijn en 3,5 m hoog. Langs de buitenzijde van de geluidmuur zal in het oosten over een strook van maximaal 2 m tussen de muur en de grens van de 5m zone ten opzichte van Puntloop, een groenscherm voorzien worden. Dit groenscherm zal, na overleg tussen de Stad Geel en de aanvrager op 11 maart 2024, voorzien worden van een combinatie van streekeigen beplanting in functie van de landschappelijke inpasbaarheid zoals bijvoorbeeld: hazelaar, vogelkers, gelderseroos, meidoorn en hondsroos. De soortensamenstelling zal in een latere fase verder gespecifieerd worden. De site wordt momenteel integraal geëxploiteerd voor de opslag van bouwmateriaal zoals beton, deze onregelmatige stapeling zorgen voor een zicht met industrieel karakter vanaf oostelijke zijde.
Plaatsen van hydranten(leiding) :
Op de site zullen er 2 hydranten worden geplaatst dewelke worden aangesloten op een ondergrondse hydrantenleiding.
Werkstrook :
De werfactiviteiten en bijhorende tijdelijke werken en handelingen in functie van de bouw van de aangevraagde werken zullen gebeuren binnen de afgebakende zone der werken.
Reliëfwijzigingen
De reliëfwijziging-REL01 omvat de aanleg van een infiltratiebekken (wadi) in het zuiden van de site van HybriX. O.b.v. de berekeningen i.k.v. de gewestelijke stedenbouwkundige verordening (GSV) hemelwater moet deze wadi minimaal een infiltratie-oppervlakte hebben van 128,3 m² en een buffering van 52,9 m³. De wadi heeft een infiltratievolume van ca. 72 m³, een infiltratieoppervlakte van 186 m² en een diepte van 0,5 m met een maximale waterhoogte van 0,4 m.
Aanleg van parkeerplaatsen :
Ter hoogte van het middenspanning onderstation worden drie parkeerplaatsen worden aangelegd. Deze kunnen gebruikt worden door medewerkers die op de site komen voor onderhoud van de batterijen.
Vellen van bomen :
Om de bouw en exploitatie van het batterijpark mogelijk te maken zal een deel van de aanwezige vegetatie (bomen, struiken, struweel,…) in de tuin van het bestaande huis ten zuiden gerooid worden.
De aanwezige bomen op het onverhard deel van de projectsite worden niet beschouwd als een bos. Voor het vellen van hoogstammige bomen (omtrek > 1m op 1m – mv), alleenstaand, in groeps- of lijnverband, die geen deel uitmaken van een bos, is een omgevingsvergunning verplicht.
Een vegetatiewijziging dient niet te worden aangevraagd aangezien de zone is aangeduid op het gewestplan als: ‘Gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut’.
Volgens het Vrijstellingenbesluit Artikel 6.1 is een stedenbouwkundige vergunning voor het vellen van een hoogstammige boom (in bepaalde gevallen) niet nodig als de boom:
- niet tot een bos behoort én
- in woongebied, agrarisch gebied of industriegebied staat én
- niet in woonparkgebied staat én
- binnen een straal van 15 meter van de (vergunde) woning staat én
- op hetzelfde perceel als de woning staat
Het vellen van bomen die op een afstand van meer dan 15 m rond de vergunde gebouwen staan is wel vergunningsplichtig. Voorliggend project betreft het vellen van 5 bomen waarvoor een kapvergunning vereist is. Het gaat om één loofboom (Berk, Betula) en 4 naaldbomen (Corsicaanse den, Pinus nigra subsp. laricio) met een diameter van meer dan 30 cm.
Op de site worden ook nog werken uitgevoerd die vrijgesteld zijn van vergunning:
Slopen klein gebouw van de firma Edelbeton en 2 bijgebouwen.
De bestaande verharding wordt deels gesloopt en heraangelegd (SLOOP01). Aangezien het slopen van deze verhardingen niet vergunningsplichtig is, wordt er ook geen sloopopvolgingsplan toegevoegd aan deze vergunningsaanvraag.
In voorliggend project is aan noordelijke en oostelijke zijde van het batterijpark een bouwvrije zone van 5 m gelegen ten opzichte van de Puntloop. Rondom het batterijpark wordt langs noordelijke en oostelijke zijde een geluidsmuur geplaatst. Aan de buitenzijde van deze muur zal ruimte vrij gelaten worden (maximaal 2m ten opzichte van de 5m grens van de Puntloop) om met bomen/struiken/… de muur af te schermen. Dit zal gebeuren met streekeigen beplanting.
Al het hemelwater dat op de site terecht komt zal ter plekke infiltreren of afstromen naar de wadi, er zal geen riolering aangelegd worden.
In voorliggend project wordt een tijdelijk werfbord aangevraagd en een permanent publiciteitsdoek dat op de omheining langsheen de Molenberg geplaatst zal worden. Dit doek zal de grootte hebben van 1 hekdeel en is daardoor qua schaal in proportie met het park. Ook de tijdelijke publiciteit blijft in grootte beperkt.
Er is geen enkel deel van het project publiek toegankelijk.
Uit de beslissingsboom volgt dat er een geen archeologienota moet opgemaakt worden.
Milieu
HybriX Energy BV (hierna HybriX) wenst een batterijsite te bouwen en te exploiteren ter hoogte van Heze (Geel). De inplantingslocatie bevindt zich op verhard terrein van het voormalige Edelbeton, gelegen aan de Molenberg 19 te Heze. Het betreft een batterijproject met één netaansluiting en met een gepland vermogenscapaciteit van 35 MW (149 MWh).
De volgende rubrieken en hoeveelheden worden aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
12.2.2° | Transformatoren met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA, namelijk 7 transformatoren met elk een individueel vermogen van 7.500 kVA (in MV-skids), 1 transformator met een individueel vermogen van 3.150 kVA (voor hulpdiensten) en 1 transformator met een individueel vermogen van 65.000 kVA (hoogspanningsstation) (Nieuw) | 120650 kVA | 2 |
15.1.1° | Stallen van 3 voertuigen, anders dan personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of voertuigen (Nieuw) | 3 voertuigen | 3 |
16.3.2°b) | Koelinstallaties geïntegreerd in battery racks en inverters met een totaal geïnstalleerd drijfkracht van meer dan 200 kW, namelijk 2.105 kW (Nieuw) | 2105 kW | 2 |
De batterijsite bestaat uit 7 subsystemen, elk subsysteem bestaat uit 56 batterijracks en 1 MV skid. De MV-skid is een geïntegreerd element dat bestaat uit een transformator en inverter. Al deze onderdelen worden verbonden met behulp van een kabeltracé. De skid zorgt voor het omvormen van de middenspanning naar een werkbare spanning voor de inverter die op zijn beurt zorgt voor de omvorming van de wisselspanning naar gelijkspanning en omgekeerd. De batterijsite wordt met behulp van een kabel vertrekkende vanuit het schakelinstallatie hoogspanning, verbonden met het 150 kVA substation ‘Heze’ van Elia om zo aan te sluiten op het openbaar net van Elia. De aanleg van deze kabel en de aansluiting op het openbaar net zal door Elia zelf worden voorzien en maakt dan ook geen deel uit van voorliggende aanvraag.
Zie addendum C1 in bijlage "C1_Voorwerp van de aanvraag".
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 10 mei 2024 t.e.m. 8 juni 2024. Er werden 8 bezwaarschriften ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
Op 6 augustus 2024 werd het advies ontvangen van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel)
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 13 mei 2024 werd het advies ontvangen van Fluvius
Advies: geen advies
Op 15 mei 2024 werd het advies ontvangen van Elia Contact Center Noord
Advies: gedeeltelijk gunstig
Op 30 april 2024 werd er advies gevraagd aan Agentschap voor Natuur en Bos maar het advies werd niet ontvangen binnen de termijn. Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.
Op 30 april 2024 werd er advies gevraagd aan Dienst Integraal Waterbeleid maar het advies werd niet ontvangen binnen de termijn. Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.
Op 6 augustus 2024 werd het advies ontvangen van dienst Openbaar Domein, team Grijs
Advies riolering:
Zonering – aansluiting
Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein met een riolering voor DWA en gracht voor RWA.
Riolering algemeen
Dit project voorziet geen vuilwaterproductie en op de plannen is geen aansluiting naar het DWA-stelsel opgenomen. Er wordt dan ook geen aansluiting voorzien voor dit perceel. Mocht men in de toekomst alsnog een aansluiting wensen, is deze aan te vragen bij de stad: https://www.geel.be/rioolaansluiting-aanvragen
Het hemelwater loopt naar een infiltratiebekken, hierop is geen overloop voorzien.
Voor dit project werd advies gevraagd bij Aquafin. Er werd door hen een hydraulisch en technisch advies opgesteld.
Het project wordt gunstig geadviseerd rekening houdend met verschillende voorwaarden. Deze staan beschreven in het adviesrapport van Aquafin en dienen te worden opgevolgd.
Advies oprit:
Huidige situatie
Perceel gelegen langs Molenberg. De bestaande rijwegbreedte bedraagt +- 5,00m.
In de bestaande toestand is er over een gedeelte van het perceel een waterloop cat. 2 aanwezig (Puntloop). Deze is gedeeltelijk overwelft thv. de toegang naar het perceel. De lengte van de overwelving bedraagt +- 13,50m.
Aanvraag
Men voorziet op het inplantingsplan 2 toegangen tot het perceel. De eerste toegang thv. bovenvernoemde overwelving met een breedte van 11,0m uitwaaierend richting rijweg (14.5m). De tweede inrit betreft een gezamenlijke oprit van het naastliggende perceel (295P2). De bestaande breedte van deze oprit bedraagt volgens plan +-12,80m midden de overwelving maar waaiert sterk uit richting de rijweg (+-27,0m volgens plan).
Advies: voorwaardelijk gunstig
De aanvraag heeft betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.- screening.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid (DABM). Op basis van het aanvraagdossier kan aangenomen worden dat de opmaak van een project-MER geen meerwaarde zal zijn bij het beoordelen of het project aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken. Er wordt gesteld dat de aanvraag niet MER-plichtig is.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
De percelen gelegen te Geel, Molenberg, Afdeling 3, Sectie B, nr. 260x3, 260w3, 260v4, 260r4, 294r, 295p2, 263l zijn gelegen langs en stromen af naar de Puntloop, een onbevaarbare waterloop (van 2de categorie) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen, district Grote Nete. De locatie is volgens de watertoetskaarten deels overstromingsgevoelig.
Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.
Natuurtoets
De inrichting is gelegen op ca. 3,4 km van het dichtstbijzijnde habitatrichtlijngebied en op ca. 3,4 km van het dichtstbijzijnde VEN-gebied.
De exploitatie lijkt ook een vergunningsplichtig verkeersgenererend project te betreffen, conform de definitie hiervan in artikel 2 van het decreet over de programmatische aanpak stikstof (hierna: het stikstofdecreet). De aanvrager geeft namelijk aan dat er voor de aan- en afvoer van materialen en de op- en afbraakwerken van de bouw, transporten zullen plaatsvinden. Door het VITO werd het onderzoek ‘Voertuigemissies en de minimis-normen: een analytische benadering voor wegverkeer’ gepubliceerd met referentie: 2024//EI/R/3195. Dit onderzoek laat toe om verkeer gegeneerd door een (eenvoudig) dossier te toetsen aan de minimis-drempel van 1%. Kijken we naar het aantal voertuigen op 3400 m bij een KDW van 26 komen we op 1.917.000 of 5.252 transporten per dag.
Er kan redelijkerwijs gesteld worden dat de transporten ten gevolge van de aanvraag minder dan 5.252 per dag zullen bedragen en de de minimis-drempel lang niet gehaald wordt .
Gelet op de aard en de ligging van de exploitatie en op basis van de gegevens die opgenomen zijn in de aanvraag, kan verondersteld worden dat de gevraagde exploitatie geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in nabijgelegen VEN-gebieden zal veroorzaken, noch dat de exploitatie een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van nabijgelegen habitatrichtlijngebieden zal veroorzaken, op voorwaarde dat de exploitant zich houdt aan de voorwaarden opgelegd in de relevante wetgeving en voor zover de exploitant zich gedraagt naar de code van goede natuurpraktijk.
Milieuaspecten
Water
Afvalwater
De transformatoren worden voorzien van een betonnen sokkel met omranding om potentiële lekkage van de transformator op te vangen. De inkuiping is aangesloten op een KWS-afscheider met coalescentiefilter waarna het gezuiverde water wordt afgevoerd naar de wadi.
Er wordt geadviseerd de volgende voorwaarden op te nemen n-in het kader van het goed functioneren en onderhoud van de KWS-afscheiders.
Hemelwater
Het hemelwater dat op het transformatorstation valt kan, in geval van calamiteit, potentieel verontreinigd geraken met koolwaterstoffen. Bijgevolg wordt dit water eerst verzameld in de inkuiping die zich onder het transformatorstation bevindt. Hierna passeert deze waterstroom eerst een KWS-afscheider alvorens afgevoerd te worden naar de wadi. Het nazicht en onderhoud van de transformator, inkuiping en KWS-afscheider gebeuren periodiek om lekkages maximaal te vermijden. Het gaat hier om een verontreiniging die zich enkel voordoet in geval van calamiteit en niet om een regelmatige lekkage/spilling in de inkuiping.
De maximale capaciteit van de wadi is 19,1m³ groter dan de minimale vereiste vanuit de GSV (72m³ - 52,9m³ = 19,1m³)
Bemalingswater
De uitvoeringswerken zullen zodanig worden georganiseerd dat deze tijdens een droge periode worden uitgevoerd. Door de beperkte bodemingrepen en de relatief lage grondwaterstand, wordt bemaling niet nodig geacht.
Bodem
Binnen de discipline bodem zijn er effecten te verwachten tijdens de bouwfase van de batterijsite. Deze effecten zijn te wijten aan graafwerken en de beweging van machines.
Tijdens de exploitatiefase kunnen volgende emissies ontstaan:
Transformator
Olielekken kunnen voorkomen in de transformatoren. De olie zou in de bodem kunnen sijpelen. Hemelwater dat in contact komt met de transformator kan verontreinigd geraken. De transformatoren worden voorzien van een betonnen sokkel met omranding om potentiële lekkage van de transformator op te vangen. De transformatoren in de MV-skids, de transformator in het middenspanning substation en de transformator van de schakelinstallatie hoogspanning worden voorzien van een inkuiping die verbonden is aan een KWS-afscheider.
Bij calamiteiten dient de KWS-afscheider gereinigd te worden door een gespecialiseerde firma.
Batterij
Lekken kunnen voorkomen in de batterij-elementen. De batterij elementen worden vloeistofdicht voorzien. Ook de MV-skids zijn voorzien van een lekbak
Er wordt geadviseerd het inrichten van de lekbakken en inkuipingen op te nemen in de bijzondere voorwaarden.
Geluid en trillingen
Er werd een geluidsstudie uitgevoerd door Bureau de Fonseca en toegevoegd aan het aanvraagdossier om te bepalen wat de geluidsimpact van het batterijpark is op de omgeving.
De batterij-modules, alsook de inverters en transformatoren bij de batterijracks zullen geluid produceren. De geluidsstudie is gebaseerd op onderstaande geluidsvermogens:
Het totale geluidsvermogen van het batterijpark bedraagt dan 93 dB(A) en dit bij een werking van 100%.
Het geluid geproduceerd door het batterijpark (koeling batterijpacks en transformatoren) mag de richtwaarden van bijlage 4.5.4 en 4.5.5 van het Vlarem II voor woongebied niet overschrijden ter hoogte van de huizen in de omgeving. Het specifiek geluid van een inrichting van klasse 1 of 2 moet beperkt worden tot de richtwaarde verminderd met 5 dB. Hierbij wordt impliciet verondersteld dat het oorspronkelijk omgevingsgeluid (zonder exploitatie) lager is dan de milieukwaliteitsnorm.
Onderstaande tabel geeft per beoordelingspunt de geluidsbijdrage in dB(A) van de batterijen, skids (transformatoren + inverters) en hoogspanningstransformator (HS transfo). De som (het totaal specifiek geluid) ter hoogte van de beoordelingspunten wordt bepaald en vergeleken met de geldende grenswaarde van het Vlarem II.
In de geluidsstudie kan men lezen dat er wordt geconcludeerd dat het voorliggend project zowel met als zonder dempende geluidsmuur rond de hoogspanningstransformator, de richtwaarden niet overschrijdt. Er dienen dus geen bijkomende maatregelen genomen te worden:
"Uit de berekening volgt dat de Vlarem II grenswaarden worden gerespecteerd ter hoogte van alle dichtste woningen wanneer alle batterijen gelijktijdig op vollast werken."
Bij de modellering werd een wand van 6 m hoog omheen de hoogspannings-transformator geplaatst en een geluidsmuur van 3,5 m langs noordelijke en oostelijke zijde rond het batterijpark geplaatst. De geluidsmuur zal de geluidseffecten ter hoogte van de inwoners verder reduceren.
Deze maatregelen dienen dan ook uitgevoerd te worden op het terrein.
Langs de buitenste zijde van de geluidsmuur, gelegen oostelijke kant van het batterijproject, zal groene begroeiing ingeplant worden.
De waarden van de geluidsstudie dienen overeen te komen met de geluidsbelasting in de werkelijkheid en indien er wordt vastgesteld dat er overschrijdingen zijn van de waarden van het VLAREM II, zullen er geluidsreducerende maatregelen getroffen worden. Na de realisatie van het project zal er nog een geluidsmeting opgelegd worden om de waarden te kunnen nakijken.
Mobiliteit
De effecten op de mobiliteit in de omgeving zijn op te delen in aanlegfase en exploitatiefase.
Tijdens de aanlegfase worden er voornamelijk effecten ten gevolge van werfverkeer verwacht. Dit betreft enerzijds de machines die op de werf gebruikt zullen worden, alsook het transport van de nodige materialen. Het grootste transport zal het aanleveren van de elementen van het batterijpark zelf zijn.
Tijdens de exploitatiefase wordt er gezien de projectscope geen bijkomende verkeersgeneratie verwacht. Het effect op de mobiliteit is dus verwaarloosbaar.
Gevaarlijke stoffen
Alle parameters van de batterij zullen 24/7 worden opgevolgd door de leverancier en enkel in geval van afwijkingen, zal een ploeg op terrein worden gestuurd. Enkel voor de nodige onderhoudswerken en in geval van incidenten zullen er dus werknemers aanwezig zijn op de site.
In het geval van calamiteiten dient er onmiddellijk ingegrepen te worden en dienen de stoffen weggezogen te worden. Er dient een systeem voorzien te worden dat de stoffen die uit de batterijenpacks zouden kunnen lekken niet in de omgeving kunnen terechtkomen. Dit betekent ook dat de KWS-afscheiders moeten kunnen afgesloten worden.
Lucht
Tijdens de aanlegfase zal er hoofdzakelijk werfverkeer aanwezig zijn. De impact van de luchtverontreiniging ten gevolge van het werfverkeer zal verwaarloosbaar zijn.
Bij de exploitatie van het batterijpark wordt er geen bijkomende negatieve impact verwacht op de luchtkwaliteit. Er kan geconcludeerd worden dat de impact van het project op de luchtkwaliteit niet significant zal zijn.
Conclusie milieutechnische beoordeling
Met betrekking tot de onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies. Het lijkt echter wel aangewezen om eventuele vergunningverlening rekening te houden met onderstaande bemerkingen, aanvullingen, aanbevelingen en/of voorstellen voor bijzondere voorwaarden.
Conclusie
Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor het onderdeel ‘ingedeelde inrichting of activiteit’ voorwaardelijk gunstig geadviseerd te worden.
De volgende rubrieken en hoeveelheden worden voorwaardelijke vergund:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
12.2.2° | Transformatoren met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA, namelijk 7 transformatoren met elk een individueel vermogen van 7.500 kVA (in MV-skids), 1 transformator met een individueel vermogen van 3.150 kVA (voor hulpdiensten) en 1 transformator met een individueel vermogen van 65.000 kVA (hoogspanningsstation) (Nieuw) | 120650 kVA | 2 |
15.1.1° | Stallen van 3 voertuigen, anders dan personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of voertuigen (Nieuw) | 3 voertuigen | 3 |
16.3.2°b) | Koelinstallaties geïntegreerd in battery racks en inverters met een totaal geïnstalleerd drijfkracht van meer dan 200 kW, namelijk 2.105 kW (Nieuw) | 2105 kW | 2 |
Onder de volgende voorwaarden:
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Het betreft het realiseren van een batterijpark in een zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut, volgens het gewestplan Herentals – Mol . Het batterijpark bevindt zich dicht aan een hoogspanningssite.
Voorliggend batterijpark kan als faciliteit voor energieopslag, worden gecategoriseerd onder openbare nutsvoorzieningen vanwege de rol die het speelt in het ondersteunen en stabiliseren van het elektriciteitsnet.
Het batterijproject draagt namelijk bij tot het in evenwicht brengen van het elektriciteitsnet: de batterij laadt op bij een teveel aan energie op het net en ontlaadt bij een tekort. Hierdoor garandeert de batterij mee de bevoorradingszekerheid en de stabiliteit van het elektriciteitsnet wat de werking van omliggende (toekomstige) bedrijven ten goede komt.
De werken zijn inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
Gezien de aard van het project wordt er geen bijkomende mobiliteitsimpact verwacht. De site is onbemand en enkel in kader van onderhoudswerkzaamheden zullen er slechts enkele medewerkers sporadisch op de batterijsite aanwezig zijn. Voor deze werknemers worden er drie parkeerplaatsen voorzien. De batterijsite zal toegankelijk zijn via de Molenberg. Er wordt geen impact verwacht op de doorstroming van het verkeer in de omgeving.
Tijdens de werffase zullen er wel bijkomende verkeersbewegingen zijn. Deze zijn slechts tijdelijk van aard.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De projectzone bevindt zich op verhard terrein van de firma Edelbeton. Het landschap wordt sterk gekenmerkt door een vijftal bovengrondse hoogspanningslijnen die ten zuidoosten van het projectgebied toekomen in het substation “Heze” van Elia. Vlakbij, in het westen, het zuiden en het oosten ten opzichte van de projectsite bevinden zich dan ook verschillende hoogspanningsmasten die markant aanwezig zijn in het huidige landschap.
Ten zuiden van het projectgebied loopt het Albertkanaal op ca. 135 m en kruisend is ten westen van het kanaal op ca. 80 m de Snelwegstraat N19, een gewestweg, gelegen die Turnhout en Leuven verbindt. Deze weg verbindt de Molenberg met snelweg E313 via Afrit 23 Westerlo – Mol – Geel. Deze afrit is gelegen op ca. 930 m van het project en verbindt de E313 met de N19. Ter hoogte van deze afrit is “Carpool parking Geel-West” gelokaliseerd.
Het in casu beoogde project sluit qua schaal dan ook volledig aan bij zijn omgeving. De hoogte van de constructies blijft beperkt tot 3 à 4 m, behalve de hoogspanningstransformator en verwante constructies tot een hoogte van ongeveer 6 meter. Het batterijpark wordt langs noordelijke en oostelijke grens ommuurd door een geluidsmuur die de geluidsemissies naar omliggende woningen buffert. Langs de buitenzijde van deze geluidsmuur zal streekeigen beplanting geplaatst worden om als het ware een “groen scherm” rondom het batterijpark te vormen. De batterijsite wordt gebundeld met het aanwezige ELIA substation en vijftal hoogspanningsmasten en -lijnen rondom het batterijpark. De nieuwe gebouwen en infrastructuren van het batterijproject zijn in schaal een stuk kleiner en lager dan de reeds aanwezige hoogspanningsmasten en het ELIA substation.
Het reliëf van het projectgebied zal gedeeltelijk wijzigen: de verharding aan oostelijke zijde van de site zal gesloopt en deels heraangelegd worden.
Er wordt een infiltratiebekken aangelegd, wegens de beperkte diepte wordt de impact op het reliëf beperkt ingeschat.
Visueel-vormelijke elementen
Ten noorden van het project is de site beschut door de aanwezigheid van een hoogstammige bomenrij.
Vooral ter hoogte van de bestaande toegangsweg is de vegetatie dicht begroeid waardoor het batterijpark vanaf de Molenberg minimaal zichtbaar is. Er worden niet veel passanten verwacht ter hoogte van de Molenberg, aangezien dit een lokale weg is die geen verbinding maakt met andere wegen en in dit geval leidt naar een industrieterrein. De bewoners van de woningen aan de oostelijke kant van het batterijpark zullen het batterijpark niet zien liggen aangezien er een geluidsmuur, afgeschermd door een groen scherm tussen het park en de woningen komt. Langs de buitenste zijde van deze geluidsmuur zal streekeigen begroeiing ingeplant worden waardoor de bewoners zicht hebben op een groen scherm. Ten zuiden van het batterijpark zal de verdere doorontwikkeling van de industriële site plaatsvinden. Het industriële karakter van deze projecten zal zorgen voor een visueel harmonisch geheel.
De visuele publiciteit blijft beperkt tot de bekendmaking van de bedrijvigheid die op die plaats wordt uitgeoefend en is visueel niet storend voor de omgeving.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Er worden geen bijkomende hinder of effecten op gezondheid of veiligheid verwacht.
De koelinstallaties aanwezig in de batterijen, alsook de inverters en transformatoren bij de batterijracks zullen geluid produceren. De initiatiefnemer liet een geluidstudie opmaken door een studiebureau.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 10 mei 2024 tot en met 8 juni 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 8 bezwaarschriften ontvangen.
De bezwaarschriftindieners zijn van mening dat:
Evaluatie bezwaarschriften
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
Stedenbouwkundige handelingen
De werken dienen uitgevoerd zoals aangeduid op de bouwplannen.
De geluidsmuur dient opgericht zoals voorgesteld op het plan. Langs de buitenzijde van deze geluidsmuur dient een streekeigen beplanting geplaatst te worden om als het ware een “groen scherm” rondom het batterijpark te vormen.
De voorwaarden opgenomen in het advies van Brandweerzone Kempen dienen te worden nageleefd.
Het advies van ELIA dient te worden gevolgd.
De voorwaarden vermeld in het advies van Fluvius dienen te worden nageleefd.
Het advies van Openbaar Domein, team Grijs dient gevolgd te worden:
Voorwaarden riolering:
• Voor dit dossier werd advies gevraagd bij Aquafin en DIW. Er moet voldaan worden aan de voorwaarden opgenomen in betreffende adviezen.
• Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).
• De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
• De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
• Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de huisaansluiting.
• Putten of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
• Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Advies en voorwaarden oprit:
1. Volgens het Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen mag er per perceel slechts 1 overwelving worden voorzien met een maximale breedte van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).
- Van de maximale breedte van 5m kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat een bredere overwelving nodig is voor andere voertuigen dan personenwagens en lichte bestelwagens.
o Simulaties die de stad liet uittekenen tonen aan de voor een rijwegbreedte van 5m een overwelving van 11,0m -binnenzijde kopmuren- volstaat om vlot in en uit te kunnen rijden met een trekker-opligger.
o De breedte van de bestaande overwelvingen dient te worden aangepast
- Van het aantal overwelvingen kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat er meer dan één overwelving nodig is in functie van de toegankelijkheid.
o Gezien de 2de inrit ook dienst doet om het naastliggende perceel (295P2) te bedienen, kan dit principe worden toegestaan.
2. Het is niet toegestaan om werken uit te voeren op openbaar domein. De werken moeten worden aangevraagd bij de stad. Dit kan via de website van stad Geel: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein . Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer. De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.
3. Voor dit dossier werd advies gevraagd bij de dienst DIW van de provincie, de hierin opgenomen voorwaarden moeten gevolgd worden.
Besluit team Grijs:
Er worden twee overwelvingen toegestaan met een maximale breedte tussen de kopmuren gelijk van 11,0m. Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen. De breedte van de bestaande overwelvingen dient hieraan te worden aangepast.
De overwelving wordt afgewerkt met een verharding aangelegd en een goot met straatkolk tussen rijweg en opritverharding.
Men mag geen werken uitvoeren op openbaar domein, men dient een aanvraag te doen bij de stad Geel: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein
De kosten hiervan zijn ten laste van de aanvrager.
Voor dit dossier werd advies gevraagd bij de dienst DIW van de provincie, de hierin opgenomen voorwaarden moeten gevolgd worden. Deze zijn mogelijks strenger dan deze van de stad Geel.
Bestaande overwelving – definitieve nieuwe overwelving
Tijdens de bouwwerken kan men de bestaande overwelving nog gebruiken. Na de bouwwerken kan men een aanvraag doen voor de definitieve overwelving:
• Dit kan via de website van stad Geel: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein
• Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer.
• De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.
Milieu
Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor het onderdeel ‘ingedeelde inrichting of activiteit’ voorwaardelijk gunstig geadviseerd te worden.
De volgende rubrieken en hoeveelheden worden voorwaardelijke vergund:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
12.2.2° | Transformatoren met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA, namelijk 7 transformatoren met elk een individueel vermogen van 7.500 kVA (in MV-skids), 1 transformator met een individueel vermogen van 3.150 kVA (voor hulpdiensten) en 1 transformator met een individueel vermogen van 65.000 kVA (hoogspanningsstation) (Nieuw) | 120650 kVA | 2 |
15.1.1° | Stallen van 3 voertuigen, anders dan personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of voertuigen (Nieuw) | 3 voertuigen | 3 |
16.3.2°b) | Koelinstallaties geïntegreerd in battery racks en inverters met een totaal geïnstalleerd drijfkracht van meer dan 200 kW, namelijk 2.105 kW (Nieuw) | 2105 kW | 2 |
Onder de volgende voorwaarden:
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Stedenbouwkundige handelingen
De werken dienen uitgevoerd zoals aangeduid op de bouwplannen.
De geluidsmuur dient opgericht zoals voorgesteld op het plan. Langs de buitenzijde van deze geluidsmuur dient een streekeigen beplanting geplaatst te worden om als het ware een “groen scherm” rondom het batterijpark te vormen.
De voorwaarden opgenomen in het advies van Brandweerzone Kempen dienen te worden nageleefd.
Het advies van ELIA dient te worden gevolgd.
De voorwaarden vermeld in het advies van Fluvius dienen te worden nageleefd.
Het advies van Openbaar Domein, team Grijs dient gevolgd te worden:
Voorwaarden riolering:
• Voor dit dossier werd advies gevraagd bij Aquafin en DIW. Er moet voldaan worden aan de voorwaarden opgenomen in betreffende adviezen.
• Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).
• De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
• De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
• Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de huisaansluiting.
• Putten of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
• Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Advies en voorwaarden oprit:
1. Volgens het Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen mag er per perceel slechts 1 overwelving worden voorzien met een maximale breedte van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).
- Van de maximale breedte van 5m kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat een bredere overwelving nodig is voor andere voertuigen dan personenwagens en lichte bestelwagens.
o Simulaties die de stad liet uittekenen tonen aan de voor een rijwegbreedte van 5m een overwelving van 11,0m -binnenzijde kopmuren- volstaat om vlot in en uit te kunnen rijden met een trekker-opligger.
o De breedte van de bestaande overwelvingen dient te worden aangepast
- Van het aantal overwelvingen kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat er meer dan één overwelving nodig is in functie van de toegankelijkheid.
o Gezien de 2de inrit ook dienst doet om het naastliggende perceel (295P2) te bedienen, kan dit principe worden toegestaan.
2. Het is niet toegestaan om werken uit te voeren op openbaar domein. De werken moeten worden aangevraagd bij de stad. Dit kan via de website van stad Geel: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein . Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer. De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.
3. Voor dit dossier werd advies gevraagd bij de dienst DIW van de provincie, de hierin opgenomen voorwaarden moeten gevolgd worden.
Besluit team Grijs:
Er worden twee overwelvingen toegestaan met een maximale breedte tussen de kopmuren gelijk van 11,0m. Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen. De breedte van de bestaande overwelvingen dient hieraan te worden aangepast.
De overwelving wordt afgewerkt met een verharding aangelegd en een goot met straatkolk tussen rijweg en opritverharding.
Men mag geen werken uitvoeren op openbaar domein, men dient een aanvraag te doen bij de stad Geel: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein
De kosten hiervan zijn ten laste van de aanvrager.
Voor dit dossier werd advies gevraagd bij de dienst DIW van de provincie, de hierin opgenomen voorwaarden moeten gevolgd worden. Deze zijn mogelijks strenger dan deze van de stad Geel.
Bestaande overwelving – definitieve nieuwe overwelving
Tijdens de bouwwerken kan men de bestaande overwelving nog gebruiken. Na de bouwwerken kan men een aanvraag doen voor de definitieve overwelving:
• Dit kan via de website van stad Geel: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein
• Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer.
• De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.
Milieu
Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor het onderdeel ‘ingedeelde inrichting of activiteit’ voorwaardelijk gunstig geadviseerd te worden.
De volgende rubrieken en hoeveelheden worden voorwaardelijke vergund:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
12.2.2° | Transformatoren met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA, namelijk 7 transformatoren met elk een individueel vermogen van 7.500 kVA (in MV-skids), 1 transformator met een individueel vermogen van 3.150 kVA (voor hulpdiensten) en 1 transformator met een individueel vermogen van 65.000 kVA (hoogspanningsstation) (Nieuw) | 120650 kVA | 2 |
15.1.1° | Stallen van 3 voertuigen, anders dan personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of voertuigen (Nieuw) | 3 voertuigen | 3 |
16.3.2°b) | Koelinstallaties geïntegreerd in battery racks en inverters met een totaal geïnstalleerd drijfkracht van meer dan 200 kW, namelijk 2.105 kW (Nieuw) | 2105 kW | 2 |
Onder de volgende voorwaarden: