Terug
Gepubliceerd op 26/03/2024

2024_CBS_00757 - Omgevingsvergunning - het plaatsen van een tuinhuis met fietsenstalling en bemaling en vergunning voor zwembad langs Spikkewaverdijk 10 (202400063HB) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 25/03/2024 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_00757 - Omgevingsvergunning - het plaatsen van een tuinhuis met fietsenstalling en bemaling en vergunning voor zwembad langs Spikkewaverdijk 10 (202400063HB) - Vergunning 2024_CBS_00757 - Omgevingsvergunning - het plaatsen van een tuinhuis met fietsenstalling en bemaling en vergunning voor zwembad langs Spikkewaverdijk 10 (202400063HB) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 13/05/2024

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024018260

Dossiernummer gemeente: 202400063Inrichtingsnummer: 20231114-0090

 

De gemeente Geel heeft op 8 februari 2024 een aanvraag ontvangen voor het plaatsen van een tuinhuis met fietsenstalling en bemaling en vergunning voor zwembad. De aanvraag werd op 14 maart 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Michaël Dreesen met als contactadres Spikkewaverdijk 10 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Spikkewaverdijk 10

Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie K nr. 756L8

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied met landelijk karakter

de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is gelegen in een goedgekeurde niet vervallen verkaveling nl. 2042 van 21/01/2013.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing. 

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 202200147/OMV_2022041781 voor het plaatsen van een reclamezuil goedgekeurd op 11/04/2022..
  • Stedenbouwkundige vergunning (2013/00355) voor het kappen van bomen - goedgekeurd op 18/11/2013.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2015/00389) voor bouwen van een eengezinswoning - goedgekeurd op 22/02/2016.
  • Verkavelingsvergunning (2042) voor aanvraag voor een nieuwe verkaveling (wonen of industrie) - goedgekeurd op 21/01/2013.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het betreft het bouwen van een zwembad, bijgebouw en fietsenstalling.

Het zwembad wordt op 3m  van de rechtse perceelgrens in de achtertuin ingeplant en bedraagt 36m².

De overloop wordt aangesloten op de bestaande infiltratieput en de filter wordt aangesloten op het afvalwatersysteem.

Het oude bijgebouw van 42,5m² tegen de achter perceelgrens wordt gesloopt.

Het nieuwe tuinhuis is 29,25 m² groot, de fietsenstalling is 13,35m² en wordt ingeplant in de strook voor bijgebouwen, tegen de rechter en achterperceels grens. Het water zal plaatselijk afwateren in degroenzone op eigen terrein.

 

Bronbemaling voor het plaatsen van een zwembad.

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 14 maart 2024 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel

Advies riolering

Zonering en aansluiting

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. De riolering in de straat komt via Winkelomseheide terecht in de Hezemeerloop.

Er is normaalgezien een aansluiting op dit stelsel. In principe zou er bij de woning een septische put moeten staan waarop al het afvalwater is aangesloten maar deze put staat niet op het plan van de vergunning van de woning (2015). Het werd ook niet opgelegd, vermoedelijk omdat er toen de intentie was om kortelings een volwaardig stelsel aan te leggen dat naar een zuiveringsstation zou gaan. Deze werken zijn momenteel nog niet uitgevoerd maar zullen in de toekomst wel worden aangepakt. De aanvrager moet op dit vlak niets ondernemen omdat zijn aanvraag geen werken aan de woning betreft.

Huishoudelijk afvalwater

Op het plan staat geen sanitair ingetekend in het tuinhuis met fietsenstalling. Er zijn geen afvoeren voor afvalwater.

Hemelwater

Het hemelwater dat op het dak valt van het tuinhuis met fietsenstalling en op de verharding zal ter plaatse afwateren en infiltreren in naastliggende groenzone. De verordening inzake hemelwater is bijgevolg niet van toepassing. Men moet er wel voor zorgen dat de omliggende groenzone 25% is van de verharde oppervlakte (verharding en constructie). Het water moet tijd krijgen om te infiltreren en mag geen overlast veroorzaken bij naastliggende percelen of naar het openbaar domein toe.

Zwembad

Het zwembad moet beschouwd worden als verharding. Het zwembad mag ter plaatse overlopen en infiltreren. Volgens het inplantingsplan zal de overloop worden aangesloten op de bestaande infiltratieput met een volume van 3000L. Deze voldoet qua volume en oppervlakte om het bijkomende water van het zwembad mee op te vangen.

De filter van het zwembad wordt aangesloten op het afvalwatersysteem van de woning wat een gunstig principe is.

 

Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.  Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet.

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing  van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

Het perceel gelegen te Spikkewaverdijk 10, Afdeling 3, sectie K, nr. 756 L8 stroomt af naar de Kwalijkloop, een (on)bevaarbare waterloop (van categorie 2) die beheerd wordt door de Provincie Antwerpen – Grote  Nete.

De aanvraag is niet gelegen in signaalgebied.

De aanvraag is niet gelegen in wateroverstromingsgevoelig gebied, pluviaal en fluviaal.

Er werd advies gevraagd aan openbaar domein – Intern Stad Geel – team grijs:

Het betreft het volgend advies dd. 14/03/2024:

Advies riolering

Zonering en aansluiting

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. De riolering in de straat komt via Winkelomseheide terecht in de Hezemeerloop.

Er is normaalgezien een aansluiting op dit stelsel. In principe zou er bij de woning een septische put moeten staan waarop al het afvalwater is aangesloten maar deze put staat niet op het plan van de vergunning van de woning (2015). Het werd ook niet opgelegd, vermoedelijk omdat er toen de intentie was om kortelings een volwaardig stelsel aan te leggen dat naar een zuiveringsstation zou gaan. Deze werken zijn momenteel nog niet uitgevoerd maar zullen in de toekomst wel worden aangepakt. De aanvrager moet op dit vlak niets ondernemen omdat zijn aanvraag geen werken aan de woning betreft.

Huishoudelijk afvalwater

Op het plan staat geen sanitair ingetekend in het tuinhuis met fietsenstalling. Er zijn geen afvoeren voor afvalwater.

Hemelwater

Het hemelwater dat op het dak valt van het tuinhuis met fietsenstalling en op de verharding zal ter plaatse afwateren en infiltreren in naastliggende groenzone. De verordening inzake hemelwater is bijgevolg niet van toepassing. Men moet er wel voor zorgen dat de omliggende groenzone 25% is van de verharde oppervlakte (verharding en constructie). Het water moet tijd krijgen om te infiltreren en mag geen overlast veroorzaken bij naastliggende percelen of naar het openbaar domein toe.

Zwembad

Het zwembad moet beschouwd worden als verharding. Het zwembad mag ter plaatse overlopen en infiltreren. Volgens het inplantingsplan zal de overloop worden aangesloten op de bestaande infiltratieput met een volume van 3000L. Deze voldoet qua volume en oppervlakte om het bijkomende water van het zwembad mee op te vangen.

De filter van het zwembad wordt aangesloten op het afvalwatersysteem van de woning wat een gunstig principe is.

Conclusie: 

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten en mits naleving van de opgelegde voorwaarden zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.

Mer-screening

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

Milieuaspecten

Water

Bemalingswater

Er wordt een bronbemaling met rubriek 53.2.2°a) aangevraagd voor plaatsen van een zwembad. Naar aanleiding van de aanvraag werd de bemalingsberekening opgevraagd. Het berekend debiet is 1315 m³/jaar met een dagelijks debiet van 71 m³ gedurende 30 dagen. De grondwaterverlaging door de bronbemaling zal 1,2 m zijn. Binnen de invloedstraal van de bemaling die 88 meter bedraagt, liggen noch speciale beschermingszones noch mogelijke verontreinigingen.

De invloedstraal van de bronbemaling zal wel tot in bosgebied(gewestplan) reiken.

De lozing van het effluent zal gebeuren op de regenweerafvoer van het gescheiden rioleringsstelsel.
Er dient een bezinkingsinstallatie geplaatst te worden om het rioleringsstelsel te vrijwaren van zand- en ijzerpartikels. De werking van de bezinkingsinstallatie dient te allen tijde gewaarborgd te worden door de exploitant.

Conform VLAREM II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.

De opgenomen percelen van het aanvraagdossier liggen in niet-overstromingsgevoelig gebied. Er zullen dus geen aanzienlijke risico’s ontstaan voor het watersysteem.

Bodem

Er zijn geen mogelijke verontreinigingen binnen de invloedstraal aanwezig. Net buiten de invloedstraal liggen een aantal OVAM-dossier met mogelijke verontreinigingen. Er dient een sondegestuurde bemaling gebruikt te worden om de invloedstraal zo klein mogelijk te houden.

Geluid

De motor van het pompsysteem dient voldoende geluidsdicht te zijn zodat de richtwaarden voor geluid van bijlagen 4.5.4 en 4.5.5 van het VLAREM II voor woongebied niet overschreden worden.

Aangezien de bronbemaling een tijdelijke handeling is, lijkt de geluidsimpact van het project op de omgeving niet significant.

Conclusie milieutechnische beoordeling

Met betrekking tot de overige onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling van de omgevingsambtenaar en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies.

De omgevingsambtenaar adviseert de volgende aanvraag en rubrieken voorwaardelijk gunstig onder de volgende voorwaarden:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

Tijdelijke bronbemaling i.f.v. zwembadaanleg (Nieuw)

1315 m³/jaar

3

 

Volgende voorwaarden zijn van toepassing:
Algemene voorwaarden van VLAREM II: 4.1 - 4.6
Sectorale voorwaarden van VLAREM II: 5.53
Bijzondere milieuvoorwaarden:

  • Net buiten de invloedstraal liggen een aantal OVAM-dossier met mogelijke verontreinigingen. Er dient een sondegestuurde bemaling gebruikt te worden om de invloedstraal zo klein mogelijk te houden.
  • De lozing van het effluent dient te gebeuren in de regenweerafvoer van het gescheiden rioleringsstelsel, gelegen aan de voorkant van het perceel. Er dient een bezinkingsinstallatie geplaatst te worden om het rioleringsstelsel te vrijwaren van zand- en ijzerpartikels. De werking van de bezinkingsinstallatie dient te allen tijde gewaarborgd te worden door de exploitant.
  • Het plaatsen van debietsmeters conform de wetgeving van VLAREM II en deze dienen met regelmatigheid gecontroleerd te worden op goede werking.
  • De bronbemaling mag niet langer in stand gehouden worden dan strikt noodzakelijk.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft het bouwen van een zwembad, bijgebouw en fietsenstalling.

Het zwembad wordt op 3m  van de rechtse perceelgrens in de achtertuin ingeplant en bedraagt 36m².

De overloop wordt aangesloten op de bestaande infiltratieput en de filter wordt aangesloten op het afvalwatersysteem.

Het oude bijgebouw van 42,5m² tegen de achter perceelgrens wordt gesloopt.

Het nieuwe tuinhuis is 29,25 m² groot, de fietsenstalling is 13,35m² en wordt ingeplant in de strook voor bijgebouwen, tegen de rechter en achterperceels grens. Het water zal plaatselijk afwateren in de groenzone op eigen terrein.

Bronbemaling voor het plaatsen van een zwembad.

Mobiliteitsimpact

Voor het bouwen van een zwembad, bijgebouw en fietsenstalling is de impact van de mobiliteit beperkt. 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het zwembad, bijgebouw en fietsenstalling hebben een beperkt bouwvolume.

Visueel-vormelijke elementen

De materialen voor het bijgebouw en fietsenstalling zijn:

Bekleding buitenzijde 1. :

Verticaal Triple profiel 30/130mm (thermisch Ayous)

Bekleding buitenzijde 2:

Verticale klikplanken 15/130mm (thermisch Ayous)

Bekleding buitenzijde 3:

Verticale klikplanken 17/130 mm (thermo Wood)

Bekleding binnenzijde + plafond overkapping/zitgedeelte

MDF – plaat groen – nog af te lakken in de gewenste kleur

Bekleding plafond overkapping fietsenstalling

Verticale klikplanken 15/130 (thermisch Ayous)

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeelt deze als volgt:

  •  Het advies van Intern stad Geel afgeleverd op 14 maart 2024 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

 Gunstig onder volgende voorwaarden:

 

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.


Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein intern Stad Geel – team grijs:

Het water dat op de nieuwe constructie en verharding valt moet tijd krijgen om te infiltreren in de omliggende groenzone. De omliggende groenzone moet 25% zijn van de verharde oppervlakte. Men mag geen wateroverlast veroorzaken bij naastliggende percelen of naar het openbaar domein toe.

De overloop van het zwembad moet aangesloten worden op de bestaande infiltratieput als men het zwembad niet ter plaatse kan laten overlopen in groenzone.

De filter van het zwembad moet worden aangesloten op het afvalwatersysteem van de woning.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

Conclusie milieutechnische beoordeling

Met betrekking tot de overige onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling van de omgevingsambtenaar en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies.

De omgevingsambtenaar adviseert de volgende aanvraag en rubrieken voorwaardelijk gunstig onder de volgende voorwaarden:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

Tijdelijke bronbemaling i.f.v. zwembadaanleg (Nieuw)

1315 m³/jaar

3


Volgende voorwaarden zijn van toepassing:
Algemene voorwaarden van VLAREM II: 4.1 - 4.6
Sectorale voorwaarden van VLAREM II: 5.53
 Bijzondere milieuvoorwaarden:

  • Net buiten de invloedstraal liggen een aantal OVAM-dossier met mogelijke verontreinigingen. Er dient een sondegestuurde bemaling gebruikt te worden om de invloedstraal zo klein mogelijk te houden.
  • De lozing van het effluent dient te gebeuren in de regenweerafvoer van het gescheiden rioleringsstelsel, gelegen aan de voorkant van het perceel. Er dient een bezinkingsinstallatie geplaatst te worden om het rioleringsstelsel te vrijwaren van zand- en ijzerpartikels. De werking van de bezinkingsinstallatie dient te allen tijde gewaarborgd te worden door de exploitant.
  • Het plaatsen van debietsmeters conform de wetgeving van VLAREM II en deze dienen met regelmatigheid gecontroleerd te worden op goede werking.
  • De bronbemaling mag niet langer in stand gehouden worden dan strikt noodzakelijk.


Verwijderen asbest

Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be).

Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.


De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.


Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein intern Stad Geel – team grijs:

Het water dat op de nieuwe constructie en verharding valt moet tijd krijgen om te infiltreren in de omliggende groenzone. De omliggende groenzone moet 25% zijn van de verharde oppervlakte. Men mag geen wateroverlast veroorzaken bij naastliggende percelen of naar het openbaar domein toe.

De overloop van het zwembad moet aangesloten worden op de bestaande infiltratieput als men het zwembad niet ter plaatse kan laten overlopen in groenzone.

De filter van het zwembad moet worden aangesloten op het afvalwatersysteem van de woning.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

Conclusie milieutechnische beoordeling

Met betrekking tot de overige onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling van de omgevingsambtenaar en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies.

De omgevingsambtenaar adviseert de volgende aanvraag en rubrieken voorwaardelijk gunstig onder de volgende voorwaarden:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

Tijdelijke bronbemaling i.f.v. zwembadaanleg (Nieuw)

1315 m³/jaar

3

 

Volgende voorwaarden zijn van toepassing:
Algemene voorwaarden van VLAREM II: 4.1 - 4.6
Sectorale voorwaarden van VLAREM II: 5.53
 Bijzondere milieuvoorwaarden:

  • Net buiten de invloedstraal liggen een aantal OVAM-dossier met mogelijke verontreinigingen. Er dient een sondegestuurde bemaling gebruikt te worden om de invloedstraal zo klein mogelijk te houden.
  • De lozing van het effluent dient te gebeuren in de regenweerafvoer van het gescheiden rioleringsstelsel, gelegen aan de voorkant van het perceel. Er dient een bezinkingsinstallatie geplaatst te worden om het rioleringsstelsel te vrijwaren van zand- en ijzerpartikels. De werking van de bezinkingsinstallatie dient te allen tijde gewaarborgd te worden door de exploitant.
  • Het plaatsen van debietsmeters conform de wetgeving van VLAREM II en deze dienen met regelmatigheid gecontroleerd te worden op goede werking.
  • De bronbemaling mag niet langer in stand gehouden worden dan strikt noodzakelijk.


Verwijderen asbest

Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be).

 

Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

 

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.