Terug
Gepubliceerd op 26/03/2024

2024_CBS_00754 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een eengezinswoning langs Gansakker 38 (202400011SS) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 25/03/2024 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_00754 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een eengezinswoning langs Gansakker 38 (202400011SS) - Vergunning 2024_CBS_00754 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een eengezinswoning langs Gansakker 38 (202400011SS) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 25/03/2024

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023163444

Dossiernummer gemeente: 202400011

 

De gemeente Geel heeft op 9 januari 2024 een aanvraag ontvangen voor het verbouwen van een eengezinswoning. De aanvraag werd op 22 januari 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Hazina Kenis wonende Gansakker 38 te 2440 Geel en de heer Ramesh Kenis wonende Gansakker 38 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Gansakker 38

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nr. 809P

 

Verslag

 

 

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023163444

Dossiernummer gemeente: 202400011

 

De gemeente Geel heeft op 9 januari 2024 een aanvraag ontvangen voor het verbouwen van een eengezinswoning. De aanvraag werd op 22 januari 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Hazina Kenis wonende Gansakker 38 te 2440 Geel en de heer Ramesh Kenis wonende Gansakker 38 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Gansakker 38

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nr. 809P

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

woonuitbreidingsgebied

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Gansakker goedgekeurd op 10 april 2012gelegen in zone voor stedelijk wonen

 

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (07800 B) voor het verbouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 02/08/1982.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag handelt over het verbouwen van een bestaande eengezinswoning op de rooilijn.

Er werd een vergunning verleend dd. 2/08/1982 voor de verbouwing van een woning.

In de huidige toestand bevindt zich een veranda, vermoedelijk onvergund, aangebouwd aan de achterbouw. Deze constructie wordt afgebroken.

Ook werd een bijgebouw achteraan het perceel gebouwd, vermoedelijk onvergund. Dit bijgebouw wordt afgebroken. Ook een serre werd nog bijgeplaatst in de tuin. Deze constructie zal ook worden afgebroken.

 

Afbraak van een bijgebouw:

Alle niet vergunde bijgebouwen worden afgebroken.

 

Renovatie van een eengezinswoning met uitbreiding:

Er worden enkele structurele werken uitgevoerd om een nieuwe indeling mogelijk te maken naar de huidige noden van de bouwheer.

De volledige achterbouw, welke nieuw werd aangebouwd in 1982, wordt vervangen door een nieuwe achterbouw.

Voornamelijk niet dragende wanden worden in de hoofdbouw afgebroken.

Enkele ingrepen in dragende constructies zijn noodzakelijk voor het mogelijk te maken van een nieuwe indeling, zoals: vergroten opening in leefruimte, maken van nieuw trapgat, aanpassen openingen in voor- en achtergevel.

Het volume van de hoofdbouw blijft hierbij behouden. De nodige isolatiewerken zullen dan ook langs de binnenkant van de hoofdbouw gebeuren.

De structuur van het hellend dak zal nagekeken worden en krijgt een nieuw onderdak, pan- en tengellatten en dakbedekking. Ook wordt het hellend dak voldoende geïsoleerd. De dakkapel aan de achterkant blijft behouden, maar wordt voorzien van een plat dak en krijgt een nieuwe gevelbekleding.

Indeling:

De slaapkamer op de gelijkvloerse verdieping verhuisd naar de voorgevel, zodat er ruimte vrijkomt voor het plaatsen van een degelijke keuken en eetplaats met uitzicht op de achtertuin. De garage wordt vervangen door een ruime inkomzone met trap naar de verdieping. De badkamer is ook toegankelijk vanuit deze hal. Er wordt een tweede toegang voorzien aan de zijkant van de achterbouw.

De slaapkamer en zolderruimte op de verdieping wordt heringericht met een grotere slaapkamer met dressing en badkamer. Het dak wordt voorzien van de nodige dakvlakramen om natuurlijk licht binnen te brengen.

 

  1. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.

Er werd geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

Op 11 maart 2024 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel

Advies riolering

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel  aanwezig op openbaar domein. De bestaande aansluiting moet opnieuw gebruikt worden. Volgens de plannen is er een sifonput die half op privé staat en half op openbaar domein. De bedoeling is dat deze sifonput verwijderd wordt en dat deze vervangen wordt door de huisaansluitputjes RWA en DWA. De putjes moeten vlot bereikbaar zijn in functie van inspectie. De uitvoering van deze werken moet besproken worden met de dienst Openbaar domein van stad Geel na het verkrijgen van de vergunning.

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.

Op het plan staan geen diameters opgegeven van de afvoerbuizen. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm).

De afvoerbuizen worden volgens plan aangesloten op nieuwe huisaansluitputjes RWA en DWA. Met uitzondering van de afvoerbuis hemelwater van het voorste gedeelte van het zadeldak. Deze sluit rechtstreeks aan op de sifonput en daardoor ook rechtstreeks naar de riolering. Er is normaalgezien voldoende ruimte naast de woning om deze afvoer ook mee aan te sluiten op de nieuwe hemelwaterput. Dit zorgt voor meer aanvoer naar de hemelwaterput wat gunstiger is in functie van herbruik.

Huishoudelijk  afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Hemelwater

De  Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is  van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 10.000 L. Op de put worden volgens het plan de dakafvoer van de uitbreiding met achterste gedeelte van het zadeldak aangesloten. In principe zou dan een put volstaan van 7500 L volgens het ingevulde hemelwaterformulier. Zoals eerder vermeld in het advies, is het haalbaar om ook het voorste dakgedeelte mee aan te sluiten. In dit geval moet er een put geplaatst worden met een volume van 10.000 L, zoals men ook voorziet volgens plan. Men zal het hemelwater herbruiken voor spoeling van de toiletten, voor een wasmachine en een buitenkraan. Deze aftappunten voldoen volgens de verordening hemelwater 2023.

Infiltratievoorziening

Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening (infiltratiekom) met een infiltratievolume van 3000 L, een infiltratieoppervlakte van 10 m² en een diepte van 30 cm. Bij aansluiting van het voorste dakgedeelte op het hemelwatersysteem, moet de oppervlakte van dit dakgedeelte ook mee in rekening gebracht worden voor de dimensionering van de infiltratievoorziening. We komen dan aan volgende berekening:

  • In rekening te brengen oppervlakte = 69,156 m² (bestaand gedeelte) + 52,4 m² (nieuw gedeelte) - 30m² (plaatsing HW-put) = 91,556 m².
  • Minimale infiltratievolume = 91,556m²x 33 L/m² = 3021,35 L.
  • Minimale infiltratieoppervlakte= 91,556m² * 8%= 7,33 m².
  • De voorgestelde infiltratievoorziening voldoet qua oppervlakte maar niet qua volume. 

Waterdoorlatende verhardingen (pad naast de woning) en niet-waterdoorlatende verhardingen (terras) die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Deze verhardingen worden ook niet meegerekend. Men moet er wel opletten dat het water tijd krijgt om te infiltreren en dat men geen wateroverlast veroorzaakt bij naastliggende percelen of naar het openbaar domein toe.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbare rioleringsstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

 

Mer-screening

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

Het perceel gelegen te Gansakker 38, Afdeling 1, Sectie H, nr. 809P stroomt af naar de Rijnloop, een (on)bevaarbare waterloop (van 2de categorie) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen district Grote Nete. De locatie is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig.

De locatie is niet gelegen in signaalgebied.

Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.

Er is voldaan aan de gemeentelijke/provinciale/gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening.
 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Deze beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de volgende criteria als uitvoering van art. 4.3.1 van de codex:

1. Functionele inpasbaarheid

De aanvraag speelt zich af binnen gewestplanbestemming woongebied met landelijk karakter. De aangevraagde werken zijn toegelaten binnen woongebied met landelijk karakter en stroken met de bestemming volgend uit de geldende verkavelingsvergunning, waardoor de aanvraag principieel functioneel inpasbaar is.

Het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning en bijgebouw stelt geen beperking aan het gebruik van het perceel. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad.

2. Mobiliteitsimpact

Door de kleinschaligheid van het project, het betreft het verbouwen van een eengezinswoning  blijft de impact op de mobiliteit beperkt.

De bestaande garage wordt omgevormd naar een woonruimte. Aangezien het om een bestaande woning gaat én de voorgevelbouwlijn samenvalt met de rooilijn is men niet verplicht een parkeergelegenheid te voorzien op eigen terrein. De aanvraag is in overeenstemming met de gemeentelijke stedenbouwkundige parkeerverordening.

Er is tijdens de werken een beperkte toename zijn in de mobiliteit, dit zal beperkt zijn tot de daguren (werkuren).

 3. Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De woning maakt deel uit van een tweewoonst, waarbij nok- en kroonlijsthoogte doorlopen. De wijzigingen van de voorgevel hebben geen invloed op de nok- en kroonlijsthoogte, deze blijven behouden. Ook het pad

links naast de woning blijft behouden. Dit pad zal voornamelijk door voetgangers gebruikt worden. Achteraan is het perceel toegankelijk via een tuinpoort. Op termijn zal er een fietsenberging bijgeplaatst worden. Hiervoor

zal later een vergunningsaanvraag volgen.

De achterbouw wordt herbouwd tot een maximale bebouwbare diepte van 17m. Deze achterbouw wordt geplaatst op de rechterperceelgrens. De achterbouw wordt zo ruim mogelijk gebouwd, toch wordt er ook rekening gehouden met het pad naast de woning. De schuine perceelgrens zorgt voor een minimale doorgang van 134cm ter hoogte van de achtergevel en een maximale doorgang van 180cm ter hoogte van de tweede toegang in de achterbouw.

Het project is qua schaal in overeenstemming met de omgeving van dit project.  

 4. Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag voorziet het gebruik van duurzame en kwalitatieve materialen, welke overeenstemmen met de geldende verkavelingsvoorschriften.

De voorgevel blijft, ondanks de aanpassingen, zijn huidige uitstraling behouden.

De dakbedekking wordt vervangen in een donkergrijze, zwarte pan. De dakgoot en afvoerpijp worden vernieuwd. De garagepoort wordt vervangen door een voordeur en raamopening in dezelfde stijl als de bestaand. De huidige voordeur wordt vervangen door een raamopening in dezelfde stijl als

de bestaande. Alle buitenschrijnwerk word vervangen.

De achterbouw wordt voorzien va een rood/bruin genuanceerde gevelsteen en een plat dak.

Visueel-vormelijk strookt de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

5. Cultuurhistorische elementen

Niet van toepassing.

 De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.

6. Bodemreliëf

Behoudens de infiltratiekom worden er geen wijzigingen aan het huidig terreinprofiel aangebracht.

De bestaande verharding wordt heraangelegd.

Naast de woning wordt een pad van 13,5m2 aangelegd in waterdoorlatende  klinkers op een waterdoorlatende fundering.

Achter en naast de achterbouw wordt een terrasverharding van 29,5m2 aangelegd in niet waterdoorlatende materialen. De tuinzone is groot genoeg om te dienen als infiltratie van de verharde zone.

Er wordt een nieuw tuinpad aangelegd van 26,3m2 in niet waterdoorlatende materialen. De tuinzone is groot genoeg om te dienen als infiltratie van de verharde zone.

 

7. Hinderaspecten

Er wordt geen bijkomende hinder voorzien.

De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving, gezondheidsaspecten zijn verwaarloosbaar.

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

8.  Conclusie

Omwille van het voorgaande is het voorstel planologisch en stedenbouwkundig  verenigbaar met de omgeving.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden op 26/01/2024 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen  voor gemene eigendom. Er werd geen bezwaar ingediend.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeelt deze als volgt:

  •  Het advies van Intern stad Geel afgeleverd op 11 maart 2024 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.

De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier.

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm boven de as van de weg.

Er worden geen bijgebouwen opgericht.

Er worden geen terreinophogingen noch bomen gerooid.

Behoudens het terras achteraan de woning dient de waterdoorlatende verharding aangelegd zowel in toplaag als in fundering.

Verhardingen moeten maximaal waterdoorlatend zijn. Waterdoorlatende verharding dient te worden aangelegd onder een helling van minder dan 0,5% op een waterdoorlatende funderingslaag. Alle lagen dienen een minimale doorlatendheid van 5.4*10-5m/s te hebben.

Bij de afbraak van de bestaande bebouwing dienen de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen om de aanpalende woning geen schade te berokkenen.

Voorafgaandelijk dient er een plaatsbeschrijving van de rechtsaanpalende woning te worden opgemaakt, een controle door een burgerlijk ingenieur en het afsluiten van een ABR polis.

De bouwheer dient bij de uitvoering der werken de verplichtingen van het burgerlijk wetboek na te leven.

De vrijgekomen muren van de aanpalende eigenaars worden afgewerkt zodat geen water- of vorstschade kan ontstaan. Na definitieve invulling van de percelen moeten deze gevels op een kwalitatieve en duurzame manier afgewerkt worden.

 

De hinder die kan uitgaan van het voorwerp van de aanvraag zal zich tijdens de sloopwerken manifesteren. Hierdoor zal er tijdelijk een toename zijn in verkeersbewegingen door de aanvoer van bouwmachines en het afvoer van het slooppuin. Door de nabijheid van scholen bij de plaats van de werken, zijn maatregelen aangewezen die conflicten tussen werfverkeer en schoolgaande kinderen te vermijden. Het beperken van de transporturen kan hiertoe bijdragen en de verkeerveiligheid garanderen. Door het Charter Werftransport op te volgen wordt aan deze vooraarden voldaan. De inhoud van dit charter zal aan de bouwheer kenbaar gemaakt worden.

De nodige veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen.

Alle puin evenals ondergrondse constructies moeten mee verwijderd worden.

 

Bij aanwezigheid van een stookolietank, moet deze correct buitengebruik gesteld worden en verwijderd. De bouwheer laat zich hiervoor bijstaan door een deskundige of erkende stookolietechnicus. De deskundige of de erkende stookolietechnicus stelt naar aanleiding van de buitengebruikstelling van de houder een attest op waaruit ondubbelzinnig blijkt dat de buitengebruikstelling werd uitgevoerd volgens de regels van het vak. Dit attest vermeldt bovendien de naam en het erkenningsnummer van de deskundige of de erkende stookolietechnicus. Dit attest moet overgemaakt worden aan de vergunning verlenende overheid via handhaving@geel.be

De bepalingen uit de asbestparagraaf dienen strikt nageleefd te worden.

 

Asbestparagraaf

Het gebouw dat wordt gesloopt bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen.  Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.

Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden.

 

Hinder naar de buurt moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De verantwoordelijke neemt maatregelen ter voorkoming van hinder in de omgeving ten gevolge van o.a. stof, geluid, geur, water, afval,... Ten allen tijde worden de werken uitgevoerd in overstemming met de van toepassing zijnde voorwaarden uit VLAREM II en de politiecodex. De politiecodex die van kracht is voor het grondgebied van stad Geel, verbiedt het gebruik van bouwmachines of andere bouwwerktuigen die van die aard zijn dat ze de rust van omwonenden kunnen verstoren tussen 22uoo en 07u00 en op zon-en feestdagen. Dit beperkt de hinder naar omwonenden.

De regeling grondverzet is van toepassing indien grond aangevoerd wordt voor het opvullen van de verwijderde ondergrondse constructies.

Het vrijgemaakte terrein moet in afwachting van een definitieve bestemming een tijdelijke gesloten afsluiting krijgen om een negatieve impact op het straatbeeld te vermijden. Zo wordt vermeden dat het terrein een niet gewenste invulling krijgt en het straatbeeld negatief beïnvloed wordt.

De inname van openbaar domein kan enkel na goedkeuring van stad Geel. Een aanvraag hiertoe kan ingediend worden via: https://www.geel.be/signalisatievergunning

 

Riolering / hemelwater

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De bestaande aansluiting moet gebruikt worden. Voor het verwijderen van de sifonput die op de rooilijn staat en het plaatsen van de huisaansluitputjes RWA en DWA moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein van stad Geel.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de bestaande aansluiting.

Men  is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 10.000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak van de woning met uitbreiding hier op aan te sluiten (incl. voorste gedeelte van het zadeldak).
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen.
  • De diepte mag max. 50 cm bedragen.
  • Het infiltratievolume dient minimum 3021,35 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 7,33 m² te bedragen.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.

De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier.

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm boven de as van de weg.

Er worden geen bijgebouwen opgericht.

Er worden geen terreinophogingen noch bomen gerooid.

Behoudens het terras achteraan de woning dient de waterdoorlatende verharding aangelegd zowel in toplaag als in fundering.

Verhardingen moeten maximaal waterdoorlatend zijn. Waterdoorlatende verharding dient te worden aangelegd onder een helling van minder dan 0,5% op een waterdoorlatende funderingslaag. Alle lagen dienen een minimale doorlatendheid van 5.4*10-5m/s te hebben.

Bij de afbraak van de bestaande bebouwing dienen de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen om de aanpalende woning geen schade te berokkenen.

Voorafgaandelijk dient er een plaatsbeschrijving van de rechtsaanpalende woning te worden opgemaakt, een controle door een burgerlijk ingenieur en het afsluiten van een ABR polis.

De bouwheer dient bij de uitvoering der werken de verplichtingen van het burgerlijk wetboek na te leven.

De vrijgekomen muren van de aanpalende eigenaars worden afgewerkt zodat geen water- of vorstschade kan ontstaan. Na definitieve invulling van de percelen moeten deze gevels op een kwalitatieve en duurzame manier afgewerkt worden.

 

De hinder die kan uitgaan van het voorwerp van de aanvraag zal zich tijdens de sloopwerken manifesteren. Hierdoor zal er tijdelijk een toename zijn in verkeersbewegingen door de aanvoer van bouwmachines en het afvoer van het slooppuin. Door de nabijheid van scholen bij de plaats van de werken, zijn maatregelen aangewezen die conflicten tussen werfverkeer en schoolgaande kinderen te vermijden. Het beperken van de transporturen kan hiertoe bijdragen en de verkeerveiligheid garanderen. Door het Charter Werftransport op te volgen wordt aan deze vooraarden voldaan. De inhoud van dit charter zal aan de bouwheer kenbaar gemaakt worden.

De nodige veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen.

Alle puin evenals ondergrondse constructies moeten mee verwijderd worden.

 

Bij aanwezigheid van een stookolietank, moet deze correct buitengebruik gesteld worden en verwijderd. De bouwheer laat zich hiervoor bijstaan door een deskundige of erkende stookolietechnicus. De deskundige of de erkende stookolietechnicus stelt naar aanleiding van de buitengebruikstelling van de houder een attest op waaruit ondubbelzinnig blijkt dat de buitengebruikstelling werd uitgevoerd volgens de regels van het vak. Dit attest vermeldt bovendien de naam en het erkenningsnummer van de deskundige of de erkende stookolietechnicus. Dit attest moet overgemaakt worden aan de vergunning verlenende overheid via handhaving@geel.be

De bepalingen uit de asbestparagraaf dienen strikt nageleefd te worden.

 

Asbestparagraaf

Het gebouw dat wordt gesloopt bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen.  Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.

Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden.

 

Hinder naar de buurt moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De verantwoordelijke neemt maatregelen ter voorkoming van hinder in de omgeving ten gevolge van o.a. stof, geluid, geur, water, afval,... Ten allen tijde worden de werken uitgevoerd in overstemming met de van toepassing zijnde voorwaarden uit VLAREM II en de politiecodex. De politiecodex die van kracht is voor het grondgebied van stad Geel, verbiedt het gebruik van bouwmachines of andere bouwwerktuigen die van die aard zijn dat ze de rust van omwonenden kunnen verstoren tussen 22uoo en 07u00 en op zon-en feestdagen. Dit beperkt de hinder naar omwonenden.

De regeling grondverzet is van toepassing indien grond aangevoerd wordt voor het opvullen van de verwijderde ondergrondse constructies.

Het vrijgemaakte terrein moet in afwachting van een definitieve bestemming een tijdelijke gesloten afsluiting krijgen om een negatieve impact op het straatbeeld te vermijden. Zo wordt vermeden dat het terrein een niet gewenste invulling krijgt en het straatbeeld negatief beïnvloed wordt.

De inname van openbaar domein kan enkel na goedkeuring van stad Geel. Een aanvraag hiertoe kan ingediend worden via: https://www.geel.be/signalisatievergunning

 

Riolering / hemelwater

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De bestaande aansluiting moet gebruikt worden. Voor het verwijderen van de sifonput die op de rooilijn staat en het plaatsen van de huisaansluitputjes RWA en DWA moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein van stad Geel.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de bestaande aansluiting.

Men  is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 10.000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak van de woning met uitbreiding hier op aan te sluiten (incl. voorste gedeelte van het zadeldak).
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen.
  • De diepte mag max. 50 cm bedragen.
  • Het infiltratievolume dient minimum 3021,35 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 7,33 m² te bedragen.