Terug
Gepubliceerd op 27/02/2024

2024_CBS_00452 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van en uitbreiden van bestaande woning en bouwen van een bijgebouw langs Rundsvoort 20 (202300583HB) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 26/02/2024 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Griet Smaers; Bart Julliams

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_00452 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van en uitbreiden van bestaande woning en bouwen van een bijgebouw langs Rundsvoort 20 (202300583HB) - Vergunning 2024_CBS_00452 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van en uitbreiden van bestaande woning en bouwen van een bijgebouw langs Rundsvoort 20 (202300583HB) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 05/03/2024

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023154738

Dossiernummer gemeente: 202300583

 

De gemeente Geel heeft op 13 december 2023 een aanvraag ontvangen voor het verbouwen van en uitbreiden van bestaande woning en bouwen van een bijgebouw. De aanvraag werd op 5 januari 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Evelien Coomans wonende Rundsvoort 20 te 2440 Geel en Tom Heymans wonende Rundsvoort 20 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Rundsvoort 20

Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie B nr. 492B

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied met landelijk karakter

de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009 gelegen in overdruk zonevreemde woningen II

  

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing. 

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (01561) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 28/10/1957.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande vergunde woning en het bouwen van een garage. Rondom de bestaande woning worden de bergingen en garage afgebroken. Deze werken zijn niet vergunningsplichtig en worden niet opgenomen in de omgevingsaanvraag.

Rechts  van de bestaande woning komt een uitbreiding. Aan de linkerzijde wordt een luifel voorzien.

De garage achteraan wordt op 3m van de linker perceelsgrens gebouwd.

De toegepaste materialen zijn:

Gevelsteen in lichte kleur, gevelbekleding in hout

Buitenschrijnwerk in aluminium donkere kleur

Luifel in aluminium lichte kleur

 

Voor de opvang van het hemelwater verwijzen we naar de watertoets

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 11 januari 2024 werd het advies ontvangen van Agentschap voor Natuur en Bos

Handelingen voornamelijk in woongebied, niet onze bevoegdheid. Bosdecreet niet van toepassing. 

Advies: geen advies


Op 15 januari 2024 werd het advies ontvangen van Fluvius

Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen

Advies: geen advies


Op 2 februari 2024 werd het advies ontvangen van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)

Advies: volledig geen advies

Op 25 januari 2024 werd het advies ontvangen van Dienst Integraal Waterbeleid

Omdat het project voorziet in een beperkte (bijkomende) verharde oppervlakte, het perceel niet paalt aan de waterloop en het project niet overstromingsgevoelig is bij middelgrote kans, wordt er vanuit de dienst integraal waterbeleid geen advies gegeven op dit dossier. Uiteraard moet te allen tijde voldaan worden aan de bepalingen in de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater en het Decreet Integraal Waterbeleid.

Advies: geen advies


Op 14 februari 2024 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel

Advies riolering

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is ter hoogte van het perceel een ingebuisde gracht aanwezig. Dit betekent dat er in het openbaar domein geen volwaardig rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt. Al het afvalwater, zowel fecaal als grijs water, moet worden voorbehandeld.

Bij de verbouwing zal er moeten nagegaan worden of er al een bestaande aansluiting is op de openbare ingebuisde gracht.

  • Als er een aansluiting is, dan moet men deze gebruiken en zelf het huisaansluitputje DWA plaatsen volgens de richtlijnen beschreven bij de voorwaarden. 
  • Als er geen aansluiting aanwezig moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein van stad Geel. Er zal dan nog een nieuwe aansluiting gemaakt worden.

Men moet bij de aanleg van de private riolering rekening houden met de diepte van de bestaande of nieuwe aansluiting. Aangezien er op een gracht wordt aangesloten zal dat niet zo diep zijn.

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.

Op het plan staan geen diameters opgegeven van de afvoerbuizen. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm).

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is.

Aangezien er nog geen openbaar rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt en men dus zal lozen op de ingebuisde gracht, zal er een septische put moeten worden geplaatst waar zowel het fecaal als grijs water worden op aangesloten. Volgens het funderingsplan wordt er een septische put voorzien met een volume van 3000L waarop al het afvalwater is aangesloten.

Als er in de toekomst riolering wordt aangelegd, zal het grijs water van de septische put moeten worden afgekoppeld. Het is aangewezen hiermee rekening te houden bij de aanleg van de private riolering. Men voorziet volgens het funderingplan een wachtbuis  zodat men op dat moment vlot kan afkoppelen. Er wordt ook al een dubbele toezichtsput met reukafsluiter voorzien.

Hemelwater

De  Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing op de woning. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De verordening is niet van toepassing op de verhardingen (waterdoorlatend of afvloeiend  naar groenzone) en op de garage (ter plaatse afvloeiend naar groenzone). De groenzones zijn minstens 25% van de verharde oppervlakte die er naar toe afwatert, wat in orde is. Er moet wel gelet worden dat het water niet bij aanpalende percelen terecht komt of naar het openbaar domein toe.

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 10.000L wat voldoet aan de verordening. In principe mag men bij deze verbouwing een put zetten van 7500L maar men kiest ervoor een groter volume te voorzien wat een gunstig principe is. Men heeft het dossier beschouwd als een herbouw waarbij de volledige dakoppervlak van de woning in rekening wordt gebracht. Dit is een gunstig principe aangezien men ook het hele dak laat afvoeren naar de nieuwe put. Men zal het hemelwater herbruiken voor het spoelen van de toiletten, voor twee wasmachines en een buitenkraan. Dit herbruik voldoet.

Infiltratievoorziening

Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening type infiltratiebekken met een volume van 5600 L en een oppervlakte van 28 m² wat voldoet aan de verordening. Ook hier heeft men de berekening gemaakt alsof het om een herbouw gaat wat een gunstig principe is. Minimale dimensionering als het beschouwd wordt als herbouw: min. infiltratievolume van 5379 L en min. infiltratieoppervlakte van 13,04m². Minimale dimensionering als het beschouwd wordt als verbouwing: min. infiltratievolume van 2486,24L en min. infiltratieoppervlakte van 6,03 m².

Men voorziet geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare ingebuisde gracht. Dit is een gunstig principe.

Advies toegang tot het perceel

In de bestaande toestand is er aan de rechterzijde een verharde toegang op openbaar domein aangelegd met klinkers. Daarnaast ligt er ook nog een strook met kiezeltjes.

Volgens het nieuwe inplantingsplan wenst men een toegang aan de linkerzijde in functie van een oprit op privé. Aan de rooilijn voorziet men een breedte van 4m50.  We kunnen op openbaar domein ook maar een toegang met een breedte van max. 4m50 toestaan. Als er in de toekomst weg-en rioleringswerken komen (timing niet gekend) dan is het mogelijk dat de ingebuisde gracht een open gracht wordt. De toegang wordt dan een overwelving die volgens de wetgeving van de onbevaarbare waterlopen van 2021 een breedte mag hebben van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).

De toegang aan de rechterzijde moet onthard worden. De berm moet hier terug worden ingericht als gras-of zandberm. Verharding en ontharding van een berm zijn aanpassingen van het openbaar domein die men zelf niet mag uitvoeren. Hiervoor moet men een aanvraag doen via de website van stad Geel (www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein). De kosten zijn ten laste van de aanvrager.

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.  Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet.

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing  van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

Het perceel gelegen te Rundsvoort 20, Afdeling 2, sectie B, nr. 492 B stroomt af naar de Vaartloop, een (on)bevaarbare waterloop (van categorie 2) die beheerd wordt door de Provincie Antwerpen – Kleine Nete.

Het project is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

Het project is niet gelegen in signaalgebied.

Er werd advies gevraagd aan Openbaard Domein, intern Stad geel – team grijs:

Het bereft het volgend advies van 14/02/2024:

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

Bij de verbouwing moet men nagaan of er een bestaande aansluiting op de ingebuisde gracht aanwezig is. Als er een aansluiting aanwezig is, moet men deze gebruiken en zelf het huisaansluitputje DWA plaatsen volgens volgende richtlijnen:

  • te plaatsen op privé nabij de rooilijn
  • het huisaansluitputje dient van kunststof te zijn met voorgevormde vloei.
  • Kleur en afmeting: roodbruin met diameter 315mm. 
  • Voorzien van een ijzeren deksel met opschrift DWA.
  • De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Als men geen aansluiting terugvindt, moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein van stad Geel. Er zal dan nog een nieuwe aansluiting gemaakt worden.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe/bestaande aansluiting.

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).

Putten of andere voorzieningen zoals een septische put, hemelwaterput en infiltratievoorziening dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 10.000 L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen. De diepte mag max. 50 cm bedragen.
  • Het infiltratievolume dient minimum 5379 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 13,04 m² te bedragen.

De groenzones moeten minstens 25% bedragen van de verharde oppervlaktes die er naar toe afwateren (niet-waterdoorlatende verharding en dak van garage). Het afvloeiende water mag geen overlast veroorzaken bij aanpalende percelen en naar het openbaar domein toe.

Bij een nieuwe aansluiting is het verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Conclusie: 

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten en mits naleving van de opgelegde voorwaarden zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.

Mer-screening

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

Functionele inpasbaarheid

Het betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande vergunde woning en het bouwen van een garage. Rondom de bestaande woning worden de bergingen en garage afgebroken. Deze werken zijn niet vergunningsplichtig en worden niet opgenomen in de omgevingsaanvraag.

Rechts  van de bestaande woning komt een uitbreiding. Aan de linkerzijde wordt een luifel voorzien.

De garage achteraan wordt op 3m van de linker perceelsgrens gebouwd.

Mobiliteitsimpact

Voor het verbouwen en uitbreiden van de woning en het bouwen van een garage is de impact van de mobiliteit beperkt.  

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De woning behoudt een beperkt bouwvolume.

Visueel-vormelijke elementen

De woning wordt opgericht in klassieke / hedendaagse materialen.

De toegepaste materialen zijn:

Gevelsteen in lichte kleur, gevelbekleding in hout

Buitenschrijnwerk in aluminium donkere kleur

Luifel in aluminium lichte kleur. 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing. 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht. 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos, afgeleverd op 11 januari 2024 is geen advies.
  • Het advies van Fluvius, afgeleverd op 15 januari 2024 is geen advies.
  • Het advies van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur), afgeleverd op 2 februari 2024 is geen advies.
  • Het advies van Dienst Integraal Waterbeleid, afgeleverd op 25 januari 2024 is geen advies.
  •  Het advies van Intern stad Geel afgeleverd op 14 februari 2024 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

 Gunstig onder voorwaarden:

 

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.


Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein Intern Stad Geel – team grijs:

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

Bij de verbouwing moet men nagaan of er een bestaande aansluiting op de ingebuisde gracht aanwezig is. Als er een aansluiting aanwezig is, moet men deze gebruiken en zelf het huisaansluitputje DWA plaatsen volgens volgende richtlijnen:

  • te plaatsen op privé nabij de rooilijn
  • het huisaansluitputje dient van kunststof te zijn met voorgevormde vloei.
  • Kleur en afmeting: roodbruin met diameter 315mm. 
  • Voorzien van een ijzeren deksel met opschrift DWA.
  • De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Als men geen aansluiting terugvindt, moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein van stad Geel. Er zal dan nog een nieuwe aansluiting gemaakt worden.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe/bestaande aansluiting.

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).

Putten of andere voorzieningen zoals een septische put, hemelwaterput en infiltratievoorziening dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 10.000 L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen. De diepte mag max. 50 cm bedragen.
  • Het infiltratievolume dient minimum 5379 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 13,04 m² te bedragen.

De groenzones moeten minstens 25% bedragen van de verharde oppervlaktes die er naar toe afwateren (niet-waterdoorlatende verharding en dak van garage). Het afvloeiende water mag geen overlast veroorzaken bij aanpalende percelen en naar het openbaar domein toe.

Bij een nieuwe aansluiting is het verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Op openbaar domein wordt een verharde toegang toegestaan met een breedte van 4m50. De bestaande verharde toegang op openbaar domein moet verwijderd worden. Verharding en ontharding van een berm zijn aanpassingen van het openbaar domein die men zelf niet mag uitvoeren. Hiervoor moet men een aanvraag doen via de website van stad Geel (www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein). De kosten zijn ten laste van de aanvrager.


De woning dient te voldoen aan de EPB eisen.

Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.


De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.


Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein Intern Stad Geel – team grijs:

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

Bij de verbouwing moet men nagaan of er een bestaande aansluiting op de ingebuisde gracht aanwezig is. Als er een aansluiting aanwezig is, moet men deze gebruiken en zelf het huisaansluitputje DWA plaatsen volgens volgende richtlijnen:

  • te plaatsen op privé nabij de rooilijn
  • het huisaansluitputje dient van kunststof te zijn met voorgevormde vloei.
  • Kleur en afmeting: roodbruin met diameter 315mm. 
  • Voorzien van een ijzeren deksel met opschrift DWA.
  • De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Als men geen aansluiting terugvindt, moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein van stad Geel. Er zal dan nog een nieuwe aansluiting gemaakt worden.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe/bestaande aansluiting.

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).

Putten of andere voorzieningen zoals een septische put, hemelwaterput en infiltratievoorziening dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 10.000 L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen. De diepte mag max. 50 cm bedragen.
  • Het infiltratievolume dient minimum 5379 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 13,04 m² te bedragen.

De groenzones moeten minstens 25% bedragen van de verharde oppervlaktes die er naar toe afwateren (niet-waterdoorlatende verharding en dak van garage). Het afvloeiende water mag geen overlast veroorzaken bij aanpalende percelen en naar het openbaar domein toe.

Bij een nieuwe aansluiting is het verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Op openbaar domein wordt een verharde toegang toegestaan met een breedte van 4m50. De bestaande verharde toegang op openbaar domein moet verwijderd worden. Verharding en ontharding van een berm zijn aanpassingen van het openbaar domein die men zelf niet mag uitvoeren. Hiervoor moet men een aanvraag doen via de website van stad Geel (www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein). De kosten zijn ten laste van de aanvrager.


De woning dient te voldoen aan de EPB eisen.

Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.


De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.