UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 16/09/2024
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024067599
Dossiernummer gemeente: 202400238
De gemeente Geel heeft op 20 mei 2024 een aanvraag ontvangen voor het slopen en herbouwen zonevreemde woning. De aanvraag werd op 18 juli 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Niels Marien wonende Genelaar 103 te 2450 Meerhout
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Wilgenstraat 7
Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie K nrs. 881Z en 881S2
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
agrarisch gebied
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Verordeningen
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag handelt over het slopen van een woning met bijhorende verhardingen.
Herbouw van een vrijstaande woning < 1000m³ in het agrarisch gebied met aanleg van noodzakelijke verhardingen.
Er worden geen bijgebouwen opgericht, geen bomen gerooid en geen terreinophogingen uitgevoerd.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 16 augustus 2024 werd het advies ontvangen van Dienst Integraal Waterbeleid
Zie advies in bijlage.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 14 augustus 2024 werd het advies ontvangen van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)
Zie bijlage
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 13 augustus 2024 werd het advies ontvangen van Elia Contact Center Noord
Advies: gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig
Op 19 augustus 2024 werd het advies ontvangen van Regio Oost - Albertkanaal en Kempisch Kanaal
geen opmerkingen
Advies: gunstig
Op 12 september 2024 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel dienst Openbaar Domein Team Grijs
Zonering – aansluiting
Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Dit betekent dat er in het openbaar domein geen volwaardig rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt. Al het afvalwater, zowel fecaal als grijs water, moet worden voorbehandeld.
Ter hoogte van of in de nabijheid van het perceel is ook geen gracht aanwezig. Het wordt technisch als niet mogelijk beschouwd een aansluiting te realiseren. Daarom wordt per uitzondering een sterfput toegestaan. Dit tot er een openbare riolering wordt aangelegd.
Riolering algemeen
Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.
De diameter van de rioleringsbuizen is niet vermeld maar mag max. 160mm bedragen
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is.
Er wordt een septische put geplaatst waarop zowel het fecaal als grijs water worden op aangesloten. Volgens het funderingsplan wordt er een septische put voorzien met een volume van 3000L waarop al het afvalwater is aangesloten.
Ter hoogte van of in de nabijheid van het perceel is ook geen gracht aanwezig. Het wordt technisch als niet mogelijk beschouwd een aansluiting te realiseren. Daarom wordt per uitzondering een sterfput toegestaan. Dit tot er een openbare riolering wordt aangelegd.
Als er in de toekomst riolering wordt aangelegd, zal het grijs water van de septische put moeten worden afgekoppeld en de sterfput (bezinkput) moeten worden afgesloten. Het is aangewezen hiermee rekening te houden bij de aanleg van de private riolering. Men kan al een wachtbuis voorzien zodat men dan vlot kan afkoppelen.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.
Hemelwaterput
Men plaatst een hemelwaterput met een volume van totaal 25.000L. Op de put worden de dakafvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater hergebruiken voor toiletspoeling, wasmachine en buitenkraan.
Infiltratievoorziening
Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening met een volume van 6.107L en een oppervlakte van 21,75m².
Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening.
Men voorziet geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbaar domein (dit is trouwens niet mogelijk gezien ontbreken gracht op openbaar domein).
Toegang perceel
Er is een bestaande toegang naar het openbaar domein. Deze wordt binnen het nieuwe plan verschoven. De breedte bedraagt 3meter. Er is voor het perceel een grasberm aanwezig. Er is geen probleem om de inrit op te schuiven. Werken op openbaar domein door private personen is niet toegestaan. Er dient aanvraag te gebeuren bij de stad. De kosten voor de verplaatsing -aanleg nieuwe verharding en goot + afbraak oude verharding- zijn ten laste van de aanvrager.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Niet van toepassing.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het perceel gelegen Wilgenstraat 7 te Geel, Sectie F, nr. 881 e2/z stroomt af naar de Kwalijkloop, een (on)bevaarbare waterloop (van 2° categorie) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen district Grote Nete.
De locatie is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig en ligt niet in signaalgebied.
De Provincie Antwerpen Dienst Integraal Waterbeleid beoordeelt de aanvraag voorwaardelijk gunstig dd. 16/08/2024 ref. Waad-2024-2315.
De Vlaamse Waterweg Afdeling regio Oost beoordeelt de aanvraag voorwaardelijk gunstig dd. 16/08/2024.
Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.
VERENIGBAARHEID MET HET WATERSYSTEEM
Mogelijke schadelijke effecten zouden kunnen ontstaan door:
- wijziging van infiltratie naar het grondwater aangezien verhardingen en bebouwing een versnelde afvoer van hemelwater en een verminderde infiltratie in de bodem tot gevolg hebben.
Dit kan leiden tot onvoldoende aanvulling van het grondwater, met (meer) verdroging tot gevolg;
Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg gunstig met voorwaarden geadviseerd en is in
overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid.
1. Voor de wijziging van infiltratie naar het grondwater Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen
indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke, provinciale, gemeentelijke
stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. Verder moet voldaan worden aan art. 6.2.2.1.2 § 4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling
6° a) opgenomen in art. 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept 'vasthoudenbergen- afvoeren' dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de stroomgebiedbeheerplannen. Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.
Vermijden afstroom van hemelwater
Verhardingen moeten maximaal waterdoorlatend zijn. Waterdoorlatende verharding dient te worden aangelegd onder een helling van minder dan 0,5% op een waterdoorlatende
funderingslaag. Alle lagen dienen een minimale doorlatendheid van 5.4*10-5 m/s te hebben. Bovendien mogen er geen afvoerkolken worden voorzien. Steenslagfundering moet conform
Standaardbestek 250 voor waterdoorlatende verhardingen aangelegd worden. Indien dit niet het geval is, dienen deze verharde oppervlaktes meegenomen te worden in de berekening van de infiltratievoorziening en naar de infiltratievoorziening af te wateren. Verhardingen moeten maximaal waterdoorlatend zijn. De waterdoorlatende verharding wordt
aangelegd onder een helling tussen de 0.5% en 2%. Het water dient af te stromen naar een groenzone die minimaal 15% van de afstromende oppervlakte heeft. Alle lagen dienen een
minimale doorlatendheid van 5.4*10-5 m/s te hebben. Bovendien mogen er geen afvoerkolken worden voorzien. Steenslagfundering moet conform Standaardbestek 250 voor
waterdoorlatende verhardingen aangelegd worden. Indien dit niet het geval is, dienen deze verharde oppervlaktes meegenomen te worden in de berekening van de infiltratievoorziening en naar de infiltratievoorziening af te wateren.
Hemelwaterput en hergebruik
De aanvraag voorziet om de dakoppervlakte (215 m²) aan te sluiten op een hemelwaterput van 25.000 liter, die zou overlopen naar een wadi.
Het opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor alle toiletten, de aansluiting van een wasmachine en voor minstens 1 buitenkraan.
Terreinverhardingen en terrassen worden bij voorkeur niet aangesloten op de hemelwaterput.
Indien men deze wel wenst aan te sluiten dient het afstromende hemelwater eerst worden gezuiverd vooraleer het wordt opgevangen in de hemelwaterput om contaminatie te
voorkomen.
Infiltratievoorziening
Er wordt een verhoogd hergebruik in mindering gebracht ter vermindering van de te bouwen infiltratievoorziening. Dit kan aanvaard worden. Hergebruik mag enkel in mindering gebracht
worden indien het structureel van aard is en gedurende het volledige jaar plaatsvindt. Om effectief te zijn en drainage van het grondwater te vermijden, dient de infiltratievoorziening
zich geheel boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand te bevinden. Enkel het volume en de oppervlakte van de infiltratievoorziening boven dit peil kunnen in rekening genomen worden. Op basis van de drainageklasse van de bodemkaart, zoals raadpleegbaar op Geopunt, is de maximaal toegestane diepte van een infiltratievoorziening op dit perceel 70 cm. Hieraan wordt voldaan.
Het project doorstaat de watertoets.
Mer-screening
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Deze beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de volgende criteria als uitvoering van art. 4.3.1 van de codex:
1. Functionele inpasbaarheid
Het herbouwen van een woning in het agrarisch gebied stelt geen beperking aan het gebruik van het perceel.
De bestaande woning heeft een bouwjaar van 1937 en is van het type langevelboerderij.
De aanvraag gaat uit van een zonevreemde woning maar het betreft een woning bij een para-agrarisch bedrijf dat niet kan afgesplitst worden, bijgevolg betreft het hier een bedrijfswoning.
Woning gelegen Wilders 7 hoort bij een para-agrarisch bedrijf, herstelplaats van landbouwmachines op huisnr. 7a en wordt in de omgevingsvergunning dd. 07/05/2018 (OMV_2017011682) worden deze twee adressen als één geheel opgenomen in de beslissing.
De bedrijfswoning kan alleen bewoond worden door de exploitant van het para-agrarisch bedrijf.
Het Agentschap Landbouw en Visserij verleend gunstig advies dd. 14/08/2024 ref. 2024_004989_v1.
De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project.
2. Mobiliteitsimpact
Aangezien we te maken krijgen met een normale gezinssituatie, wordt er geen verhoging van de mobiliteitslast verwacht. Op vandaag is er immers reeds een bestaande eengezinswoning met aanwezig. Deze situatie van bewoning blijft ongewijzigd, zodat er geen toename van verkeer wordt verwacht.
De aanvraag voorziet het stallen van 2 auto’s in het hoofdgebouw op het perceel.
3. Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De bestaande woning met oppervlakte 302m² en bouwvolume 1707m³ wordt zowel bovengronds als ondergronds volledig gesloopt. De bestaande verharding, oppervlakte 250m², wordt verwijderd.
De nieuwe woning wordt herbouwd op dezelfde plaats. Ingeplant op 21,75 meter achter de rooilijn, 30,42 meter van de linker perceelsgrens en 14,43 meter van de rechter perceelsgrens.
De oppervlakte bedraagt 215m² en het bouwvolume 994,37m³.
Het aantal bouwlagen blijft behouden.
De woning heeft een totale bouwdiepte van 15,25 meter, een bouwbreedte 16,54 meter, bouwhoogte 3,30 en 6,00 meter uitgevoerd met plat dak.
De woning is volledig voorzien van een ondergrondse bouwlaag in de vorm van een kelder.
Er worden geen bijgebouwen opgericht.
De aanvraag heeft een beperkte impact op het ruimtegebruik van de percelen. Het project is qua schaal in overeenstemming met de omgeving.
4. Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag heeft een impact op de visueel-vormelijke uitstraling van de percelen in het straatbeeld.
De verschijningsvorm wijzigt van kempische langgevelboerderij naar moderne woning met plat dak.
In de omgeving komen zowel oudere woningen, landelijke woningen en moderne woningen voor. De voorgestelde architectuur past in het straatbeeld en bij de gebouwen van het para-agrarisch bedrijf.
De werken worden uitgevoerd in duurzame materialen, gevels in lichtgrijze handvorm gevelsteen en buitenschrijnwerk in zwart aluminium of PVC.
Het project is visueel in overeenstemming met de omgeving.
5. Cultuurhistorische elementen
Niet van toepassing.
De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.
6. Bodemreliëf
Er worden, behoudens de bovengrondse hemelwaterbuffer, geen reliëfwijzigingen uitgevoerd.
Het bestaande maaiveld blijft behouden.
De verhardingen, behoudens het terras, worden aangelegd in waterdoorlatend materiaal.
Behoudens de verhardingen, oprit 145m² en terras 38m², wordt het perceel volledig aangelegd met levend groen.
Tijdens de werken worden de grondingrepen tot een minimum beperkt tot uitgravingen in functie van de funderingen en verplichte putten.
7. Hinderaspecten
Er wordt geen bijkomende hinder voorzien.
De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving, gezondheidsaspecten zijn verwaarloosbaar.
Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.
8. Conclusie
Omwille van het voorgaande is het voorstel planologisch en stedenbouwkundig verenigbaar met de omgeving.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Niet van toepassing.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.
- Het slopen en heropbouwen van een vrijstaande bedrijfswoning.
- Het aanleggen van noodzakelijke verhardingen.
De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden worden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Gevolg dient gegeven aan het advies van Elia dd. 13/08/2024.
Gevolg dient gegeven aan het advies van de Provincie Antwerpen Dienst Integraal Waterbeleid dd. 16/08/204 ref. WAAD-2024-2315
Gevolg dient gegeven aan het advies van De Vlaamse Waterweg Afdeling regio Oost dd. 16/08/2024.
Gevolg dient gegeven aan het advies van het Agentschap Landbouw en Visserij dd. 14/08/2024 ref. 2024_004989.
Sloping
Alvorens de sloopwerken aan te vatten dienen alle nutsleidingen afgesloten te zijn. Een attest van wegname van nutsleidingen (elektriciteit en aardgas) uit gebouwen kan bij Netmanagement (c/o Iveka Igao, Koningin Elisabethlei 38, 2300 Turnhout) worden verkregen.
De hinder die kan uitgaan van het voorwerp van de aanvraag zal zich tijdens de sloopwerken manifesteren. Hierdoor zal er tijdelijk een toename zijn in verkeersbewegingen door de aanvoer van bouwmachines en het afvoer van het slooppuin.
Bij de afbraakwerken dienen de nodige maatregelen te worden getroffen om de verkeersveiligheid te verzekeren.
Bij aanwezigheid van een stookolietank, moet deze correct buitengebruik gesteld worden en verwijderd. De bouwheer laat zich hiervoor bijstaan door een deskundige of erkende stookolietechnicus. De deskundige of de erkende stookolietechnicus stelt naar aanleiding van de buitengebruikstelling van de houder een attest op waaruit ondubbelzinnig blijkt dat de buitengebruikstelling werd uitgevoerd volgens de regels van het vak. Dit attest vermeldt bovendien de naam en het erkenningsnummer van de deskundige of de erkende stookolietechnicus. Dit attest moet overgemaakt worden aan de vergunning verlenende overheid via handhaving@geel.be
De bepalingen uit de asbestparagraaf dienen strikt nageleefd te worden.
Asbestparagraaf
Het gebouw dat wordt gesloopt bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen. Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.
Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden.
Indien de werken gepaard gaan met grondverzet dienen de voorschriften opgenomen in het Vlarebo, het Vlaams reglement betreffende bodemsanering en bodembescherming opgevolgd te worden.
Dit houdt ondermeer in dat bij bodem afkomstig van een ontgraving groter dan 250 m³ of afkomstig van een verdachte grond, een technisch verslag moet worden opgemaakt en het transport moet vergezeld zijn van de nodige transportdocumenten omschreven in Vlarebo art. 183.
Woning
Bestemming bedrijfswoning.
De woning mag enkel bewoond worden door de exploitant van het (para-) agrarisch bedrijf gelegen Wilders 7a.
De woning mag niet afgesplitst worden van het bedrijf.
De nieuwe woning wordt herbouwd op dezelfde plaats. Ingeplant op 21,75 meter achter de rooilijn, 30,42 meter van de linker perceelsgrens en 14,43 meter van de rechter perceelsgrens.
De oppervlakte bedraagt 215m² en het bouwvolume 994,37m³.
De woning heeft een totale bouwdiepte van 15,25 meter, een bouwbreedte 16,54 meter, bouwhoogte 3,30 en 6,00 meter uitgevoerd met plat dak.
De woning wordt volledig onderkelderd.
Gevels worden opgericht in lichtgrijze handvorm gevelsteen en buitenschrijnwerk zwart in aluminium of PVC.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Vloerpas
De bestaande vloerpas van 30cm boven het peil van de weg blijft aangehouden.
Bijgebouw
Er worden geen bijgebouwen opgericht.
Toegang tot het perceel
De nieuwe inrit schuift naar rechts op ten opzichte van de bestaande en heeft een breedte van 3 meter.
Aanpassingen van het openbaar domein mag men nooit zelf uitvoeren maar moet men aanvragen bij stad Geel via: https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.
Verhardingen
De aanleg van verharding van oprit 145m² en verharding terras 38m² is toegelaten op het perceelsgedeelte palend aan het hoofdgebouw. De verhardingen dienen uitgevoerd te worden in kleinschalige, dit wil zeggen losse of makkelijk opbreekbare, materialen. Bij de aanleg van de verharding moet gestreefd worden naar maximale doorlatendheid, zodat hemelwater maximaal kan infiltreren. Dit is geen vereiste voor het functioneel terras.
Niet-bebouwde oppervlakte/groen:
Er worden geen bomen gerooid.
Vanuit een streven naar een duurzaam en ruimtelijk verantwoord gebruik van de bestaande kavel waarop de woning gelegen is, is een landelijke tuininrichting passend binnen de draagkracht van de omgeving toegestaan in streekeigen groenaanleg.
Het bestaande microreliëf dient behouden te blijven.
Op de niet-bebouwde oppervlakte zijn nivelleringen niet toegelaten. Reliëfwijzigingen kunnen enkel worden toegestaan in functie van constructies voor waterzuivering of waterbuffering.
Riolering / hemelwater
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De private riolering moet beperkt in diepte worden aangelegd om latere een gravitaire aansluiting naar het openbaar domein mogelijk te maken. Indien gravitair aansluiten niet haalbaar blijkt, zal men maatregelen op eigen terrein moeten nemen om een aansluiting te realiseren (bv. pomp).
De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).
Er dient een sterfput (bezinkput) geplaatst te worden na de septische put.
Bij de realisatie van een openbare riolering voor het perceel is men verplicht de sterfput af te koppelen en ook het grijs water van de septische put te halen.
Putten (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) en wadi’s dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Bronbemaling
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.
- Het slopen en heropbouwen van een vrijstaande bedrijfswoning.
- Het aanleggen van noodzakelijke verhardingen.
De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden worden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Gevolg dient gegeven aan het advies van Elia dd. 13/08/2024.
Gevolg dient gegeven aan het advies van de Provincie Antwerpen Dienst Integraal Waterbeleid dd. 16/08/204 ref. WAAD-2024-2315
Gevolg dient gegeven aan het advies van De Vlaamse Waterweg Afdeling regio Oost dd. 16/08/2024.
Gevolg dient gegeven aan het advies van het Agentschap Landbouw en Visserij dd. 14/08/2024 ref. 2024_004989.
Sloping
Alvorens de sloopwerken aan te vatten dienen alle nutsleidingen afgesloten te zijn. Een attest van wegname van nutsleidingen (elektriciteit en aardgas) uit gebouwen kan bij Netmanagement (c/o Iveka Igao, Koningin Elisabethlei 38, 2300 Turnhout) worden verkregen.
De hinder die kan uitgaan van het voorwerp van de aanvraag zal zich tijdens de sloopwerken manifesteren. Hierdoor zal er tijdelijk een toename zijn in verkeersbewegingen door de aanvoer van bouwmachines en het afvoer van het slooppuin.
Bij de afbraakwerken dienen de nodige maatregelen te worden getroffen om de verkeersveiligheid te verzekeren.
Bij aanwezigheid van een stookolietank, moet deze correct buitengebruik gesteld worden en verwijderd. De bouwheer laat zich hiervoor bijstaan door een deskundige of erkende stookolietechnicus. De deskundige of de erkende stookolietechnicus stelt naar aanleiding van de buitengebruikstelling van de houder een attest op waaruit ondubbelzinnig blijkt dat de buitengebruikstelling werd uitgevoerd volgens de regels van het vak. Dit attest vermeldt bovendien de naam en het erkenningsnummer van de deskundige of de erkende stookolietechnicus. Dit attest moet overgemaakt worden aan de vergunning verlenende overheid via handhaving@geel.be
De bepalingen uit de asbestparagraaf dienen strikt nageleefd te worden.
Asbestparagraaf
Het gebouw dat wordt gesloopt bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen. Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.
Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden.
Indien de werken gepaard gaan met grondverzet dienen de voorschriften opgenomen in het Vlarebo, het Vlaams reglement betreffende bodemsanering en bodembescherming opgevolgd te worden.
Dit houdt ondermeer in dat bij bodem afkomstig van een ontgraving groter dan 250 m³ of afkomstig van een verdachte grond, een technisch verslag moet worden opgemaakt en het transport moet vergezeld zijn van de nodige transportdocumenten omschreven in Vlarebo art. 183.
Woning
Bestemming bedrijfswoning.
De woning mag enkel bewoond worden door de exploitant van het (para-) agrarisch bedrijf gelegen Wilders 7a.
De woning mag niet afgesplitst worden van het bedrijf.
De nieuwe woning wordt herbouwd op dezelfde plaats. Ingeplant op 21,75 meter achter de rooilijn, 30,42 meter van de linker perceelsgrens en 14,43 meter van de rechter perceelsgrens.
De oppervlakte bedraagt 215m² en het bouwvolume 994,37m³.
De woning heeft een totale bouwdiepte van 15,25 meter, een bouwbreedte 16,54 meter, bouwhoogte 3,30 en 6,00 meter uitgevoerd met plat dak.
De woning wordt volledig onderkelderd.
Gevels worden opgericht in lichtgrijze handvorm gevelsteen en buitenschrijnwerk zwart in aluminium of PVC.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Vloerpas
De bestaande vloerpas van 30cm boven het peil van de weg blijft aangehouden.
Bijgebouw
Er worden geen bijgebouwen opgericht.
Toegang tot het perceel
De nieuwe inrit schuift naar rechts op ten opzichte van de bestaande en heeft een breedte van 3 meter.
Aanpassingen van het openbaar domein mag men nooit zelf uitvoeren maar moet men aanvragen bij stad Geel via: https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.
Verhardingen
De aanleg van verharding van oprit 145m² en verharding terras 38m² is toegelaten op het perceelsgedeelte palend aan het hoofdgebouw. De verhardingen dienen uitgevoerd te worden in kleinschalige, dit wil zeggen losse of makkelijk opbreekbare, materialen. Bij de aanleg van de verharding moet gestreefd worden naar maximale doorlatendheid, zodat hemelwater maximaal kan infiltreren. Dit is geen vereiste voor het functioneel terras.
Niet-bebouwde oppervlakte/groen:
Er worden geen bomen gerooid.
Vanuit een streven naar een duurzaam en ruimtelijk verantwoord gebruik van de bestaande kavel waarop de woning gelegen is, is een landelijke tuininrichting passend binnen de draagkracht van de omgeving toegestaan in streekeigen groenaanleg.
Het bestaande microreliëf dient behouden te blijven.
Op de niet-bebouwde oppervlakte zijn nivelleringen niet toegelaten. Reliëfwijzigingen kunnen enkel worden toegestaan in functie van constructies voor waterzuivering of waterbuffering.
Riolering / hemelwater
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De private riolering moet beperkt in diepte worden aangelegd om latere een gravitaire aansluiting naar het openbaar domein mogelijk te maken. Indien gravitair aansluiten niet haalbaar blijkt, zal men maatregelen op eigen terrein moeten nemen om een aansluiting te realiseren (bv. pomp).
De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).
Er dient een sterfput (bezinkput) geplaatst te worden na de septische put.
Bij de realisatie van een openbare riolering voor het perceel is men verplicht de sterfput af te koppelen en ook het grijs water van de septische put te halen.
Putten (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) en wadi’s dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Bronbemaling
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.