Terug
Gepubliceerd op 19/03/2024

2024_CBS_00686 - Omgevingsvergunning - het aanleggen van een amfibieënpoel, reliëfwijziging en aanplanten van fruitbomen langs Wolkenstraat 5 (202300599NV) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 18/03/2024 - 12:00 Gemeentehuis Meerhout
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Bart Julliams

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_00686 - Omgevingsvergunning - het aanleggen van een amfibieënpoel, reliëfwijziging en aanplanten van fruitbomen langs Wolkenstraat 5 (202300599NV) - Vergunning 2024_CBS_00686 - Omgevingsvergunning - het aanleggen van een amfibieënpoel, reliëfwijziging en aanplanten van fruitbomen langs Wolkenstraat 5 (202300599NV) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 2/5/2024

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023167155

Dossiernummer gemeente: 202300599

 

De gemeente Geel heeft op 20 december 2023 een aanvraag ontvangen voor het aanleggen van een amfibieënpoel, reliëfwijziging en aanplanten van fruitbomen. De aanvraag werd op 18 januari 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Juliaan Adriaens wonende Wolkenstraat 5 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Wolkenstraat 5

Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie B nrs. 570C en 570D

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft een reliëfwijziging ten behoeve van het graven van een amfibieënpoel.

 

De amfibieënpoel heeft een oppervlakte van circa 250m², met een maximale diepte van 130 cm en grondverzet van ca 170m³. De vrijkomende grond wordt binnen het perceel verwerkt.

 

De bestaande bomen blijven behouden. Er zullen nieuwe fruitbomen worden aangeplant.  De uitgegraven grond wordt verwerkt onder de fruitbomen. De oppervlakte waarover de grond uitgespreid wordt bedraag 1.147m². De maximale ophoging is 15cm.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 28 januari 2024 t.e.m. 26 februari 2024. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 8 maart 2024 werd het advies ontvangen van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

 

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft een reliëfwijziging ten behoeve van het graven van een amfibieënpoel, het aanplanten van fruitbomen en het verwerken van de grond onder de fruitbomen. De poel komt op beperkte afstand van het Geels gebroekt en onderdelen van de Vallei van de Kleine Nete. De werken zijn inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact

Voor het aanleggen van een amfibieënpoel en de verdere terreinaanlegwerken is de impact van de mobiliteit beperkt.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De waterpartij heeft een totale oppervlakte van circa 250m², met een maximale diepte 1,3m. Het totale volume grond dat zou worden uitgegraven is circa 170m³. De vrijkomende grond zal ten noorden van de poel verdeeld worden onder een aan te planten boomgaard. Met een deel van het vrijkomend zand zal een heuvel aangelegd worden die zorgt voor open vegetatie wat veel insecten aantrekt waaronder zandbijtjes. De oppervlakte waarover de grond uitgespreid wordt bedraagt 1.147m2. De maximale ophoging is 15cm.

 

Visueel-vormelijke elementen

De percelen zijn gelegen in herbevestigd agrarisch gebied. Lokaal is het landschap nog zeer kleinschalig en er zijn waardevolle bomen aanwezig. De poel komt op beperkte afstand van het Geels gebroekt en onderdelen van de Vallei van de Kleine Nete. De poel zal fungeren als stapsteen voor watergebonden soorten als amfibieën en libellen. De poel in combinatie met de aanwezige houtkanten zal hun leefgebied versterken. De poel zal een stapsteen vormen voor de bedreigde poelkikker. De poelkikker komt op 800m in het westen en 5km in het noordoosten voorkomt.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht. . Het kraanwerk wordt, volgens de beschrijvende nota, uitgevoerd door een erkend grondaannemer. Deze zal met rupskraan werken om de schade aan de bodem tot het minimum te beperken.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 28 januari 2024 tot en met 26 februari 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur), afgeleverd op 8 maart 2024 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

Stedenbouwkundig Advies

Gunstig onder volgende voorwaarden:

 

De werken dienen uitgevoerd zoals aangeduid op de plannen.

 

De werken dienen zodanig uitgevoerd dat de schade aan de bodem tot het minimum wordt beperkt.

 

De bemerkingen in het advies van Agentschap Landbouw en Visserij dienen te worden nageleefd.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


De werken dienen uitgevoerd zoals aangeduid op de plannen.

 

De werken dienen zodanig uitgevoerd dat de schade aan de bodem tot het minimum wordt beperkt.

 

De bemerkingen in het advies van Agentschap Landbouw en Visserij dienen te worden nageleefd.