Terug
Gepubliceerd op 19/03/2024

2024_CBS_00683 - Omgevingsvergunning - aanleg verhardingen bij een zonevreemde woning langs Meeuwstraat 8 (202400042SS) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 18/03/2024 - 12:00 Gemeentehuis Meerhout
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Bart Julliams

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_00683 - Omgevingsvergunning - aanleg verhardingen bij een zonevreemde woning langs Meeuwstraat 8 (202400042SS) - Vergunning 2024_CBS_00683 - Omgevingsvergunning - aanleg verhardingen bij een zonevreemde woning langs Meeuwstraat 8 (202400042SS) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 09/04/2024

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024013323

Dossiernummer gemeente: 202400042

 

De gemeente Geel heeft op 31 januari 2024 een aanvraag ontvangen voor aanleg verhardingen bij een zonevreemde woning. De aanvraag werd op 9 februari 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Stefan Hex wonende Eikenstraat 89 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Meeuwstraat 8

Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie L nrs. 482K en 482L

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009gelegen in overdruk zonevreemde woningen II

 

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 202300221/OMV_2023051220 voor slopen en herbouwen van een woning goedgekeurd op 18/09/2023.
  • Stedenbouwkundige vergunning (04478) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 23/12/1968.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag handelt over het aanleggen van verhardingen bij een vergunde zonevreemde woning met bijgebouw. De bouwwerken zijn nog niet van start gegaan.

De aanvraag voorziet verhardingen met een oppervlakte van 60m² en een zwembad van 40m².

 

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 8 maart 2024 werd het advies ontvangen van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)

Zie bijlage

 

Advies:  gunstig

 

  1. Project-MER

 

Niet van toepassing.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Planologische toets

Het perceel is volgens het gewestplan Herentals-Mol gelegen binnen agrarisch gebied.

Het perceel is gelegen binnen het RUP Zonevreemde woningen Overdruk II.

 

Watertoets

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 gecoördineerd op 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31 oktober 2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan.

 

De percelen gelegen te Geel, Afdeling 3, Sectie L, nr. 482C, 482K en 482L stromen af naar de Poeyelveldloop en de Stoktloop, twee (on)bevaarbare waterlopen (van categorie II) die beheerd worden door Provincie Antwerpen grote Nete.

 

De aanvraag is niet gelegen in signaalgebied.

 

De aanvraag is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.11 van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.

 

Mer-screening

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

 

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen natuurgebied.

Het perceel is niet gelegen binnen bosgebied.

Het perceel is niet gelegen binnen vogelrichtlijngebied.

Het perceel is niet gelegen binnen habitatrichtlijngebied.

Het perceel is niet gelegen binnen VEN-gebied.

Het perceel is gelegen binnen biologisch waardevol gebied.

Om aan de zorgplicht te voldoen, moeten de natuurwaarden die mogelijk aangetast worden bij het uitvoeren van de geplande activiteiten op voldoende wijze worden hersteld. Dit kan bvb. door het herstellen of vervangen van kleine landschapselementen, het heraanplanten van bomen of lijnbeplantingen, enz. .

Het dossier doorstaat de natuurtoets.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Deze beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de volgende criteria als uitvoering van art. 4.3.1 van de codex:

1. Functionele inpasbaarheid

De aanvraag speelt zich af binnen gewestplanbestemming agrarisch gebied. De aangevraagde werken zijn toegelaten binnen het agrarisch gebied en stroken met de bestemming volgend uit de geldende RUP Zonevreemde woningen, Overdruk II. Maximale oppervlakte verharding 100m².

De aanvraag principieel functioneel inpasbaar is.

2. Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit, gezien het louter betrekking heeft op de aanleg van verhardingen bij een reeds vergunde woning met bijgebouw.

3. Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De oppervlakte van verharding bedraagt 60m² en is voorzien in de vorm van een terras achteraan de woning, een opritverharding die deels wordt uitgevoerd in de vorm van een karrespoor, een toegangspad naar de voordeur en een beperkte verharding langs de langse gevel van het bijgebouw (poolhouse) de oppervlakte van het zwembad wordt meegerekend in de totale oppervlakte van verharding en bedraagt 40m².

De totale oppervlakte van het verharde oppervlak bedraagt 100m² en is in overeenstemming met het ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het project is qua schaal in overeenstemming met de omgeving van dit project.  

4. Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag heeft een beperkte impact op de visueel-vormelijke uitstraling van de percelen.

Visueel-vormelijk strookt de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

5. Cultuurhistorische elementen

Niet van toepassing.

 De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.

6. Bodemreliëf

De aanvraag voorziet een beperkte reliëfwijziging, er worden namelijk verhardingen aangelegd.

7. Hinderaspecten

Er wordt geen bijkomende hinder voorzien.

De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving, gezondheidsaspecten zijn verwaarloosbaar.

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

8.  Conclusie

Omwille van het voorgaande is het voorstel planologisch en stedenbouwkundig  verenigbaar met de omgeving.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur), afgeleverd op 8 maart 2024 is gunstig.

 

Conclusie

Verharding / zwembad

De verhardingen dienen uitgevoerd te worden in kleinschalige, dit wil zeggen losse of makkelijk opbreekbare, materialen. Bij de aanleg van de verharding moet gestreefd worden naar maximale doorlatendheid, zodat hemelwater maximaal kan infiltreren. Dit is geen vereiste voor het functioneel terras.

De aanleg van een strikt noodzakelijke toegangsweg tot de woning of oprit met een maximale breedte van de verharding van 3m is toegelaten.

De aanleg van verhardingen met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m² is toegelaten op het perceelsgedeelte palend aan het hoofdgebouw.

 De verharding en zwembad bevinden zich in de onmiddellijke omgeving van het woninghoofdgebouw, met andere woorden binnen een straal van 30 meter van de uiterste grenzen van het woninghoofdgebouw.

De verharding in functie van het terras wordt aanpalend aan het hoofdgebouw aangelegd.

Gevolg dient gegeven aan het advies van het Agentschap Landbouw en Visserrij dd. 08/03/2024 ref. 2024_001036_v1.

 

Niet-bebouwde oppervlakte

Vanuit een streven naar een duurzaam en ruimtelijk verantwoord gebruik van de bestaande kavel waarop de woning gelegen is, is een landelijke tuininrichting passend binnen de draagkracht van de omgeving enkel toegestaan in de onmiddellijke omgeving van de bestaande vergunde of hoofdzakelijk vergunde woning, dit wil zeggen binnen een afstand van 30m van het woninghoofdgebouw. De aanleg van de tuin dient zich te integreren in de omgeving.

Teneinde landschappelijke inpassing te bereiken dient maximaal gebruik gemaakt te worden van streekeigen aanplantingen

 

Afsluitingen

Afsluitingen kunnen opgericht worden voor de perceelsafscheiding van de bestaande huiskavel of ter afsluiting van de onmiddellijke omgeving van de woning, die ingericht mag worden als tuin.

Dichte, ondoorzichtige en zichtafschermende afsluitingen als muren, houten panelen, betonpanelen, vlechtschermen, rieten matten, zeildoeken, panelen/roosters uit andere materialen en dergelijke zijn niet toegelaten. Dit verbod geldt niet voor opgaande natuurlijke begroeiing als hagen, houtkanten en dergelijke in streekeigen en standplaatsgeschikte soorten.

De vormgeving en het materiaalgebruik bij afsluitingen dient in overeenstemming te zijn met het landschappelijke en natuurlijke karakter van de omgeving.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


De verhardingen dienen uitgevoerd te worden in kleinschalige, dit wil zeggen losse of makkelijk opbreekbare, materialen. Bij de aanleg van de verharding moet gestreefd worden naar maximale doorlatendheid, zodat hemelwater maximaal kan infiltreren. Dit is geen vereiste voor het functioneel terras.

De aanleg van een strikt noodzakelijke toegangsweg tot de woning of oprit met een maximale breedte van de verharding van 3m is toegelaten.

De aanleg van verhardingen met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m² is toegelaten op het perceelsgedeelte palend aan het hoofdgebouw.

 De verharding en zwembad bevinden zich in de onmiddellijke omgeving van het woninghoofdgebouw, met andere woorden binnen een straal van 30 meter van de uiterste grenzen van het woninghoofdgebouw.

De verharding in functie van het terras wordt aanpalend aan het hoofdgebouw aangelegd.

Gevolg dient gegeven aan het advies van het Agentschap Landbouw en Visserrij dd. 08/03/2024 ref. 2024_001036_v1.

 

Niet-bebouwde oppervlakte

Vanuit een streven naar een duurzaam en ruimtelijk verantwoord gebruik van de bestaande kavel waarop de woning gelegen is, is een landelijke tuininrichting passend binnen de draagkracht van de omgeving enkel toegestaan in de onmiddellijke omgeving van de bestaande vergunde of hoofdzakelijk vergunde woning, dit wil zeggen binnen een afstand van 30m van het woninghoofdgebouw. De aanleg van de tuin dient zich te integreren in de omgeving.

Teneinde landschappelijke inpassing te bereiken dient maximaal gebruik gemaakt te worden van streekeigen aanplantingen

 

Afsluitingen

Afsluitingen kunnen opgericht worden voor de perceelsafscheiding van de bestaande huiskavel of ter afsluiting van de onmiddellijke omgeving van de woning, die ingericht mag worden als tuin.

Dichte, ondoorzichtige en zichtafschermende afsluitingen als muren, houten panelen, betonpanelen, vlechtschermen, rieten matten, zeildoeken, panelen/roosters uit andere materialen en dergelijke zijn niet toegelaten. Dit verbod geldt niet voor opgaande natuurlijke begroeiing als hagen, houtkanten en dergelijke in streekeigen en standplaatsgeschikte soorten.

De vormgeving en het materiaalgebruik bij afsluitingen dient in overeenstemming te zijn met het landschappelijke en natuurlijke karakter van de omgeving.