Terug
Gepubliceerd op 16/04/2024

2024_CBS_00983 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een eengezinswoning langs Bisschopshoeven 11 (202300613HB) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 15/04/2024 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Bart Julliams; Tom Corstjens; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Griet Smaers; Marlon Pareijn

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_00983 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een eengezinswoning langs Bisschopshoeven 11 (202300613HB) - Vergunning 2024_CBS_00983 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een eengezinswoning langs Bisschopshoeven 11 (202300613HB) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 11/05/2024

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023168789

Dossiernummer gemeente: 202300613

 

De gemeente Geel heeft op 27 december 2023 een aanvraag ontvangen voor het verbouwen van een eengezinswoning. De aanvraag werd op 12 maart 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Roland Clauwaert wonende Kraaienbosstraat 33 te 2360 Oud-Turnhout

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Bisschopshoeven 11

Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie B nr. 653M4

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is gelegen in een goedgekeurde niet  vervallen verkaveling nl. 472 van 05/08/1968.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing. 

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (05436) voor nieuwbouw woonhuis - goedgekeurd op 11/09/1972.
  • Verkavelingsvergunning (0472) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 05/08/1968.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het betreft het verbouwen van een eengezinswoning.

Het bestaande hoofdvolume is een vrijstaande eengezinswoning met 1 bouwlaag en deels lessenaarsdak deels plat dak.

Alle  woonruimtes bevinden zich op het gelijkvloers. De bouwheer wenst de woning te renoveren met enkele energetische maatregelen.

De bestaande gevelsteen wordt afgebroken. De woning wordt langs buitenzijde geïsoleerd en afgewerkt met een nieuwe gevelbekleding in sierpleister.

Alle ramen worden vervangen door hedendaags aluminium buitenschrijnwerk.

Daarnaast wordt ook het dak vernieuwd. Aangezien er zich onder het kleine gedeelte hellend dak geen bruikbare ruimtes bevinden, wordt dit stukje afgebroken. De woning krijgt over de volledige oppervlakte een plat dak, wordt geïsoleerd en afgewerkt met een nieuwe dakdichting.

Intern gebeuren er geen wijzigingen aan de woning.

Het bestaande bijgebouw in de achtertuin blijft ongewijzigd.

Waterhuishouding:

Daar het dak volledig wordt vernieuwd, worden de nieuwe regenwaterafvoeren aangesloten op een regenwaterput met overloop naar een infiltratievoorziening.

Er wordt een bovengrondse infiltratievoorziening in de vorm van een wadi in de voortuin geplaatst. De onderzijde van de inloop bevindt zich op 35cm onder het maaiveld. Deze buis wordt voorzien van een

terugslagklep. De onderzijde van de overloop bevindt zich op 20cm onder het maaiveld zodat er een diepte van 30cm ingerekend kan worden.

 

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 14 maart 2024 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel

Advies riolering

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig in het openbaar domein. Bij het perceel is er al een hemelwateraansluiting met huisaansluitputje RWA en een afvalwateraansluiting met huisaansluitputje DWA. Deze aansluitingen met putjes werden voorzien bij de weg- en rioleringswerken van de straat.

Volgens het bestaande funderingsplan hebben de eigenaars toen nooit gescheiden aangesloten op dit nieuwe openbare stelsel. Op het funderingsplan staat nog een septische put en sterftput waar al de afvoeren naar toe gaan, zowel afvalwater als hemelwater.

Men dient de voorziene aansluitingen te gebruiken. De afvoerbuizen moeten correct aangesloten worden op de aanwezige putjes. De putjes bevinden zich op privé nabij de rooilijn, ongeveer in het midden van het perceel.

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is bij grondige werken.

De afvoerbuizen voor het grijs afvalwater hebben een diameter van 140 mm. De afvoerbuizen voor het fecaal water hebben een diameter van 90 mm. Bij de afvoerbuizen van het hemelwater staan geen diameters vermeld. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm).

Huishoudelijk  afvalwater

In de bestaande toestand was er al een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning. Dit concept blijft behouden wat gunstig is. De septische put en de sterfput zal men kortsluiten. De septische put mag behouden blijven voor het fecaal water maar dit moet niet. De sterfput moet wel worden kortgesloten zoals ook voorzien is. Men voorziet best een sifonput met reukafsluiter waar de afvoeren van het grijs water en fecaal water samenkomen om geurhinder te vermijden.

Hemelwater

De  Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men doet verbouwingen met werken aan de afwatering. Het hemelwater wordt afgekoppeld van het afvalwater en er worden nieuwe hemelwaterafvoeren aangelegd. In de woning blijft het afvalwaterstelsel behouden. Buiten de woning wordt een nieuwe afvalwaterbuis aangelegd om aan te sluiten op het openbare rioleringsstelsel. Er gebeuren dus ingrijpende werken aan de afwatering aan zowel het regenwater- als afvalwatersysteem. Hierdoor is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 10.000 L wat voldoet aan de verordening. Op de put worden alle dakafvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor de spoeling van de toiletten en een buitenkraantje. Volgens de verordening moet men ook een aanvoerleiding voorzien naar de wasmachine.

Infiltratievoorziening

Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening, type wadi, met een infiltratievolume van 5340 L, een infiltratieoppervlakte van 20,65m² en een diepte van 50 cm. Het perceel ligt volgens de bodemkaart in een zone met drainageklasse d. De maximale diepte van een infiltratievoorziening bij deze drainageklasse bedraagt 50 cm. De infiltratievoorziening voldoet hier aan.

Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen (terras, kasseien) of constructies (bestaand bijgebouw) die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. De omliggende groenzone is minstens 25% van de verharde oppervlakte die er naartoe afwatert. Dit voldoet.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbare regenwaterstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

 

Advies toegang tot het perceel

De oprit op privé blijft behouden. De bestaande toegang (stoep met verlaagde boordsteen) op openbaar domein kan bijgevolg ook behouden blijven. Er moet niets worden aangepast aan het openbaar domein in functie van de toegankelijkheid van het perceel.

 

Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER 

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.


  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Volgens artikel  8  van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regerin van 10 februari 2023 en latere wijzigingen stelt nadere regels van st voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5,6 en 7 van het decreet intergraal waterbeleid en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

Het perceel gelegen te Bischopshoeven 11, Afdeling 2, sectie B 653 M4 (is gelegen langs en) stroomt af naar de Zuid Zijploop, een (on) bevaarbare waterloop van 2e categorie die beheerd wordt door Provincie Antwerpen Kleine Nete. De locatie is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig.

Het project is niet gelegen in signaalgebied.

Er werd advies gevraagd aan Openbaar Domein – intern Stad Geel – team grijs:

Het betreft het volgend advies van 11/03/2024.

Advies riolering

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig in het openbaar domein. Bij het perceel is er al een hemelwateraansluiting met huisaansluitputje RWA en een afvalwateraansluiting met huisaansluitputje DWA. Deze aansluitingen met putjes werden voorzien bij de weg- en rioleringswerken van de straat.

Volgens het bestaande funderingsplan hebben de eigenaars toen nooit gescheiden aangesloten op dit nieuwe openbare stelsel. Op het funderingsplan staat nog een septische put en sterftput waar al de afvoeren naar toe gaan, zowel afvalwater als hemelwater.

Men dient de voorziene aansluitingen te gebruiken. De afvoerbuizen moeten correct aangesloten worden op de aanwezige putjes. De putjes bevinden zich op privé nabij de rooilijn, ongeveer in het midden van het perceel.

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is bij grondige werken.

De afvoerbuizen voor het grijs afvalwater hebben een diameter van 140 mm. De afvoerbuizen voor het fecaal water hebben een diameter van 90 mm. Bij de afvoerbuizen van het hemelwater staan geen diameters vermeld. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm).

Huishoudelijk  afvalwater

In de bestaande toestand was er al een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning. Dit concept blijft behouden wat gunstig is. De septische put en de sterfput zal men kortsluiten. De septische put mag behouden blijven voor het fecaal water maar dit moet niet. De sterfput moet wel worden kortgesloten zoals ook voorzien is. Men voorziet best een sifonput met reukafsluiter waar de afvoeren van het grijs water en fecaal water samenkomen om geurhinder te vermijden.

Hemelwater

De  Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men doet verbouwingen met werken aan de afwatering. Het hemelwater wordt afgekoppeld van het afvalwater en er worden nieuwe hemelwaterafvoeren aangelegd. In de woning blijft het afvalwaterstelsel behouden. Buiten de woning wordt een nieuwe afvalwaterbuis aangelegd om aan te sluiten op het openbare rioleringsstelsel. Er gebeuren dus ingrijpende werken aan de afwatering aan zowel het regenwater- als afvalwatersysteem. Hierdoor is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 10.000 L wat voldoet aan de verordening. Op de put worden alle dakafvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor de spoeling van de toiletten en een buitenkraantje. Volgens de verordening moet men ook een aanvoerleiding voorzien naar de wasmachine.

Infiltratievoorziening

Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening, type wadi, met een infiltratievolume van 5340 L, een infiltratieoppervlakte van 20,65m² en een diepte van 50 cm. Het perceel ligt volgens de bodemkaart in een zone met drainageklasse d. De maximale diepte van een infiltratievoorziening bij deze drainageklasse bedraagt 50 cm. De infiltratievoorziening voldoet hier aan.

Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen (terras, kasseien) of constructies (bestaand bijgebouw) die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. De omliggende groenzone is minstens 25% van de verharde oppervlakte die er naartoe afwatert. Dit voldoet.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbare regenwaterstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Conclusie: 

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten en mits naleving van de opgelegde voorwaarden zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.

Mer-screening

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft het verbouwen van een eengezinswoning.

Het bestaande hoofdvolume is een vrijstaande eengezinswoning met 1 bouwlaag en deels lessenaarsdak deels plat dak.

Alle  woonruimtes bevinden zich op het gelijkvloers. De bouwheer wenst de woning te renoveren met enkele energetische maatregelen.

De bestaande gevelsteen wordt afgebroken. De woning wordt langs buitenzijde geïsoleerd en afgewerkt met een nieuwe gevelbekleding in sierpleister.

Alle ramen worden vervangen door hedendaags aluminium buitenschrijnwerk.

Daarnaast wordt ook het dak vernieuwd. Aangezien er zich onder het kleine gedeelte hellend dak geen bruikbare ruimtes bevinden, wordt dit stukje afgebroken. De woning krijgt over de volledige oppervlakte een plat dak, wordt geïsoleerd en afgewerkt met een nieuwe dakdichting.

Intern gebeuren er geen wijzigingen aan de woning.

Het bestaande bijgebouw in de achtertuin blijft ongewijzigd.

Mobiliteitsimpact

Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De woning behoudt hetzelfde bouwvolume.

 

Visueel-vormelijke elementen

De woning wordt opgericht in klassieke / hedendaagse materialen.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeelt deze als volgt:

  •  Het advies van Intern stad Geel afgeleverd op 14 maart 2024 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

Gunstig onder voorwaarden: 

 

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.


Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein Intern Stad Geel – team grijs:

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het aanwezige huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het aanwezige huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aanwezige aansluiting.

Putten of andere voorzieningen  (zoals hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Men  is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 10.000 L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak van de woning hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen.
  • De diepte mag max. 50 cm bedragen.
  • Het infiltratievolume dient minimum 5256,9 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 12,744 m² te bedragen.

Als men aansluit op het openbare rioleringsstelsel, is het verplicht de privéwaterafvoer te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt o.a. nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

 

Verwijderen asbest

Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be).

 

Het bestaande vloerpeil dient behouden te blijven.


De woning dient te voldoen aan de EPB eisen.


Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.


De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.


Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein Intern Stad Geel – team grijs:

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het aanwezige huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het aanwezige huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aanwezige aansluiting.

Putten of andere voorzieningen  (zoals hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Men  is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 10.000 L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak van de woning hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen.
  • De diepte mag max. 50 cm bedragen.
  • Het infiltratievolume dient minimum 5256,9 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 12,744 m² te bedragen.

Als men aansluit op het openbare rioleringsstelsel, is het verplicht de privéwaterafvoer te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt o.a. nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

 

 

Verwijderen asbest

Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be).

 

Het bestaande vloerpeil dient behouden te blijven.


De woning dient te voldoen aan de EPB eisen.


Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.


De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.