Terug
Gepubliceerd op 03/09/2024

2024_CBS_02216 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een bijgebouw, aanleg zwemvijver en verhardingen langs Voort 19 (202400206IV) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 02/09/2024 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Griet Smaers; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Nadine Laeremans; Bart Julliams

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_02216 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een bijgebouw, aanleg zwemvijver en verhardingen langs Voort 19 (202400206IV) - Vergunning 2024_CBS_02216 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een bijgebouw, aanleg zwemvijver en verhardingen langs Voort 19 (202400206IV) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 5/09/2024

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024039244

Dossiernummer gemeente: 202400206

 

De gemeente Geel heeft op 25 april 2024 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van een bijgebouw, aanleg zwemvijver en verhardingen. De aanvraag werd op 23 mei 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Glenn Geyskens met als contactadres Voort 19 te 2440 Geel en mevrouw Paulien Goos wonende Voort 19 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Voort 19

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie I nr. 266H

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

 

woongebied met landelijk karakter

de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling (OMV_2018139532) goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 4/03/2019.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een verkaveling en dient te voldoen aan de verkavelingsvoorschriften.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Er wordt een afwijking gevraagd voor de houten gevelbekleding van het bijgebouw.

Hiervoor kan een afwijking zoals bepaald in art. 4.4.1 uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening worden toegestaan.

 

Verordeningen

  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
  • stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 201900101/OMV_2019025932 voor het herbouwen van een vrijstaande eengezinswoning goedgekeurd op 20/05/2019.
  • Omgevingsvergunning 201800408/OMV_2018139532 voor verkaveling in 2 loten voor open bebouwing goedgekeurd op 04/03/2019.
  • Stedenbouwkundige vergunning (04097) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 12/06/1967.
  • Verkavelingsvergunning (0318) voor nieuwe verkaveling - geweigerd op 24/10/1966.
  • Verkavelingsvergunning (0318 B) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 27/12/1966.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het plaatsen van een zwemvijver met bijhorende verharding en het oprichten van een bijgebouw en de sloop van 3 bijgebouwen.

De zwemvijver heeft een oppervlakte van 46m².

Het bijgebouw met overdekte terras heeft een oppervlakte van 82m². De kroonlijsthoogte bedraagt 3m. De gevels worden afgewerkt met hout.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 2 juni 2024 t.e.m. 1 juli 2024. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 10 juli 2024 werd het advies ontvangen van Dienst Integraal Waterbeleid

Artikel 3 § 1 van het uitvoeringsbesluit voor de watertoets van 20 juli 2006 bepaalt dat de vergunningverlenende overheid moet nagaan of er geen schadelijke effecten verbonden zijn aan een project (zoals bedoeld in artikel 1.1.3 § 2, 18° van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018).

Om vergunningsaanvragen stap voor stap aan de watertoets te onderwerpen, kunt u gebruik maken van het watertoetsinstrument op www.integraalwaterbeleid.be/watertoetsinstrument/. Aan de hand van beoordelingsschema’s kunt u zo onderzoeken of een project al dan niet schade kan veroorzaken. Enkel wanneer mogelijke schadelijke effecten aan het licht komen, moet u bijkomend advies vragen aan de betrokken waterbeheerder. Bij een gunstig toetsresultaat is geen verdere adviesvraag nodig.

Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s op uw aanvraag blijkt dat er geen schadelijke effecten te verwachten zijn, zodat een adviesvraag aan de provincie overbodig is. Indien er toch advies gewenst is, kunt u ons contacteren via diw.afdelingbeheer@provincieantwerpen.be.

Advies: geen advies

 

Op 14 augustus 2024 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel

Het advies van Aquafin dient integraal gevolgd te worden (in bijlage)

-          De eerste infiltratievoorziening (vooraan het perceel) heeft een volume van 4810 liter en een oppervlakte van 8,34m². Deze infiltratievoorziening werd te klein gedimensioneerd. Het minimale infiltratievolume dient 7205,5 liter en het minimale infiltratieoppervlakte dient 17,47m² te bedragen.

-          De eerste hemelwaterput (vooraan het perceel) heeft een volume van 10 000 liter. Voor een dakoppervlakte groter dan 200m², dient er een hemelwaterput voorzien te worden van 100 liter per m² dakoppervlakte. Deze hemelwaterput is dus te klein gedimensioneerd en dient minstens 24 841 liter te bedragen. De tweede hemelwaterput (achteraan het perceel) heeft een volume van 5000 liter. Voor een dakoppervlakte tussen de 80m² en 120m² dient er een hemelwaterput voorzien te worden van minstens 7500 liter. Deze hemelwaterput werd dus ook te klein gedimensioneerd. Beide hemelwaterputten dienen aangepast te worden.

-          De verharding dient af te wateren naar de groenzone of onderaan voorzien te worden van een accodrain die wordt aangesloten op een infiltratievoorziening. Er mag in geen geval wateroverlast ontstaan, op aanpalende percelen of op de openbare weg, ten gevolge van afstromend water.

Opmerking: Aquafin heeft op 26/08/2024 per mail laten weten dat er een fout staat in hun advies. Er mocht geen rekening gehouden worden met de woning, die maakt immers geen onderdeel uit van de woning. 

De hemelwaterput voor het bijgebouw was inderdaad de klein gedimensioneerd. Er werd een nieuw funderingsplan opgeladen waarbij de hemelwaterput een inhoud heeft van 7500L. 

Het advies van Aquafin is bijgevolg wel gunstig.

 

Inrit / overwelving:

Volgens het Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen mag er per perceel slechts 1 overwelving worden voorzien met een maximale breedte van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).

Voor het perceel ligt over de volledige lengte een ingebuisde gracht. Op het plan wordt 1 inrit van 4,5m aangevraagd excl. kopmuren dus wordt toegestaan.

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Voort).

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

Het perceel gelegen te Geel, Afdeling 1, Sectie I, nr. 266H stroomt af naar de Wolfskamerloop, een onbevaarbare waterloop van 2de categorie die beheerd wordt door provincie Antwerpen. De locatie is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig.

Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.

Er zijn in dit dossier geen schadelijke effecten te verwachten.

De watertoets wordt positief beoordeeld.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft het bouwen van een bijgebouw en het plaatsen van een zwembad bij een ééngezinswoning. De aanvraag is functioneel inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De bijgebouw heeft een beperkt bouwvolume. Er worden 2 bestaande bijgebouwen gesloopt.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gevels van het bijgebouw worden afgewerkt met hout.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 2 juni 2024 tot en met 1 juli 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Dienst Integraal Waterbeleid, afgeleverd op 10 juli 2024 is geen advies.
  •  Het advies van Intern stad Geel afgeleverd op 14 augustus 2024 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies met volgende voorwaarden.

 

De hemelwaterput heeft een inhoud van 7500L.

 

Afvalwater en hemelwater moeten volledig gescheiden worden. Wanneer wordt aangesloten op een gemengde leiding, gebeurt het samenbrengen van afvalwater- en hemelwaterafvoer op max. 50 cm van elkaar ter hoogte van het openbaar domein. Er dient op beide aansluitingen een externe toezichtmogelijkheid (huisaansluitputje) voorzien te worden.

 

Gravitaire kelderaansluitingen zijn niet toegelaten bij nieuwbouw.

 

Volgens de plannen zou een deel van de gracht overwelfd worden om toegang te verlenen naar het perceel.

 

Het overwelven van de gracht wordt aangeraden boven het inbuizen ervan.

 

Het inbuizen/overwelven van de gracht mag niet als doel hebben het bijkomend creëren of toegankelijk maken van een parkeerplek. Aanleg van verharding is vergunningsplichtig en dient tot een minimum beperkt te worden.

 

Het inbuizen/overwelven van open grachten heeft een negatieve invloed op de waterhuishouding en de beschikbare open ruimte voor water. Daardoor is Riopact hier geen voorstander van en mag dit enkel toegepast worden indien er om veiligheidsredenen geen andere optie is.

 

Voor een toegang tot het perceel mogen de grachtoverwelvingen/inbuizingen maximaal volgende lengtes hebben: max 5m voor een alleenstaande woning, max 7m voor een gekoppelde woning. Indien mogelijk dienen toegangen tot twee percelen samengenomen te worden.

 

De aansluiting aan de gracht mag niet in het gedeelte van de overwelving/inbuizing gedaan worden, wel in het deel van de open gracht.

 

De kanten van de wadi mogen niet steil aangelegd worden maar moeten flauw hellend zijn, zodat deze ook mee kunnen infiltreren. Men dient bovendien rekening te houden bij uitvoering van het dossier dat de gronden t.h.v. de toekomstige wadi niet verdicht worden om de optimale werking ervan te bewaren. Zoniet dienen ze opnieuw losgefreesd te worden voor definitieve aanleg. Het gras moet direct hydraulisch ingezaaid worden, bij voorkeur vóór de aansluiting van het water zelf, zodat het gras de kans krijgt om te groeien alvorens de wadi vol staat met water. Een alternatief voor hydraulisch inzaaien zijn vooraf ingezaaide, biologisch afbreekbare kokosmatten (ongewapend met plastiek of ijzerdraad). Merk wel op dat dit laatste een ecologisch minder interessant alternatief is wegens het gebruik van dominante en weinig diverse soorten.

 

Volgens het Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen mag er per perceel slechts 1 overwelving worden voorzien met een maximale breedte van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

De hemelwaterput heeft een inhoud van 7500L.

 

Afvalwater en hemelwater moeten volledig gescheiden worden. Wanneer wordt aangesloten op een gemengde leiding, gebeurt het samenbrengen van afvalwater- en hemelwaterafvoer op max. 50 cm van elkaar ter hoogte van het openbaar domein. Er dient op beide aansluitingen een externe toezichtmogelijkheid (huisaansluitputje) voorzien te worden.

 

Gravitaire kelderaansluitingen zijn niet toegelaten bij nieuwbouw.

 

Volgens de plannen zou een deel van de gracht overwelfd worden om toegang te verlenen naar het perceel.

 

Het overwelven van de gracht wordt aangeraden boven het inbuizen ervan.

 

Het inbuizen/overwelven van de gracht mag niet als doel hebben het bijkomend creëren of toegankelijk maken van een parkeerplek. Aanleg van verharding is vergunningsplichtig en dient tot een minimum beperkt te worden.

 

Het inbuizen/overwelven van open grachten heeft een negatieve invloed op de waterhuishouding en de beschikbare open ruimte voor water. Daardoor is Riopact hier geen voorstander van en mag dit enkel toegepast worden indien er om veiligheidsredenen geen andere optie is.

 

Voor een toegang tot het perceel mogen de grachtoverwelvingen/inbuizingen maximaal volgende lengtes hebben: max 5m voor een alleenstaande woning, max 7m voor een gekoppelde woning. Indien mogelijk dienen toegangen tot twee percelen samengenomen te worden.

 

De aansluiting aan de gracht mag niet in het gedeelte van de overwelving/inbuizing gedaan worden, wel in het deel van de open gracht.

 

De kanten van de wadi mogen niet steil aangelegd worden maar moeten flauw hellend zijn, zodat deze ook mee kunnen infiltreren. Men dient bovendien rekening te houden bij uitvoering van het dossier dat de gronden t.h.v. de toekomstige wadi niet verdicht worden om de optimale werking ervan te bewaren. Zoniet dienen ze opnieuw losgefreesd te worden voor definitieve aanleg. Het gras moet direct hydraulisch ingezaaid worden, bij voorkeur vóór de aansluiting van het water zelf, zodat het gras de kans krijgt om te groeien alvorens de wadi vol staat met water. Een alternatief voor hydraulisch inzaaien zijn vooraf ingezaaide, biologisch afbreekbare kokosmatten (ongewapend met plastiek of ijzerdraad). Merk wel op dat dit laatste een ecologisch minder interessant alternatief is wegens het gebruik van dominante en weinig diverse soorten.

 

Volgens het Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen mag er per perceel slechts 1 overwelving worden voorzien met een maximale breedte van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).