Terug
Gepubliceerd op 03/09/2024

2024_CBS_02217 - Omgevingsvergunning - ophogen landbouwgrond langs Wolfsbossen zn sectie L nr. 268D (202400338SS) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 02/09/2024 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Griet Smaers; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Nadine Laeremans; Bart Julliams

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_02217 - Omgevingsvergunning - ophogen landbouwgrond langs Wolfsbossen zn sectie L nr. 268D (202400338SS) - Vergunning 2024_CBS_02217 - Omgevingsvergunning - ophogen landbouwgrond langs Wolfsbossen zn sectie L nr. 268D (202400338SS) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 31/10/2024

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024071879

Dossiernummer gemeente: 202400338

 

De gemeente Geel heeft op 6 juli 2024 een aanvraag ontvangen voor ophogen landbouwgrond. De aanvraag werd op 18 juli 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Frans Daems wonende Haneveld 5 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Wolfsbossen zn

Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie L nr. 268D

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag handelt over de ophoging en egalisatie aan van een deel van een perceel (perceel met grasland). Het betreft hier een perceel kadastraal gekend als Geel 3de Afdeling Sectie L nr. 268/D. Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in agrarische gebieden. De grond in het deel van het perceel dat we aanvragen is lager en hobbeliger gelegen dan het aangrenzende deel van het perceel, een bijkomend probleem is dat dit deel van het perceel afwatert naar het zuidelijk aanpalende perceel kadastraal gekend als Sectie L nr. 267/A, op dit perceel is er een gracht deze gracht ligt volledig op dit perceel en wordt ook door de eigenaars van dit perceel onderhouden.

Door een beperkte opvulling en egalisatie zal het perceel niet alleen een pak beter te maaien zijn maar ook zal deze grond afwateren naar de bestaande gemene grachten op de noord en oost grens van het perceel zodat er zeker geen water zal afstromen naar het zuidelijk aanpalende perceel.

 

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 25 juli 2024 t.e.m. 23 augustus 2024. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 14 augustus 2024 werd het advies ontvangen van Agentschap Landbouw en Zeevisserij (hoofdbestuur)

 

Advies: ongunstig advies

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.


Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing  van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

Het perceel gelegen  Wolfsbossen zn te Geel, Afdeling 3, sectie L, nr. 268D stroomt af naar de Stoktloop , een (on)bevaarbare waterloop (van categorie 2) die beheerd wordt door de Provincie Antwerpen – Grote Nete.

Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.

Het project ligt niet in overstromingsgevoelig gebied, enkel de oostelijke perceelsgrens is gelegen in pluviaal overstromingsgevoelig gebied score B met kleine kans op overstromingen onder klimaatsverandering. In deze zone worden geen werken uitgevoerd.

Het project is niet gelegen in signaalgebied.

Teneinde het schadelijk effect te voorkomen/beperken/herstellen/compenseren worden de volgende specifieke voorwaarden opgelegd:

Door het wegwerken van de laagte in het perceel zal het afstromend hemelwater sneller afgevoerd worden naar het watersysteem (grachten en waterlopen). Hierdoor zal elders wateroverlast kunnen verergeren of ontstaan. Dit dient zo veel mogelijk voorkomen te worden.

Er is voldaan aan de gemeentelijke/provinciale/gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening.

 

Mer-screening

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening worden omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.

 

Functionele inpasbaarheid

Het beperkt ophogen en nivelleren van landbouwgrond stelt geen beperking aan het gebruik van het perceel. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. Het perceel is landbouwkundig gezien in gebruik als grasland.

De bestemming van het terrein wijzigt niet.

Het terrein ligt niet in een ruimtelijk kwetsbaar of erosiegevoelig gebied.

De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project.

 

Ruimtegebruik – schaal- bouwdichtheid.

Het perceel sectie L nr. 268D  heeft een totale oppervlakte van 5260m² waarvan ca. 2004,45m² wordt opgehoogd tot op het peil van het aangrenzend perceel sectie L nr. 267A, zuidelijk gelegen.

Door het uitvoeren van een ophoging op het aanpalende perceel is er een niveauverschil ontstaan waardoor er water blijft staan in het zuidelijke deel van het eigen perceel.

Voor het aanpalende perceel sectie L nr. 267A werd er een ophoging goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 12/07/2023.

Het perceel wordt plaatselijke opgehoogd om aan te sluiten op het hoogtepeil van de aangelanden. De ophoging bedraagt 12 tot 29cm.

Door het gedeeltelijk ophogen van het perceel is een normale gravitaire afvoer van het terrein mogelijk naar de gracht mogelijk.

De aanvraag heeft geen impact op het ruimtegebruik van het perceel. Het is en blijft een landbouwperceel.

 

Visueel-vormelijk

De aanvraag heeft geen impact op de visueel-vormelijke uitstraling in het straatbeeld.

 

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.

 

Mobiliteit

De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit.

 

Bodemreliëf

De aanvraag heeft een impact op het bodemreliëf  De bodem wordt immers beperkt opgehoogd en genivelleerd om ten goede te komen aan de landbouwfunctie van het perceel.

De reliëfwijziging heeft geen betrekking op het geheel of gedeeltelijk dempen van grachten of waterlopen.

De wijze van afwerking van het terrein en de toestand na de werken:

-De teelaarde van het deel van het perceel dat we aanvragen zal worden verwijderd.

-Er word bodem bijgebracht deze bodem word geëgaliseerd en de teelaarde word terug geplaatst.

De aanvulling zal gebeuren met BODEM (code 201, 210 of 211).

Fysische samenstelling:

De aanvulling van het terrein zal uitsluitend gebeuren met niet-verontreinigde uitgegraven bodem, meer bepaald uitgegraven bodem die een fysische scheiding heeft ondergaan en gereinigde uitgegraven bodem die inzake fysische samenstelling voldoet aan de bepalingen van artikel 162 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en bodembescherming.

Chemische samenstelling:

Inzake chemische samenstelling zal de uitgegraven bodem voldoen aan de waarden voor vrij gebruik van uitgegraven bodem (code 211 of 291 volgens het Vlarebo).

 

Hinderaspecten – gezondheid

De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving. De aanvrager dient immers alle maatregelen te nemen om geen (water)overlast te bezorgen aan de aanpalende percelen. Gezondheidsaspecten worden niet geschaad.

 

Conclusie

Er kan geconcludeerd worden dat het project in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 25 juli 2024 tot en met 23 augustus 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Agentschap Landbouw en Zeevisserij (hoofdbestuur)afgeleverd op 14 augustus 2024 ref. 2024_004993_v1 is ongunstig.

 

Omdat in agrarisch gebied enkel reliëfwijzigingen die kaderen in een professionele landbouwuitbating kunnen overwogen worden, wensen we volgende gegevens mee te geven:

Het perceel is in geregistreerd agrarisch gebruik als grasland bij een gespecialiseerd runderjong- en mestveebedrijf uit Geel. Dit betreft echter niet de aanvrager/aangehaalde landbouwer in de beschrijvende nota. Bijkomende staat de aangehaalde landbouwer uit de beschrijvende nota bij ons agentschap niet bekend als een GLB-actieve landbouwer.

De aanvrager is in het bezit van een landbouwnummer, doch impliceert dit niet dat er in hoofd- of nevenberoep een landbouwactiviteit wordt uitgeoefend.

 

De omgevingsambtenaar adviseert de aanvraag gunstig.

 

Het betrokken perceel is landbouwkundig gezien in gebruik als grasland.

Zoals het Agentschap zelf aangeeft staat het perceel geregistreerd in agrarisch gebruik als grasland bij een gespecialiseerd runderjong- en mestveebedrijf. Het betrokken perceel is dus in gebruik bij een professionele lanbouwuitbating.

Een omgevingsvergunning heeft betrekking op een perceel.

De aanvraag heeft betrekking op een reliëfwijziging waarbij de agrarische functie van het terrein niet wijzigt.

De aanvraag heeft betrekking op het effectief gebruik van het terrein, het plaatselijk ophogen langs de zuidelijke kant tot op hetzelfde hoogtepeil als het aanpalend perceel sectie L nr. 267A overeenkomstig de vergunning OMV_2023034982 dd. 12/07/2023.

 

Conclusie

De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.

De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier.

 

Het terrein blijft zijn landbouwkundige bestemming behouden.

 

Er dient te worden aangesloten op het niveau van de aanpalende percelen, er mag geen sprake zijn van wateroverlast naar de aangelanden.

-De teelaarde van het zuidelijke deel van het perceel (zoals weergegeven op het plan) zal worden verwijderd.

-Er wordt bodem bijgebracht deze bodem word geëgaliseerd en de teelaarde word terug geplaatst.

 

Indien de werken gepaard gaan met grondverzet dienen de voorschriften opgenomen in het Vlarebo, het Vlaams reglement betreffende bodemsanering en bodembescherming opgevolgd te worden.

Dit houdt ondermeer in dat bij bodem afkomstig van een ontgraving groter dan 250m³ of afkomstig van een verdachte grond, een technisch verslag moet worden opgemaakt en het transport moet vergezeld zijn van de nodige transportdocumenten omschreven in Vlarebo art. 183.

 

Er worden geen grachten of waterlopen gedempt of uitgediept.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

Hinder naar de buurt moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De verantwoordelijke neemt maatregelen ter voorkoming van hinder in de omgeving en de straten ten gevolge van o.a. stof, geluid, geur, water, afval,...

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.

De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier.

 

Het terrein blijft zijn landbouwkundige bestemming behouden.

 

Er dient te worden aangesloten op het niveau van de aanpalende percelen, er mag geen sprake zijn van wateroverlast naar de aangelanden.

-De teelaarde van het zuidelijke deel van het perceel (zoals weergegeven op het plan) zal worden verwijderd.

-Er wordt bodem bijgebracht deze bodem word geëgaliseerd en de teelaarde word terug geplaatst.

 

Indien de werken gepaard gaan met grondverzet dienen de voorschriften opgenomen in het Vlarebo, het Vlaams reglement betreffende bodemsanering en bodembescherming opgevolgd te worden.

Dit houdt ondermeer in dat bij bodem afkomstig van een ontgraving groter dan 250m³ of afkomstig van een verdachte grond, een technisch verslag moet worden opgemaakt en het transport moet vergezeld zijn van de nodige transportdocumenten omschreven in Vlarebo art. 183.

 

Er worden geen grachten of waterlopen gedempt of uitgediept.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

Hinder naar de buurt moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De verantwoordelijke neemt maatregelen ter voorkoming van hinder in de omgeving en de straten ten gevolge van o.a. stof, geluid, geur, water, afval,...