UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 15/07/2024 (bindende eindtermijn)
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024057079
Dossiernummer gemeente: 202400212
De gemeente Geel heeft op 30 april 2024 een aanvraag ontvangen voor de aanvraag betreft:
- het slopen van 2 bijgebouwen
- het verbouwen en uitbreiden van de ééngezinswoning
- het aanleggen van verhardingen
- het aanleggen van een bovengronds infiltratiebekken. De aanvraag werd op 16 mei 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Dieter Verhaert wonende Holven 202 te 2440 Geel en Kaat Vekemans wonende Holven 202 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Holven 202
Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie F nr. 371V2
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag betreft het slopen van twee bijgebouwen, het verbouwen en uitbreiden van een ééngezinswoning, het aanleggen van verhardingen en het aanleggen van een bovengronds infiltratiebekken.
SLOOP A (bijgebouw) heeft een oppervlakte van 20,29m2 en een volume van 49,295m3
SLOOP B (bijgebouw) heeft een oppervlakte van 50,44m2 en een volume van 122,311m3
De bestaande woning heeft een breedte van 7m04 en een diepte van 16m57. De achterbouw en het overdekt terras zullen afgebroken worden. De gevelsteen van het hoofdgebouw zal verwijderd worden teneinde de woning te kunnen isoleren volgens de huidige normen. Het hellend dak zal vernieuwd en geïsoleerd worden, de bestaande dakstructuur blijft behouden. Om naar de grond toe te kunnen isoleren, wordt de bestaande vloerplaat op het gelijkvloers (exclusief boven de kelder) uitgebroken en vernieuwd.
De verbouwde woning krijgt met de gevelisolatie en een nieuwe gevelsteen een breedte van 7m14 en een diepte van 16m30. De bestaande kroonlijsthoogte van 5m88 en nokhoogte van 10m15 blijven behouden, hierdoor blijft de aansluiting met het gevelprofiel van de linkerbuur eveneens behouden.
Alle hoogtematen zijn gemeten vanaf het maaiveld.
Achteraan wordt op het gelijkvloers een nieuwe achterbouw opgetrokken waar er ruimte is voor een achterinkom en een leefkeuken. Het nieuwe volume wordt afgewerkt met een plat dak,
kroonlijsthoogte 3m61, gemeten vanaf het maaiveld. De kleinst gemeten afstand van de achterbouw tot aan de dichtstbijzijnde perceelgrens bedraagt 3m02.
Er worden een nieuwe inrit, toegangspad en terras in waterdoorlatend materiaal aangelegd. Deze
verharding (93,49m2) heeft een hellingsgraad kleiner dan 2%. Het hemelwater kan rechtstreeks
infiltreren op het eigen perceel.
Het bestaande terreinprofiel blijft behouden, enkel voor het aanleggen van de infiltratievoorziening
wordt een reliëfwijziging aangevraagd.
Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.
Er werd geen bezwaar ingediend.
Op 28 mei 2024 werd het advies ontvangen van stad Geel Team Grijs:
Advies riolering
Zonering – aansluiting
Het perceel is gelegen in collectief geoptimaliseerd buitengebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. Er is een rioolaansluiting voor hemelwater en afvalwater met huisaansluitputjes aanwezig. De putjes staan op het inplantingsplan ingetekend. De bestaande aansluiting voor afvalwater (DWA) moet gebruikt worden. De bestaande aansluiting voor hemelwater moet enkel gebruikt worden als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. Men voorziet geen noodoverloop volgens het funderingsplan.
Riolering algemeen
Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is bij een grondige verbouwing.
Op het plan staan geen diameters opgegeven van de afvoerbuizen. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm).
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men mag, zoals op plan is voorzien, een septische put van 2000 L plaatsen. Dit is echter niet verplicht. Op de septische put mag enkel het fecale water aangesloten worden, het grijs water moet rechtstreeks naar de riolering gaan. De overloop van de septische put en het grijs water komen samen in een dubbele toezichtsput.
Als men toch beslist geen septische put te plaatsen dan adviseren we om het fecaal afvalwater gescheiden te houden van het grijs afvalwater (afkomstig van douche, lavabo, ...) tot buiten de woning. Het is daarbij aangewezen een sifonput te voorzien op het grijswater alvorens het grijs en fecale water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men voert een grondige verbouwing uit met uitbreiding en met werken aan de afwatering van zowel afvalwater als hemelwater. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.
Hemelwaterput
Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 10.000 L wat voldoet aan de verordening (min. 7500 L). Op de put worden alle dakafvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor spoeling van 2 toiletten, voor de wasmachine en een dienstkraan voor poetswater en tuin. Deze aftappunten voldoen.
Infiltratievoorziening
Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening met een infiltratievolume van 3078,5 L en een infiltratieoppervlakte van 14,83 m² wat voldoet aan de verordening (min. 2850,54 L en min. 6,9104 m²). Volgens de bodemkaart op Geopunt bevindt het perceel zich in een zone met drainagklasse c wat betekent dat de maximale diepte van de voorziening 70 cm bedraagt. De diepte van de infiltratievoorziening bedraagt 50 cm volgens het plan (snede) en het ingevulde hemelwaterformulier. De bodem van de voorziening mag worden meegeteld.
Waterdoorlatende verhardingen (inrit, toegangspad en terras) en niet-waterdoorlatende verhardingen (niet aanwezig) die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Men moet hierbij op letten dat het water tijd krijgt om te infiltreren en dat men geen wateroverlast veroorzaakt bij naastliggende percelen of naar het openbaar domein toe.
Men voorziet geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de gracht. Dit is een gunstig principe.
Advies toegang tot het perceel
De bestaande toegang met overwelving op het openbaar domein blijft behouden. Er dienen geen aanpassingen aan het openbaar domein te gebeuren.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.
Wegenis
Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Het betreft het verbouwen en uitbreiden van een ééngezinswoning, het slopen van twee bijgebouwen, het aanleggen van verhardingen en het aanleggen van een bovengronds infiltratiebekken.
Mobiliteitsimpact
Voor het verbouwen en uitbreiden van de ééngezinswoning en het slopen van de twee bijgebouwen is de impact van de mobiliteit beperkt.
Het aanleggen van verhardingen en het aanleggen van een bovengronds infiltratiebekken heeft geen invloed op de mobiliteit.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De woning heeft een beperkt bouwvolume.
Visueel-vormelijke elementen
De uitbreiding van de ééngezinswoning wordt opgericht in hedendaagse materialen.
De woning wordt voorzien in een hedendaagse bouwstijl. Er wordt gebruik gemaakt van duurzame,
esthetische materialen; grijs genuanceerde gevelsteen gecombineerd met houten verticaal belijnde
beplanking, donkergrijze dakpannen, schrijnwerk, regenafvoeren en dakranden in donkerkleurig
aluminium
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag een openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden op 17/05/2024 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. Er werd geen bezwaar ingediend.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:
De 2 bijgebouwen dienen gesloopt te worden binnen de maand na afgifte van de vergunning.
Het verbouwen en uitbreiden van de ééngezinswoning, het aanleggen van de verhardingen en het aanleggen van het bovengronds infiltratiebekken, dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de bestaande aansluiting.
Putten of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Op de niet-verplichte septische put mag enkel het fecaal water worden aangesloten.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Het is niet verplicht om een septische put te plaatsen. Als men beslist geen septische put te plaatsen dan adviseren we om het fecaal afvalwater gescheiden te houden van het grijs afvalwater (afkomstig van douche, lavabo, ...) tot buiten de woning. Het is daarbij aangewezen een sifonput te voorzien op het grijswater alvorens het grijs en fecale water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De 2 bijgebouwen dienen gesloopt te worden binnen de maand na afgifte van de vergunning.
Het verbouwen en uitbreiden van de ééngezinswoning, het aanleggen van de verhardingen en het aanleggen van het bovengronds infiltratiebekken, dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de bestaande aansluiting.
Putten of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Op de niet-verplichte septische put mag enkel het fecaal water worden aangesloten.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Het is niet verplicht om een septische put te plaatsen. Als men beslist geen septische put te plaatsen dan adviseren we om het fecaal afvalwater gescheiden te houden van het grijs afvalwater (afkomstig van douche, lavabo, ...) tot buiten de woning. Het is daarbij aangewezen een sifonput te voorzien op het grijswater alvorens het grijs en fecale water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.