Terug
Gepubliceerd op 02/07/2024

2024_CBS_01813 - Omgevingsvergunning - het oprichten van een ééngezinswoning en overwelven van een gracht langs St. Kristoffelstraat (202400191IV) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 01/07/2024 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Bart Julliams; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Nadine Laeremans; Griet Smaers; Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_01813 - Omgevingsvergunning - het oprichten van een ééngezinswoning en overwelven van een gracht langs St. Kristoffelstraat (202400191IV) - Vergunning 2024_CBS_01813 - Omgevingsvergunning - het oprichten van een ééngezinswoning en overwelven van een gracht langs St. Kristoffelstraat (202400191IV) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 26/08/2024

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024032015

Dossiernummer gemeente: 202400191

 

De gemeente Geel heeft op 18 april 2024 een aanvraag ontvangen voor het oprichten van een ééngezinswoning en overwelven van een gracht. De aanvraag werd op 13 mei 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Annalien Silda wonende Ganzenplein 5/202 te 2200 Herentals en de heer Jelle Stevens wonende Ganzenplein 5/202 te 2200 Herentals

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging:

Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie L nrs. 334B en 334C

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

 

woongebied met landelijk karakter

de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling (V_202000172) goedgekeurd in zitting van 17/06/2021

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de verkaveling.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Het ontwerp is niet in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften m.b.t. het plaatsen van een dakkapel.

Voor de plaatsing van een dakkapel zonder 0,4m insprong t.o.v. het gevelvlak kan een afwijking, zoals bepaald in art. 4.4.1 uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, worden toegestaan.

 

Verordeningen

  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 202000172/OMV_2020041954 voor het verkavelen in 4 loten voor vrijstaande eengezinswoningen goedgekeurd op 17/06/2021.
  • Verkavelingsvergunning (1533) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 14/03/1988.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het oprichten van een ééngezinswoning.

 

De woning wordt opgericht op 12m uit de as van de weg.

T.o.v. de zijdelingse perceelsgrenzen wordt een afstand van 3m bewaard.

De bouwdiepte bedraagt 15m.

De kroonlijsthoogte bedraagt 5,9m t.o.v. de nulpas.

De woning heeft een hellend dak.  In het voorste en achterste dakvlak wordt een beperkte dakkapel voorzien.

De gevels wordt afgewerkt met gevelsteenmetselwerk en het dak met pannen.

Het perceel is gelegen in signaalgebied. Daarom moeten bijzondere maatregelen in acht genomen worden.

  • Reliëfwijzigingen zijn slechts toegestaan als het bufferend volume dat wordt ingenomen, gecompenseerd wordt. Daarom wordt achteraan op het perceel een afgraving voorzien.
  • Verhardingen in voor- en zijtuinstrook zijn beperkt tot de strikt noodzakelijke toegangen en een onderhoudsstrook rond het gebouw.
  • Verhardingen in de achtertuin zijn beperkt tot het terras (max. 40m²) en een dienstpad.

De aanvraag voldoet aan deze voorwaarden.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 23 mei 2024 t.e.m. 21 juni 2024. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 14 juni 2024 werd het advies ontvangen van Dienst Integraal Waterbeleid

Advies: gunstig

 

Op 29 mei 2024 werd het advies ontvangen van stad Geel, dienst openbaar domein

Advies riolering

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is ter hoogte van het perceel enkel een open gracht aanwezig. Dit betekent dat er in het openbaar domein geen volwaardig rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt. Al het afvalwater, zowel fecaal als grijs water, moet worden voorbehandeld.

Er is nog geen aansluiting op de open gracht. Na het verlenen van de vergunning zal er een aansluiting met plaatsing van het huisaansluitputje DWA gerealiseerd worden. De private afvoer voor afvalwater moet hier op worden aangesloten.

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.

Op het plan staan geen diameters opgegeven van de afvoerbuizen. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm).

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Aangezien er nog geen openbaar rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt en men dus zal lozen op  de gracht, zal er een septische put van minstens 3000 L moeten worden geplaatst waar zowel het fecaal als grijs water worden op aangesloten. Volgens het funderingsplan wordt er een septische put voorzien met een volume van 3250 L waarop al het afvalwater is aangesloten.

Als er in de toekomst riolering wordt aangelegd, zal het grijs water van de septische put moeten worden afgekoppeld. Het is aangewezen hiermee rekening te houden bij de aanleg van de private riolering. Men voorziet volgens plan een wachtbuis zodat men dan vlot kan afkoppelen.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 10.000 L wat voldoet aan de verordening. Op de put worden alle dakafvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor spoeling van de toiletten, voor een wasmachine, een dienstkraan in de garage, een dienskraan in de wasplaats (spoelbak) en een buitenkraan. Deze aftappunten voldoen.

Infiltratievoorziening

Men voorziet twee bovengrondse infiltratievoorzieningen, twee wadi's met een totaalvolume van 11.126 L en een oppervlakte van 63,14 m² wat voldoet aan de verordening (min. 5065,5 L en 12,28 m²).  Volgens de bodemkaart, die raadpleegbaar is op Geopunt, heeft de bodem een drainageklasse d. Dit betekent dat de maximale toegestane diepte van de infiltratievoorziening op dit perceel 50 cm is. De diepte van de wadi's bedraagt 50 cm wat voldoet.

Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Men dient hierbij op te letten dat het water tijd krijgt om te infiltreren en dat men geen wateroverlast veroorzaakt bij naastliggende percelen of naar het openbaar domein toe.

De voortuin ligt in helling. De eerste 2m vanaf de rooilijn heeft een hellingspercentage van max. 2%. De rest van de oprit naar de garage heeft een helling van 14,6%. Het water dat hier van afloopt richting openbaar domein wordt opgevangen in een afvoergoot die onderaan deze helling ligt, op 2m van de rooilijn. Het water wordt via de afvoergoot afgeleid naar omliggende private groenzone. Dit concept voldoet.

Men voorziet geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de open gracht . Dit is een gunstig principe.

Advies toegang tot het perceel met overwelving

Huidige situatie

In de bestaande toestand is er over de hele breedte van het perceel een open gracht op openbaar domein. In functie van de toegankelijkheid van het perceel zal er een overwelving moeten geplaatst worden.

Aanvraag

Volgens het inplantingsplan wenst men één overwelving met een nuttige breedte van 3m (tussen de kopmuren gemeten) wat voldoet aan de wetgeving rond de onbevaarbare waterlopen.

Advies en voorwaarden

Volgens het Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen mag er per perceel slechts 1 overwelving worden voorzien met een maximale breedte van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).

      Van de maximale breedte van 5m kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat een bredere overwelving nodig is voor andere voertuigen dan personenwagens en lichte bestelwagens.

  • Dit is niet van toepassing.

      Van het aantal overwelvingen kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat er meer dan één overwelving nodig is in functie van de toegankelijkheid.

  • Dit is niet van toepassing

Besluit

Er wordt één overwelving toegestaan dat aansluit op de oprit op privé met een maximale breedte van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur). Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen.

Tijdelijke overwelving – definitieve overwelving

Men mag zelf een tijdelijke overwelving voorzien tijdens de bouwwerken onder volgende voorwaarden:

  • Men mag een oprit voorzien van max. 5m waarbij de gracht wordt ingebuisd met een buis in pvc-materiaal met minstens een diameter van 200mm. Belangrijk is dat de buis op de bodem van de gracht gelegd wordt zodat de vloei van de gracht gegarandeerd is.
  • De toegang mag niet uitgevoerd worden in niet-vastliggende materialen zoals steenslag, siergrind of dolomiet.
  • Men mag het profiel van de gracht niet wijzigen.
  • Men staat in voor een goede en vlotte waterafvoer.
  • Men moet ervoor zorgen dat de (verkeers)veiligheid altijd gegarandeerd blijft.
  • Na de bouwwerken verwijdert men de tijdelijke overwelving zelf en herstelt men alles in oorspronkelijke staat.
  • Bij plaatsing en verwijdering van de tijdelijke overwelving verwittigt men de dienst Openbaar domein via openbaardomein@geel.be

Voor de plaatsing van de definitieve overwelving moet men een aanvraag doen:

  • Dit kan via de website van stad Geel: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein
  • Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer.
  • De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.

Technische Fiche Overwelving

De overwelving:

  • De overwelving wordt gebouwd van geprefabriceerde betonbuizen
  • De dikwandige betonbuizen, BENOR – gekeurd, hebben een doorlaatopening van min. 0,40m.
  • Ze moeten worden geplaatst op een fundering van schraal beton met een dikte van 0,20m.
  • Ter hoogte van de kopmuur wordt de fundering aangelegd met een dikte van 0,30m.
  • De lengte bedraagt max. 5m
  • De sleuf wordt aangevuld met goede aanvulgrond of zand indien er geen verharding boven op komt.
  • De vloer of de bodem moet aangelegd worden in overeenstemming met de bodem van de gracht, zodat het water voortdurend kan wegvloeien.

De kopmuren:

De kopmuren kunnen aangelegd worden:

  • In baksteenmetselwerk (dikte 0,30 m.) De dagzijden worden ingevoegd en alle metselwerk in contact met de grond wordt voorzien van cementering (dikte 1 cm.)  Het geheel wordt afgedekt met dekstukken in gladde beton of met een rollaag uit metselwerk.
  • Of in geprefabriceerd gewapend beton.

Verharding boven de ondergrondse constructie:

  • De betonbuizen zullen omhuld worden met een laag zandcement
  • De verharding wordt volgens volgende opbouw uitgevoerd:
    • Fundering: 15cm steenslag 22/40
    • Tussenlaag (bed): 5 cm zandcement
    • Verharding: betonstraatstenen. Deze betonstraatstenen zijn niet gekleurd (= betonkleur) met afmeting 22cm op 11cm of 22cm op 22cm.
    • Voegvulling: zand

Hellingspercentage:

Het hellingspercentage van de oprit bedraagt min. 0,02 m en max. 0,04 m per meter in de richting van de as van de weg.

Goot:

Er zal steeds een goot voorzien worden tussen oprit en rijweg/fietspad/voetpad.

 Advies: voorwaardelijk gunstig

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (St.-Kirstoffelstraat).

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

Het perceel gelegen te Geel, Afdeling 3, Sectie L, nr. 334C en 334B stroomt af naar de Poeyelveldloop, een onbevaarbare waterloop van 2de categorie) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen. De locatie is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig, maar is wel gelegen in signaalgebied Puntloop dat wordt aangeduid als zone A. Het volstaat om de watertoets toe te passen.

Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.

Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project is in overeenstemming met de doelstelling en de beginselen van het decreet integraal waterbeleid.

De watertoets wordt gunstig beoordeeld.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft een ééngezinswoning die opgericht wordt in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact

Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De woning heeft een beperkt bouwvolume.

Het aandeel verhardingen is ook beperkt.

 

Visueel-vormelijke elementen

De woning wordt opgericht in klassieke materialen.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 23 mei 2024 tot en met 21 juni 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Dienst Integraal Waterbeleid, afgeleverd op 14 juni 2024 is gunstig.
  •  Het advies van stad Geel, dienst Openbaar Domein afgeleverd op 29 mei 2024 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies met volgende voorwaarden:

 

Het advies van dienst Integraal Waterbeleid dient strikt gevolgd te worden.

 

Het advies van stad Geel, dienst Openbaar Domein, dient strikt gevolgd te worden:

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe huisaansluitputje DWA. De afvoerbuis van het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).

Putten   (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

 

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 10.000 L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen.
  • De diepte mag max. 50 cm bedragen (gemeten van maaiveld tot bodem).
  • Het infiltratievolume dient minimum 5065,5 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 12,28 m² te bedragen.

De private oprit mag de eerste 2m, gemeten vanaf de rooilijn, in een helling ligging van max. 2%.

Op 2m van de rooilijn moet men in de oprit een afvoergoot plaatsen die het water opvangt dat afstroomt van het gedeelte van de oprit met een helling van meer dan 2%. Het water moet afgevoerd worden naar omliggende private groenzone.

 

Het  is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

 

Er wordt één overwelving toegestaan dat aansluit op de oprit op privé met een maximale breedte van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur). Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen.

Men mag zelf een tijdelijke overwelving voorzien tijdens de bouwwerken onder volgende voorwaarden:

  • Men mag een oprit voorzien van max. 5m waarbij de gracht wordt ingebuisd met een buis in pvc-materiaal met minstens een diameter van 200mm. Belangrijk is dat de buis op de bodem van de gracht gelegd wordt zodat de vloei van de gracht gegarandeerd is.
  • De toegang mag niet uitgevoerd worden in niet-vastliggende materialen zoals steenslag, siergrind of dolomiet.
  • Men mag het profiel van de gracht niet wijzigen.
  • Men staat in voor een goede en vlotte waterafvoer.
  • Men moet ervoor zorgen dat de (verkeers)veiligheid altijd gegarandeerd blijft.
  • Na de bouwwerken verwijdert men de tijdelijke overwelving zelf en herstelt men alles in oorspronkelijke staat.
  • Bij plaatsing en verwijdering van de tijdelijke overwelving verwittigt men de dienst Openbaar domein via openbaardomein@geel.be

Voor de plaatsing van de definitieve overwelving moet men een aanvraag doen:

  • Dit kan via de website van stad Geel: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein
  • Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer volgens de Technische Fiche, beschreven in het advies.
  • De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.

 

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Het advies van dienst Integraal Waterbeleid dient strikt gevolgd te worden.

 

Het advies van stad Geel, dienst Openbaar Domein, dient strikt gevolgd te worden:

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe huisaansluitputje DWA. De afvoerbuis van het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).

Putten   (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

 

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 10.000 L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen.
  • De diepte mag max. 50 cm bedragen (gemeten van maaiveld tot bodem).
  • Het infiltratievolume dient minimum 5065,5 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 12,28 m² te bedragen.

De private oprit mag de eerste 2m, gemeten vanaf de rooilijn, in een helling ligging van max. 2%.

Op 2m van de rooilijn moet men in de oprit een afvoergoot plaatsen die het water opvangt dat afstroomt van het gedeelte van de oprit met een helling van meer dan 2%. Het water moet afgevoerd worden naar omliggende private groenzone.

 

Het  is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

 

Er wordt één overwelving toegestaan dat aansluit op de oprit op privé met een maximale breedte van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur). Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen.

Men mag zelf een tijdelijke overwelving voorzien tijdens de bouwwerken onder volgende voorwaarden:

  • Men mag een oprit voorzien van max. 5m waarbij de gracht wordt ingebuisd met een buis in pvc-materiaal met minstens een diameter van 200mm. Belangrijk is dat de buis op de bodem van de gracht gelegd wordt zodat de vloei van de gracht gegarandeerd is.
  • De toegang mag niet uitgevoerd worden in niet-vastliggende materialen zoals steenslag, siergrind of dolomiet.
  • Men mag het profiel van de gracht niet wijzigen.
  • Men staat in voor een goede en vlotte waterafvoer.
  • Men moet ervoor zorgen dat de (verkeers)veiligheid altijd gegarandeerd blijft.
  • Na de bouwwerken verwijdert men de tijdelijke overwelving zelf en herstelt men alles in oorspronkelijke staat.
  • Bij plaatsing en verwijdering van de tijdelijke overwelving verwittigt men de dienst Openbaar domein via openbaardomein@geel.be

Voor de plaatsing van de definitieve overwelving moet men een aanvraag doen:

  • Dit kan via de website van stad Geel: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein
  • Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer volgens de Technische Fiche, beschreven in het advies.
  • De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.

 

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.