UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 05/07/2024
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024025927
Dossiernummer gemeente: 202400111
De gemeente Geel heeft op 6 maart 2024 een aanvraag ontvangen voor het oprichten van een dakoversteek bij een vergunde hobbystal voor paarden. De aanvraag werd op 6 mei 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Yente Vissers wonende Bruggenhoofdweg 20 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Bruggenhoofdweg 20
Kadastrale ligging: afdeling 5 sectie M nrs. 63W2, 63V2 en 63L2
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
agrarisch gebied
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De bouwheer wenst 4 paardenboxen te bouwen en bergruimten voor paardrijtuig , voeder en stallingsmateriaal, en bergplaats voor landbouw bewerkingstoestellen.
Voor het bouwen van deze stallen werd reeds een omgevingsvergunning OMV_2023038362 afgeleverd met voorwaarden. Om duidelijkheid ivm de voorwaarden aangaande de dakoversteken en plaatsen van IBA en waterinfiltraties , is de aanvraag tot wijzigingen van de afgeleverde vergunning opportuun.
Voor het bouwen van de stallen werd reeds een vergunning afgeleverd met voorwaarden. Deze wijziging of verduidelijking van de afgeleverde vergunning betreft:
1. het aanbrengen van dak oversteken met 50 cm.
2. het verduidelijken van het regenwater afvoer via regenwaterput
3. het tijdelijk opslaan van mest in containers in de bergplaats om afgevoerd te worden voor mestverwerking als deze vol zitten
4. het aanbrengen van een karrespoor in water doorlatende grasdals tot aan de stallingen
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 28 mei 2024 werd het advies ontvangen van Elia Contact Center Noord
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 5 juni 2024 werd het advies ontvangen van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)
Geen advies
Advies: geen advies
Op 27 juni 2024 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel dienst Openbaar Domein team Grijs.
Zonering - IBA - afvalwater
Het perceel waarop men de woning wenst te (her)bouwen/verbouwen ligt in individueel te optimaliseren buitengebied. Er is geen riolering en in de toekomst zal er geen riolering aangelegd worden. Er moet bijgevolg een individuele waterzuivering (IBA) worden voorzien voor het behandelen van het afvalwater.
Het afvalwater wordt allemaal samen naar de IBA afgevoerd. Om geurhinder te vermijden is het beter zwart en grijs water gescheiden tot aan de IBA te brengen.
Riolering algemeen
Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.
Hemelwaterput
Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 20.000L. Op de put worden (alle) dakafvoeren aangesloten (m.u.v. het groendak).
Toegang tot het perceel
Er wordt binnen deze aanvraag een toerit ingetekend bestaande uit een karrespoor met grasdallen. De totale breedte bedraagt 1,70m waarvan 2x 20cm grasdallen. Dit lijkt onrealistisch smal te zijn.
De stad laat per goed voor niet overwelfde bermen 6m inrit toe. Er is reeds een bestaande inrit. Beide inritten mogen samen niet meer dan 6m breed zijn. Tegen de rijweg dient een goot te worden geplaatst. Deze is aanwezig.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Niet van toepassing.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het perceel gelegen te Geel, Afdeling 5, Sectie M, nrs. 63v2 en 63w2 stroomt af naar de Puntloop, een (on)bevaarbare waterloop (van 2° categorie) die beheerd wordt door de Provincie Antwerpen District Grote Nete.
De locatie is volgens de watertoetskaarten niet in overstromingsgevoelig.
De locatie situeert zich niet in signaal gebied.
Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.
De aanvraag doorstaat de watertoets.
Mer-screening
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Deze beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de volgende criteria als uitvoering van art. 4.3.1 van de codex:
1. Functionele inpasbaarheid
De aanvraag speelt zich af binnen gewestplanbestemming agrarisch gebied. De aangevraagde werken zijn toegelaten binnen het agrarisch gebied en stroken met VCRO art. 4.4.8/2 voor hobbystallen voor weidedieren.
Uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager effectief weidedieren houdt of zal houden en dat hij voldoende graasweiden in eigendom, in pacht of in gebruik heeft in verhouding tot het aantal dieren waarvoor een stal wordt voorzien.
De hobbystal wordt opgericht bij de eigen woning van de aanvrager.
De stal kan enkel gebruikt worden voor het verblijf van weidedieren eventueel in combinatie met een beperkte bergruimte in functie van dit verblijf (hooi, voeder…).
De aanvraag principieel functioneel inpasbaar is.
2. Mobiliteitsimpact
De aanvraag heeft een beperkte invloed op de mobiliteit.
3. Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De aanvrager is in het bezit van een geldige vergunning dd. 28/08/2023 ref. OMV_2023038362 voor het oprichten van een hobbystal van 120m². De aanvrager wenst enkele wijzigingen door te voeren aan de eerder vergunde toestand.
De aangevraagde wijzigingen zijn op de plannen in het geel gemarkeerd.
De aanvraag handelt over het uitvoeren van een dakoversteek van 50cm rondom het gebouw om het hemelwater uit de stalopeningen te houden.
De vergunde kroonlijsthoogte van 3,50 en 3,64 meter wordt gereduceerd naar 3 meter.
De nokhoogte 6,50 meter van het opslaggedeelte blijft aangehouden, de nokhoogte 5,50 meter van het stallingsgedeelte wordt teruggebracht naar 5,25 meter.
De afmetingen van het grondplan blijven behouden.
De totale bouwbreedte bedraagt 14,00 meter, bouwdiepte 15,30 meter.
De hobbystal heeft een oppervlakte van 120m² conform de richtlijnen van met VCRO art. 4.4.8/2 die max. 15m² stallingsoppervlakte en max. 15m² voederberging (stro + hooi) per weidedier voorziet. Graasweide 1000 à 2500m² per weidedier met een maximum van 4 weidedieren per hectare.
De nieuwe stal wordt ingeplant binnen een straal van 50 meter rond de vergunde woning en op 3 meter van de rechter perceelsgrens.
De aanvraag heeft een beperkte impact op het ruimtegebruik van de percelen. Het project is qua schaal in overeenstemming met de omgeving van dit project.
4. Visueel-vormelijke elementen
De gevels worden uitgevoerd in gevelsteen, dak in dakpanplaten, buitenschrijnwerk in hout natuurkleurig.
De aanvraag heeft een beperkte impact op de visueel-vormelijke uitstraling van de percelen.
5. Cultuurhistorische elementen
Niet van toepassing.
De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.
6. Bodemreliëf
Er worden geen terreinophogingen aangevraagd, het bestaande maaiveld blijft behouden.
Toegang naar de stal wordt genomen via een karrespoor in grasdals rechts naast de woning.
7. Hinderaspecten
De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving, gezondheidsaspecten zijn verwaarloosbaar.
Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.
8. Conclusie
Omwille van het voorgaande is het voorstel planologisch en stedenbouwkundig verenigbaar met de omgeving.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Niet van toepassing.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken, nl. wijzingen ten opzichte van vergunning.
De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden worden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Gevolg dient gegeven aan het advies van Elia dd.28/05/2024 ref. 305673-KVR (zie bijlage).
De aangevraagde wijzigingen zijn op de plannen in het geel gemarkeerd.
De aanvraag handelt over het uitvoeren van een dakoversteek van 50cm rondom het gebouw om het hemelwater uit de stalopeningen te houden.
De vergunde kroonlijsthoogte van 3,50 en 3,64 meter wordt gereduceerd naar 3 meter.
De nokhoogte 6,50 meter van het opslaggedeelte blijft aangehouden, de nokhoogte 5,50 meter van het stallingsgedeelte wordt teruggebracht naar 5,25 meter.
De afmetingen van het grondplan blijven behouden.
De totale bouwbreedte bedraagt 14,00 meter, bouwdiepte 15,30 meter.
De nieuwe stal wordt ingeplant binnen een straal van 50 meter rond de vergunde woning en op 3 meter van de rechter perceelsgrens.
De niet permanente hobbystal kan enkel gebruikt worden voor het verblijf van weidedieren eventueel in combinatie met een beperkte bergruimte in functie van dit verblijf (hooi, voeder…).
Bestemming opslag voor louter materiaal en materieel is niet toegestaan.
Toegang tot het perceel
Toegang naar de stal wordt genomen via een karrespoor in grasdals rechts naast de woning. Verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal, zowel in toplaag als in fundering.
De kosten voor de aanleg van de nieuwe overwelving, de verharding en straatgoot thv de inrit en de opbraak van de oude verharding en overwelving en het terug herstellen van de gracht naar open profiel zijn ten laste van de aanvrager.
Het is onder geen beding toegestaan dat een private eigenaar werken op openbaar domein uit te voeren.
Voor het gehele goed (stal + woning) mag de totale inritbreedte maximum 6 meter bedragen.
De aanleg van verhardingen met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m² is volgens het RUP zonevreemde woningen toegelaten op het perceelsgedeelte palend aan het hoofdgebouw.
Riolering / hemelwater
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
Er moet een individuele waterzuivering (IBA) worden voorzien voor het behandelen van al het afvalwater.
Er wordt één IBA geplaatst, gewijzigd, hersteld en onderhouden door toedoen, op kosten en onder de verantwoordelijkheid van de stad Geel. De IBA blijft haar eigendom.
De locatie van de IBA dient zo gekozen te worden dat deze makkelijk toegankelijk is en blijft voor onderhoud en controle.
Voor de plaatsing van de IBA dient men contact op te nemen met het contactcentrum van Grondgebiedszaken van Stad Geel. De Stad zal na het betalen van de retributie voor vervroegde plaatsing van een IBA een medewerker van Aquafin de opdracht geven om ter plaatse te komen. Aquafin zal vervolgens advies verlenen over de 2 mogelijke systemen (bovengronds en ondergronds systeem). De plaatsing van de andere IBA is geheel ten laste van de aanvrager.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
Het advies van Aquafin (in bijlage) is verplicht te volgen en bevat volgende conclusie: gunstig mits voorwaarden//aandachtspunten. Het saneren van het afvalwater van de woning wordt bij voorkeur ineens mee aangepakt want dit zal op korte termijn in orde moeten gebracht worden en anders dient men nog een tweede keer hiervoor werken uit te voeren op terrein. De aanvrager kan eventueel in een collectief plaatsingssysteem van de stad stappen hiervoor (Aquafin zal dan in opdracht van de stad Geel de eigenaar bezoeken en een overeenkomst voorleggen voor plaatsing van een IBA, in dat geval kan de stad ook subsidies vragen aan VMM hiervoor maar procedure is wel gekend bij milieudienst Geel).
De verwerking en afvoer/ ophaling van de mest en de mestsappen uit de aalputten dient te gebeuren volgens het mestdecreet.
Er worden geen reliëfwijzigen uitgevoerd, noch bomen gerooid.
Als gedurende een periode van vijf opeenvolgende jaren geen weidedieren worden gehouden op het perceel of de percelen waarop de vergunning betrekking heeft, vervalt de verkregen omgevingsvergunning voor dergelijke stal.
Binnen de 6 maanden na het verval van de vergunning dient de stal worden afgebroken. Op deze manier kunnen gebieden die hoofdzakelijk zijn bestemd voor landbouw opnieuw gebruikt worden voor professionele landbouw in geval van langdurig ongebruik door hobbylandbouwer.
Ook artikel 4.4.8/2 omvat geen uitzonderingsbepaling voor eventuele aanhorigheden en er bestaat bijgevolg geen vergunningsgrond voor gerelateerde infrastructuur zoals een rijpiste, een stapmolen, verhardingen (al dan niet waterdoorlatend). Het al dan niet overdekt opslaan van voer, stro of mest zal moeten gebeuren binnen de maximale vloeroppervlakte zoals voorzien in het decreet.
Nota bij de zonevreemde woning Bruggenhoofdweg 20:
Bij een eventuele herbouw van deze zonevreemde woning dient vooraan een strook grond kosteloos afgestaan te worden aan de Stad ifv de openbare weg (4,50m uit de as van de weg). Dit moet vermeld worden in een omgevingsaanvraag. Voorgevelbouwlijn op 6m achter de nieuwe rooilijn.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken, nl. wijzingen ten opzichte van vergunning.
De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden worden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Gevolg dient gegeven aan het advies van Elia dd.28/05/2024 ref. 305673-KVR (zie bijlage).
De aangevraagde wijzigingen zijn op de plannen in het geel gemarkeerd.
De aanvraag handelt over het uitvoeren van een dakoversteek van 50cm rondom het gebouw om het hemelwater uit de stalopeningen te houden.
De vergunde kroonlijsthoogte van 3,50 en 3,64 meter wordt gereduceerd naar 3 meter.
De nokhoogte 6,50 meter van het opslaggedeelte blijft aangehouden, de nokhoogte 5,50 meter van het stallingsgedeelte wordt teruggebracht naar 5,25 meter.
De afmetingen van het grondplan blijven behouden.
De totale bouwbreedte bedraagt 14,00 meter, bouwdiepte 15,30 meter.
De nieuwe stal wordt ingeplant binnen een straal van 50 meter rond de vergunde woning en op 3 meter van de rechter perceelsgrens.
De niet permanente hobbystal kan enkel gebruikt worden voor het verblijf van weidedieren eventueel in combinatie met een beperkte bergruimte in functie van dit verblijf (hooi, voeder…).
Bestemming opslag voor louter materiaal en materieel is niet toegestaan.
Toegang tot het perceel
Toegang naar de stal wordt genomen via een karrespoor in grasdals rechts naast de woning. Verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal, zowel in toplaag als in fundering.
De kosten voor de aanleg van de nieuwe overwelving, de verharding en straatgoot thv de inrit en de opbraak van de oude verharding en overwelving en het terug herstellen van de gracht naar open profiel zijn ten laste van de aanvrager.
Het is onder geen beding toegestaan dat een private eigenaar werken op openbaar domein uit te voeren.
Voor het gehele goed (stal + woning) mag de totale inritbreedte maximum 6 meter bedragen.
De aanleg van verhardingen met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m² is volgens het RUP zonevreemde woningen toegelaten op het perceelsgedeelte palend aan het hoofdgebouw.
Riolering / hemelwater
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
Er moet een individuele waterzuivering (IBA) worden voorzien voor het behandelen van al het afvalwater.
Er wordt één IBA geplaatst, gewijzigd, hersteld en onderhouden door toedoen, op kosten en onder de verantwoordelijkheid van de stad Geel. De IBA blijft haar eigendom.
De locatie van de IBA dient zo gekozen te worden dat deze makkelijk toegankelijk is en blijft voor onderhoud en controle.
Voor de plaatsing van de IBA dient men contact op te nemen met het contactcentrum van Grondgebiedszaken van Stad Geel. De Stad zal na het betalen van de retributie voor vervroegde plaatsing van een IBA een medewerker van Aquafin de opdracht geven om ter plaatse te komen. Aquafin zal vervolgens advies verlenen over de 2 mogelijke systemen (bovengronds en ondergronds systeem). De plaatsing van de andere IBA is geheel ten laste van de aanvrager.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
Het advies van Aquafin (in bijlage) is verplicht te volgen en bevat volgende conclusie: gunstig mits voorwaarden//aandachtspunten. Het saneren van het afvalwater van de woning wordt bij voorkeur ineens mee aangepakt want dit zal op korte termijn in orde moeten gebracht worden en anders dient men nog een tweede keer hiervoor werken uit te voeren op terrein. De aanvrager kan eventueel in een collectief plaatsingssysteem van de stad stappen hiervoor (Aquafin zal dan in opdracht van de stad Geel de eigenaar bezoeken en een overeenkomst voorleggen voor plaatsing van een IBA, in dat geval kan de stad ook subsidies vragen aan VMM hiervoor maar procedure is wel gekend bij milieudienst Geel).
De verwerking en afvoer/ ophaling van de mest en de mestsappen uit de aalputten dient te gebeuren volgens het mestdecreet.
Er worden geen reliëfwijzigen uitgevoerd, noch bomen gerooid.
Als gedurende een periode van vijf opeenvolgende jaren geen weidedieren worden gehouden op het perceel of de percelen waarop de vergunning betrekking heeft, vervalt de verkregen omgevingsvergunning voor dergelijke stal.
Binnen de 6 maanden na het verval van de vergunning dient de stal worden afgebroken. Op deze manier kunnen gebieden die hoofdzakelijk zijn bestemd voor landbouw opnieuw gebruikt worden voor professionele landbouw in geval van langdurig ongebruik door hobbylandbouwer.
Ook artikel 4.4.8/2 omvat geen uitzonderingsbepaling voor eventuele aanhorigheden en er bestaat bijgevolg geen vergunningsgrond voor gerelateerde infrastructuur zoals een rijpiste, een stapmolen, verhardingen (al dan niet waterdoorlatend). Het al dan niet overdekt opslaan van voer, stro of mest zal moeten gebeuren binnen de maximale vloeroppervlakte zoals voorzien in het decreet.
Nota bij de zonevreemde woning Bruggenhoofdweg 20:
Bij een eventuele herbouw van deze zonevreemde woning dient vooraan een strook grond kosteloos afgestaan te worden aan de Stad ifv de openbare weg (4,50m uit de as van de weg). Dit moet vermeld worden in een omgevingsaanvraag. Voorgevelbouwlijn op 6m achter de nieuwe rooilijn.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.