Het bestuur gaf aan geïnteresseerd te zijn in het aanrekenen van een belasting of toeslag op de inning van GASboetes (hiermee wordt steeds bedoeld: zowel GAS 1, 2, 3, 4 als 5) dan wel in het doorrekenen van aanmaningskosten (eventueel forfaitair) ingeval er niet wettelijk verplichte aanmaningen betreffende GASboetes worden verzonden. Graag leggen wij u deze samenvattende nota voor.
In deze nota worden verschillende (juridische) adviezen voor u samengevat, nu er onzekerheid bestaat over de (grond)wettigheid van dergelijke belasting/toeslag en van dergelijke aanmaningskosten ingeval van GASboetes.
Deze discussie vindt haar oorsprong in het beginsel nulla poena sine lege, nullum crimen sine lege, hetwelk tot gevolg heeft dat een straf enkel door een wet kan worden ingevoerd. Nu een GASboete als straf kan worden gekwalificeerd en er geen wettelijke grondslag is voor een toeslag daarop dan wel voor het doorrekenen van aanmaningskosten, doet de vraag zich stellen naar de (grond)wettigheid hiervan.
De wetgeving zelf biedt op heden geen uitsluitsel en er is nagenoeg ook nog geen rechtspraak voorhanden, zodat er op heden enkel een weloverwogen beleidsbeslissing kan worden gemaakt aan de hand van relevante standpunten omtrent de problematiek waarbij de risico’s gekend moeten zijn en waarbij hiermee rekening moet worden gehouden.
Het decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
Het decreet lokaal bestuur;
De grondwet.
Als bijlage de nota met een samenvatting van de verschillende adviezen:
Als bijlage de volledige adviezen:
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de samenvattende nota en de adviezen. Het college van burgemeester en schepenen geeft opdracht voor verdere voorbereiding en uitwerking van het belastingreglement hiervoor.