Terug
Gepubliceerd op 08/10/2024

2024_CBS_02484 - Omgevingsvergunning - bouwen van een ééngezinswoning met een carport in de zijtuinstrook langs Bruul 45 (202400234PR) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 07/10/2024 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_02484 - Omgevingsvergunning - bouwen van een ééngezinswoning met een carport in de zijtuinstrook langs Bruul 45 (202400234PR) - Vergunning 2024_CBS_02484 - Omgevingsvergunning - bouwen van een ééngezinswoning met een carport in de zijtuinstrook langs Bruul 45 (202400234PR) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 10/10/2024

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024068536

Dossiernummer gemeente: 202400234Inrichtingsnummer: 20240513-0023

 

De gemeente Geel heeft op 17 mei 2024 een aanvraag ontvangen voor bouwen van een eengezinswoning met een carport in de zijtuinstrook. De aanvraag werd op 27 juni 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Fleur Baens wonende Manheuvels 6 te 2440 Geel en Ward Van Dyck wonende Manheuvels 6 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Bruul 45

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie I nr. 756G

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De verkaveling werd gewijzigd bij besluit van 18/04/1977 (verkaveling 1173 B) Deze verkaveling is voor het terrein van de aanvraag niet vervallen.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de goedgekeurde niet vervallen verkaveling 1173 B.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 202000269/OMV_2020061145 voor ven  ontheffing kruidruimingen molse nete te geel en mol, vegetatiewijziging goedgekeurd op 10/08/2020.
  • Verkavelingsvergunning (1173) voor aanvraag voor een nieuwe verkaveling (wonen of industrie) - goedgekeurd op 26/07/1976.
  • Verkavelingsvergunning (1173 B) voor wijziging vergunde verkaveling - goedgekeurd op 18/04/1977.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het onderwerp van deze aanvraag betreft de bouw van een eengezinswoning en carport in de zijtuinstrook.

De plaats der werken is gelegen op een perceel in een verkaveling te Bruul in Geel. De bouwzone is momenteel braakliggend. Het aangrenzende linkerperceel bevat een ééngezinsoning, het aangrenzende rechterperceel is nog onbebouwd.  Aan de achterzijde grenst het perceel aan tuin van woningen van de Pastorijstraat.

De zone der werken is volledig gelegen in een woongebied volgens Origineel gewestplan Herentals-  Mol.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgebied.

 

Oppervlaktes

- Perceel : 684m²

- Bebouwde oppervlakte: 115,64m²

o Woning 108,64 m²

o Carport 7 m²

- Dakoppervlakte: 149,84m²

o Woning 125,25 m²

o Carport 24,59 m²

- Verhardingen (afwatering in groenzone) 88,58m²

o Terras 17,0 m²

o Terras overdekt 9,45 m²

o Oprit 45,79 m²

o Onder carport 16,34 m²

- Groenzone 479,78 m²

 

 

De open bebouwing is gekenmerkt door een moderne lichtgrijze gevelsteen gecombineerd met een zwarte gevelbeplating en zwarte ramen.

De woning telt 2 bovengrondse bouwlagen onder een plat dak.  Er zijn ondergrondse bouwlagen voorzien.

In de zijtuinstrook is een carport met tuinberging voorzien. Deze is eveneens voorzien in een zwarte gevelbeplating.

 

De volgende ingedeelde inrichtingen en activiteiten worden aangevraagd:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

Bronbemaling voor de aanleg van  een kelder bij een eengezinswoning (Nieuw)

28295 m³/jaar

3

 

Het berekend debiet in de aanvraag is 28295 m³/jaar met een dagelijks maximaal debiet van 355 m³ gedurende 120 dagen. De grondwaterverlaging door de bronbemaling zal max. 2,6 m zijn (verlaging van 0,9 m tot 3,5 m).

De lozing van het opgepompte water wordt uitgevoerd op een tijdelijk infiltratiebekken achteraan de bouwzone.

 

In het kader van een nieuwbouwproject gelegen te Bruul 45 in G een, wordt een eengezinswoning met kelder ingericht. voor de aanleg van de kelder is een ontgraving vereist waarbij het eventueel aanwezige grondwater aan de hand van een bemaling zal worden neergeslagen om de ontgravingswerken in het droge te kunnen laten verlopen. De betalingsduur wordt geschat op +/- 120 dagen.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 7 juli 2024 t.e.m. 5 augustus 2024. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 17 juli 2024 werd het advies ontvangen van stad Geel, Dienst Openbaar Domein, Team groen

Met betrekking tot de twee eiken die zich op openbaar domein bevinden ter hoogte van Bruul 45, geeft Dienst Openbaar Domein, Team Groen voorwaardelijk gunstig advies. Stad Geel zal de nodige stappen ondernemen om de bomen te rooien en de compensatie voor deze bomen voorzien. De compensatievoorwaarden waaraan wij moeten voldoen vindt u onderaan ter info. De plaats waar de bomen worden aangeplant is in functie van de vergunde inrit(ten) van het perceel en de beschikbare ruimte op openbaar domein.

Het voorwaardelijk aspect van het gunstig advies houdt volgende voorwaarden in voor de bouwheer.

  1. De bouwheer geeft ruime tijd vóór aanvang de startdatum van de werken door om Stad Geel de tijd te geven het rooien van de bomen in te plannen en uit te voeren.
  2. Indien de bouwwerken niet afgerond zijn vóór de aanplant van de compenserende bomen, dient met voldoende zorgen worden omgegaan met de nieuwe aanplant. Dit wil zeggen, geen stockage van bouwmaterialen van welke aard dan ook rond de bomen, geen werfverkeer dichtbij de bomen, frequente watergift aan de bomen indien er grondbemaling draait. Er mogen geen afvalstoffen (verf, cement, vervuild water,…) geloosd worden rond de bomen. Elke schade, bovengronds of ondergronds, die aan de bomen wordt berokkend zal worden bekeken en indien nodig resulteren in het vervangen van de aangeplante boom op kosten van de bouwheer.
     

Compensatievoorwaarden worden ons opgelegd door de Vlaamse Overheid en deze zijn als volgt.

  1. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootte van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd  naar een evenwicht tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant.
  2. De voorkeur gaat uit naar eenzelfde ordegrootte van bomen om te compenseren. Wordt gekozen om kleinere bomen aan te planten, dan gelden onderstaande aantallen. De aangeplante bomen hebben een stamomtrek van minstens 12 tot 14cm bij aanplant.

Compensatietabel
bomenkap

Aan te planten

1° grootte A
(> 20m)

1° grootte B
(12-20m)

2° grootte
(6-12m)

3° grootte
(< 6m)

Vellen

1° grootte A (> 20m)

x1

x1

x3

x10

1° grootte B (12-20m)

x1

x1

x2

x5

2° grootte (6-12m)

x1

x1

x1

x2

3° grootte (<6m)

x1

x1

x1

x1

Tabel 1 Compensatietabel bomenkap
 

  1. De compenserende aanplant dient zoveel mogelijk worden gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft. 
  2. De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag. 
  3. Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;

 Advies:  voorwaardelijk gunstig


Op 19 september 2024 werd het advies ontvangen van stad Geel, dienst Openbaar Domein, Team Grijs.

1           Advies riolering

 Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. 

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.

Bij het perceel is er nog geen rioolaansluiting met huisaansluitputjes aanwezig. Na het verlenen van de vergunning én na het ingeven van de start der werken in het omgevingsloket, zal er een aansluiting met plaatsing van de huisaansluitputjes RWA (indien noodoverloop vanuit wadi voorzien op plan) en DWA worden gerealiseerd door stad Geel.

De afvoerbuizen worden volgens plan aangesloten op de nieuwe huisaansluitputjes. Hierbij moet men rekening houden met zowel diepte als ligging. Indien gravitaire aansluiting niet mogelijk is, dient men op eigen terrein

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 10.000L. Op de put worden alle  dakafvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor toiletspoeling, wasmachine, buitenkraan, dienstkraan, …

 Infiltratievoorziening

Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening met maximale diepte van 50cm, een volume van 3.370L en een oppervlakte van 13,67m². 

Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening.

Men voorziet geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare riolering.


2           Advies toegangen

Het huidige profiel bestaat uit rijweg in asfalt met daarlangs een groenberm, grotendeels begroeid met bomen. Tussen rijweg en berm is reeds een goot aanwezig. Vanuit de groendienst werd een advies geschreven rond de bomen. Dit advies is te volgen.

De inrit wordt links van het perceel aangevraagd met een breedte van 3,25m. Deze kan worden toegestaan.

Voor de aanleg van de inrit op openbaar domein dient men aanvraag te doen bij de stad. l via: https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

 

Advies:  voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

 Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

Het perceel gelegen te Bruul 45 te 2440 Geel, Afdeling 1, Sectie I, nr. 0756/00G000 (is gelegen langs en) stroomt af naar de Brederijloop, een (on)bevaarbare waterloop (van 2de categorie) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen – Grote Nete. De locatie is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig.

Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.

Deze mogelijke schadelijke effecten worden opgevangen door de plaatsing van een hemelwaterput en een infiltratievoorziening.

 

Milieuaspecten

Milieueffecten bemaling

Bij de bemaling wordt geen bemalingsnota gevoegd. De rekentool van VMM werd bijgevoegd en hieruit blijkt een invloedstraal van 293m.

Binnen de invloedstraal liggen geen speciale beschermingszones of VENgebieden. De invloedstraal is niet gelegen binnen een PFASzone of een beschermingszone daarrond.

Het bemalingswater zal via oppervlakteretour terug in de bodem terechtkomen. Het effect van de bemaling op de natuur in de omgeving wordt dan ook als minimaal ingeschat. Bij de aanvraag wordt een voortoets gevoegd waaruit blijkt dat er geen effecten verwacht wordt van de bemaling op een SBZ-H.

Er zijn geen drinkwaterwinningen of een beschermingszone daarrond gelegen binnen de invloedstraal van de bemaling.

Volgend de aanvrager zijn er geen gekende verontreinigingen gelegen binnen de invloedstraal.

Het dossier bevat geen informatie over de zettingen.

Volgens de gegevens in de aanvraag worden de geluidsnormen gerespecteerd. Er wordt voorgesteld als bijzonder milieuvoorwaarde op te nemen dat de exploitant gebruik dient te maken van een geluidsarme pomp of een pomp met een geluidsdichte omkasting. Volgens de aanvraag zal er gebruik worden gemaakt van een geïsoleerde dieselpomp.

Lozing bemalingswater

Het bemalingswater zal via oppervlakteretour achteraan op het perceel terug in de bodem terechtkomen.

Termijn

De bemaling kan toegestaan worden voor een maximale periode van 120 dagen.

Conclusie milieutechnische beoordeling

Mits het naleven van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden wordt geacht dat de hinder afkomstig van de tijdelijke bemaling tot een aanvaardbaar niveau kan beperkt worden.

De omgevingsvergunning voor het luik IIOA:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

Bronbemaling voor de aanleg van  een kelder bij een eengezinswoning (Nieuw)

28295 m³/jaar

3

 

kan worden verleend voor een termijn van maximaal 120 dagen vanaf de start van de bemaling mits het naleven van de volgende algemene en sectorale voorwaarden:

De algemene voorwaarden van VLAREM II: Hoofdstuk 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6

De sectorale voorwaarden van VLAREM II: Hoofdstuk 5.53

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

 

De volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

  • Er dient een peilgestuurde bemaling gebruikt te worden.
  • Het effluent van de bemaling kan geïnfiltreerd worden via oppervlakteretour achteraan op het perceel.
  • De installatie dient te worden voorzien van een zandvangfilter en ijzerfilter waarvan de
  • werking gegarandeerd is door de exploitant.
  • De bronbemaling mag niet langer in stand gehouden worden dan strikt noodzakelijk.
  • Conform Vlarem II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
  • De start en het einde van de duurtijd van de bronbemaling dienen gemeld te worden via milieu@geel.be
  • Bij het aanleggen van de infrastructuur en de infiltratie van het bemalingswater mag geen schade veroorzaakt worden aan derden, de eigendom van derden of het openbaar domein. Er mag geen wateroverlast ontstaan.
  • Indien er door de uitvoerder van de bronbemaling wordt vastgesteld dat het vergunde debiet overschreden zal worden, dan dient de bronbemaling stopgezet te worden en een nieuwe aanvraag met het nieuwe debiet aangevraagd worden.
  • Er dient gebruik gemaakt te worden van een geluidsarme pomp of een pomp voorzien van een geluidsdichte omkasting.
  • De exploitant dient na te gaan of er een risico is op zettingen ten gevolge van de bemaling. Indien nodig dient de exploitant de nodige maatregelen te nemen om het risico op zettingen te voorkomen of afdoende te beperken zodat er geen schade kan optreden aan de nabijgelegen gebouwen.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft de bouw van een ééngezinswoning en carport in de zijtuinstrook die opgericht wordt in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact

Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De woning heeft een beperkt bouwvolume.

 

Visueel-vormelijke elementen

De woning wordt opgericht in hedendaagse materialen.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 7 juli 2024 tot en met 5 augustus 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van stad Geel, team groen afgeleverd op 17 juli 2024 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van stad Geel, team grijs afgeleverd op 19 september 2024 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:

 

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de bijgevoegde plannen.

 

Voorwaarden  riolering

Riolering algemeen

  • Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).
  • De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
  • De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het nieuw geplaatste huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuw geplaatste huisaansluitputje DWA.
  • Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte en ligging van de nieuwe aansluitingen.
  • Putten  of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

 

Hemelwater

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen. De diepte mag max. 50 cm bedragen.
  • De infiltratievoorziening dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

 

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Opmerkingen

Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoeren. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

 

Voorwaarden inrit

Er wordt 1 inrit toegestaan met een maximale breedte zoals aangegeven op het goedgekeurde plan (3,25m).

Aanpassingen van het openbaar domein mag men nooit zelf uitvoeren maar moet men aanvragen bij stad Geel via: https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.


Voorwaarden groen

Compensatievoorwaarden worden ons opgelegd door de Vlaamse Overheid en deze zijn als volgt.

  1. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootte van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd  naar een evenwicht tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant.
  2. De voorkeur gaat uit naar eenzelfde ordegrootte van bomen om te compenseren. Wordt gekozen om kleinere bomen aan te planten, dan gelden onderstaande aantallen. De aangeplante bomen hebben een stamomtrek van minstens 12 tot 14cm bij aanplant.

Compensatietabel
bomenkap

Aan te planten

1° grootte A
(> 20m)

1° grootte B
(12-20m)

2° grootte
(6-12m)

3° grootte
(< 6m)

Vellen

1° grootte A (> 20m)

x1

x1

x3

x10

1° grootte B (12-20m)

x1

x1

x2

x5

2° grootte (6-12m)

x1

x1

x1

x2

3° grootte (<6m)

x1

x1

x1

x1

Tabel 1 Compensatietabel bomenkap
 

  1. De compenserende aanplant dient zoveel mogelijk worden gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft. 
  2. De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag. 
  3. Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;


Milieuvoorwaarden

De algemene voorwaarden van VLAREM II: Hoofdstuk 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6

De sectorale voorwaarden van VLAREM II: Hoofdstuk 5.53

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

 

  • Er dient een peilgestuurde bemaling gebruikt te worden.
  • Het effluent van de bemaling kan geïnfiltreerd worden via oppervlakteretour achteraan op het perceel.
  • De installatie dient te worden voorzien van een zandvangfilter en ijzerfilter waarvan de
  • werking gegarandeerd is door de exploitant.
  • De bronbemaling mag niet langer in stand gehouden worden dan strikt noodzakelijk.
  • Conform Vlarem II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
  • De start en het einde van de duurtijd van de bronbemaling dienen gemeld te worden via milieu@geel.be
  • Bij het aanleggen van de infrastructuur en de infiltratie van het bemalingswater mag geen schade veroorzaakt worden aan derden, de eigendom van derden of het openbaar domein. Er mag geen wateroverlast ontstaan.
  • Indien er door de uitvoerder van de bronbemaling wordt vastgesteld dat het vergunde debiet overschreden zal worden, dan dient de bronbemaling stopgezet te worden en een nieuwe aanvraag met het nieuwe debiet aangevraagd worden.
  • Er dient gebruik gemaakt te worden van een geluidsarme pomp of een pomp voorzien van een geluidsdichte omkasting.
  • De exploitant dient na te gaan of er een risico is op zettingen ten gevolge van de bemaling. Indien nodig dient de exploitant de nodige maatregelen te nemen om het risico op zettingen te voorkomen of afdoende te beperken zodat er geen schade kan optreden aan de nabijgelegen gebouwen.

 

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de bijgevoegde plannen.

Voorwaarden riolering

Riolering algemeen

  • Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).
  • De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
  • De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het nieuw geplaatste huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuw geplaatste huisaansluitputje DWA.
  • Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte en ligging van de nieuwe aansluitingen.
  • Putten  of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

 

Hemelwater

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen. De diepte mag max. 50 cm bedragen.
  • De infiltratievoorziening dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

 

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Opmerkingen

Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoeren. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

 

Voorwaarden  riolering

Er wordt 1 inrit toegestaan met een maximale breedte zoals aangegeven op het goedgekeurde plan (3,25m).

Aanpassingen van het openbaar domein mag men nooit zelf uitvoeren maar moet men aanvragen bij stad Geel via: https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

Milieuvoorwaarden

De algemene voorwaarden van VLAREM II: Hoofdstuk 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6

De sectorale voorwaarden van VLAREM II: Hoofdstuk 5.53

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

De volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

  • Er dient een peilgestuurde bemaling gebruikt te worden.
  • Het effluent van de bemaling kan geïnfiltreerd worden via oppervlakteretour achteraan op het perceel.
  • De installatie dient te worden voorzien van een zandvangfilter en ijzerfilter waarvan de
  • werking gegarandeerd is door de exploitant.
  • De bronbemaling mag niet langer in stand gehouden worden dan strikt noodzakelijk.
  • Conform Vlarem II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
  • De start en het einde van de duurtijd van de bronbemaling dienen gemeld te worden via milieu@geel.be
  • Bij het aanleggen van de infrastructuur en de infiltratie van het bemalingswater mag geen schade veroorzaakt worden aan derden, de eigendom van derden of het openbaar domein. Er mag geen wateroverlast ontstaan.
  • Indien er door de uitvoerder van de bronbemaling wordt vastgesteld dat het vergunde debiet overschreden zal worden, dan dient de bronbemaling stopgezet te worden en een nieuwe aanvraag met het nieuwe debiet aangevraagd worden.
  • Er dient gebruik gemaakt te worden van een geluidsarme pomp of een pomp voorzien van een geluidsdichte omkasting.
  • De exploitant dient na te gaan of er een risico is op zettingen ten gevolge van de bemaling. Indien nodig dient de exploitant de nodige maatregelen te nemen om het risico op zettingen te voorkomen of afdoende te beperken zodat er geen schade kan optreden aan de nabijgelegen gebouwen.