UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 04/07/2024 (bindende eindtermijn)
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024029683
Dossiernummer gemeente: 202400114Inrichtingsnummer: 20240229-0074
De gemeente Geel heeft op 8 maart 2024 een aanvraag ontvangen voor bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning.. De aanvraag werd op 21 maart 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Jonas Deswert wonende Laarsveld 65 te 2440 Geel en Lien Van Den Plas wonende Laarsveld 65 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Laarsveld 61
Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nrs. 1520A en 1520B
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het bijzonder plan van aanleg St.-Dimphnaplein goedgekeurd op 6 december 2000
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling dd. 22/01/2018, Lot A, percelen 1520A+1520B
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een bijzonder plan van aanleg. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg. De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met deze plannen en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
Het betreft de aanvraag voor het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning die zal beantwoorden aan de hedendaagse eisen van energie en comfort.
Het perceel is niet gelegen in een bosrijke omgeving. Op de plaats waar de woning zal worden gebouwd dienen geen bomen gerooid. Er dient bijgevolg geen kapvergunning
aangevraagd door de bouwheer.
De bouwsite is gelegen langs een buurtweg, Laarsveld, een volledig uitgeruste en met beton verharde weg. Alle nutsvoorzieningen zijn aanwezig.
De toestand van het terrein blijft vlak en ongewijzigd. De nul-pas (afgewerkt vloerpeil gelijkvloers) ligt op +/- 15 cm gelijkvloers) boven het niveau van het maaiveld en +/- 50 cm boven het niveau van de kruin van de voorliggende rijweg (zie terreinprofiel). Het maaiveld ligt 35 cm hoger dan de kruin van de voorliggende weg.
In de onmiddellijke omgeving zijn tal van gelijkaardige woningen opgetrokken.
Omschreven afmetingen woning : 10m x 10,50m. Grondoppervlakte : 94,91 m².
Het terrein is bezwaard met een erfdienstbaarheid ; een recht van doorgang met breedte 2 meter naar de achtergelegen HS-cabine.
Een bronbemaling, noodzakelijk voor het uitvoeren van een vrijstaande ééngezinswoning + plaatsing septische put, regenwaterput en infiltratievoorziening wordt voorzien.
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 31 maart 2024 t.e.m. 29 april 2024. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
Op 22 maart 2024 werd het advies ontvangen van Fluvius
Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen
Advies: geen advies
Op 2 april 2024 werd het advies ontvangen van stad Geel Team Grijs.
Advies riolering
Zonering – aansluiting
Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.
Er is nog geen rioolaansluiting aanwezig. Na het verlenen van de vergunning én nadat men de start der werken heeft ingegeven in het omgevingsloket zal Aquafin i.o. van de dienst Openbaar domein van stad Geel een aansluiting met de plaatsing van de huisaansluitputjes maken. Bij de aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van deze aansluiting.
Riolering algemeen
Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.
De afvoerbuizen voor het afvalwater en hemelwater hebben een diameter van 110 mm wat voldoet (max. 160 mm).
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is.
Het fecaal water sluit men aan op een septische put van 2000 L. Het plaatsen van een septische put is in centraal gebied waar riolering aanwezig is, geen verplichting maar het wordt wel toegestaan.
Men voorziet een toezichtsput met reukafsluiter waar het grijs water samenkomt met de overloop van de septische put. Dit is een gunstig concept om geurhinder te vermijden. Deze toezichtsput moet verder achter de rooilijn geplaatst worden zodat de huisaansluitputjes ook nog op privé nabij de rooilijn kunnen gezet worden.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.
Hemelwaterput
Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 10.000L wat voldoet aan de verordening (min. 7500 L). Op de put worden alle dakafvoeren van de woning aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor spoeling van de toiletten, voor een wasmachine en buitenkraantjes. Deze aftappunten voldoen.
Infiltratievoorziening
Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening, type wadi met een infiltratievolume van 2714,7L, een infiltratieoppervlakte van 6,8789m² en een diepte van 50 cm. Deze infiltratievoorziening voldoet aan de normen van de verordening.
Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Deze verhardingen worden ook niet meegerekend volgens het ingevulde hemelwaterformulier. Het is hierbij belangrijk dat het water tijd krijgt om te infiltreren en dat men geen wateroverlast veroorzaakt bij naastgelegen percelen of naar het openbaar domein toe.
Men voorziet geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbare rioleringsstelsel. Dit is een gunstig principe.
Advies toegang tot het perceel
Men voorziet een oprit op privé met een breedte van 3m aan de rooilijn. In functie van de toegankelijkheid van deze oprit moet het openbaar domein worden aangepast. In de bestaande toestand is er een zachte berm. Op de plaats van de oprit moet de berm dus verhard worden en de boordsteen verlaagd. Het verharden van een berm en het verlagen van een boordsteen zijn aanpassingen van het openbaar domein die men zelf niet mag uitvoeren. Men moet dit online aanvragen via de website van stad Geel (www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein).
Advies: voorwaardelijk gunstig
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.
Wegenis
Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het perceel gelegen te Geel, Afdeling 1, Sectie H, nr.1520A + 1520 B stroomt af naar de Rijnloop, een onbevaarbare waterloop (van 2de categorie) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen – Grote Nete. De locatie is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig.
Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.
Deze mogelijk schadelijke effecten worden opgevangen door de plaatsing van een hemelwaterput en een infiltratievoorziening op het eigen terrein.
Milieuaspecten
Water
Bemalingswater
Er wordt een bronbemaling met rubriek 53.2.2°a) aangevraagd voor het uitvoeren van een vrijstaande ééngezinswoning, het plaatsen van een septische put, regenwaterput en infiltratievoorziening.
Het berekend debiet is 1318 m³/jaar met een dagelijks debiet van 61 m³ gedurende 30 dagen. De grondwaterverlaging door de bronbemaling zal 1,0 m (van 1m naar 2m) zijn. Binnen de invloedstraal van de bemaling die 100 meter bedraagt, liggen noch speciale beschermingszones noch mogelijke verontreinigingen.
Volgens de exploitant zal de lozing van het bemalingswater gebeuren op de regenweerafvoer van het gescheiden rioleringsstelsel. Bij nazicht blijkt de straat niet over een gescheiden stelsel te beschikken. Daarenboven is er binnen een afstand van 200m vanaf de bemalingspomp een gracht en een regenwaterafvoer aanwezig. Het bemalingswater kan geloosd worden via een straatkolk in de regenwaterafvoer van de straat Laar. Indien er infrastructuur wordt aangelegd op eigendom van derden dan dient hiervoor de toestemming bekomen te worden van de eigenaar van de desbetreffende percelen. Indien er openbaar domein (fietspad, weg, kruispunt, …) gekruist dient te worden, dient de toestemming bekomen te worden van de dienst openbare werken van de stad Geel.
Het aanleggen van de infrastructuur om de lozing mogelijk te maken mag geen overlast of schade veroorzaken aan het openbaar domein en derden.
Er dient een bezinkingsinstallatie geplaatst te worden om het rioleringsstelsel (regenwaterafvoer) te vrijwaren van zand- en ijzerpartikels. De werking van de bezinkingsinstallatie dient te allen tijde gewaarborgd te worden door de exploitant.
Conform VLAREM II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
De opgenomen percelen van het aanvraagdossier liggen niet in overstromingsgevoelig gebied. Er zullen dus geen aanzienlijke risico’s ontstaan voor het watersysteem.
Bodem
Er zijn geen mogelijke verontreinigingen binnen de invloedstraal aanwezig.
Geluid
De exploitant geeft aan gebruik te maken van een geruisloze pomp.
De motor van het pompsysteem dient voldoende geluidsdicht te zijn zodat de richtwaarden voor geluid van bijlagen 4.5.4 en 4.5.5 van het VLAREM II voor woongebied niet overschreden worden.
Aangezien de bronbemaling een tijdelijke handeling is, lijkt de geluidsimpact van het project op de omgeving niet significant indien gebruik gemaakt wordt van een geluidsarme pomp of een pomp met een geluidsdichte omkasting.
Conclusie milieutechnische beoordeling
Met betrekking tot de overige onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling van de omgevingsambtenaar en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies.
De omgevingsambtenaar adviseert de volgende aanvraag en rubrieken voorwaardelijk gunstig onder de volgende voorwaarden:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
53.2.2°a) | Tijdelijke bronbemaling i.f.v. het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning, het plaatsen van een septische put, regenwaterput en infiltratievoorziening. (Nieuw) | 1318 m³/jaar 61 m³/d | 3 |
Volgende voorwaarden zijn van toepassing:
Algemene voorwaarden van VLAREM II: 4.1 - 4.6
Sectorale voorwaarden van VLAREM II: 5.53
Bijzondere milieuvoorwaarden:
Aandachtspunten:
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Het betreft een ééngezinswoning die opgericht wordt in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De woning heeft een beperkt bouwvolume.
Visueel-vormelijke elementen
De woning wordt opgericht in hedendaagse materialen.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.
Conclusie
Uit bovenstaande beoordeling blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 31 maart 2024 tot en met 29 april 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
Er wordt een gunstig advies gegeven omwille van de volgende redenen:
Stedenbouwkundige voorwaarden
De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het nieuwe huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening (geen verplichting). De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe huisaansluitputje DWA. Deze putjes worden op privé geplaatst. Men moet de toezichtsput met reukafsluiter moet verder achter de rooilijn plaatsen zodat er plaats is voor de huisaansluitputjes.
Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.
Putten of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Er wordt een verharde toegang op openbaar domein toegestaan die qua breedte aansluit op de oprit op privé. Aanpassingen van het openbaar domein zoals het verharden van een berm en het verlagen van de boordsteen mag men niet zelf uitvoeren maar moet men aanvragen. De kosten voor de aanpassing zijn ten laste van de aanvrager.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.
Het peil van de woning ligt hiermee maximum 34 cm boven de as van de weg.
Milieuvoorwaarden
De omgevingsambtenaar adviseert de volgende aanvraag en rubrieken voorwaardelijk gunstig onder de volgende voorwaarden:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
53.2.2°a) | Tijdelijke bronbemaling i.f.v. het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning, het plaatsen van een septische put, regenwaterput en infiltratievoorziening. (Nieuw) | 1318 m³/jaar 61 m³/d | 3 |
Volgende voorwaarden zijn van toepassing:
Algemene voorwaarden van VLAREM II: 4.1 - 4.6
Sectorale voorwaarden van VLAREM II: 5.53
Bijzondere milieuvoorwaarden:
Aandachtspunten:
Bijzondere milieuvoorwaarden
Algemene voorwaarden van VLAREM II: 4.1 - 4.6
Sectorale voorwaarden van VLAREM II: 5.53
Bijzondere milieuvoorwaarden:
Aandachtspunten:
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Stedenbouwkundige voorwaarden
De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het nieuwe huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening (geen verplichting). De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe huisaansluitputje DWA. Deze putjes worden op privé geplaatst. Men moet de toezichtsput met reukafsluiter moet verder achter de rooilijn plaatsen zodat er plaats is voor de huisaansluitputjes.
Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.
Putten of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Er wordt een verharde toegang op openbaar domein toegestaan die qua breedte aansluit op de oprit op privé. Aanpassingen van het openbaar domein zoals het verharden van een berm en het verlagen van de boordsteen mag men niet zelf uitvoeren maar moet men aanvragen. De kosten voor de aanpassing zijn ten laste van de aanvrager.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.
Het peil van de woning ligt hiermee maximum 34 cm boven de as van de weg.
Milieuvoorwaarden
De omgevingsambtenaar adviseert de volgende aanvraag en rubrieken voorwaardelijk gunstig onder de volgende voorwaarden:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
53.2.2°a) | Tijdelijke bronbemaling i.f.v. het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning, het plaatsen van een septische put, regenwaterput en infiltratievoorziening. (Nieuw) | 1318 m³/jaar 61 m³/d | 3 |
Volgende voorwaarden zijn van toepassing:
Algemene voorwaarden van VLAREM II: 4.1 - 4.6
Sectorale voorwaarden van VLAREM II: 5.53
Bijzondere milieuvoorwaarden:
Aandachtspunten:
Bijzondere milieuvoorwaarden
Algemene voorwaarden van VLAREM II: 4.1 - 4.6
Sectorale voorwaarden van VLAREM II: 5.53
Bijzondere milieuvoorwaarden:
Aandachtspunten:
Lasten
Niet van toepassing