UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 21/11/2024
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023146205
Dossiernummer gemeente: 202400081Inrichtingsnummer: 20230109-0049
De gemeente Geel heeft op 22 februari 2024 een aanvraag ontvangen voor het slopen van bestaande constructies, het oprichten van een loods als herstelplaats voor landbouwvoertuigen met bijhorende verhardingen, overwelving van een gracht, het oprichten van een hoogspanningscabine, een hobbystal voor paarden en gratis grondafstand. De aanvraag werd op 21 maart 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Jeff Peeters wonende Klavet 18 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Klavet 18
Kadastrale ligging: afdeling 5 sectie M nrs. 1061C, 1061B en 1063C
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
agrarisch gebied
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Naast agrarische bedrijven mogen ook para-agrarische bedrijven in agrarisch gebied (artikel 11.4.1 Inrichtingsbesluit).
Volgens de Omzendbrief 1997 houdt para-agrarisch in dat de activiteit onmiddellijk bij de landbouw aansluit en erop is afgestemd. Deze omzendbrief geeft ook verdere indicatieve criteria, zoals:
Herstel en onderhoud van landbouwmachines en werktuigen is een para-agrarische activiteit, de site wordt als zone-eigen beschouwd.
De bestaande woning op het perceel betreft een bedrijfswoning.
Het ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde woningen, goedgekeurd door de bestendige deputatie van de provincie Antwerpen dd. 29/01/2009 is bijgevolg niet van toepassing.
Het perceel is volgens het GRUP Leidingstraat Antwerpen – Ruhr (geleen) deels getroffen door één van de drie tracés (gecombineerd centraal tracé), parallel met de autosnelweg.
De Vlaamse overheid maakt een uitvoeringsplan op om een reservatiestrook vast te leggen voor een ondergrondse leidingstraat van de Antwerpse haven tot de grens met Nederland (Geleen), met een aantakking naar de chemieclusters langsheen het Albertkanaal. Deze leidingstraat is een zone van 45m breed waarin een 5 à 8 pijpleidingen gebundeld kunnen worden. De leidingstraat is bedoeld voor het transport van verschillende stoffen en producten over lange afstand.
Voor een reservatiestrook legt een GRUP een zogenaamde overdruk op de bestemming. Waar mogelijk blijft de bestemming en het bestaande ruimtegebruik boven de grond behouden.
Niet toegelaten boven de leidingstraat is bebouwing, bomen of diep wortelende planten.
Volgens het inplantingsplan bedraagt de afstand tussen de paardenstal en de perceelsgrens ten noorden, ter hoogte van de autosnelweg E313, 38 meter. Tussen de autosnelweg en de noordelijke perceelsgrens ligt nog een strook grond in eigendom van de Regie der Gebouwen. Bepaling van de grens van het domein van de autosnelweg: buitenkant gracht + 1 meter.
De Vlaamse Regering besliste op 20 januari 2023 het GRUP Leidingstraat Antwerpen-Ruhr stop te zetten. Het project zal grondig bijgestuurd worden om onteigeningen te voorkomen, natuurschade zoveel mogelijk te vermijden en de leidingstraat in te schakelen in de klimaat- en energietransitie.
Ligging volgens BPA + voorschriften:
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Conclusie: Het oprichten van een loods met para-agrarische bestemming is in overeenstemming met de planningscontext.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Met toepassing van artikel 4.4.8/2 VCRO kan men, onder bepaalde voorwaarden, per hoofdzakelijk vergunde residentiële woning of bedrijfswoning één stal voor weidedieren die geen betrekking heeft op beroepslandbouw, oprichten in agrarisch gebied, zowel volgens de plannen van aanleg (APA - BPA – gewestplan) als volgens de ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het gaat hier enkel over de stalling, voor paardenpistes werden er geen aanvullende mogelijkheden gecreëerd.
“§ 1. In gebieden met een gebiedsaanduiding die tot de categorie `landbouw' behoren, kan, voor zover er geen bestaande stallingsmogelijkheden zijn, een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen worden afgegeven voor het oprichten van één stal voor weidedieren die geen betrekking heeft op een effectief beroepslandbouwbedrijf, als voldaan is aan alle hiernavolgende voorwaarden:
1° de stal wordt volledig opgericht binnen een straal van vijftig meter van een hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte residentiële woning of bedrijfswoning;
2° de stal heeft een maximale kroonlijsthoogte van 3,5 meter;
3° de stal heeft een maximale vloeroppervlakte van 120 vierkante meter per hectare graasland, met een absoluut maximum van 200 vierkante meter.
Bij de beoordeling van vergunningsaanvragen wordt rekening gehouden met de landschappelijke
inpasbaarheid in het gebied.
Gebieden met bestemmingsvoorschriften van een plan van aanleg die overeenkomstig artikel 7.4.13 werden geconcordeerd naar de categorie met de gebiedsaanduiding `landbouw' worden voor de toepassing van het eerste lid gelijkgesteld met gebieden met een gebiedsaanduiding die behoren tot de categorie `landbouw'.
De mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, geldt niet in de volgende gebieden:
1° ruimtelijk kwetsbaar gebied;
2° gebieden aangewezen op de plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen als:
a) bouwvrij agrarisch gebied;
b) agrarisch gebied met overdruk natuurverweving.
§ 2. De omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor het oprichten van een stal voor weidedieren, verleend met toepassing van paragraaf 1, vervalt van rechtswege naast de gevallen, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, als gedurende een periode van vijf opeenvolgende jaren geen weidedieren worden gehouden op het perceel of de percelen waarop de vergunning betrekking heeft.
Na het verval van de vergunning, vermeld in het eerste lid, moet de stal voor weidedieren binnen zes maanden worden afgebroken.”
Conclusie: De aanvraag voor het oprichten van een hobbystal voor paarden voldoet aan de bepalingen van de VCRO.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag handelt over:
- Het slopen van bestaande constructies die zich verspreid op het perceel bevinden;
- Het oprichten van een nieuwbouw herstelplaats voor landbouwtractoren en -machines;
- Het bouw van een hobbypaardenstal/fokstal;
- Het aanleggen verhardingen;
- Het oprichten van een distributiecabine;
- Het aanleggen van een wadi;
- Gratis grondafstand aan de linkerzijde van de straat Klavet 18 met een oppervlakte van 1a 80ca.
Milieu
Er wordt een paardenstal en de exploitatie van een herstelplaats voor landbouwvoertuigen met wasplaats aangevraagd.
De volgende rubrieken en hoeveelheden worden aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.4.1°a) | Lozen van bedrijfsafvalwater afkomstig van de wasplaats met een debiet van 0,5 m³/uur, 1,5 m³/dag en 150 m³/jaar (Nieuw) | 0,5 m³/uur | 3 |
6.4.1° | Opslag van oliën in 3 vaten van 60 L en een vat van 208 L (Nieuw) | 388 liter | 3 |
6.5.1° | Brandstofverdeelinstallatie met 1 verdeelslang (Nieuw) | 1 verdeelslang | 3 |
15.1.1° | Loods voor het stallen van 20 landbouwvoertuigen en/of aanhangwagens (Nieuw) | 20 voertuigen | 3 |
15.2. | Werkplaats met 1 hefbrug (Nieuw) | 1 Werkplaats | 3 |
15.4.2°a) | Wasplaats voor het reinigen van max. 2 landbouwvoertuigen en/of aanhangwagens per dag (Nieuw) | 2 motorvoertuigen en hun aanhangwagens/dag | 3 |
16.3.2°a) | Compressor met een vermogen van 5,5 kW (Nieuw) | 5,5 kW | 3 |
17.3.2.1.1.1°b) | Opslag Diesel in een tank van 5.000 L of 4,165 T (BG, DW) (Nieuw) | 4,165 ton | 3 |
17.4. | Opslag van 52,4 L oliën en andere gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (26 x 0,4 L + 4 x 0,5 L + 10 x 2,5 L + 15 x 1 L) (Nieuw) | 52,4 liter | 3 |
19.6.2°a) | Opslag van 120 m³ hooi, 3 m³ krullen en 6 m³ stro in een loods (Nieuw) | 129 m³ | 3 |
28.2.c)1° | Opslag van 51 m³ mest (45 m³ vaste mest, 5 m³ gier, 1 m³ mestsappen) (Nieuw) | 51 m³ | 3 |
29.5.2.1°b) | Metaalbewerkingstoestellen met een totaal vermogen van 11,5 kW (freesmachine 5 kW, draaibank 5kW, kolomboormachine 1,5 kW) (Nieuw) | 11,5 kW | 3 |
Alle rubrieken behoren tot klasse 3.
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 30 maart 2024 t.e.m. 28 april 2024. Er werd een bezwaarschrift ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
Het tweede openbaar onderzoek werd gehouden naar aanleiding van van 18 juli 2024 t.e.m. 16 augustus 2024. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
Op 11 oktober 2024 werd het advies ontvangen van AQUAFIN
zie bijlage
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 12 augustus 2024 werd het advies ontvangen van Agentschap Landbouw en Zeevisserij
Zie bijlage
Advies: (voorlopig) ongunstig
Op 3 mei 2024 werd het advies ontvangen van Dienst Integraal Waterbeleid
Zie bijlage
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 7 mei 2024 werd het advies ontvangen van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 2 mei 2024 werd het advies ontvangen van Agentschap Wegen en Verkeer
Zie bijlage
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 15 april 2024 werd het advies ontvangen van Fluvius
Zie bijlage
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 14 oktober 2024 werd het advies ontvangen van stad Geel dienst Openbaar Domein team Grijs
Advies Aquafin
Voor dit project werd advies gevraagd bij Aquafin. De voorwaarden beschreven in het adviesrapport van Aquafin dienen te worden opgevolgd.
Zonering - IBA - afvalwater
Het perceel waarop men het gebouw wenst te bouwen ligt in individueel te optimaliseren buitengebied. Er is geen riolering en in de toekomst zal er geen riolering aangelegd worden. Er moet bijgevolg een individuele waterzuivering (IBA) worden voorzien voor het behandelen van het afvalwater.
Riolering algemeen
Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.
Op het plan staan geen diameters opgegeven van de afvoerbuizen. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm). De aansluiting van RWA als DWA mag zelf gemaakt worden en moet toekomen op de open gracht. Voor DWA moet hiervoor verplicht een huisaansluitputje geplaatst worden. Dit putje, met doorstroomprofiel, heeft een opbouw diameter 315mm en wordt afgedekt door een gietijzeren deksel met inscriptie DWA. Het wordt geplaatst op private eigendom, op +-0,50cm uit de rooilijn. Het vormt de scheiding tussen private en openbare riolering. Voor DWA is dit bruin-rood van kleur. Voor RWA dient bij rechtstreeks aansluiting op de gracht geen huisaansluitputje geplaatst te worden.
Afvalwater
Voor de loods wordt geen DWA riolering ingetekend. Dit kan maar lijkt vreemd gezien de geplande activiteiten dat er geen wasbak, klokputje in de hal, …. wordt voorzien. Indien dit voorzien wordt, is men verplicht deze aan te sluiten op het bestaande DWA-systeem van de woning.
Voor de paardenstal wordt een dichte opvangput van 5.000L voorzien voor de opvang van vloeibare mest.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. Het hemelwater van de daken wordt opgevangen in regenwaterputten.
De verharding loopt rechtstreeks naar de omliggende groenzones wat een gunstig principe is. Het is niet toegestaan de verharding af te wateren naar openbaar domein.
Achteraan is een afspuitplaats voorzien met opvangput voor modder en olieafscheidingen. De overloop gaat rechtstreeks naar de wadi. Het nodige onderhoud hierop is vereist zodat geen koolwaterstoffen en andere schadelijke producten richting wadi vloeien.
Hemelwaterput
Onder de paardenstalling worden twee regenwaterputten van elks 10.000 liter voorzien. De overloop van deze putten sluit aan op de waterputten achter de loods.
Voor de loods worden twee regenwaterputten van elks 15.000 liter voorzien. De overloop loopt naar de wadi (IF2) achteraan de loods.
Infiltratievoorziening
Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening.
Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening.
Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare gracht . Deze RWA-rioolaansluting moet beperkt blijven tot diameter 160mm.
De bestaande toestand bevat een rijweg in asfalt met breedte van +-4m. Daarnaast is een gedeelte berm met gracht (links en rechts op het perceel) alsook een gedeelte (thv de woning) berm in halfverharding. De aanvrager geeft aan dat de grachten links en rechts van het perceel niet met elkaar verbonden zijn en er dus geen overwelving zit op het gedeelte thv. de woning. Het Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen is bijgevolg niet van toepassing.
De overige bermen dienen hersteld te worden tot groenberm.
De aanpassing aan openbaar domein / gemeentewegen mag men niet zelf uitvoeren. Voor de aanleg van de inritten op openbaar domein dient men aanvraag te doen bij de stad via: https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Niet van toepassing.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Klavet is een buurtweg uit de Atlas der buurwegen, gewijzigd door het Ruilverkavelingsplan Tongerloo, K.B. 28/12/1970, Nr. plannenregister: 6.20_00001_00001.
In het overzicht staat dat Klavet (voorheen Klavetstraat) een breedte heeft 9 meter met verwijzing naar detailplannen 8 en 9.
Bepalingen Decreet houdende gemeentewegen van 03/05/2019.
Art. 2. Voor toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: (…)
5° gemeentelijk rooilijnplan: grafisch verordenend plan waarbij de huidige en toekomstige grenzen van een of meerdere gemeentewegen worden bepaald. Het gemeentelijk rooilijnplan geeft een openbare bestemming aan de gronden die in de gemeenteweg opgenomen zijn of opgenomen zullen worden;
6° gemeenteweg: een openbare weg die onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente valt, ongeacht de eigenaar van de grond; (…)
9° rooilijn: de huidige of toekomstige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen, vastgesteld in een rooilijnplan. Als een rooilijnplan ontbreekt, is de rooilijn de huidige grens tussen openbare weg en de aangelande eigendommen;
Art. 87. De rooilijnen die zijn vastgesteld of goedgekeurd op grond van andere wetgeving, blijven geldig tot ze worden opgeheven of vervangen door rooilijnplannen ter uitvoering van dit decreet.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het perceel gelegen Klavet 18 te Geel, Afdeling 5 Sectie M, nrs. 1061 B/C en 1063 C stroomt af naar de Stelenseloop, een (on)bevaarbare waterloop (van 2° categorie) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen district Grote Nete.
De locatie is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig en ligt niet in signaalgebied.
Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.
VERENIGBAARHEID MET HET WATERSYSTEEM
Mogelijke schadelijke effecten zouden kunnen ontstaan door:
- wijziging van infiltratie naar het grondwater aangezien verhardingen en bebouwing een versnelde afvoer van hemelwater en een verminderde infiltratie in de bodem tot gevolg hebben. Dit kan leiden tot onvoldoende aanvulling van het grondwater, met (meer) verdroging tot gevolg;
Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid.
Voor de wijziging van infiltratie naar het grondwater
Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen
indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke, provinciale, gemeentelijke
stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. Verder moet voldaan worden
aan art. 6.2.2.1.2 § 4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling
6° a) opgenomen in art. 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept 'vasthoudenbergen-afvoeren' dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de stroomgebiedbeheerplannen.
Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater en vervolgens naar infiltratie boven
buffering met vertraagde afvoer.
Vermijden afstroom van hemelwater
Ondoorlatende verhardingen wateren af naar naastliggende groenzones voor
infiltratie op eigen terrein. Om infiltratie op eigen terrein te behouden, dient de
groenzone minimaal 25% van de verharde oppervlakte te bedragen. De groenzone
dient te worden uitgewerkt met een licht komvormige maaiveldverlaging van
minimum 5 cm diep.
Hemelwaterput en hergebruik
Infiltratievoorziening
Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid adviseert de aanvraag voorwaardelijk gunstig dd. 03/05/2024 ref. WAAD-2024-1105.
Aspect gewijzigd afvoergedrag of structuurkwaliteit van de waterloop
Vb. dempen/inbuizen van niet geklasseerde grachten (en niet in beheer bij polder of watering)
Het dempen of inbuizen van grachten en beken veroorzaakt heel wat problemen waaronder een wijziging in afvoergedrag. In het Burgerlijk Wetboek is opgenomen dat hoger gelegen percelen de afstroming naar lager gelegen percelen niet mogen verergeren, en dat lager gelegen percelen de waterafvoer van hoger gelegen percelen niet mogen stremmen.
Er moet daarom voldaan zijn aan volgende voorwaarde(n):
Conclusie: Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening.
Mer-screening
De mogelijke effecten werden besproken in de screeningsnota. Hieruit bleek dat er geen MER nodig was.
Natuurtoets
Er werd een berekening met de impactscoretool uitgevoerd. Zelfs met een afstand van 0 m tot de speciale beschermingszones zit het aantal vervoersbewegingen(500 per jaar) drastisch onder het totaal aantal bewegingen die mogelijk zijn om der de 1% drempel te blijven. De impact op de habitatrichtlijngebieden(0,000%) van alle vervoersbewegingen geassocieerd met de inrichting samen ligt onder de de minimisdrempel. Er dient geen passende beoordeling gemaakt te worden.
Het dichtstbijzijnde habitatrichtlijngebied en VEN-gebied “Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor en Gebroekten Grote Nete“ liggen op ca. 1,17 km van de inrichting. Er kan gesteld worden dat de inrichting een minimale impact zal hebben op deze gebieden.
Milieuaspecten
Water
Hemelwater
Er mogen geen defecte of lekkende voertuigen gestald worden op het onverharde terrein of op verhard terrein waar het hemelwater niet langs de KZS-afscheider geleid wordt.
Het waswater van de wasinstallatie dient prioritair hemelwater te gebruiken.
Bedrijfsafvalwater
De lozing bedrijfsafvalwater met een debiet van 0,5 m³/u wordt aangevraagd. Op basis van het aantal gewassen voertuigen per dag(2) lijkt dit debiet aanneembaar.
De kans op calamiteiten op de tankpiste is groter dan op andere plaatsen op de inrichting. Het is aangewezen absorberende korrels en doeken ter beschikking te houden in het geval er een lek of defect optreedt. Er dient een afvoer naar de KWS-afscheider voorzien te worden in de loods.
Indien de exploitant de productieruimte reinigt met water lijkt dit reinigingswater beschouwd te moeten worden als bedrijfsafvalwater aangezien dit niet binnen de definitie van huishoudelijk afvalwater valt.
Bodem
De aanwezige bovengrondse opslaghouders en de locaties waar verlading van vloeibare brandstoffen plaatsvinden, zijn, evenals de wasactiviteiten aan de wasplaats voor voertuigen, de opslag van mest en gier, potentiële bronnen van bodemverontreiniging.
In de loods zal 1 bovengrondse en dubbelwandige tank geplaatst worden van 5.000 liter. Deze situeert zich boven op de zolder boven de inkom. Deze tank zal gebruikt worden voor brandstofvoorzieningen van bedrijfseigen voertuigen. Zelf zal er getankt worden op een ondoordringbare vloer en er zal altijd absorberend materiaal aanwezig zijn om lekkages op te vangen. De afspuitplaats bevindt zich op de hoek van de loods. Deze is uitgerust met een opvanggoot dewelke gekoppeld is aan een KWS-afscheider met coalescentiefilter.
In de loods wordt ook 388 liter olie in groter verpakkingen en 52,4 liter oliën/gevaarlijke producten in kleine verpakkingen opgeslagen. Deze staan steeds op lekbakken om verontreinigingen te voorkomen. Vaste mest wordt opgeslagen in een vaste mestvaalt dewelke voorzien is van een ondoorlatende vloerplaat, 3 muren en een sapopvangput. Deze opvangput wordt op geregelde tijdstippen geledigd.
Er werd opgemerkt dat er geen afvoerputten zijn die in verbinding staan met de KWS-afscheider in de loods. Er dienen rond de tankpiste langs alle kanten roosters aangelegd te worden die dan ondergronds in verbinding staan met de KWS-afscheider zodat bij lekverliezen en bij poetsbeurten van de vloer van de loods deze roosters in de loods kunnen gebruikt worden om het afvalwater af te voeren naar de KWS-afscheider met coalescentiefilter.
Bovenstaand punt wordt opgenomen in de bijzondere voorwaarden om lekverliezen naar de bodem en het watersysteem te voorkomen.
De mest dient afgevoerd te worden conform de bepalingen van het mestdecreet.
Geluid en trillingen
De exploitatie is volgens het gewestplan Herentals - Mol gelegen in landbouwgebied.
Trillingen zijn afkomstig van het laden-en lossen van de voertuigen, de werking van de metaalbewerkingsmachines, de compressor en de wasactiviteiten. Het laden en lossen met behulp van voertuigen dient te gebeuren tussen 8:00 en 17:30u. De exploitant wordt erop gewezen dat conform de sectorale voorwaarden rustverstorende werkzaamheden het verboden zijn op werkdagen tussen 19 uur en 7 uur alsmede op zon- en feestdagen. 's Avonds en 's nachts worden de toestellen uitgeschakeld. De activiteiten worden uitsluitend binnenin een gesloten en goed geïsoleerde werkplaats uitgevoerd. Er wordt gewerkt met gesloten poorten en deuren.
De volgende maatregelen worden genomen door de exploitant:
Er dient signalisatie voorzien te worden op de site dat leveranciers en klanten hun motoren zo snel mogelijk dienen stil te leggen eenmaal ze aankomen op de site.
Het is aanneembaar wanneer de activiteiten binnen de inrichting gebeuren en de poorten gesloten zijn dat gelet op de geluidsbelasting van de omgeving de bijdrage van de inrichting niet significant zal zijn indien de gestelde voorwaarden en mitigerende maatregelen worden gerespecteerd.
Afval
Het afval van de inrichting bestaat voornamelijk uit metaal, verpakkingsmaterialen en huishoudelijk afval. Het afval van de inrichting zal opgehaald worden door een erkende afvalophaler.
De exploitant dient de KWS-afscheider, coalescentiefilter en slibvanger op regelmatige tijdstippen te laten reinigen door een hiervoor erkende firma. Het afvalwater, slib en de opgevangen koolwaterstoffen worden conform de reglementaire bepalingen betreffende het transport van gevaarlijke goederen over de weg door een voor deze afvalstoffen geregistreerde inzamelaar getransporteerd naar een erkend verwerkingsbedrijf. De exploitant houdt de verplichte reinigings- en verwerkingsattesten ter inzage ter beschikking.
Afvalolie, oliefilters, poetsdoeken verontreinigd met olieresten en (in beperkte mate) schroot dat in de werkplaats ontstaat, worden via een geregistreerde IHM afgevoerd naar een erkende verwerker.
Het overige afval dat op de bedrijfssite ontstaat, blijft beperkt tot restafval, papierafval en dergelijke afkomstig van de burelen en de refter.
Alle afvalstoffen dienen in aparte containers ingezameld te worden in afwachting van de afvoer ervan naar een erkend verwerker. De ophaling gebeurt op afroep door hiertoe erkende ophalers, die de gescheiden ingezamelde afvalstoffen afvoeren naar erkende verwerkers, uitgezonderd voor wat betreft het klasse II-afval dat op een vooraf bepaalde regelmaat wordt opgehaald.
De exploitant neemt de nodige maatregelen om ongedierte te voorkomen en te bestrijden. Door het bedrijf in een reine toestand te houden en voeders afgesloten op te slaan wordt het bedrijf minder aantrekkelijk voor ongedierte. De stal wordt op voldoende wijze afgesloten zodat ongedierte niet in de stal kan geraken.
Lucht
De exploitant vraagt een hernieuwing en actualisatie van de exploitatie van de luchtcompressoren zodat hij in de gewenste situatie vergund is voor een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 5,5 kW.
Uit bijlage C7 (toestellenlijst) kan afgeleid worden dat de compressor 5,5 kW vermogen heeft. Er wordt dus aangenomen dat er geen airco’s aanwezig zijn op de site.
De metaalbewerkingsmachines zullen fijn stof genereren. Dit kan hinder veroorzaken naar de omgeving. Er dient gewerkt te worden met gesloten poorten of er dient een afzuiging voorzien te worden. De toestellen die fijn stof genereren worden uitgerust met een afzuigingsinstallatie voor deze fijne stofdeeltjes.
Licht
De terreinverlichting wordt zoveel mogelijk naar onder gericht en wordt enkel gebruikt indien nodig. Verlichting zal voornamelijk gebruikt worden aan de loods waar de voertuigen gestald staan en de werkplaats is. Daarnaast zal er voornamelijk verlicht worden aan de paardenstal en aan de toegangspoort. De effecten van de verlichting op de site zullen niet significant zijn.
Mobiliteit
Het aantal transporten zal slechts beperkt toenemen. De aanvraag betreft de bouw van een moderne loods en een paardenstal. De aan- of afvoer hiervan wordt reeds uitgevoerd zoals hieronder wordt weergegeven. De opslag van strooisel en werkmaterialen zal een beperkte uitbreiding met zich meebrengen van de transporten.
Onderstaande transporten zijn reeds aanwezig en zullen zeer beperkt toenemen:
- Afvoer mest: 10 transporten per jaar (tijdens de uitrijperiode of ophaling door een erkend verwerker gedurende het gehele jaar)
- Aanvoer hooi, stro en zagemeel: 5 transporten per jaar
- Aanvoer brandstoffen: 2 transporten per jaar
- Aan- en afvoer voertuigen werkplaats: 8 transporten per week
- Overige: 52 transporten per jaar (o.a. oliën en klein materiaal)
Gemiddeld zullen er 10 transporten per week plaatsvinden. Gezien de ligging van de exploitatie lijkt het aanneembaar dat er geen significante effecten i.h.k.v. mobiliteit zullen optreden.
Conclusie milieutechnische beoordeling
Met betrekking tot de onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies. Het lijkt echter wel aangewezen om bij eventuele vergunningverlening in de mate van het mogelijke rekening te houden met bemerkingen, aanvullingen, aanbevelingen en/of voorstellen voor bijzondere voorwaarden in het besluit.
Conclusie
Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor het onderdeel ‘ingedeelde inrichting of activiteit’ voorwaardelijk gunstig te worden geadviseerd.
De volgende rubrieken en hoeveelheden worden voorwaardelijk vergund:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.4.1°a) | Lozen van bedrijfsafvalwater afkomstig van de wasplaats met een debiet van 0,5 m³/uur, 1,5 m³/dag en 150 m³/jaar (Nieuw) | 0,5 m³/uur | 3 |
6.4.1° | Opslag van oliën in 3 vaten van 60 L en een vat van 208 L (Nieuw) | 388 liter | 3 |
6.5.1° | Brandstofverdeelinstallatie met 1 verdeelslang (Nieuw) | 1 verdeelslang | 3 |
15.1.1° | Loods voor het stallen van 20 landbouwvoertuigen en/of aanhangwagens (Nieuw) | 20 voertuigen | 3 |
15.2. | Werkplaats met 1 hefbrug (Nieuw) | 1 Werkplaats | 3 |
15.4.2°a) | Wasplaats voor het reinigen van max. 2 landbouwvoertuigen en/of aanhangwagens per dag (Nieuw) | 2 motorvoertuigen en hun aanhangwagens/dag | 3 |
16.3.2°a) | Compressor met een vermogen van 5,5 kW (Nieuw) | 5,5 kW | 3 |
17.3.2.1.1.1°b) | Opslag Diesel in een tank van 5.000 L of 4,165 T (BG, DW) (Nieuw) | 4,165 ton | 3 |
17.4. | Opslag van 52,4 L oliën en andere gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (26 x 0,4 L + 4 x 0,5 L + 10 x 2,5 L + 15 x 1 L) (Nieuw) | 52,4 liter | 3 |
19.6.2°a) | Opslag van 120 m³ hooi, 3 m³ krullen en 6 m³ stro in een loods (Nieuw) | 129 m³ | 3 |
28.2.c)1° | Opslag van 51 m³ mest (45 m³ vaste mest, 5 m³ gier, 1 m³ mestsappen) (Nieuw) | 51 m³ | 3 |
29.5.2.1°b) | Metaalbewerkingstoestellen met een totaal vermogen van 11,5 kW (freesmachine 5 kW, draaibank 5kW, kolomboormachine 1,5 kW) (Nieuw) | 11,5 kW | 3 |
Algemene voorwaarden van VLAREM II: Hoofdstuk 4.1 - 4.9 van het Vlarem II
Sectorale voorwaarden van VLAREM II: Hst 5.3,Hst 5.6, Hst. 5.9, Hst 5.15, Afd. 5.16.3, 5.17.1, 5.17.4,5.17.4.3.,Hst 5.28 en Hst. 5.29. van het Vlarem II
Bijzondere voorwaarden:
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Deze beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de volgende criteria als uitvoering van art. 4.3.1 van de codex:
1. Functionele inpasbaarheid
De aanvrager is gespecialiseerd in het onderhoud en herstel van landbouwtractoren en –machines van landbouwbedrijven in de omgeving (momenteel nog in bijberoep). Deze activiteit sluit onmiddellijk aan en is afgestemd op de landbouw. De verdere stap naar een volwaardige beroepsactiviteit vraagt de nodige infrastructuur. Daarnaast voert hij een klein deel aan landbouwloonwerken uit bij landbouwers in de buurt.
De aanvraag heeft betrekking op een para-agrarische activiteit met bijhorende constructies en verhardingen. In het agrarisch gebied heeft een (para-) agrarische activiteit de voorkeur en krijgt de site een zone-eigen bestemming.
Het oprichten van een hobbystal voor paarden is toegelaten in het agrarisch gebied mits voldaan aan de bepalingen van de VCRO.
De aanvraag is functioneel inpasbaar.
2. Mobiliteitsimpact
De betrokken locatie paalt aan twee zijden aan de straat Klavet, de toegang tot het perceel wordt genomen aan de zuid oostelijke zijde van het perceel Klavet 18 is een gemeenteweg van 9 meter breed ten gevolge van de vaststelling van het ruilverkavelingsplan Tongerloo op 28/12/1970. Deze straat is gedeeltelijk uitgevoerd in asfalt en is voorbij de woning huisnr. 18 onverhard die toegang verleent naar achterliggende weilanden/akkers. In zijn huidige toestand is er op dit gedeelte zeer gering verkeer.
Toegang tot de locatie: Klavet toont een smalle weg die fungeert als toegang tot het perceel. Aangezien deze weg beperkt is in breedte, is het essentieel om verkeer, met name zwaar materieel, zorgvuldig te plannen om schade aan de weg te voorkomen.
Aan de noordzijde bevindt zich de autosnelweg E313.
Het aantal transporten zal in functie van de bedrijvigheid beperkt toenemen.
De huidige transporten met betrekking tot de afvoer van mest bedragen momenteel 10x per jaar, aanvoer hooi, stro en zagemeel 5x per jaar, aanvoer van brandstoffen 2x per jaar, aan- en afvoer voertuigen werkplaats 8x per week, transporten voor klein materiaal 1x per week.
Er worden gemiddeld 10 transporten per week verwacht waarbij de woonkernen worden zoveel mogelijk vermeden.
De aanvraag voorziet één toegang/overwelving naar de loods, links naast de woning, met een breedte van 15,58 meter die, gezien de beperkte breedte van de straat, noodzakelijk is om met grotere landbouwvoertuigen veilig en comfortabel te kunnen laten in- en uitrijden. Deze oprit laat toe om recht in één van de twee poorten, in de voorgevel, het gebouw binnen te rijden.
Alle voertuigen worden op het eigen perceel gestald.
De locatie is bereikbaar via asfaltwegen die deel uitmaken van een fietsroutenetwerk. Het is de plicht van de exploitant de rijbaan in alle omstandigheden berijdbaar en rein te houden.
Toegang naar de paardenstal wordt genomen, rechts naast de woning, door middel van een karrespoor.
3. Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De bestaande bijgebouwen, die werden opgericht in verschillende bouwjaren en bouwmaterialen zorgen voor een verrommeling van het perceel. Door deze te slopen en de bedrijfsactiviteit onder te brengen in één nieuwe loods gelegen aan de straatkant zorgt voor een rationeel ruimtegebruik van het perceel.
Loods
De loods wordt ingeplant links van de woning op een afstand van 7 meter, op 7,57 meter achter de rooilijn van Klavet huisnr. 18 en 8,72 meter achter de rooilijn aan westelijke zijde van het perceel.
De loods heeft een bouwdiepte van 28 meter, een bouwbreedte van 40 meter, kroonlijsthoogte van 5,17 meter en nokhoogte van 8,50 meter. De oppervlakte van 1120m² is noodzakelijk om alle landbouwvoertuigen in het gebouw te kunnen stallen, ontmantelen en herstellen zonder dat er voertuigen moeten buiten gereden worden om de nodige werkruimte te bieden en/of bijgevolg er constant voertuigen her en der rond het gebouw moeten geparkeerd worden.
Hobbystal voor paarden
De stal wordt ingeplant rechts van de woning op een afstand van 7,50 meter en 14,77 meter uit de rooilijn. De stal heeft een oppervlakte van 120m², een bouwdiepte van 15 meter, bouwbreedte 8 meter, kroonlijsthoogte 3,50 meter en nokhoogte 8 meter. De inplanting van de hobbystal dient rekening te houden met de 45 meter brede leidingstraat van het GRUP dat waardoor het perceel mogelijks getroffen zal worden.
De aanvrager is in het bezit van 4 paarden, waarvan 1 drachtige merrie. Het betrokken perceel heeft een oppervlakte van 1ha 28a 33ca en de aanvrager beschikt in totaal over 2ha weiland in de onmiddellijke omgeving.
Verhardingen
Aan de voorkant, rechter kant en deels achteraan wordt een verharding in klinkers voorzien tegen het gebouw met een totale oppervlakte van 629,21m² in functie van de toegangen tot het gebouw en om voldoende manoeuvreerruimte te kunnen bieden aan de grote landbouwmachines.
De bestaande verharding aan de woning, terras en toegangen, bedraagt 100,01m² en is uitgevoerd in Zweedse kasseien. De oppervlakte tussen de toegangspaden in de voortuinstrook wordt onthard een aangelegd met levend groen.
De verharding naar de paardenstal wordt aangelegd in de vorm van een karrespoor uitgevoerd in Zweedse kasseien
Distributiecabine
Op deze locatie is het onmogelijk om het standaardvermogen te leveren via het bestaande laagspanningsnet. De afstand tot de bestaande middenspanningscabine is van die aard dat er een bijkomende distributiecabine dient te worden ingeplant. De bouwheer dient een lokaal op het gelijkvloers of grond ter onzer beschikking te stellen voor de oprichting van een distributiecabine.
Op de hoek van het perceel, links naast de nieuwbouw loods, wordt een distributiecabine opgericht met een bouwdiepte van 3 meter, een bouwbreedte van 2,70 meter en bouwhoogte 2,40 meter volgens richtlijnen van Fluvius dd. 15/04/2024 ref. 5000064709_LDB.
Het project is qua schaal in overeenstemming met de omgeving van dit project.
4. Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag voorziet het gebruik van duurzame en kwalitatieve materialen. De hobbystal wordt opgericht in rode gevelsteen en hellend dak in dakpannen.
De loods wordt voorzien in een metalen draagstructuur. De gevels worden opgetrokken in gebruikelijke materialen, deels in metselwerk (rode snelbouwbaksteen) en in metaalprofielplaten (deels geïsoleerd) en grijze sandwichpanelen als dakbedekking.
Visueel-vormelijk strookt de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
5. Cultuurhistorische elementen
Niet van toepassing.
De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.
6. Bodemreliëf
Na de sloopwerken wordt het terrein vrijgemaakt van inert afbraakmateriaal en in zijn oorspronkelijke toestand hersteld.
Er worden geen terreinophogingen uitgevoerd, het bestaande maaiveld blijft behouden.
Tijdens de werken worden de grondingrepen tot een minimum beperkt tot uitgravingen in functie van de funderingen, verplichte putten en infiltratiesystemen.
7. Groen
Rond het perceel bevinden zich verschillende hagen en bomenrijen die er gedeeltelijk voor zorgen dat het bedrijf geïntegreerd wordt binnen het agrarisch gebied.
Het is wenselijk dat het groenscherm wordt aangevuld langs de westelijke perceelsgrens.
Het dossier bevat een erfbeplantingsplan dat een ligusterhaag en knotwilgen voorziet tegen de perceelsgrens ter hoogte van de autosnelweg.
Er worden geen bomen gerooid.
Tijdens de werkzaamheden en het uitoefenen van de activiteit dienen de nodige voorzorgen getroffen te worden om de bomen langs de straat optimaal te behouden.
8. Hinderaspecten
Beperken van overlast tijdens de werkzaamheden en bij het uitvoeren van de activiteit: Bij de vervoersbewegingen is het belangrijk om maatregelen te nemen om stof- en lawaaioverlast te verminderen. Voertuigen moeten proper zijn bij het verlaten van het terrein om vervuiling van omliggende wegen te voorkomen.
De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving, gezondheidsaspecten zijn verwaarloosbaar.
9. Conclusie
Omwille van het voorgaande is het voorstel planologisch en stedenbouwkundig verenigbaar met de omgeving
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 30 maart 2024 tot en met 28 april 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er een bezwaarschrift ontvangen.
Hierin wordt de opmerking gemaakt dat percelen 1sectie M 1061D en 1024B , eigendom van de Belgische Staat beheerd door de Regie der Gebouwen, gebruikt worden door de aanvrager. Indien hij dit wenst te verwerven mag hij met de betrokken diensten contact opnemen.
De aanvrager is hiervan op de hoogte gebracht.
Het bezwaarschrift is niet van stedenbouwkundige aard en heeft geen betrekking op het onderwerp van de aanvraag.
Het tweede openbaar onderzoek werd gehouden naar aanleiding van van 18 juli 2024 tot en met 16 augustus 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
De aanvrager werkt momenteel in dienstverband en werkt daarnaast samen met zijn vader als hersteller en constructeur van landbouwmachines. Jeff wenst deze activiteit in hoofdberoep uit te bouwen te Klavet 18. Daarnaast voert hij een klein deel aan landbouwloonwerken uit bij landbouwers in de buurt. Hiervoor wenst hij de bestaande loodsen en bijgebouwen te slopen en aan de straatkant van het perceel een werkplaats te bouwen.
Om een inschatting te maken of het hier werkelijk een para-agrarische activiteit betreft werden facturen overgemaakt aan ons agentschap. Daarnaast ontvingen we tevens de afschrijvingstabel van de machines. Voor wat de grootte van de para-agrarische activiteiten betreft kan ons agentschap echter niet afgaan op de facturen, gezien de aanvrager aangeeft een voltijdse activiteit te willen uitbouwen op zichzelf en hij momenteel slechts na de uren zijn vader helpt.
De grootte van de nieuwe loods, die bijna een verdrievoudiging betekent aan de huidige oppervlakte aan bijgebouwen, is echter onvoldoende verantwoord, zeker voor een startende nog uit te bouwen activiteit.
Het agentschap kan instemmen met een herbouw van een loods van 400 à 500 m² ten behoeve van de startende herstelplaats van landbouwmachines. Dit ligt meer in de lijn van de aanwezige oppervlakte aan bestaande gebouwen en lijkt ons voldoende voor de nog uit te bouwen activiteit. (Momenteel is te Stelensedijk waar de aanvrager samen met zijn vader actief is slechts een 230m² in gebruik volgens onze inschatting op luchtfoto.)
Ook de verharding lijkt ons te ruim ingeschat t.o.v. de startende activiteiten (bv. verharding achteraan de loods).
Het agentschap merkt tenslotte op dat de site gekenmerkt wordt door een wanorde en een onverzorgde indruk geeft. Verspreid over de site is er divers materiaal en materieel te vinden, al dan niet bruikbaar in de toekomstige bedrijfsvoering. Het is ons inziens wel aan de orde dat er grondig wordt opgekuist in het kader van rationeel ruimtegebruik.
Het onoordeelkundig stapelen en opslaan van materiaal en materieel, in de open ruimte, is in geen enkel opzicht verdedigbaar en eveneens vanuit bedrijfsorganisatorisch en bedrijfshygiënisch standpunt niet verdedigbaar.
De omgevingsambtenaar motiveert de aanvraag gunstig:
De oppervlakte van de op te richten loods als herstelplaats is noodzakelijk om de te herstellen landbouwmachines en tractoren, die groot zijn in afmeting, in het gebouw zelf te kunnen ontmantelen zonder dat er gestalde voertuigen, die wachten op herstelling, naar buiten moeten gereden worden.
De aanvrager beschikt over een aantal landbouwmachines en tractoren, om zelf landbouwloonwerk te kunnen uitoefenen en, die dienst doen als vervangvoertuig voor landbouwmachines/voertuigen die voor herstelling worden binnengebracht. Ook deze landbouwmachines zullen in het gebouw gestald worden.
Het agentschap haalt aan dat de site gekenmerkt wordt een wanorde van divers materiaal en materieel dat onoordeelkundig gestapeld is en dat dit in de open ruimte in geen enkel opzicht verdedigbaar is.
Het is een feit dat er in de huidige toestand sprake is van een vorm van wanorde. Dit toont aan dat er nood is aan een bepaalde oppervlakte van loods om al dit materiaal en materieel binnen in het gebouw te kunnen onderbrengen en zo tot een betere bedrijfsorganisatie te komen. Bijkomend is een gedeelte van het materiaal op de site aanwezig toe te schrijven aan de loods die in ongemonteerd toestand ter plaatse ligt. Gezien de aard van activiteit en afmeting van het product dat gestald en hersteld zal worden, is de op te richten loods, met een oppervlakte van 1120m², verantwoord.
Een voertuigcombinatie met aanhangwagen heeft een lengte van ca. 18,75 meter. De oppervlakte aan verharding is noodzakelijk om met dergelijke voertuigen te kunnen manoeuvreren. De verharding aan de voorkant van het gebouw is nodig om in- en uit de loods te kunnen rijden en kan beschouwd worden als strikt noodzakelijke toegang. Achteraan in de rechter hoek van de loods is een afspuitplaat ondergebracht. De verharding tegen de rechter- en achtergevel wordt aangelegd om deze afspuitplaats te kunnen bereiken. De verhardingen situeren zich naast en tegen de voorgevel, rechter zijgevel en gedeeltelijk achter de achtergevel, gezien de aard van de activiteit en afmeting van het product, is een oppervlakte van 629,21m² verantwoord..
Conclusie
De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken:
- Het slopen van bestaande constructies die zich verspreid op het perceel bevinden;
- Het oprichten van een nieuwbouw herstelplaats voor landbouwtractoren en -machines;
- Het bouw van een hobbypaardenstal/fokstal;
- Het aanleggen verhardingen;
- Het oprichten van een distributiecabine;
- Het aanleggen van een wadi;
- Gratis grondafstand.
De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden worden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Gevolg dient gegeven aan het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dd. 02/05/2024 ref. AV/114/2024/00258.
Gevolg dient gegeven aan van Departement Leefomgeving Dienst Integraal Waterbeleid dd. 03/05/2024 ref. WAAD-2024-1105.
Gevolg dient gegeven aan het advies van de Brandweerzone Kempen dd. 17/04/2024 ref. BWDP/2023-0225/002/01/PVB.
Gevolg dient gegeven aan het advies van Fluvius dd. 15/04/2024 ref. 5000064709_LDB.
Gevolg dient gegeven de opmerkingen van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij dd. 12/08/2024 ref. 2024_002319_v2 aangevuld door de omgevingsambtenaar.
Gevolg dient gegeven aan het advies van Aquafin dd.11/10/2024 ref. P24003564.
Sloping
Sloping volgens sloopopvolgingsplan van deskundige Kris Geraerts dd. 15/01/2023.
Met uitzondering van de woning met de bestaande noodzakelijke verharding en terras worden alle constructies zowel bovengronds als ondergronds gesloopt.
Na sloping van dient het terrein vrijgemaakt van inert afbraakmateriaal en in zijn oorspronkelijke toestand te worden hersteld.
De hinder die kan uitgaan van het voorwerp van de aanvraag zal zich tijdens de sloopwerken manifesteren. Hierdoor zal er tijdelijk een toename zijn in verkeersbewegingen door de aanvoer van bouwmachines en het afvoer van het slooppuin.
Bij de afbraakwerken dienen de nodige maatregelen te worden getroffen om de verkeersveiligheid te verzekeren.
Bij aanwezigheid van een stookolietank, moet deze correct buitengebruik gesteld worden en verwijderd. De bouwheer laat zich hiervoor bijstaan door een deskundige of erkende stookolietechnicus. De deskundige of de erkende stookolietechnicus stelt naar aanleiding van de buitengebruikstelling van de houder een attest op waaruit ondubbelzinnig blijkt dat de buitengebruikstelling werd uitgevoerd volgens de regels van het vak. Dit attest vermeldt bovendien de naam en het erkenningsnummer van de deskundige of de erkende stookolietechnicus. Dit attest moet overgemaakt worden aan de vergunning verlenende overheid via handhaving@geel.be
De bepalingen uit de asbestparagraaf dienen strikt nageleefd te worden.
Asbestparagraaf
Het gebouw dat wordt gesloopt bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen. Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.
Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden.
Indien de werken gepaard gaan met grondverzet dienen de voorschriften opgenomen in het Vlarebo, het Vlaams reglement betreffende bodemsanering en bodembescherming opgevolgd te worden.
Dit houdt ondermeer in dat bij bodem afkomstig van een ontgraving groter dan 250 m³ of afkomstig van een verdachte grond, een technisch verslag moet worden opgemaakt en het transport moet vergezeld zijn van de nodige transportdocumenten omschreven in Vlarebo art. 183.
Nieuwbouw loods
Para-agrarische bestemming: onderhoud van landbouwtractoren en -machines van landbouwbedrijven in de omgeving.
De loods dient ingeplant en uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier.
De loods heeft een bouwdiepte van 28 meter, een bouwbreedte van 40 meter, kroonlijsthoogte van 5,17 meter en nokhoogte van 8,50 meter.
Oprichting in een metalen draagstructuur. De gevels worden opgetrokken in gebruikelijke materialen, deels in metselwerk (rode snelbouwbaksteen) en in metaalprofielplaten (deels geïsoleerd) en grijze sandwichpanelen als dakbedekking.
Hobbystal
De stal wordt ingeplant rechts naast de woning en op een minimale afstand van 45 meter uit de rooilijn van de autosnelweg E313 in functie van het GRUP Leidingstraat Antwerpen – Rurh (geleen). Bepaling van de grens van het domein van de autosnelweg: buitenkant gracht + 1 meter.
De stal heeft een oppervlakte van 120m²(maximale oppervlakte op het grondgebied van de Stad Geel), bouwdiepte 15 meter, bouwbreedte 8 meter, kroonlijsthoogte 3,50 meter en nokhoogte 8 meter.
De hobbystal wordt opgericht in rode gevelsteen en hellend dak in dakpannen.
Het al dan niet overdekt opslaan van voer, stro of mest zal moeten gebeuren binnen de maximale vloeroppervlakte zoals voorzien in het decreet.
De niet permanente hobbystal kan enkel gebruikt worden voor het verblijf van weidedieren eventueel in combinatie met een beperkte bergruimte in functie van dit verblijf (hooi, voeder…).
Bestemming opslag voor louter materiaal en materieel is niet toegestaan.
Als gedurende een periode van vijf opeenvolgende jaren geen weidedieren worden gehouden op het perceel of de percelen waarop de vergunning betrekking heeft, vervalt de verkregen omgevingsvergunning voor dergelijke stal.
Binnen de 6 maanden na het verval van de vergunning dient de stal worden afgebroken. Op deze manier kunnen gebieden die hoofdzakelijk zijn bestemd voor landbouw opnieuw gebruikt worden voor professionele landbouw in geval van langdurig ongebruik door de hobbylandbouwer.
Ook artikel 4.4.8/2 omvat geen uitzonderingsbepaling voor eventuele aanhorigheden en er bestaat bijgevolg geen vergunningsgrond voor gerelateerde infrastructuur zoals een rijpiste, een stapmolen, longeercirkel, verhardingen (al dan niet waterdoorlatend).
De verwerking en afvoer/ ophaling van de mest en de mestsappen uit de aalputten dient te gebeuren volgens het mestdecreet.
Distributiecabine
Ingeplant en opgericht overeenkomstig het goedgekeurde plan en de richtlijnen van Fluvius.
Groen
De voortuinstrook voor de woning moet, behoudens de oprit naar de garage, onthard worden en ingericht worden als tuin met levend groen en als dusdanig onderhouden.
Bomen of diep wortelende planten zijn niet toegelaten binnen de 45 meter brede reservatiestrook in functie van het GRUP Leidingstraat Antwerpen – Rurh (Geleen). Bepaling van de grens van het domein van de autosnelweg: buitenkant gracht + 1 meter. Het groenscherm dat is ingetekend tegen de perceelsgrens parallel met de autosnelweg dient aan deze voorwaarde voldoen.
Het is wenselijk dat het bestaande groenscherm wordt aangevuld langs de westelijke perceelsgrens met streekeigen en standplaats geschikt groen.
Er worden geen bomen gerooid noch terreinophogingen uitgevoerd.
Tijdens de werkzaamheden en het uitoefenen van de activiteit dienen de nodige voorzorgen getroffen te worden om de bomen langs de straat optimaal te behouden.
Riolering / hemelwater
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
Er moet een individuele waterzuivering (IBA) worden voorzien voor het behandelen van al het afvalwater.
Er wordt één IBA geplaatst, gewijzigd, hersteld en onderhouden door toedoen, op kosten en onder de verantwoordelijkheid van de stad Geel. De IBA blijft haar eigendom.
De locatie van de IBA dient zo gekozen te worden dat deze makkelijk toegankelijk is en blijft voor onderhoud en controle.
Voor de plaatsing van de IBA dient men contact op te nemen met het contactcentrum van Grondgebiedszaken van Stad Geel. De Stad zal na het betalen van de retributie voor vervroegde plaatsing van een IBA een medewerker van Aquafin de opdracht geven om ter plaatse te komen. Aquafin zal vervolgens advies verlenen over de 2 mogelijke systemen (bovengronds en ondergronds systeem).
De plaatsing van de andere IBA is geheel ten laste van de aanvrager.
Men is verplicht om een voorbezinking (septische put) te voorzien van minimum 3000L waarop zowel zwart (fecaal water) als grijs water (water afkomstig van douche, lavabo, ...) moet worden aangesloten. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de voorbezinker aangepast worden aan het aantal personen. Hierbij wordt er gerekend met de formule aantal bewoners X 600 liter per persoon= grootte septische put.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Men is verplicht het water van de afspuitplaats op te vangen en via een KWS afscheider aan te sluiten op de wadi.
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd.
Toegang tot het perceel
Er worden 3 toegangen vergund met een maximale breedte zoals opgenomen op de vergunde plannen:
De verhardingen ter hoogte van de voorgevel naar de toegangsdeuren worden niet opgenomen in de omgevingsvergunning.
Aanpassingen van het openbaar domein mag men niet zelf uitvoeren maar moet men aanvragen bij stad Geel. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager en dienen na het afleveren van de vergunning aangevraagd te worden bij de stad (https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein).
De overige bermen dienen hersteld te worden als groenberm
Bijzondere milieuvoorwaarden
Volgende rubrieken en hoeveelheden worden vergund:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.4.1°a) | Lozen van bedrijfsafvalwater afkomstig van de wasplaats met een debiet van 0,5 m³/uur, 1,5 m³/dag en 150 m³/jaar (Nieuw) | 0,5 m³/uur | 3 |
6.4.1° | Opslag van oliën in 3 vaten van 60 L en een vat van 208 L (Nieuw) | 388 liter | 3 |
6.5.1° | Brandstofverdeelinstallatie met 1 verdeelslang (Nieuw) | 1 verdeelslang | 3 |
15.1.1° | Loods voor het stallen van 20 landbouwvoertuigen en/of aanhangwagens (Nieuw) | 20 voertuigen | 3 |
15.2. | Werkplaats met 1 hefbrug (Nieuw) | 1 Werkplaats | 3 |
15.4.2°a) | Wasplaats voor het reinigen van max. 2 landbouwvoertuigen en/of aanhangwagens per dag (Nieuw) | 2 motorvoertuigen en hun aanhangwagens/dag | 3 |
16.3.2°a) | Compressor met een vermogen van 5,5 kW (Nieuw) | 5,5 kW | 3 |
17.3.2.1.1.1°b) | Opslag Diesel in een tank van 5.000 L of 4,165 T (BG, DW) (Nieuw) | 4,165 ton | 3 |
17.4. | Opslag van 52,4 L oliën en andere gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (26 x 0,4 L + 4 x 0,5 L + 10 x 2,5 L + 15 x 1 L) (Nieuw) | 52,4 liter | 3 |
19.6.2°a) | Opslag van 120 m³ hooi, 3 m³ krullen en 6 m³ stro in een loods (Nieuw) | 129 m³ | 3 |
28.2.c)1° | Opslag van 51 m³ mest (45 m³ vaste mest, 5 m³ gier, 1 m³ mestsappen) (Nieuw) | 51 m³ | 3 |
29.5.2.1°b) | Metaalbewerkingstoestellen met een totaal vermogen van 11,5 kW (freesmachine 5 kW, draaibank 5kW, kolomboormachine 1,5 kW) (Nieuw) | 11,5 kW | 3 |
Algemene voorwaarden van VLAREM II: Hoofdstuk 4.1 - 4.9 van het Vlarem II
Sectorale voorwaarden van VLAREM II: Hst 5.3,Hst 5.6, Hst. 5.9, Hst 5.15, Afd. 5.16.3, 5.17.1, 5.17.4,5.17.4.3.,Hst 5.28 en Hst. 5.29. van het Vlarem II
Bijzondere voorwaarden:
Lasten
Het college beschikt als vergunningverlenende overheid over de mogelijkheid om bij het verlenen van stedenbouwkundige- of omgevingsvergunningen overeenkomstig artikel 4.2.20, §1 eerste tot derde lid van de VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning lasten op te leggen aan de aanvrager. Dergelijke stedenbouwkundige last kan eenzijdig worden opgelegd in de omgevingsvergunning.
Om van een stedenbouwkundige last in de zin van artikel 4.2.20, §1 eerste tot derde lid van de VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning te kunnen spreken, dient een stedenbouwkundige last aan de volgende voorwaarden te voldoen :
Aan de bouwheer wordt de last opgelegd van gratis grondafstand, een perceel grond gelegen te 2440 Geel, Klavet 18, kadastraal gekend als deel van 5de afdeling, sectie M, nr. 1063 C, met een oppervlakte van 2a 80ca genaamd lot 2 op het opmetingsplan (in bijlage) dd. 01/10/2024 opgemaakt door landmeter Jan Tubbeckx, Scheplakens 43, 2440 Geel en dit volgens de onderstaande modaliteiten die door de stad Geel op basis van het gelijkheidsbeginsel voor elke last in de vorm van een gratis grondafstand bij vergunningverlening wordt gehanteerd.
Grondafstand:
- Een opmetingsplan van een landmeter met exacte afmetingen wordt toegevoegd bij de akte van verkoop;
- Alle kosten (inclusief kosten landmeter voor opmaak opmetingsplan en kosten notaris voor opmaak akte) verbonden aan deze gratis grondoverdracht ten laste zijn van de bouwheer;
- De werken wordt uitgevoerd in overeenstemming met het goedgekeurde plan;
- De aangevraagde omgevingsvergunning pas van kracht zal gaan nadat door de aanvrager de grondafstand effectief gebeurd is.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden en strikt na te leven:
De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken:
- Het slopen van bestaande constructies die zich verspreid op het perceel bevinden;
- Het oprichten van een nieuwbouw herstelplaats voor landbouwtractoren en -machines;
- Het bouw van een hobbypaardenstal/fokstal;
- Het aanleggen verhardingen;
- Het oprichten van een distributiecabine;
- Het aanleggen van een wadi;
- Gratis grondafstand.
De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden worden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Gevolg dient gegeven aan het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dd. 02/05/2024 ref. AV/114/2024/00258.
Gevolg dient gegeven aan van Departement Leefomgeving Dienst Integraal Waterbeleid dd. 03/05/2024 ref. WAAD-2024-1105.
Gevolg dient gegeven aan het advies van de Brandweerzone Kempen dd. 17/04/2024 ref. BWDP/2023-0225/002/01/PVB.
Gevolg dient gegeven aan het advies van Fluvius dd. 15/04/2024 ref. 5000064709_LDB.
Gevolg dient gegeven de opmerkingen van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij dd. 12/08/2024 ref. 2024_002319_v2 aangevuld door de omgevingsambtenaar.
Gevolg dient gegeven aan het advies van Aquafin dd.11/10/2024 ref. P24003564.
Sloping
Sloping volgens sloopopvolgingsplan van deskundige Kris Geraerts dd. 15/01/2023.
Met uitzondering van de woning met de bestaande noodzakelijke verharding en terras worden alle constructies zowel bovengronds als ondergronds gesloopt.
Na sloping van dient het terrein vrijgemaakt van inert afbraakmateriaal en in zijn oorspronkelijke toestand te worden hersteld.
De hinder die kan uitgaan van het voorwerp van de aanvraag zal zich tijdens de sloopwerken manifesteren. Hierdoor zal er tijdelijk een toename zijn in verkeersbewegingen door de aanvoer van bouwmachines en het afvoer van het slooppuin.
Bij de afbraakwerken dienen de nodige maatregelen te worden getroffen om de verkeersveiligheid te verzekeren.
Bij aanwezigheid van een stookolietank, moet deze correct buitengebruik gesteld worden en verwijderd. De bouwheer laat zich hiervoor bijstaan door een deskundige of erkende stookolietechnicus. De deskundige of de erkende stookolietechnicus stelt naar aanleiding van de buitengebruikstelling van de houder een attest op waaruit ondubbelzinnig blijkt dat de buitengebruikstelling werd uitgevoerd volgens de regels van het vak. Dit attest vermeldt bovendien de naam en het erkenningsnummer van de deskundige of de erkende stookolietechnicus. Dit attest moet overgemaakt worden aan de vergunning verlenende overheid via handhaving@geel.be
De bepalingen uit de asbestparagraaf dienen strikt nageleefd te worden.
Asbestparagraaf
Het gebouw dat wordt gesloopt bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen. Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.
Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden.
Indien de werken gepaard gaan met grondverzet dienen de voorschriften opgenomen in het Vlarebo, het Vlaams reglement betreffende bodemsanering en bodembescherming opgevolgd te worden.
Dit houdt ondermeer in dat bij bodem afkomstig van een ontgraving groter dan 250 m³ of afkomstig van een verdachte grond, een technisch verslag moet worden opgemaakt en het transport moet vergezeld zijn van de nodige transportdocumenten omschreven in Vlarebo art. 183.
Nieuwbouw loods
Para-agrarische bestemming: onderhoud van landbouwtractoren en -machines van landbouwbedrijven in de omgeving.
De loods dient ingeplant en uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier.
De loods heeft een bouwdiepte van 28 meter, een bouwbreedte van 40 meter, kroonlijsthoogte van 5,17 meter en nokhoogte van 8,50 meter.
Oprichting in een metalen draagstructuur. De gevels worden opgetrokken in gebruikelijke materialen, deels in metselwerk (rode snelbouwbaksteen) en in metaalprofielplaten (deels geïsoleerd) en grijze sandwichpanelen als dakbedekking.
Hobbystal
De stal wordt ingeplant rechts naast de woning en op een minimale afstand van 45 meter uit de rooilijn van de autosnelweg E313 in functie van het GRUP Leidingstraat Antwerpen – Rurh (geleen). Bepaling van de grens van het domein van de autosnelweg: buitenkant gracht + 1 meter.
De stal heeft een oppervlakte van 120m²(maximale oppervlakte op het grondgebied van de Stad Geel), bouwdiepte 15 meter, bouwbreedte 8 meter, kroonlijsthoogte 3,50 meter en nokhoogte 8 meter.
De hobbystal wordt opgericht in rode gevelsteen en hellend dak in dakpannen.
Het al dan niet overdekt opslaan van voer, stro of mest zal moeten gebeuren binnen de maximale vloeroppervlakte zoals voorzien in het decreet.
De niet permanente hobbystal kan enkel gebruikt worden voor het verblijf van weidedieren eventueel in combinatie met een beperkte bergruimte in functie van dit verblijf (hooi, voeder…).
Bestemming opslag voor louter materiaal en materieel is niet toegestaan.
Als gedurende een periode van vijf opeenvolgende jaren geen weidedieren worden gehouden op het perceel of de percelen waarop de vergunning betrekking heeft, vervalt de verkregen omgevingsvergunning voor dergelijke stal.
Binnen de 6 maanden na het verval van de vergunning dient de stal worden afgebroken. Op deze manier kunnen gebieden die hoofdzakelijk zijn bestemd voor landbouw opnieuw gebruikt worden voor professionele landbouw in geval van langdurig ongebruik door de hobbylandbouwer.
Ook artikel 4.4.8/2 omvat geen uitzonderingsbepaling voor eventuele aanhorigheden en er bestaat
bijgevolg geen vergunningsgrond voor gerelateerde infrastructuur zoals een rijpiste, een stapmolen, longeercirkel, verhardingen (al dan niet waterdoorlatend).
Het al dan niet overdekt opslaan van voer, stro of mest zal moeten gebeuren binnen de maximale vloeroppervlakte zoals voorzien in het decreet.
De verwerking en afvoer/ ophaling van de mest en de mestsappen uit de aalputten dient te gebeuren volgens het mestdecreet.
Distributiecabine
Ingeplant en opgericht overeenkomstig het goedgekeurde plan en de richtlijnen van Fluvius.
Groen
De voortuinstrook voor de woning moet, behoudens de oprit naar de garage, onthard worden en ingericht worden als tuin met levend groen en als dusdanig onderhouden.
Bomen of diep wortelende planten zijn niet toegelaten binnen de 45 meter brede reservatiestrook in functie van het GRUP Leidingstraat Antwerpen – Rurh (geleen). Bepaling van de grens van het domein van de autosnelweg: buitenkant gracht + 1 meter. Het groenscherm dat is ingetekend tegen de perceelsgrens parallel met de autosnelweg dient aan deze voorwaarde voldoen.
Het is wenselijk dat het bestaande groenscherm wordt aangevuld langs de westelijke perceelsgrens met streekeigen en standplaats geschikt groen.
Er worden geen bomen gerooid noch terreinophogingen uitgevoerd.
Tijdens de werkzaamheden en het uitoefenen van de activiteit dienen de nodige voorzorgen getroffen te worden om de bomen langs de straat optimaal te behouden.
Riolering / hemelwater
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
Er moet een individuele waterzuivering (IBA) worden voorzien voor het behandelen van al het afvalwater.
Er wordt één IBA geplaatst, gewijzigd, hersteld en onderhouden door toedoen, op kosten en onder de verantwoordelijkheid van de stad Geel. De IBA blijft haar eigendom.
De locatie van de IBA dient zo gekozen te worden dat deze makkelijk toegankelijk is en blijft voor onderhoud en controle.
Voor de plaatsing van de IBA dient men contact op te nemen met het contactcentrum van Grondgebiedszaken van Stad Geel. De Stad zal na het betalen van de retributie voor vervroegde plaatsing van een IBA een medewerker van Aquafin de opdracht geven om ter plaatse te komen. Aquafin zal vervolgens advies verlenen over de 2 mogelijke systemen (bovengronds en ondergronds systeem).
De plaatsing van de andere IBA is geheel ten laste van de aanvrager.
Men is verplicht om een voorbezinking (septische put) te voorzien van minimum 3000L waarop zowel zwart (fecaal water) als grijs water (water afkomstig van douche, lavabo, ...) moet worden aangesloten. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de voorbezinker aangepast worden aan het aantal personen. Hierbij wordt er gerekend met de formule aantal bewoners X 600 liter per persoon= grootte septische put.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Men is verplicht het water van de afspuitplaats op te vangen en via een KWS afscheider aan te sluiten op de wadi.
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd.
Toegang tot het perceel
Er worden 3 toegangen vergund met een maximale breedte zoals opgenomen op de vergunde plannen:
De verhardingen ter hoogte van de voorgevel naar de toegangsdeuren worden niet opgenomen in de omgevingsvergunning.
Aanpassingen van het openbaar domein mag men niet zelf uitvoeren maar moet men aanvragen bij stad Geel. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager en dienen na het afleveren van de vergunning aangevraagd te worden bij de stad (https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein).
De overige bermen dienen hersteld te worden als groenberm
Bijzondere milieuvoorwaarden
Volgende rubrieken en hoeveelheden worden vergund:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.4.1°a) | Lozen van bedrijfsafvalwater afkomstig van de wasplaats met een debiet van 0,5 m³/uur, 1,5 m³/dag en 150 m³/jaar (Nieuw) | 0,5 m³/uur | 3 |
6.4.1° | Opslag van oliën in 3 vaten van 60 L en een vat van 208 L (Nieuw) | 388 liter | 3 |
6.5.1° | Brandstofverdeelinstallatie met 1 verdeelslang (Nieuw) | 1 verdeelslang | 3 |
15.1.1° | Loods voor het stallen van 20 landbouwvoertuigen en/of aanhangwagens (Nieuw) | 20 voertuigen | 3 |
15.2. | Werkplaats met 1 hefbrug (Nieuw) | 1 Werkplaats | 3 |
15.4.2°a) | Wasplaats voor het reinigen van max. 2 landbouwvoertuigen en/of aanhangwagens per dag (Nieuw) | 2 motorvoertuigen en hun aanhangwagens/dag | 3 |
16.3.2°a) | Compressor met een vermogen van 5,5 kW (Nieuw) | 5,5 kW | 3 |
17.3.2.1.1.1°b) | Opslag Diesel in een tank van 5.000 L of 4,165 T (BG, DW) (Nieuw) | 4,165 ton | 3 |
17.4. | Opslag van 52,4 L oliën en andere gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (26 x 0,4 L + 4 x 0,5 L + 10 x 2,5 L + 15 x 1 L) (Nieuw) | 52,4 liter | 3 |
19.6.2°a) | Opslag van 120 m³ hooi, 3 m³ krullen en 6 m³ stro in een loods (Nieuw) | 129 m³ | 3 |
28.2.c)1° | Opslag van 51 m³ mest (45 m³ vaste mest, 5 m³ gier, 1 m³ mestsappen) (Nieuw) | 51 m³ | 3 |
29.5.2.1°b) | Metaalbewerkingstoestellen met een totaal vermogen van 11,5 kW (freesmachine 5 kW, draaibank 5kW, kolomboormachine 1,5 kW) (Nieuw) | 11,5 kW | 3 |
Algemene voorwaarden van VLAREM II: Hoofdstuk 4.1 - 4.9 van het Vlarem II
Sectorale voorwaarden van VLAREM II: Hst 5.3,Hst 5.6, Hst. 5.9, Hst 5.15, Afd. 5.16.3, 5.17.1, 5.17.4,5.17.4.3.,Hst 5.28 en Hst. 5.29. van het Vlarem II
Bijzondere voorwaarden:
Het college beschikt als vergunningverlenende overheid over de mogelijkheid om bij het verlenen van stedenbouwkundige- of omgevingsvergunningen overeenkomstig artikel 4.2.20, §1 eerste tot derde lid van de VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning lasten op te leggen aan de aanvrager. Dergelijke stedenbouwkundige last kan eenzijdig worden opgelegd in de stedenbouwkundige- of omgevingsvergunning.
Om van een stedenbouwkundige last in de zin van artikel 4.2.20, §1 eerste tot derde lid van de VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning te kunnen spreken, dient een stedenbouwkundige last aan de volgende voorwaarden te voldoen :
Aan de bouwheer wordt de last opgelegd van gratis grondafstand, een perceel grond gelegen te 2440 Geel, Klavet 18, kadastraal gekend als deel van 5de afdeling, sectie M, nr. 1063 C, met een oppervlakte van 2a 80ca genaamd lot 2 op het opmetingsplan (in bijlage) dd. 01/10/2024 opgemaakt door landmeter Jan Tubbeckx, Scheplakens 43, 2440 Geel en dit volgens de onderstaande modaliteiten die door de stad Geel op basis van het gelijkheidsbeginsel voor elke last in de vorm van een gratis grondafstand bij vergunningverlening wordt gehanteerd
Grondafstand:
- Een opmetingsplan van een landmeter met exacte afmetingen wordt toegevoegd bij de akte van verkoop;
- Alle kosten (inclusief kosten landmeter en kosten notaris voor opmaak akte) verbonden aan deze gratis grondoverdracht ten laste zijn van de bouwheer;
- De werken wordt uitgevoerd in overeenstemming met het goedgekeurde plan;
- De aangevraagde omgevingsvergunning pas van kracht zal gaan nadat door de aanvrager de grondafstand effectief gebeurd is.