Gegevens van de aanvrager |
AKTIEFINVESTBV
Diestsevest 32 bus 5B
3000 Leuven
Gegevens van het perceel |
Antwerpseweg 10 2440 Geel en
Maal 1 2440 Geel
Kadastraal gekend als:
(afd. 3) sectie L 938 H
(afd. 3) sectie L 942 P
Ingewonnen adviezen |
Provincie Antwerpen
Voorwaardelijk gunstig advies dd. 03/09/2024 met als referentie :
De nieuwe bebouwing dient te voldoen aan de GSV Hemelwater: Hemelwaterput
van 100L/m² dakoppervlakte, aangesloten voor hergebruik. De hemelwaterput
dient over te lopen naar een open infiltratievoorziening.
• Aangezien het project > 1000m², dienen er infiltratieproeven en peilmetingen te
worden aangeleverd. De infiltratievoorziening mag niet dieper dan de hoogste
voorjaarsgrondwaterstand worden uitgevoerd.
• Er dient steeds een snede doorheen de infiltratievoorzieningen te worden
aangeleverd, conform de checklist aan te leveren documenten bij het provinciaal
beleidskader.
• Volgens de aangeleverde plannen, zal een deel van het nieuwe kantoorgebouw de
perceelsgrens overschrijden. Dit stuk bebouwing mag in geen geval overlappen met
de overstromingscontour.
• Perceel 938H mag in geen geval worden opgehoogd.
Agentschap Wegen en Verkeer
Voorwaardelijk gunstig advies dd. 24/10/2024 met als referentie AV/114/2024/00766 :
Advies van de gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar |
De gemeente is ontvoogd. Bijgevolg moet het advies van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar niet worden ingewonnen.
Standpunt van het college van burgemeester en schepenen |
Historiek:
dossiernummer:1120 - Stedenbouwkundige attesten
Datum aanvraag: 18/02/1993
Beslissing:
Onderwerp: Nog te bepalen
dossiernummer:202300009 - Omgevingsvergunning stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie
Datum aanvraag: 09/01/2023
Beslissing:
Onderwerp: Het plaatsen van een aanhangwagen met reclamepaneel
dossiernummer:1977/A/03027 - Oude dossiers (pre-VLAREM)
Datum aanvraag: 11/10/1977
Beslissing:
Onderwerp: VARKENS
dossiernummer:1596 - Verkavelingsvergunningen
Datum aanvraag: 26/12/1989
Beslissing: Vergunning
Onderwerp: Nieuwe verkaveling
dossiernummer:11231 - Stedenbouwkundige vergunningen
Datum aanvraag: 18/05/1994
Beslissing: Vergunning
Onderwerp: Nieuwbouw kantoren
dossiernummer:13799 - Stedenbouwkundige vergunningen
Datum aanvraag: 23/05/2000
Beslissing: Vergunning
Onderwerp: Plaatsen van reclamezuil
dossiernummer:2003/00219 - Stedenbouwkundige vergunningen
Datum aanvraag: 22/05/2003
Beslissing: Vergunning
Onderwerp: Het oprichten van een reclamezuil.
dossiernummer:1874 - Stedenbouwkundige attesten
Datum aanvraag: 04/09/2006
Beslissing: Positief
Onderwerp: Nieuwbouw eengezinswoning
dossiernummer:2008/00157 - Stedenbouwkundige vergunningen
Datum aanvraag: 05/03/2008
Beslissing: Vergunning
Onderwerp: Het bouwen van een kantoorgebouw
dossiernummer:2008/M3/04199 - Milieuvergunningen
Datum aanvraag: 21/05/2008
Beslissing: Gunstig
Onderwerp: KOELINSTALLATIE
dossiernummer:2010/00626 - Stedenbouwkundige vergunningen
Datum aanvraag: 13/12/2010
Beslissing: Vergunning
Onderwerp: Het uitbreiden van het kantoorgebouw
dossiernummer:2011/M3/04554 - Milieuvergunningen
Datum aanvraag: 15/09/2011
Beslissing: Gunstig
Onderwerp: DROOGZUIGING
dossiernummer:2017/00328 - Stedenbouwkundige vergunningen
Datum aanvraag: 20/09/2017
Beslissing: Vergunning
Onderwerp: plaatsen van een LED-lijn
dossiernummer:201900015 - Omgevingsvergunning stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie
Datum aanvraag: 15/01/2019
Beslissing: Voorwaardelijk vergund
Onderwerp: het wijzigen van de gevels
Bepaling welk plan van toepassing is
De aanvraag is volgens het bij Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 gelegen in woongebied.
In deze gebieden de stedenbouwkundige voorschriften gelden van het KB van 28/12/1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
woongebied met landelijk karakter. In deze gebieden de stedenbouwkundige voorschriften gelden van het KB van 28/12/1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen. de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
agrarisch gebied. In deze gebieden de stedenbouwkundige voorschriften gelden van het KB van 28/12/1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Het perceel is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
Het perceel is gelegen binnen het PRUP Antwerpseweg, goedgekeurd op 10/04/2012.
Het perceel is niet gelegen binnen een goedgekeurde verkaveling.
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen
goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en
vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag
Omschrijving
De versnipperde bebouwing op Antwerpseweg 10 en Maal 1 wordt afgebroken. De verschillende kantoorfuncties worden gecentraliseerd in 1 kantoorvolume met een centrale, gemeenschappelijke circulatieruimte. Het nieuwe kantoorvolume wordt verder afgestemd op het naastliggend, reeds verkregen, stedenbouwkundig attest van de kantoren van Liantis. Het nieuwe kantoorvolume zal zich hoofdzakelijk richten naar Antwerpseweg en creëert zo een betere zichtbaarheid voor alle betrokken functies in het nieuwe kantoorvolume.
Het kantoorgebouw kan beschouwd worden als een nevenbestemming van het gebied, met name een dienstverlenend bedrijf.
Omwille van de nabijheid van de rotonde op Antwerpseweg wordt er veel belang hecht aan de circulatiestromen van en naar de site. De site wordt daarom opgedeeld in 2 verkeersstromen: het personeelsverkeer en de bezoekerscirculatie. De meest verkeersgenererende circulatie, het personeelsverkeer, wordt bewust achter het gebouw gepositioneerd, op het perceel Maal 1. Door de personeelsparking uitsluitend via Maal te ontsluiten, wordt de toegang via Antwerpseweg aanzienlijk ontlast. De hoofdtoegang, voor de bezoekers blijft echter wel gericht op Antwerpseweg in functie van voldoende zichtbaarheid op de gewestweg.
De toegang tot het perceel aan Antwerpseweg wordt bewust op het verste punt van de rotonde gelegd, met een maximale breedte van 4,50 meter. Aan de toegang worden momenteel 4 bezoekersparkeerplaatsen voorzien, wel gelegen in de reservatiestrook. Deze worden dan ook niet meegerekend in de nodige parkeerplaatsen volgens de verordening. Er wordt bewust geen doorrij-mogelijkheid voorzien tussen het perceel aan Antwerpseweg en het perceel aan Maal. Dit om geen extra mobiliteit te genereren via de Antwerpseweg en ook om het hoogteverschil tussen beide percelen niet te moeten overbruggen.
Binnen het project worden in totaal 40 parkeerplaatsen voorzien in open lucht, op het perceel aan Maal, ingericht in een groene omkadering in waterdoorlatende verharding. De groene parkeerzone zal dan ook fungeren als een buffer tussen de eengezinswoningen langs Maal en de grote bedrijven aan Antwerpseweg. Op de voorziene parkeerzone worden voldoende laadpalen geplaatst, conform de vigerende wetgeving.
Voor de fietsers worden 30 staanplaatsen voorzien, allen overdekt, vlakbij de inkomzone van de personeelsparking. Bijkomstig worden er aan Antwerpseweg nog 5 bezoekers-fietsenstalplaatsen voorzien.
De bestaande totem aan Antwerpseweg zal vernieuwd worden in functie van het nieuwe kantoorgebouw.
Enkele technische installaties (luchtgroep, PV-installatie, joelgroep) zullen o.w.v. technische redenen op het dak geplaatst worden. Hierbij zal echter gekeken worden dat de installaties op een esthetische wijze aan het zicht onttrokken worden en d.m.v. een akoestisch scherm geen overlast naar de buurt veroorzaken.
Gezien het toenemende aandeel aan technieken wordt een afwijking gevraagd op de kroonlijsthoogte. Om zowel ventilatie als koelplafonds te kunnen organiseren in de kantoorruimtes is er een verlaagd plafond van 70 cm nodig. Om een vrije hoogte van minimum 260 cm te kunnen overhouden, dient de ruwbouwhoogte op 330 cm per verdieping voorzien te worden.
Dit wil zeggen dat de kroonlijsthoogte op 12 meter komt te liggen i.p.v. 10,50 meter. Hiermee wordt de bouwhoogte van het naastliggende perceel gevolgd.
Overeenkomstig de voorschriften van het PRUP Antwerpseweg bedraagt de maximale bouwhoogte 10,5 m (maximum 3 bouwlagen).
Artikel 4.4.1, §1, lid 1 VCRO bepaalt dat kan worden afgeweken van ‘perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen’. Om een dergelijke afwijking in overweging te kunnen nemen, dient er dient wel een duidelijke motivering te worden toegevoegd bij de aanvraag tot omgevingsvergunning. In de huidige aanvraag wordt al aangegeven dat deze hoogte vereist is om voldoende ventilatie en koelplafonds te kunnen voorzien.
Toetsing aan de decretale beoordelingselementen
Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg en een gewestweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Het voorliggende bouwproject ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied. Bovendien worden er geen belangrijke ondergrondse constructies gebouwd en worden er geen grachten gedempt, overwelfd, ingebuisd of beschoeid, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput en/of infiltratie- en/of buffervoorziening, overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke stedenbouwkundige verordening. Hemelwater en afvalwater worden gescheiden afgevoerd.
Conclusie:
Er wordt een gunstig stedenbouwkundig attest afgeleverd onder volgende voorwaarden:
De voorschriften van het PRUP Antwerpseweg dienen te worden toegepast.
Er dient bij de aanvraag tot omgevingsvergunning een duidelijke motivering te worden toegevoegd waaruit blijkt dat het aangevraagde kantoorgebouw kan beschouwd worden als nevenbestemming (dienstverlenend bedrijf) voor de omgeving.
Voor de bouwhoogte van meer dan 10,5 m kan een afwijking worden toegestaan overeenkomstig artikel 4.4.1, §1, lid 1 van de VCRO, mits een duidelijke en gedetailleerde motivering bij de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Alle verharding dient te worden aangelegd in waterdoorlatende materialen.
Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning dient een mobiliteitstoets worden toegevoegd waaruit duidelijk blijkt wat de gevolgen zullen zijn van de bijkomende verkeersbewegingen op de Antwerpseweg.
Minimaal 10% van de niet bebouwde zone moet per perceel verplicht beplant worden. De groenstructuur dient mee de beeldwaarde van het gebouw te ondersteunen. Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning dient hiervoor een duidelijk beplantingsplan te worden toegevoegd. Er mag enkel gebruik gemaakt worden van streekeigen beplanting en de aanplantingen dienen voldoende gevarieerd te zijn.
Alle gebouwen of delen van gebouwen, domeinen en infrastructuren die toegankelijk zijn voor het publiek, of waar personeel tewerk gesteld wordt, moeten toegankelijk zijn voor personen met een verminderde mobiliteit.
Er dient voldaan te worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, die in werking is getreden op 2 oktober 2023.
Alle noodzakelijke maatregelen moeten getroffen worden om negatieve effecten op de waterkwaliteit van oppervlaktewater en grondwater te vermijden.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dd. 23/10/2024 met kenmerk AV/114/2024/00766.
Er wordt geen ontsluiting toegestaan langs de N19 Antwerpseweg.
De site moet volledig ontsluiten langs de gemeenteweg Maal.
Er worden geen constructies toegestaan in de reservatiestrook (ook verhardingen zijn constructies). Er worden ook geen parkeerplaatsen toegestaan in de reservatiestrook.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van de Dienst Integraal Waterbeleid dd. 03/09/2024 met kenmerk WAAD-2024-2517:
De volgende asbesthoudende toepassingen kunnen zelf worden verwijderd of door een aannemer die erkend is om werken onder eenvoudige handelingen uit te voeren, voor zover deze via eenvoudige handelingen (bv. vlot losschroeven) kunnen worden weggenomen:
• hechtgebonden asbest die niet beschadigd is of waarbij er geen vrije vezels zichtbaar zijn en waarbij verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
• hechtgebonden asbest die beschadigd is of waarbij er vrije vezels zichtbaar zijn en die verwerkt is in een buitentoepassing waarbij geen derden aanwezig zijn, voor zover de verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
• asbesthoudend plaatmateriaal, asbestkarton, asbestcement in binnentoepassingen waarbij er geen bevestigingssysteem aanwezig is zoals schroeven, nagels of lijm, voor zover het asbest gefixeerd is en het weggenomen en verpakt wordt zonder gereedschappen te gebruiken voor demontage
• asbesthoudende koorden, dichtingen of pakkingen, remvoeringen en analoge materialen
Alle andere toepassingen mogen enkel verwijderd worden door gespecialiseerde asbestverwijderaars. Een overzicht van de erkende asbestverwijderaars in België vindt u hier: https://werk.belgie.be/nl/erkenningen/erkenning-asbest-bedrijven-erkend-voor-afbraak-verwijderingswerken.
De werken voor het verwijderen van asbest mag geen risico vormen voor je eigen gezondheid of voor de omgeving. Bij het verwijderen van asbesthoudende toepassingen moet u voldoen aan volgende voorwaarden om vezelverspreiding en blootstelling aan asbestvezels te voorkomen:
Behandeling van afval
De asbesthoudende toepassingen worden afzonderlijk opgeslagen en niet gemengd met het andere sloopafval.
Tijdens het vervoer, het laden en het lossen van afvalstoffen die asbestvezels of asbeststof bevatten, deze vezels en stof niet vrijkomen in de lucht en geen vloeistoffen worden verloren die asbestvezels kunnen bevatten.
Afvalstoffen die asbestvezels of -stof bevatten, zodanig worden behandeld, verpakt zijn of afgedekt, met inachtneming van de plaatselijke omstandigheden, dat er geen asbestdeeltjes in het milieu terechtkomen.
Asbestafval wordt afgevoerd naar een erkende stortplaats. U bezorgt de stortattesten binnen de 2 maanden na afbraak van het gebouw aan de milieutoezichthouder van stad Geel via milieu@geel.be.
Voor herbouw of functiewijziging geldt volgend minimaal aantal te realiseren fietsstalplaatsen, naar boven af te ronden: voor kantoren 3 stalplaatsen voor gebruikers/werknemers per 100 m² BVO en voor bezoekers geldt een norm van 1 stalplaats per 100 m² BVO. Om fietsgebruik aan te moedigen, is het immers van belang dat er voldoende plaatsen beschikbaar zijn om fietsen veilig en comfortabel te stallen. In totaal wordt aan 1565,76 m² kantoorruimte voorzien en is het BVO 1960 m². Dit komt neer op een totaal van 16 fietsparkeerplaatsen voor bezoekers (volgens oppervlakte kantoorruimte) of en een totaal van 20 fietsparkeerplaatsen voor bezoekers (volgens oppervlakte van totale BVO). Op dit ogenblik worden maar 5 bezoekers-fietsenstalplaatsen voorzien aan de Antwerpseweg naast de zijingang van het hoofdgebouw. Dit is ruimschoots te weinig en dient een minimum te hebben van 16-20 fietsparkeerplaatsen voor bezoekers.
Voor gebruikers/werknemers komt dit neer op een totaal van 59 fietsparkeerplaatsen (volgens oppervlakte van totale BVO) of een totaal van 47 fietsparkeerplaatsen (volgens oppervlakte van kantoorruimte). Op dit ogenblik worden 30 staanplaatsen voorzien voor fietsers vlakbij de inkomzone van de personeelsparking, wat te weinig is. Er dient een minimum aantal stalplaatsen te zijn voor gebruikers/werknemers van 47 fietsparkeerplaatsen volgens de oppervlakte van kantoorruimte.
Fietsstalplaatsen hebben een lengte van minimaal 2,00 m en een breedte van 1,00 m. De in- en uitrijruimte achter elke fietsstalplaats heeft een lengte van 1,80 m. Dit is momenteel niet te zien op het plan, dus dat dient ook in detail te worden aangegeven bij de definitieve aanvraag tot omgevingsvergunning.
In elke inpandige fietsenstalling wordt voorzien in elektriciteit voor het opladen van elektrische fietsen en is een hemelwateraansluiting voorzien. Dit dient ook te worden aangegeven bij de definitieve aanvraag.
Voor herbouw of functiewijziging gelden het aantal op eigen terrein te realiseren autoparkeerplaatsen volgens het principe: voor kantoorruimte vanaf 400 m² binnen stedelijk gebied minimaal 0,80 parkeerplaatsen/100 m² BVO en maximaal 1,50 parkeerplaats/100 m² BVO. Wanneer dit uitgeteld wordt komt dit voor dit projectgebied neer op minimaal 16 parkeerplaatsen en maximaal 29 parkeerplaatsen. Er wordt in dit projectgebied voorzien voor 44 parkeerplaatsen, wat ruimschoots de 29 parkeerplaatsen als maximum overschrijdt. Omdat de maximale normen voor parkeerplaatsen worden overschreden, kan gemotiveerd worden dat de perceeleigenaar investeringen doet voor gedeeld gebruik of een financiële compensatie voorlegt voor het mobiliteitsfonds van de Stad Geel. Er worden ook 3 parkeerplaatsen voorzien voor mindervaliden, wat wenselijk is om de toegankelijkheid van het projectgebied te bevorderen. Er moet voor gezorgd worden dat P27 en P23 makkelijk inrijdbaar en uitrijdbaar zijn, zodat deze parkeerplaatsen niet leeg komen te staan omdat ze niet in -of uitrijdbaar zijn.
Sinds 11 maart 2021 gelden nieuwe verplichtingen voor de installatie van oplaadpunten voor elektrische voertuigen op parkeerterreinen van gebouwen. Concreet zijn ze van toepassing op gebouwen waarvoor vanaf 11 maart een omgevingsvergunning wordt aangevraagd voor nieuwbouw of voor een ingrijpende renovatie. Vanaf 2025 komt er ook een verplichting voor de installatie van oplaadpunten op parkeerterreinen van bepaalde bestaande gebouwen. Deze verplichtingen komen er als gevolg van de omzetting van de Europese richtlijn over de energieprestatie van gebouwen. Ze zijn noodzakelijk om de transitie naar zero-emissie-transport te ondersteunen. Parkeerterrein met meer dan 10 parkeerplaatsen:
Deze dienen te worden aangegeven bij de definitieve aanvraag tot omgevingsvergunning.
Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning zal een grondige toetsing gebeuren aan de goede ruimtelijke ordening en kan de vergunningverlenende overheid bijkomende voorwaarden of wijzigingen aan het concept opleggen op basis van de concrete plannen.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
De voorschriften van het PRUP Antwerpseweg dienen te worden toegepast.
Er dient bij de aanvraag tot omgevingsvergunning een duidelijke motivering te worden toegevoegd waaruit blijkt dat het aangevraagde kantoorgebouw kan beschouwd worden als nevenbestemming (dienstverlenend bedrijf) voor de omgeving.
Voor de bouwhoogte van meer dan 10,5 m kan een afwijking worden toegestaan overeenkomstig artikel 4.4.1, §1, lid 1 van de VCRO, mits een duidelijke en gedetailleerde motivering bij de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Alle verharding dient te worden aangelegd in waterdoorlatende materialen.
Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning dient een mobiliteitstoets worden toegevoegd waaruit duidelijk blijkt wat de gevolgen zullen zijn van de bijkomende verkeersbewegingen op de Antwerpseweg.
Minimaal 10% van de niet bebouwde zone moet per perceel verplicht beplant worden. De groenstructuur dient mee de beeldwaarde van het gebouw te ondersteunen. Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning dient hiervoor een duidelijk beplantingsplan te worden toegevoegd. Er mag enkel gebruik gemaakt worden van streekeigen beplanting en de aanplantingen dienen voldoende gevarieerd te zijn.
Alle gebouwen of delen van gebouwen, domeinen en infrastructuren die toegankelijk zijn voor het publiek, of waar personeel tewerk gesteld wordt, moeten toegankelijk zijn voor personen met een verminderde mobiliteit.
Er dient voldaan te worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, die in werking is getreden op 2 oktober 2023.
Alle noodzakelijke maatregelen moeten getroffen worden om negatieve effecten op de waterkwaliteit van oppervlaktewater en grondwater te vermijden.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dd. 23/10/2024 met kenmerk AV/114/2024/00766.
Er wordt geen ontsluiting toegestaan langs de N19 Antwerpseweg.
De site moet volledig ontsluiten langs de gemeenteweg Maal.
Er worden geen constructies toegestaan in de reservatiestrook (ook verhardingen zijn constructies). Er worden ook geen parkeerplaatsen toegestaan in de reservatiestrook.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van de Dienst Integraal Waterbeleid dd. 03/09/2024 met kenmerk WAAD-2024-2517:
De volgende asbesthoudende toepassingen kunnen zelf worden verwijderd of door een aannemer die erkend is om werken onder eenvoudige handelingen uit te voeren, voor zover deze via eenvoudige handelingen (bv. vlot losschroeven) kunnen worden weggenomen:
• hechtgebonden asbest die niet beschadigd is of waarbij er geen vrije vezels zichtbaar zijn en waarbij verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
• hechtgebonden asbest die beschadigd is of waarbij er vrije vezels zichtbaar zijn en die verwerkt is in een buitentoepassing waarbij geen derden aanwezig zijn, voor zover de verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
• asbesthoudend plaatmateriaal, asbestkarton, asbestcement in binnentoepassingen waarbij er geen bevestigingssysteem aanwezig is zoals schroeven, nagels of lijm, voor zover het asbest gefixeerd is en het weggenomen en verpakt wordt zonder gereedschappen te gebruiken voor demontage
• asbesthoudende koorden, dichtingen of pakkingen, remvoeringen en analoge materialen
Alle andere toepassingen mogen enkel verwijderd worden door gespecialiseerde asbestverwijderaars. Een overzicht van de erkende asbestverwijderaars in België vindt u hier: https://werk.belgie.be/nl/erkenningen/erkenning-asbest-bedrijven-erkend-voor-afbraak-verwijderingswerken.
De werken voor het verwijderen van asbest mag geen risico vormen voor je eigen gezondheid of voor de omgeving. Bij het verwijderen van asbesthoudende toepassingen moet u voldoen aan volgende voorwaarden om vezelverspreiding en blootstelling aan asbestvezels te voorkomen:
Behandeling van afval
De asbesthoudende toepassingen worden afzonderlijk opgeslagen en niet gemengd met het andere sloopafval.
Tijdens het vervoer, het laden en het lossen van afvalstoffen die asbestvezels of asbeststof bevatten, deze vezels en stof niet vrijkomen in de lucht en geen vloeistoffen worden verloren die asbestvezels kunnen bevatten.
Afvalstoffen die asbestvezels of -stof bevatten, zodanig worden behandeld, verpakt zijn of afgedekt, met inachtneming van de plaatselijke omstandigheden, dat er geen asbestdeeltjes in het milieu terechtkomen.
Asbestafval wordt afgevoerd naar een erkende stortplaats. U bezorgt de stortattesten binnen de 2 maanden na afbraak van het gebouw aan de milieutoezichthouder van stad Geel via milieu@geel.be.
Voor herbouw of functiewijziging geldt volgend minimaal aantal te realiseren fietsstalplaatsen, naar boven af te ronden: voor kantoren 3 stalplaatsen voor gebruikers/werknemers per 100 m² BVO en voor bezoekers geldt een norm van 1 stalplaats per 100 m² BVO. Om fietsgebruik aan te moedigen, is het immers van belang dat er voldoende plaatsen beschikbaar zijn om fietsen veilig en comfortabel te stallen. In totaal wordt aan 1565,76 m² kantoorruimte voorzien en is het BVO 1960 m². Dit komt neer op een totaal van 16 fietsparkeerplaatsen voor bezoekers (volgens oppervlakte kantoorruimte) of en een totaal van 20 fietsparkeerplaatsen voor bezoekers (volgens oppervlakte van totale BVO). Op dit ogenblik worden maar 5 bezoekers-fietsenstalplaatsen voorzien aan de Antwerpseweg naast de zijingang van het hoofdgebouw. Dit is ruimschoots te weinig en dient een minimum te hebben van 16-20 fietsparkeerplaatsen voor bezoekers.
Voor gebruikers/werknemers komt dit neer op een totaal van 59 fietsparkeerplaatsen (volgens oppervlakte van totale BVO) of een totaal van 47 fietsparkeerplaatsen (volgens oppervlakte van kantoorruimte). Op dit ogenblik worden 30 staanplaatsen voorzien voor fietsers vlakbij de inkomzone van de personeelsparking, wat te weinig is. Er dient een minimum aantal stalplaatsen te zijn voor gebruikers/werknemers van 47 fietsparkeerplaatsen volgens de oppervlakte van kantoorruimte.
Fietsstalplaatsen hebben een lengte van minimaal 2,00 m en een breedte van 1,00 m. De in- en uitrijruimte achter elke fietsstalplaats heeft een lengte van 1,80 m. Dit is momenteel niet te zien op het plan, dus dat dient ook in detail te worden aangegeven bij de definitieve aanvraag tot omgevingsvergunning.
In elke inpandige fietsenstalling wordt voorzien in elektriciteit voor het opladen van elektrische fietsen en is een hemelwateraansluiting voorzien. Dit dient ook te worden aangegeven bij de definitieve aanvraag.
Voor herbouw of functiewijziging gelden het aantal op eigen terrein te realiseren autoparkeerplaatsen volgens het principe: voor kantoorruimte vanaf 400 m² binnen stedelijk gebied minimaal 0,80 parkeerplaatsen/100 m² BVO en maximaal 1,50 parkeerplaats/100 m² BVO. Wanneer dit uitgeteld wordt komt dit voor dit projectgebied neer op minimaal 16 parkeerplaatsen en maximaal 29 parkeerplaatsen. Er wordt in dit projectgebied voorzien voor 44 parkeerplaatsen, wat ruimschoots de 29 parkeerplaatsen als maximum overschrijdt. Omdat de maximale normen voor parkeerplaatsen worden overschreden, kan gemotiveerd worden dat de perceeleigenaar investeringen doet voor gedeeld gebruik of een financiële compensatie voorlegt voor het mobiliteitsfonds van de Stad Geel. Er worden ook 3 parkeerplaatsen voorzien voor mindervaliden, wat wenselijk is om de toegankelijkheid van het projectgebied te bevorderen. Er moet voor gezorgd worden dat P27 en P23 makkelijk inrijdbaar en uitrijdbaar zijn, zodat deze parkeerplaatsen niet leeg komen te staan omdat ze niet in -of uitrijdbaar zijn.
Sinds 11 maart 2021 gelden nieuwe verplichtingen voor de installatie van oplaadpunten voor elektrische voertuigen op parkeerterreinen van gebouwen. Concreet zijn ze van toepassing op gebouwen waarvoor vanaf 11 maart een omgevingsvergunning wordt aangevraagd voor nieuwbouw of voor een ingrijpende renovatie. Vanaf 2025 komt er ook een verplichting voor de installatie van oplaadpunten op parkeerterreinen van bepaalde bestaande gebouwen. Deze verplichtingen komen er als gevolg van de omzetting van de Europese richtlijn over de energieprestatie van gebouwen. Ze zijn noodzakelijk om de transitie naar zero-emissie-transport te ondersteunen. Parkeerterrein met meer dan 10 parkeerplaatsen:
Deze dienen te worden aangegeven bij de definitieve aanvraag tot omgevingsvergunning.
Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning zal een grondige toetsing gebeuren aan de goede ruimtelijke ordening en kan de vergunningverlenende overheid bijkomende voorwaarden of wijzigingen aan het concept opleggen op basis van de concrete plannen.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.