Terug
Gepubliceerd op 01/10/2024

2024_CBS_02437 - Omgevingsvergunning - het slopen van een berging, het regulariseren van een veranda, het bouwen van een carport en het aanleggen van verharding en infiltratievoorziening langs Weverstraat 62 (202400356NV) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 30/09/2024 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Nadine Laeremans; Griet Smaers

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_02437 - Omgevingsvergunning - het slopen van een berging, het regulariseren van een veranda, het bouwen van een carport en het aanleggen van verharding en infiltratievoorziening langs Weverstraat 62 (202400356NV) - Vergunning 2024_CBS_02437 - Omgevingsvergunning - het slopen van een berging, het regulariseren van een veranda, het bouwen van een carport en het aanleggen van verharding en infiltratievoorziening langs Weverstraat 62 (202400356NV) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 5/10/2024

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024098637

Dossiernummer gemeente: 202400356

 

De gemeente Geel heeft op 12 juli 2024 een aanvraag ontvangen voor het slopen van een berging, het regulariseren van een veranda, het bouwen van een carport en het aanleggen van verharding en infiltratievoorziening. De aanvraag werd op 6 augustus 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Roderik-Maximilian Maas wonende Weverstraat 62 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Weverstraat 62

Kadastrale ligging: afdeling 5 sectie N nr. 1104H

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (02428) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 07/08/1961.
  • Milieuvergunning 1993/M3/01221 voor mazouttank - goedgekeurd op 08/08/1994.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft:

Het regulariseren van een veranda aan de achterzijde van de woning,

het aanleggen van een open infiltratievoorziening,

het wijzigen van de riolering door het aansluiten van alle daken op een nieuwe hemelwaterput,

het afbreken van de tuinberging achter de woning,

het bouwen van een carport met lounge

het aanleggen van verhardingen.

 

In de achtertuin bevindt zich een vrijstaande tuinberging. Deze is opgetrokken in snelbouwmetselwerk , deels afgewerkt met gevelpleisterwerk en is voorzien van een golfplaten dak in lichte helling. In deze tuinberging is een garage geïntegreerd. Deze constructie staat op korte afstand achter de woning en is versleten. Dit gebouw wordt afgebroken, inclusief funderingen en aanhorigheden. Dit gebouw kent een oppervlakte van 46,6 m².

 

Aan de achterzijde van de woning staat een veranda. Deze bevindt zich aan de achtergevel van de woning en wordt geregulariseerd. De veranda is afgewerkt met rode gevelsteen, wit houten schrijnwerk, en een dak in polycarbonaat.

 

In de zone voor bijgebouwen, op 27m achter de voorgevelbouwlijn, wordt een carport met lounge voorzien. De totale oppervlakte bedraagt 52,2m².

Dit gebouw wordt langs de rechter perceelgrens geplaatst zodat de bestaande oprit rechts naast de woning in gebruik blijft.

 

De bestaande verharding blijft behouden. Deze blijft functioneel in gebruik als noodzakelijke toegang naar de voordeur, als noodzakelijke oprit naar de carport en als terras achter de woning.

De carport kan niet naast de woning geplaatst worden omdat hierdoor ramen van de woonkamer afgedekt zouden worden. De carport wordt gebouwd in de zone voor bijgebouwen, achter de 17m bouwzone voor het hoofdgebouw en 10m bouwvrije tuinzone.

Om de carport voor 2 auto’s goed bereikbaar te maken wordt een manoeuvreerruimte van 6x6m voorzien voor de carport. De nieuwe te verharden oppervlakte voor de oprit tussen de manoeuvreerruimte en de bestaande oprit wordt beperkt door enkel 2 rijsporen te verharden.

Omdat de auto’s manoeuvreren op de nieuwe buitenverharding wordt deze uitgevoerd in klinkers. Zachtere (semi-verhardingen) zijn niet bestand tegen de draaibewegingen van auto’s.

 

Het hemelwater dat op de woning, de veranda, en de carport terechtkomt, zal worden opgevangen in een nieuwe hemelwaterput met hergebruik. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een bovengrondse infiltratievoorziening. De diepte van de voorziening t.o.v. het maaiveld is 50 cm, en daardoor vergunningsplichtig.

De hemelwaterput wordt ingeplant achter de woning in de zone waar de berging wordt gesloopt. De infiltratievoorziening wordt ingeplant in de voortuin op 8m uit de as van de weg en op 2,40m achter de rooilijn.

Het hemelwater van de verhardingen infiltreert op natuurlijke wijze op het eigen terrein.

 

De bebouwde en verharde oppervlakten:

Vergunde woning: 85,9m²

Voetpad naar voordeur: 18m²

Te regulariseren veranda: 19,6m²

Bestaande oprit en terras: 100m²

Te bouwen carport met lounge / berging: 52,2m²

Nieuwe manoeuvreerruimte voor carport: 36m²

Nieuwe oprit (2 sporen samen): 6,7m²

Totaal: 318,4m²

Het perceel heeft een oppervlakte van 800m².

 

Stedenbouwkundige gegevens:

De vergunde woning is gebouwd op 8m achter de rooilijn. Ze heeft een kroonlijsthoogte van 6,00m en een nokhoogte van 10,70m. De bouwdiepte bedraagt 10,42m. Ze is uitgevoerd in rode gevelsteen en zwarte dakpannen.

De te regulariseren veranda staat tegen de woning en samen hebben ze een bouwdiepte van 12,05m. Deze veranda heeft een kroonlijsthoogte van 2,10m en een nokhoogte van 2,60m. De veranda is uitgevoerd in rode baksteen en houten ramen. Het dak is uitgevoerd in doorzichtige kunststof platen.

De te slopen berging/garage staat op 3,66m achter de veranda. Deze is uitgevoerd in baksteen, de voorgevel en zijgevels zijn bezet met een beige buitenbepleistering. Het dak bestaat uit golfplaten.

De carport wordt ingeplant op 27m achter de voorgevelbouwlijn en heeft een plat dak met een kroonlijsthoogte van 2;80m.

De carport wordt ingeplant op 30cm van de perceelgrens omdat de stal op het aanpalend perceel een dakoversteek heeft op 2,40m die 30cm over de perceelgrens steekt. De carport komt dus tot tegen de dakoversteek van de stal. De carport wordt als een open constructie op kolommen gebouwd zodat deze geen wand heeft langs de perceelgrens. Hierdoor wordt de stal van de buren in feite de zijgevel van de carport.

De lounge is een gesloten ruimte. Deze wordt ingeplant op 2m van de perceelgrens zodat, volgens de beschrijvende nota, tussen de loungeruimte en de stal een ruimte ontstaat die onderhouden kan worden.

 

Op het terrein van de aanvraag staat langs de rechter perceelgrens, ter hoogte van de stal van de buren, een hoge haag van ±80cm breed. Deze haag moet gedeeltelijk verwijderd worden om de carport en de oprit te plaatsen. Deze te verwijderen haag wordt gecompenseerd door het plaatsen van een nieuwe haag langs de linker perceelgrens.

 

  1. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.

Er werd geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

Op 26 september 2024 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein, team Grijs

Advies riolering

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. Volgens plan zitten links op het perceel huisaansluitputjes RWA en DWA .

Er is een bestaande aansluiting aanwezig. Men dient deze bestaande aansluiting op te zoeken en te hergebruiken. Indien er geen huisaansluitputjes DWA en RWA aanwezig zijn, moet men deze zelf plaatsen volgens de richtlijnen beschreven in de voorwaarden.

 

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien voor zowel de bestaande woning als het bijgebouw, wat ook een verplichting is.

Volgens de plannen is er op het perceel reeds een huisaansluiting RWA en DWA aanwezig. Dit op de linkerzijde van het perceel (kijkend naar de woning). De afvoerbuizen worden volgens plan aangesloten op de reeds aanwezige gemengde rioolaansluiting. Dit wordt niet toegestaan. Het regenwater -indien men overloop vanuit wadi wenst- moet verplicht aangesloten worden op de reeds aanwezige aansluiting RWA, het vuilwater op de DWA huisaansluiting.

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men geen gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning. Dit is echter wel aan te raden om geurhinder te vermijden.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 7.500L. Op de put worden alle dakafvoeren (ook deze van de bestaande woning) aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor toiletspoeling, wasmachine en buitenkraan.

 

Infiltratievoorziening

Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening met een volume van 2.673L en een oppervlakte van 12,9m².

Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbare stelsel . Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Advies toegang tot het perceel

In de bestaande toestand is er op openbaar domein een rijweg in asfalt en berm welke over de volledige breedte verhard is (zelfde materialen als private inrit). De private inrit en pad naar de voordeur zijn hierbij doorgetrokken tot tegen de rijweg. Tussen rijweg en (verharde) berm is een goot aanwezig.

Volgens het inplantingsplan wenst men twee verharde toegangen op openbaar domein. De inrit rechts op het perceel met een breedte van +-3m en een toegang naar de voordeur van +-1,10m breed (geen breedtes vermeld op plan. De huidige regelgeving staat voor niet overwelvingen meerdere toegang toe tot maximum van totaal 6m. Huidige aanvraag valt daarbij binnen deze regelgeving en kan worden toegestaan. Indien bij latere weg- en rioleringswerken een gracht getrokken wordt in de berm, zal de regelgeving rond overwelven van grachten toegepast worden en dient mogelijks 1 toegang te verdwijnen.

De (klinker)verharding buiten de 2 toegangen dient te worden verwijderd en moet hersteld worden als grasberm.

Aanpassingen van het openbaar domein mag men niet zelf uitvoeren maar moet men aanvragen bij stad Geel via: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein De kosten zijn volledig ten laste van de aanvrager.

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

 

Het perceel gelegen te Weverstraat 62, Afdeling 5, Sectie N, nr. 1104h stroomt af naar de Wimp, een (on)bevaarbare waterloop (van 2de categorie) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen – Grote Nete. De locatie is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig.

 

Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft het regulariseren van een uitbreiding van een ééngezinswoning (veranda) en het slopen en bouwen van een bijgebouw. Het perceel bevindt zich in een straat met meerdere ééngezinswoningen. De werken zijn inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact

De aanvraag betreft het regulariseren van de uitbreiding van een vergunde ééngezinswoning en het slopen en plaatsen van een bijgebouw. Er worden geen bijkomende mobiliteitsinvloeden verwacht.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De constructies hebben een beperkt bouwvolume en zijn gebouwd in functie van de woning.

 

Visueel-vormelijke elementen

Deze constructies zijn/worden opgericht in klassieke / hedendaagse materialen.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaar werd op 13/08/2024 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen  voor gemene eigendom. Er werd geen bezwaar ingediend.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeelt deze als volgt:

  •  Het advies van Openbaar Domein, team Grijs afgeleverd op 26 september 2024 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

 

De werken dienen uitgevoerd zoals aangeduid op de bouwplannen.

 

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 

Het bestaande vloerpeil dient behouden.

 

Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.

 

De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.

 

De voorwaarden opgelegd door Openbaar Domein, team Grijs dienen te worden nageleefd:

Voorwaarden riolering

Riolering algemeen

  • Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).
  • De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
  • Men dient de bestaande aansluiting op te zoeken en te gebruiken. Indien hierop geen huisaansluitputjes zitten, dient men deze zelf te plaatsen volgens volgende richtlijnen:
    • te plaatsen op privé nabij de rooilijn met onderlinge afstand van min. 0,5m en max. 1m.
    • De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn met voorgevormde vloei.
    • Kleur en afmeting:
      • RWA: grijs met diameter 250mm
      • DWA: roodbruin met diameter 315mm. 
    • Als men geen noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare riolering hoeft men geen huisaansluitputje RWA te plaatsen.
    • Na de putjes moet men het afvalwater en hemelwater samenbrengen via een gemengde aansluiting met opsplitsing
  • De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
  • Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte en ligging van de bestaande aansluiting.
  • Putten  of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
  •  

Hemelwater

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen.
  • De infiltratievoorziening dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

 

Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoeren. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

 

Voorwaarden  toegangen

Er worden 2 toegangen toegestaan met een maximale breedte zoals aangegeven op het vergunde plan (+-1,10 en 3,0m). 

De resterende verharding in de openbare berm (klinkers) wordt niet meer toegestaan en dient vervangen te worden door een grasberm.

Zelf aanpassingen uitvoeren aan het openbaar domein is niet toegestaan. Men dient een aanvraag te doen via: https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. De kosten zijn ten laste van de aanvrager.

 

Deze werken worden uitgevoerd door de stadsdiensten en zijn aan te vragen via: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein De kosten zijn volledig ten laste van de aanvrager.

 

De slopingswerken dienen uitgevoerd overeenkomstig de aanduidingen van het goedgekeurde plan.

 

De nodige veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen.

 

Het gebouw dat wordt gesloopt bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen.  Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.

 

Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.

 

Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn in het gebouw moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.

 

De volgende asbesthoudende toepassingen kunnen zelf worden verwijderd of door een aannemer die erkend is om werken onder eenvoudige handelingen uit te voeren, voor zover deze via eenvoudige handelingen (bv. vlot losschroeven) kunnen worden weggenomen:

                     hechtgebonden asbest die niet beschadigd is of waarbij er geen vrije vezels zichtbaar zijn en waarbij verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand

                     hechtgebonden asbest die beschadigd is of waarbij er vrije vezels zichtbaar zijn en die verwerkt is in een buitentoepassing waarbij geen derden aanwezig zijn, voor zover de verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand

                     asbesthoudend plaatmateriaal, asbestkarton, asbestcement in binnentoepassingen waarbij er geen bevestigingssysteem aanwezig is zoals schroeven, nagels of lijm, voor zover het asbest gefixeerd is en het weggenomen en verpakt wordt zonder gereedschappen te gebruiken voor demontage

                     asbesthoudende koorden, dichtingen of pakkingen, remvoeringen en analoge materialen

Alle andere toepassingen mogen enkel verwijderd worden door gespecialiseerde asbestverwijderaars. Een overzicht van de erkende asbestverwijderaars in België vindt u hier: https://werk.belgie.be/nl/erkenningen/erkenning-asbest-bedrijven-erkend-voor-afbraak-verwijderingswerken.

De werken voor het verwijderen van asbest mag geen risico vormen voor je eigen gezondheid of voor de omgeving. Bij het verwijderen van asbesthoudende toepassingen moet u voldoen aan volgende voorwaarden om vezelverspreiding en blootstelling aan asbestvezels te voorkomen:

  • Voor persoonlijke bescherming tegen blootstelling wordt gebruik gemaakt van een stofmasker type P3 of gelijkwaardig stofmasker.
  • bevochtigen of fixeren van het materiaal
  • de elementen één voor één verwijderen, bij voorkeur manueel, gebruik makend van handwerktuigen of in laatste instantie traagdraaiend gereedschap. Het gebruik van mechanische werktuigen met grote snelheid (schuurschijven, slijpmachines, boormachines, e.d.), hogewaterdrukreinigers en luchtcompressoren, voor het bewerken, snijden of schoonmaken van objecten of ondergronden in asbesthoudend materiaal, objecten of ondergronden bekleed met asbesthoudend materiaal of voor het verwijderen van asbest is verboden
  • de materialen niet gooien, je moet ze rustig neerleggen.
  • de materialen niet breken
  • de materialen opslaan in gesloten verpakking
  • bij de werkzaamheden mogen geen minderjarigen aanwezig zijn.

 

Behandeling van afval

De asbesthoudende toepassingen worden afzonderlijk opgeslagen en niet gemengd met het andere sloopafval.

Tijdens het vervoer, het laden en het lossen van afvalstoffen die asbestvezels of asbeststof bevatten, deze vezels en stof niet vrijkomen in de lucht en geen vloeistoffen worden verloren die asbestvezels kunnen bevatten.

Afvalstoffen die asbestvezels of -stof bevatten, zodanig worden behandeld, verpakt zijn of afgedekt, met inachtneming van de plaatselijke omstandigheden, dat er geen asbestdeeltjes in het milieu terechtkomen.

Asbestafval wordt afgevoerd naar een erkende stortplaats. U bezorgt de stortattesten binnen de 2 maanden na afbraak van het gebouw aan de milieutoezichthouder van stad Geel via milieu@geel.be.

 

Hinder naar de buurt moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De verantwoordelijke neemt maatregelen ter voorkoming van hinder in de omgeving ten gevolge van o.a. stof, geluid, geur, water, afval,... Ten allen tijde worden de werken uitgevoerd in overstemming met de van toepassing zijnde voorwaarden uit VLAREM II en de politiecodex.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

De werken dienen uitgevoerd zoals aangeduid op de bouwplannen.

 

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
 Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 

Het bestaande vloerpeil dient behouden.

 

Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.

 

De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.

 

De voorwaarden opgelegd door Openbaar Domein, team Grijs dienen te worden nageleefd: 

Voorwaarden riolering

Riolering algemeen

  • Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).
  • De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
  • Men dient de bestaande aansluiting op te zoeken en te gebruiken. Indien hierop geen huisaansluitputjes zitten, dient men deze zelf te plaatsen volgens volgende richtlijnen:
    1. te plaatsen op privé nabij de rooilijn met onderlinge afstand van min. 0,5m en max. 1m.
    2. De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn met voorgevormde vloei.
    3. Kleur en afmeting:
      • RWA: grijs met diameter 250mm
      • DWA: roodbruin met diameter 315mm.  
    4. Als men geen noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare riolering hoeft men geen huisaansluitputje RWA te plaatsen.
    5. Na de putjes moet men het afvalwater en hemelwater samenbrengen via een gemengde aansluiting met opsplitsing
  • De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
  • Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte en ligging van de bestaande aansluiting.
  • Putten  of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

 

Hemelwater

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen.
  • De infiltratievoorziening dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

 

Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoeren. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

 

Voorwaarden  toegangen

Er worden 2 toegangen toegestaan met een maximale breedte zoals aangegeven op het vergunde plan (+-1,10 en 3,0m).  

De resterende verharding in de openbare berm (klinkers) wordt niet meer toegestaan en dient vervangen te worden door een grasberm.

Zelf aanpassingen uitvoeren aan het openbaar domein is niet toegestaan. Men dient een aanvraag te doen via: https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. De kosten zijn ten laste van de aanvrager.

 

Deze werken worden uitgevoerd door de stadsdiensten en zijn aan te vragen via: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein De kosten zijn volledig ten laste van de aanvrager.

 

De slopingswerken dienen uitgevoerd overeenkomstig de aanduidingen van het goedgekeurde plan.

 

De nodige veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen.

 

Het gebouw dat wordt gesloopt bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen.  Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.

 

Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.

 

Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn in het gebouw moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.

 

De volgende asbesthoudende toepassingen kunnen zelf worden verwijderd of door een aannemer die erkend is om werken onder eenvoudige handelingen uit te voeren, voor zover deze via eenvoudige handelingen (bv. vlot losschroeven) kunnen worden weggenomen:

  • hechtgebonden asbest die niet beschadigd is of waarbij er geen vrije vezels zichtbaar zijn en waarbij verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
  • hechtgebonden asbest die beschadigd is of waarbij er vrije vezels zichtbaar zijn en die verwerkt is in een buitentoepassing waarbij geen derden aanwezig zijn, voor zover de verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
  • asbesthoudend plaatmateriaal, asbestkarton, asbestcement in binnentoepassingen waarbij er geen bevestigingssysteem aanwezig is zoals schroeven, nagels of lijm, voor zover het asbest gefixeerd is en het weggenomen en verpakt wordt zonder gereedschappen te gebruiken voor demontage
  • asbesthoudende koorden, dichtingen of pakkingen, remvoeringen en analoge materialen

Alle andere toepassingen mogen enkel verwijderd worden door gespecialiseerde asbestverwijderaars. Een overzicht van de erkende asbestverwijderaars in België vindt u hier: https://werk.belgie.be/nl/erkenningen/erkenning-asbest-bedrijven-erkend-voor-afbraak-verwijderingswerken.

De werken voor het verwijderen van asbest mag geen risico vormen voor je eigen gezondheid of voor de omgeving. Bij het verwijderen van asbesthoudende toepassingen moet u voldoen aan volgende voorwaarden om vezelverspreiding en blootstelling aan asbestvezels te voorkomen:

  • Voor persoonlijke bescherming tegen blootstelling wordt gebruik gemaakt van een stofmasker type P3 of gelijkwaardig stofmasker.
  • bevochtigen of fixeren van het materiaal
  • de elementen één voor één verwijderen, bij voorkeur manueel, gebruik makend van handwerktuigen of in laatste instantie traagdraaiend gereedschap. Het gebruik van mechanische werktuigen met grote snelheid (schuurschijven, slijpmachines, boormachines, e.d.), hogewaterdrukreinigers en luchtcompressoren, voor het bewerken, snijden of schoonmaken van objecten of ondergronden in asbesthoudend materiaal, objecten of ondergronden bekleed met asbesthoudend materiaal of voor het verwijderen van asbest is verboden
  • de materialen niet gooien, je moet ze rustig neerleggen.
  • de materialen niet breken
  • de materialen opslaan in gesloten verpakking
  • bij de werkzaamheden mogen geen minderjarigen aanwezig zijn.

 

Behandeling van afval

De asbesthoudende toepassingen worden afzonderlijk opgeslagen en niet gemengd met het andere sloopafval. 

Tijdens het vervoer, het laden en het lossen van afvalstoffen die asbestvezels of asbeststof bevatten, deze vezels en stof niet vrijkomen in de lucht en geen vloeistoffen worden verloren die asbestvezels kunnen bevatten.

Afvalstoffen die asbestvezels of -stof bevatten, zodanig worden behandeld, verpakt zijn of afgedekt, met inachtneming van de plaatselijke omstandigheden, dat er geen asbestdeeltjes in het milieu terechtkomen.

Asbestafval wordt afgevoerd naar een erkende stortplaats. U bezorgt de stortattesten binnen de 2 maanden na afbraak van het gebouw aan de milieutoezichthouder van stad Geel via milieu@geel.be.

 

Hinder naar de buurt moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De verantwoordelijke neemt maatregelen ter voorkoming van hinder in de omgeving ten gevolge van o.a. stof, geluid, geur, water, afval,... Ten allen tijde worden de werken uitgevoerd in overstemming met de van toepassing zijnde voorwaarden uit VLAREM II en de politiecodex.