Terug
Gepubliceerd op 23/01/2024

2024_CBS_00127 - Omgevingsvergunning - Bouwen van een woning te Retieseweg 140 (202300508 swa) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 22/01/2024 - 12:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Marlon Pareijn; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Tom Corstjens; Pieter Cowé

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_00127 - Omgevingsvergunning - Bouwen van een woning te Retieseweg 140 (202300508 swa) - Vergunning 2024_CBS_00127 - Omgevingsvergunning - Bouwen van een woning te Retieseweg 140 (202300508 swa) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

 Uiterste beslissingsdatum: 28/01/2024

 


Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023146415

Dossiernummer gemeente: 202300508

 

De gemeente Geel heeft op 7 november 2023 een aanvraag ontvangen voor bouwen van een woning. De aanvraag werd op 29 november 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Christiaan Wilms wonende Meirenstraat 84 te 2250 Olen en Kato Wittebrood wonende Meirenstraat 84 te 2250 Olen

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Retieseweg 142

Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie A nr. 902A10

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in: 

woongebied met landelijk karakter

de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009 gelegen in ‘overdruk zonevreemde woningen II’.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan, doch is dit plan niet van toepassing. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan Herentals-Mol en de voorschriften van de goedgekeurde verkaveling.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend: 

  • Omgevingsvergunning 202100624/OMV_2021143585 voor het uitvoeren van rioleringswerken goedgekeurd op 19/02/2022.
  • Verkavelingsvergunning (1832 B) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 05/04/2004.
  • Verkavelingsvergunning (1832) voor nieuwe verkaveling - geweigerd op 18/08/2003.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het perceel is gelegen langs de Retieseweg, een gewestweg. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door lintbebouwing in voornamelijk open bouworde met residentiële functie. Het rechtse, aangrenzende perceel is bebouwd. Het linkse, aangrenzende perceel is bebost. 

Huidige aanvraag beoogt het bouwen van een ééngezinswoning. De woning wordt ingeplant op 8 meter van de rooilijn. De afstand tot de linkse perceelsgrens bedraagt 3 meter. De afstand tot de rechtse perceelsgrens bedraagt 8,14 meter. De woning heeft een bouwbreedte van 11 meter. De bouwdiepte bedraagt 8 meter. De kroonlijsthoogte varieert tussen 4,8 meter en 5,8 meter. De woning wordt voorzien van een zadeldak met een hellingsgraad van 45°.

Op het gelijkvloers beschikt de woning over een inkomhal met toilet, een zitruimte, een leefkeuken en een bergruimte. Op verdieping worden 3 slaapkamers voorzien, waarvan 1 met dressing, een nachthal, een bureau en een badkamer. De woning wordt voorzien van een zolderruimte en een kruipkelder.

Het perceel wordt gedeeltelijk opgehoogd over een lengte van 31 meter. De ophoging bedraagt maximaal 95 centimeter. Door deze ophoging sluit het perceel voor wat betreft het terreinniveau aan bij de rechter gebuur.

Achter de woning wordt een terras van 14,55m² aangelegd. Rechts van de woning wordt een inrit voorzien van 3,5 meter breed, vanaf de rooilijn tot op 2 meter van de achtergevel. Haaks op deze inrit wordt een voetpad tot aan de voordeur voorzien van 1 meter breed.

 

 

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 12 december 2023 werd het advies ontvangen van het Agentschap Wegen en Verkeer met als referentie AV/114/2023/01089, als volgt geformuleerd:

 

INLICHTINGEN EN BEPERKINGEN 

Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N1180002 van 4.6 +13 tot 4.6 +37): 

  • de rooilijn ligt op 13 meter volgens plan C/8153 – KB 10/04/1978. 
  • de zone van achteruitbouw bedraagt 8 meter. 
  • de minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 21 meter.

BESLUIT 

Het Agentschap Wegen en Verkeer adviseert GUNSTIG betreffende de voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met hoger vermelde inlichtingen en beperkingen. 

Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de hierna omschreven aandachtspunten.

 

Op 7 december 2023 werd het advies ontvangen van Agentschap voor Natuur en Bos met als referentie 23-219185, als volgt geformuleerd:

 

BETREFT:

Aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie van een ingedeelde inrichting.

Onderwerp

Bouwen van een vrijstaande eengezinswoning

Datum van ontvangst

30-11-2023

Aanvrager(s)

Naam Christiaan Wilms en Kato Wittebrood

Adres Meirenstraat 84

2250 Olen

Situering totale aanvraag

Geel: 13372A0902/00A010

Situering ontbossing

Geel: 13372A0902/00A010

Ruimtelijke bestemming

woongebieden met landelijk karakter,agrarische gebieden

Beschermingsstatus

Niet in VEN, habitatrichtlijn- of vogelrichtlijngebied gelegen.

Biologische waarderingskaart

ua + ur,hx + bs + kbb + kbq + kbp

Rechtsgrond

Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving:

Artikel 35. § 4 Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Artikel 90 bis Bosdecreet van 13 juni 1990 (in het kader van ontbossing).

Bespreking aanvraag

De aanvraag omvat het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning op een gedeeltelijk bebost perceel.

Het perceel heeft als ruimtelijke bestemming woongebied met landelijk karakter en een gedeelte agrarisch gebied.

Het gedeelte met ruimtelijke bestemming agrarisch gebied is niet bebost, daarentegen is aan de hand van de luchtfoto’s te zien dat het gedeelte met ruimtelijke bestemming woongebied met landelijk karakter gebieden er spontane bebossing optreedt sinds ongeveer 2015.

Voor de bouw van de een vrijstaande eengezinswoning is een ontbossing noodzakelijk.

Het is voldoende duidelijk dat dit eventuele jonge bos spontaan ontstaan is, minder dan 22 jaar geleden. 

Daarom is het vrijgesteld van boscompensatie (Bosdecreet, art. 90bis, §7).

Bespreking boscompensatievoorstel

Op dit moment geldt er geen boscompensatieplicht op dit perceel (zie hierboven).

Conclusie

Op basis van bovenstaande uiteenzetting stelt het Agentschap voor Natuur en Bos vast dat de bestaande natuurwaarden niet worden geschaad. De aanvraag wordt gunstig geadviseerd.

Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing: 

Artikel 90 bis Decreet Bosdecreet van 13.06.1990 

Artikel 2 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing  en ontheffing van het verbod op ontbossing van 16.02.2001

 

Op 28 december 2023 werd het advies ontvangen van de stadsdienst Openbaar Domein, als volgt geformuleerd:

 

Advies riolering

Zonering – aansluiting 

Het perceel is volgens de zoneringsplannen nog gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Recent werden er echter rioleringswerken uitgevoerd waardoor deze zone kan beschouwd worden als collectief geoptimaliseerd buitengebied. Bij de werken is er een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd op openbaar domein, meer bepaald riolering voor het afvalwater en grachten voor het hemelwater. 

Op het perceel is een huisaansluitputje DWA voorzien dat men moet gebruiken. Dit bevindt zich op +/- 19m van de perceelsgrens met huisnr. 142A. Als men toch een overloop zou voorzien vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare gracht dan mag men dit zelf aansluiten op deze gracht, liefst nabij het huisaansluitputje DWA.

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is. 

Op het plan staan geen diameters opgegeven van de afvoerbuizen. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm).

De afvoerbuis van het afvalwater wordt volgens plan aangesloten op het aanwezige nieuwe huisaansluitputje DWA.

De putten, septische put en hemelwaterput, plaatst men achter de bouwlijn zoals vereist bij Gewestwegen.

Huishoudelijk  afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden. Men mag, zoals op plan is voorzien, een septische put plaatsen. Dit is echter niet verplicht. Op de septische put mag enkel het fecale water aangesloten worden, het grijs water moet rechtstreeks naar de riolering gaan.

Als men toch beslist geen septische put te plaatsen dan adviseren we om het fecaal afvalwater gescheiden te houden van het grijs afvalwater (afkomstig van douche, lavabo, ...) tot buiten de woning. Het is daarbij aangewezen een sifonput te voorzien op het grijswater alvorens het grijs en fecale water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater 2023 is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. 

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 5000 L wat voldoet. Op de put worden alle dakafvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor spoeling van alle toiletten, voor een wasmachine, een buitenkraan (tuin) en dienstkraan (poetswater). Deze aftappunten voldoen aan de vereiste van de verordening. De overloop wordt aangesloten op een infiltratievoorziening, type wadi.

Infiltratievoorziening

Men voorziet een infiltratievoorziening, type wadi, met een volume van 1680 L en een oppervlakte van 8,444 m² wat voldoet zowel qua dimensionering als qua type. De diepte van de wadi bedraagt 50 cm. De bodem mag meegerekend worden als infiltratieoppervlakte. 

Waterdoorlatende verhardingen moeten niet mee gerekend worden in de berekening. De waterdoorlatende verharding moet dan voldoen aan de eisen van de verordening.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar een lager gelegen niveau op eigen terrein achteraan het perceel wat een gunstig principe is.

Advies toegang tot het perceel

Huidige situatie

In de bestaande situatie is er ter hoogte van het perceel een open baangracht. Bij de recente weg- en rioleringswerken werd bij dit perceel nog geen toegang met overwelving voorzien. 

Aanvraag

Volgens het inplantingsplan wenst men een overwelving met een breedte van 4m van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur gemeten. De nuttige breedte bedraagt 3m50.

Advies en voorwaarden

Volgens het Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen mag er per perceel slechts 1 overwelving worden voorzien met een maximale breedte van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur). Dit mag ook minder zijn zoals aangegeven in het dossier.

  • Van de maximale breedte van 5m kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat een bredere overwelving nodig is voor andere voertuigen dan personenwagens en lichte bestelwagens.
    1. Dit is niet van toepassing.
  • Van het aantal overwelvingen kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat er meer dan één overwelving nodig is in functie van de toegankelijkheid.
    1. Dit is niet van toepassing.

Tussen het fietspad en de rijweg is er een berm die ook zal verhard moeten worden in functie van de toegankelijkheid. Gezien de gevraagde breedte van 4m van de overwelving, kan de berm tussen het fietspad en de rijweg voor dezelfde breedte worden verhard.

Besluit

Er wordt één overwelving toegestaan met een breedte van 4m, gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur, zoals in het dossier aangegeven. Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen. 

Er wordt een verharde toegang tussen fietspad en rijweg toegestaan met een breedte van 4m.

Tijdelijke overwelving – definitieve overwelving

Men mag zelf een tijdelijke overwelving voorzien tijdens de bouwwerken onder volgende voorwaarden:

  • Men mag een oprit voorzien van max. 5m waarbij de gracht wordt ingebuisd met een buis in pvc-materiaal met minstens een diameter van 200mm. Belangrijk is dat de buis op de bodem van de gracht gelegd wordt zodat de vloei van de gracht gegarandeerd is.
  • De toegang mag niet uitgevoerd worden in niet-vastliggende materialen zoals steenslag, siergrind of dolomiet.
  • Men mag het profiel van de gracht niet wijzigen.
  • Men staat in voor een goede en vlotte waterafvoer.
  • Men moet ervoor zorgen dat de (verkeers)veiligheid altijd gegarandeerd blijft.
  • Na de bouwwerken verwijdert men de tijdelijke overwelving zelf en herstelt men alles in oorspronkelijke staat.
  • Bij plaatsing en verwijdering van de tijdelijke overwelving verwittigt men de dienst Openbaar domein via openbaardomein@geel.be

Voor de plaatsing van de definitieve overwelving én het verharden van de berm tussen fietspad en rijweg moet men een aanvraag doen: 

  • Dit kan via de website van stad Geel: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein
  • Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer. 
  • De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.

Technische Fiche Overwelving

De overwelving:

  • De overwelving wordt gebouwd van geprefabriceerde betonbuizen
  • De dikwandige betonbuizen, BENOR – gekeurd, hebben een doorlaatopening van min. 0,40m.
  • Ze moeten worden geplaatst op een fundering van schraal beton met een dikte van 0,20m.
  • Ter hoogte van de kopmuur wordt de fundering aangelegd met een dikte van 0,30m. 
  • De lengte bedraagt max. 5m
  • De sleuf wordt aangevuld met goede aanvulgrond of zand indien er geen verharding boven op komt.
  • De vloer of de bodem moet aangelegd worden in overeenstemming met de bodem van de gracht, zodat het water voortdurend kan wegvloeien.

De kopmuren:

De kopmuren kunnen aangelegd worden:

  • In baksteenmetselwerk (dikte 0,30 m.) De dagzijden worden ingevoegd en alle metselwerk in contact met de grond wordt voorzien van cementering (dikte 1 cm.)   Het geheel wordt afgedekt met dekstukken in gladde beton of met een rollaag uit metselwerk. 
  • Of in geprefabriceerd gewapend beton.

Verharding boven de ondergrondse constructie:

  • De betonbuizen zullen omhuld worden met een laag zandcement
  • De verharding wordt volgens volgende opbouw uitgevoerd:
    1. Fundering: 15cm steenslag 22/40 
    2. Tussenlaag (bed): 5 cm zandcement 
    3. Verharding: betonstraatstenen. Deze betonstraatstenen zijn niet gekleurd (= betonkleur) met afmeting 22cm op 11cm of 22cm op 22cm. 
    4. Voegvulling: zand

Hellingspercentage:

Het hellingspercentage van de oprit bedraagt min. 0,02 m en max. 0,04 m per meter in de richting van de as van de weg. 

Goot:

Er zal steeds een goot voorzien worden tussen oprit en rijweg/fietspad/voetpad.

Voorwaarden

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe aanwezige huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.

Putten moeten achter de bouwlijn geplaatst worden.

Op de niet-verplichte septische put mag enkel het fecaal water worden aangesloten.

Men   is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. 
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. 
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen waarvan de diepte max. 50 cm is.
  • Het infiltratievolume dient minimum 1640 L te bedragen. 
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum3,976 m² te bedragen. 

Waterdoorlatende verharding moet voldoen aan de eisen van de GSV hemelwater.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Er wordt één overwelving toegestaan met een breedte van 4m, gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur, zoals in het dossier aangegeven. Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen. 

Er wordt een verharde toegang tussen fietspad en rijweg toegestaan met een breedte van 4m.

Men mag zelf een tijdelijke overwelving voorzien tijdens de bouwwerken onder voorwaarden beschreven in het advies. 

Voor de plaatsing van de definitieve overwelving én het verharden van de berm tussen fietspad en rijweg moet men een aanvraag doen: 

* Dit kan via de website van stad Geel.

* Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer volgens de technische fiche beschreven in het advies.

* De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.

Opmerkingen

Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoeren. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

Een septische put is niet verplicht maar wordt wel toegestaan voor enkel fecaal water. Als men beslist geen septische put te plaatsen dan adviseren we om het fecaal afvalwater gescheiden te houden van het grijs afvalwater (afkomstig van douche, lavabo, ...) tot buiten de woning. Het is daarbij aangewezen een sifonput te voorzien op het grijswater alvorens het grijs en fecale water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.

 

  1. Project-MER

Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

Het perceel is volgens het gewestplan Herentals-Mol gelegen binnen de zonering 'woongebied met landelijk karakter' en 'agrarisch gebied'. De aanvraag voldoet aan de voorschriften van het gewestplan.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gewestweg.

Het Agentschap Wegen en Verkeer heeft een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 gecoördineerd op 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31 oktober 2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan. 

Het perceel gelegen te Geel, Afdeling 2, Sectie A, nr. 902A10 stroomt af naar de Dalemansloop, een (on)bevaarbare waterloop (van categorie II) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen Kleine Nete.

De aanvraag is niet gelegen in signaalgebied

Het project voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening. 

De aanvraag is volgens de watertoetskaart niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied (8/03/2023) pluviaal en fluviaal. 

3. VERENIGBAARHEID MET HET WATERSYSTEEM 

Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid. 

Conclusie: 

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.

 

Natuurtoets

Er werd een gunstig advies afgeleverd door het Agentschap voor Natuur en Bos.

De aanvraag doorstaat de natuurtoets.

 

Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

Toegankelijkheid

Het gebouw is niet toegankelijk voor publiek waardoor niet voldaan dient te worden aan voorzieningen om de integrale toegankelijkheid te bereiken.

 

Scheidingsmuren

De aanvraag heeft geen betrekking op de oprichting, uitbreiding, afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

 

Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft een ééngezinswoning die opgericht wordt in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar. 

 

Mobiliteitsimpact

Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt. 

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De woning heeft een beperkt bouwvolume.

De woning wordt ingeplant op 8 meter van de rooilijn. De afstand tot de linkse perceelsgrens bedraagt 3 meter. De afstand tot de rechtse perceelsgrens bedraagt 8,14 meter. De woning heeft een bouwbreedte van 11 meter. De bouwdiepte bedraagt 8 meter. De kroonlijsthoogte varieert tussen 4,8 meter en 5,8 meter. De woning wordt voorzien van een zadeldak met een hellingsgraad van 45°.

De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid zijn van een aanvaardbaar niveau.

 

Visueel-vormelijke elementen

Er wordt gebruik gemaakt van duurzame, kwaliteitsvolle materialen. Het ontwerp is architectonisch verantwoord en past binnen de onmiddellijke omgeving.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden. 

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Agentschap Wegen en Verkeer, afgeleverd op 12 december 2023 is voorwaardelijk gunstig.

Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de aandachtspunten omschreven in het advies.

 

Conclusie

Er wordt een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd.

 

Voorwaarden

Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de aandachtspunten omschreven in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer, met als referentie AV/114/2023/01089.

Voorwaarden Openbaar Domein

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe aanwezige huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.

Putten moeten achter de bouwlijn geplaatst worden.

Op de niet-verplichte septische put mag enkel het fecaal water worden aangesloten.

Men  is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

* De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

* Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. 

* Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.

* De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. 

* De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

* Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen waarvan de diepte max. 50 cm is.

* Het infiltratievolume dient minimum 1640 L te bedragen. 

* De infiltratieoppervlakte dient minimum3,976 m² te bedragen. 

Waterdoorlatende verharding moet voldoen aan de eisen van de GSV hemelwater.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Er wordt één overwelving toegestaan met een breedte van 4m, gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur, zoals in het dossier aangegeven. Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen. 

Er wordt een verharde toegang tussen fietspad en rijweg toegestaan met een breedte van 4m.

Men mag zelf een tijdelijke overwelving voorzien tijdens de bouwwerken onder voorwaarden beschreven in het advies. 

Voor de plaatsing van de definitieve overwelving én het verharden van de berm tussen fietspad en rijweg moet men een aanvraag doen: 

* Dit kan via de website van stad Geel.

* Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer volgens de technische fiche beschreven in het advies.

* De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.

 

Lasten

Niet van toepassing

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

Voorwaarden

Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de aandachtspunten omschreven in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer, met als referentie AV/114/2023/01089.

Voorwaarden Openbaar Domein

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe aanwezige huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.

Putten moeten achter de bouwlijn geplaatst worden.

Op de niet-verplichte septische put mag enkel het fecaal water worden aangesloten.

Men  is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. 
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. 
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen waarvan de diepte max. 50 cm is.
  • Het infiltratievolume dient minimum 1640 L te bedragen. 
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum3,976 m² te bedragen. 

Waterdoorlatende verharding moet voldoen aan de eisen van de GSV hemelwater.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Er wordt één overwelving toegestaan met een breedte van 4m, gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur, zoals in het dossier aangegeven. Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen. 

Er wordt een verharde toegang tussen fietspad en rijweg toegestaan met een breedte van 4m.

Men mag zelf een tijdelijke overwelving voorzien tijdens de bouwwerken onder voorwaarden beschreven in het advies. 

Voor de plaatsing van de definitieve overwelving én het verharden van de berm tussen fietspad en rijweg moet men een aanvraag doen: 

  • Dit kan via de website van stad Geel.
  • Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer volgens de technische fiche beschreven in het advies.
  • De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.