Terug
Gepubliceerd op 30/04/2024

2024_CBS_01168 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een horecapand met woning en het aanpassen van de overwelving langs Winkelomseheide 264 (202300596JH) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 29/04/2024 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Griet Smaers; Bart Julliams

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_01168 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een horecapand met woning en het aanpassen van de overwelving langs Winkelomseheide 264 (202300596JH) - Vergunning 2024_CBS_01168 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een horecapand met woning en het aanpassen van de overwelving langs Winkelomseheide 264 (202300596JH) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 29/04/2024 (bindende eindtermijn)

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023166914

Dossiernummer gemeente: 202300596

 

De gemeente Geel heeft op 18 december 2023 een aanvraag ontvangen voor het verbouwen van een horecapand met woning en het aanpassen van de overwelving. De aanvraag werd op 17 januari 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Danny Van Herck wonende Winkelomseheide 264 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Winkelomseheide 264

Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie K nr. 778E8

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied met landelijk karakter

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De verkaveling werd gewijzigd bij de besluiten van 08/09/2003 (verkaveling 0039) Deze verkaveling is voor het terrein van de aanvraag niet vervallen.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de verkaveling.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

Art. 4.3.1§1 en 4.4.1§2 van de codextrein stellen dat verkavelingsvoorschriften van verkavelingen ouder dan 15 jaar, geen weigeringsgrond meer zijn voor aanvragen voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen. Er dient hiervoor wel een openbaar onderzoek te worden gehouden.

Het verbouwen van een horecapand met woning kan worden toegestaan omwille van volgende redenen:

De aanvraag is gesitueerd in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 08/09/2003.

Art. 4.3.1§1 en 4.4.1§2 van de codextrein stellen dat verkavelingsvoorschriften van verkavelingen ouder dan 15 jaar, geen weigeringsgrond meer zijn voor aanvragen voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

Wanneer men de voorschriften van een verkaveling niet wenst te volgen, geldt de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening. Als volgens de goede ruimtelijke ordening het verbouwen van een horecapand met woonst stedenbouwkundig aanvaardbaar is, kan hiervoor een omgevingsvergunning worden verleend mits toepassing van art. 4.3.1§1. Er is hier geen bijstelling van verkaveling voor nodig. 

Er moet gewoon een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd worden, zonder dat een afwijking gevraagd moet worden en zonder dat er eerst een bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden moet verleend worden.

 

Gelet op bovenstaande redenen en de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening, kan het verbouwen van een horecapand met woonst aanvaard worden.

 

 

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (2002/00070) voor het regulariseren van de uitbreiding van café en woning - geweigerd op 08/11/2002.
  • Stedenbouwkundige vergunning (03264) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 21/09/1964.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2003/00453) voor het uitbreiden van café en verbouwen van een woning - goedgekeurd op 24/11/2003.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2016/00386) voor verbouwen van een horecazaak - goedgekeurd op 02/05/2017.
  • Verkavelingsvergunning (0039) voor wijziging vergunde verkaveling - goedgekeurd op 08/09/2003.
  • Milieuvergunning 2003/M3/03496 voor mazouttank - goedgekeurd op 27/09/2004.
  • Milieuvergunning 2002/M3/03288 voor mazouttank - goedgekeurd op 16/12/2002.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het verbouwen van een horecapand met woning en het aanpassen van de overwelving.

Het project omvat het verbouwen van een bestaand pand waarbij het hellend dakgedeelte wordt vernieuwd en er een nieuw bouwvolume rechts tegenaan wordt voorzien. Gezien het feit dat het een bestaande toestand betreft, zal deze vernieuwde toestand voor een deel afwijken van de vooropgestelde verkavelingsvoorschriften. 

De nieuwe toestand van het gebouw wordt aan de linkerzijde behouden tot op meer dan 6m van de zijdelingse perceelsgrens. Aan de rechterzijde wordt hier van afgeweken en is dit herleidt tot + 5m09 vanaf de rechtse perceeslgrens. De bouwhoogte van 7m36 en de kroonlijsthoogte van 3m75 blijft behouden.

De voorzijde van het gebouw zal voorzien worden van een nieuwe gevelbekleding waardoor de voorgevelbouwlijn een 8cm naar voren zal schuiven. De bouwdiepte vergroot hierbij dus van 12m38 naar een totale bouwdiepte van 12m46.

Volgens de huidige bestaande toestand zijn er 2 aparte grachtoverwelvingen voorzien die toegang verschaffen tot het perceel. Er wordt echter slechts 1 zone tot het perceel toegelaten met een maximale breedte van 4m50. Daarom wordt de bestaande grachtoverwelving aan de linkerzijde van het perceel weggenomen. De grachtoverwelving aan de rechterzijde van het perceel wordt grotendeels behouden. Het deel aan de rechterpost wordt dan afgebroken of verplaatst en de linkerpost wordt dan behouden. Zodoende wordt er een nieuwe inrit bekomen met een grachtoverwelving van max. 4m50 breed.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 27 januari 2024 t.e.m. 25 februari 2024. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 1 februari 2024 werd het advies ontvangen van Fluvius

Op deze locatie kan er maximum  22,2 + 55 kVA geleverd worden via het bestaande laagspanningsnet. Als het gevraagde vermogen boven de maximumwaarde ligt, dient er een netuitbreiding uitgevoerd worden. Het maximaal vermogen is dan beperkt tot samen 100 KVA . Nog grotere vermogens vereisen een eigen middenspanningscabine. 

Hierbij wordt een gunstig advies met voorwaarden verleend. Dit advies blijft 1 jaar geldig.

 

 

Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

Op 21 februari 2024 werd het advies ontvangen van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel)

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 7 maart 2024 werd het advies ontvangen van Agentschap Wegen en Verkeer

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 19 april 2024 werd het advies ontvangen van Team Grijs van stad Geel

Advies riolering

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is ter hoogte van het perceel op het openbaar domein een open gracht, een afvalwaterleiding en een regenwaterleiding. Deze leidingen komen nog uit in de Hezemeerloop. Het afvalwater gaat dus nog niet naar een zuiveringsstation. Dit betekent dat al het afvalwater, zowel fecaal als grijs water, moet worden voorbehandeld.

Op het perceel zijn er twee afvalwateraansluitingen met huisaansluitputjes voorzien.

  • Er zou een aansluiting uiterst links aanwezig zijn. Het huisaansluitputje zou zich links van de linker overwelving moeten bevinden.
  • En er zou een aansluiting aan de rechterzijde zijn. Het huisaansluitputje zou zich achter de verharding van de rechter overwelving op privé moeten bevinden.
  • Men dient één van deze aansluitingen te gebruiken.
  • Men moet rekening houden met de diepte van deze aansluitingen bij aanleg van de private riolering.

De overloop vanuit de infiltratievoorziening mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht zonder huisaansluitputje.

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is bij een grondige verbouwing.

Op het plan staan geen diameters opgegeven van de afvoerbuizen. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm).

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten het pand wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Aangezien er nog geen openbaar rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt en men dus zal lozen op  de gracht, zal er een septische put moeten worden geplaatst waar zowel het fecaal als grijs water worden op aangesloten. Volgens het funderingsplan worden er 2 septische putten voorzien. Op de eerste put wordt het fecaal water aangesloten. De overloop van deze put gaat naar een tweede septische put waar ook het grijs water op toekomt. De putten hebben elk een volume van 5000 L. Men heeft een berekening toegevoegd die staaft dat deze volumes voldoen.

Als er in de toekomst riolering wordt aangelegd, zal het grijs water van de septische put moeten worden afgekoppeld. Het is aangewezen hiermee rekening te houden bij de aanleg van de private riolering. Men kan al een wachtbuis voorzien zodat men dan vlot kan afkoppelen.

Hemelwater

De  Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is  van toepassing. Het dossier betreft een verbouwing waarbij men grondige werken doet aan de afwatering van zowel het hemelwater als afvalwater.  Men is hierdoor verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

Hemelwaterput

Men plaatst 2 hemelwaterputten met een totaal volume van 30.000 L wat voldoet aan de verordening (minimaal 29.817 L). Op de put worden alle dakafvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor zowel aftappunten in de woning als voor het restaurant. Woning: 1 x toiletspoeling, 1 x wasmachine, 1x buitenkraan, 1x binnenkraan. Restaurant: 5 x toiletspoeling, 3 x urinoirspoeling, 1x buitenkraan, 1x binnenkraan. Deze aftappunten voldoen.

Infiltratievoorziening

Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening met een infiltratievolume van 26.668 L en een infiltratieoppervlakte van 133,34 m² wat voldoet aan de verordening (min.15.361,83 L en 37,2408 m²). De diepte van de infiltratievoorziening bedraagt 29 cm wat gunstig is.

Bij een diepte minder dan 50cm mag de bodemoppervlakte mee in de berekening van de dimensionering worden genomen.

Het terras in keramische betegeling is niet waterdoorlatend. Deze verharding zal zodanig in helling worden aangelegd zodat het water dat hier op valt rechtstreeks in de aanpalende wadi zal vloeien zonder gebruik van afvoergeulen en kanalen. In dit geval moet deze oppervlakte mee in de berekening worden genomen van de dimensionering van de infiltratievoorziening zoals ook voorzien is.

Waterdoorlatende verhardingen (oprit en parkings) moeten niet mee in de berekening worden genomen. Het is hierbij belangrijk dat het water tijd krijgt om te infiltreren en dat men geen wateroverlast veroorzaakt bij aanpalende percelen of naar het openbaar domein toe.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare gracht. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Advies toegang tot het perceel

Huidige situatie

In de bestaande situatie zijn er 2 overwelvingen:

  • Aan de linkerzijde is er een overwelving met een breedte van ongeveer 8m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).
  • Aan de rechterzijde is er een overwelving met een breedte van ongeveer 12m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).

Aanvraag

Volgens het inplantingsplan zal de overwelving en de klinkerverhardingen aan de linkerzijde verwijderd worden. De andere overwelving en klinkerverharding aan de rechterzijde wordt qua breedte aangepast. Men volgt hierin het advies van het Agentschap voor Wegen en Verkeer; er is maar één toegang toegestaan met een maximale breedte van 4m50.

Advies en voorwaarden

Men dient het advies van het Agentschap voor Wegen en Verkeer te volgen. Men dient bij deze instantie een domeinvergunning aan te vragen voor zowel de overwelving als voor de klinkerverharding.

Voor de effectieve aanpassingen van het openbaar domein, meer bepaald de verwijdering van klinkerverharding (*) en overwelving enerzijds én aanpassing van overwelving en klinkerverharding anderzijds, moet men een aanvraag doen bij stad Geel.

(*)klinkerverharding: dit gaat zowel over de klinkerverharding op de overwelving als over de klinkerverharding tussen het fietspad en de rijweg.

Gebruik bestaande overwelvingen – aanvraag verwijdering en aanpassing overwelvingen

Tijdens de bouwwerken kan men de bestaande overwelvingen en klinkerverhardingen nog gebruiken. Na de bouwwerken kan men een aanvraag doen voor de verwijdering van de ene overwelving met klinkerverharding én aanpassing van de andere overwelving met klinkerverharding:

  • Dit kan via de website van stad Geel: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein
  • Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer.
  • De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.

Besluit

Er wordt één overwelving toegestaan met een maximale breedte van 4m50. Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen.

Technische fiche overwelving

De overwelving:

  • De overwelving wordt gebouwd van geprefabriceerde betonbuizen
  • De dikwandige betonbuizen, BENOR – gekeurd, hebben een doorlaatopening van min. 0,40m.
  • Ze moeten worden geplaatst op een fundering van schraal beton met een dikte van 0,20m.
  • Ter hoogte van de kopmuur wordt de fundering aangelegd met een dikte van 0,30m.
  • De lengte bedraagt max. 5m
  • De sleuf wordt aangevuld met goede aanvulgrond of zand indien er geen verharding boven op komt.
  • De vloer of de bodem moet aangelegd worden in overeenstemming met de bodem van de gracht, zodat het water voortdurend kan wegvloeien.

De kopmuren:

De kopmuren kunnen aangelegd worden:

  • In baksteenmetselwerk (dikte 0,30 m.) De dagzijden worden ingevoegd en alle metselwerk in contact met de grond wordt voorzien van cementering (dikte 1 cm.)  Het geheel wordt afgedekt met dekstukken in gladde beton of met een rollaag uit metselwerk.
  • Of in geprefabriceerd gewapend beton.

Verharding boven de ondergrondse constructie:

  • De betonbuizen zullen omhuld worden met een laag zandcement
  • De verharding wordt volgens volgende opbouw uitgevoerd:
    • Fundering: 15cm steenslag 22/40
    • Tussenlaag (bed): 5 cm zandcement
    • Verharding: betonstraatstenen. Deze betonstraatstenen zijn niet gekleurd (= betonkleur) met afmeting 22cm op 11cm of 22cm op 22cm.
    • Voegvulling: zand

Hellingspercentage:

Het hellingspercentage van de oprit bedraagt min. 0,02 m en max. 0,04 m per meter in de richting van de as van de weg.

Goot:

Er zal steeds een goot voorzien worden tussen oprit en rijweg/fietspad/voetpad.

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

 

 

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langs een gewestweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

Het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied. Bovendien worden er geen belangrijke ondergrondse constructies gebouwd, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput en/of infiltratie- en/of buffervoorziening, overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening.

Mer-screening

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag te screenen.

Er werd een uitgebreide m.e.r. – screeningsnota bij de aanvraag gevoegd, die ten gronde werd beoordeeld door de vergunningsverlenende overheid.

De conclusies van de m.e.r.-screening worden gevolgd.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Goede ruimtelijke ordening

Opportuniteitstoets

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening worden omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.

 

Functionele inpasbaarheid

Het verbouwen van een horecapand met woning en het aanpassen van de overwelving stelt geen beperking aan het gebruik van het perceel. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project.

Ruimtegebruik – schaal- bouwdichtheid.

De aanvraag heeft een beperket impact op het ruimtegebruik van het perceel. Er gebeurt immers een beperkte uitbreiding en er worden 25 parkeerplaatsen voorzien. Na de werken is er wel een beter ruimtegebruik omdat er door de ordening van de parkeerplaatsen meer plaats is voor groen en een groot infiltratieveld. Het project is qua schaal in overeenstemming met de omgeving van dit project. 

Visueel-vormelijke aspecten.

De aanvraag heeft een impact op de visueel-vormelijke uitstraling van het perceel in het straatbeeld.

Het bestaand gebouw blijft grotendeels behouden qua afwerking. De voorgevelzijde wordt evenwel vernieuwd door het aanbrengen van een gevelbekleding in houten lattenwerk. De uitbreiding aan de rechterzijde wordt voorzien in een steense architectuur dewelke wit geschilderd wordt. Al het overige steense buitenmuren worden eveneens wit geschilderd. Het hellend dak wordt met constructie en afwerking volledig vernieuwd, hierbij zal een nieuwe donkerkleurige dakpan worden voorzien. Regenwaterafvoeren en hanggoten zijn in anthrazink.

Buitenschrijnwerk en dakranden zijn in donker gekleurd aluminium.

Tegen het gebouw wordt een zone voorzien voor het aanbrengen van reclame (Aparte letter elementen : „ PURA VIDA“) en dit volgens de bepalingen zoals geadviseerd zal worden in de bekomen adviezen.

Aan de voorzijde van het perceel zal eveneens een dubbelzijdig reclamebord worden voorzien met

opschrift/optekening. Het paneel zal een afmeting omvatten van 3m00x4m00 (BxH) en wordt langs beide zijdes verlicht door een sobere en simpele verlichting.

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.

Mobiliteit

Naar aanleiding van het verbouwen van de bestaande toestand, zal er naar alle waarschijnlijkheid op bepaalde momenten een lichte verhoging van de verkeersstroming vanaf en naar het perceel toe zijn. Dit ten gevolge van de uitbreiding van de bestaande toestand en de vernieuwde handelsfunctie. Tot op heden is er reeds een bepaalde stroming aanwezig, gezien de functie van het pand op het gelijkvloers. De aanpalende gewestweg is zeker uitgerust om deze extra verkeersstroom te kunnen dragen, gezien de kleinschaligheid van het project in vergelijking met andere (industriële) functies. In functie van het stallen van voertuigen wordt er voor het bestaande te verbouwen gebouw, een parkeergelegenheid voorzien voor 25 wagens (waaronder 2 mindervalide parkeerplaatsen) en 10 fietsen.

Bodemreliëf

Het bodemreliëf wordt niet gewijzigd en het bestaande terreinprofiel wordt maximaal behouden. Omwille van de toegankelijkheid van het gebouw voor mindervaliden, zal de buitenaanleg wel volledig afgestemd worden in functie van deze toegankelijkheid om zodoende de overgang tussen buitenaanleg/parkeerzones en binnenruimtes te kunnen verwezenlijken. Tevens zal (tussen de parkeerzones in de groenaanleg) het terrein licht afgegraven worden ten einde de aanleg van de infiltratiezone te verwezenlijken.

Hinderaspecten – gezondheid

De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving en heeft geen impact op de  gezondheidsaspecten in de omgeving.

 

Er kan geconcludeerd worden dat het project in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 27 januari 2024 tot en met 25 februari 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Fluvius, afgeleverd op 1 februari 2024, is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel), afgeleverd op 21 februari 2024, is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Agentschap Wegen en Verkeer, afgeleverd op 7 maart 2024, is voorwaardelijk gunstig.
  •  Het advies van Team Grijs van Geel, afgeleverd op 19 april 2024, is voorwaardelijk gunstig.
     

Conclusie

Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:

 

De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.

Het project moet volledig conform de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd. Deze kan u nalezen op www.toegankelijkgebouw.be.

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dd. 07/03/2024 met kenmerk AV/114/2024/00057:

  • De bouwlijn is niet ingetekend op de plannen. Alle nieuwe constructies zoals infiltratiekom/bekken, regenwaterputten moeten achter de bouwlijn geplaatst worden.
  • Er wordt 1 toegang toegestaan van maximaal 4,5 meter breed. De rest van het perceel moet worden afgesloten door een structurele niet-overrijdbare scheiding.
  •  De bestaande verhardingen en overwelving dienen verwijderd te worden.
  • De overwelving en verharding waar de toegang voorzien wordt, dient aangepast te worden aan de correcte breedte.
  • De publiciteit dient conform de publiciteitsverordening geplaatst te worden.

Zaakgebonden publiciteitsinrichtingen kunnen worden toegelaten aan of op een vergund of vergund geacht gebouw als de plaatsing aan een van de volgende voorwaarden voldoet:

1° de plaatsing gebeurt evenwijdig met de gevel en de publiciteitsinrichting steekt niet uit buiten

het gevelvlak of de kroonlijst;

2° de plaatsing gebeurt niet evenwijdig met de gevel of de publiciteitsinrichting steekt uit boven de kroonlijst, met een gezamenlijke maximale oppervlakte van 10% van het geveloppervlak van de gevel waarop of waarboven de publiciteitsinrichting is aangebracht;

3° de plaatsing gebeurt op het dak met een maximale hoogte van 2,5 meter boven de kroonlijst.

In overeenstemming met het artikel 10 kunnen in de volgende gevallen vrijstaande zaakgebonden

publiciteitsinrichtingen worden toegelaten:

 

1° bij plaatsing in de eerste vier meter vanaf de grens met de openbare weg, als al de volgende

voorwaarden zijn vervuld:

 

a) de totale oppervlakte van de publiciteitsinrichtingen bedraagt maximaal vier vierkante

meter per zaak en maximaal tien vierkante meter per gebouwencomplex;

b) de publiciteitsinrichting wordt niet in de zijtuinstrook geplaatst;

 

2° bij plaatsing vanaf de vierde meter vanaf de grens met de openbare weg, als al de volgende

voorwaarden zijn vervuld:

 

a) de totale oppervlakte van de publiciteitsinrichtingen bedraagt maximaal tien vierkante

meter per zaak en maximaal veertig vierkante meter per gebouwencomplex;

b) de publiciteitsinrichting wordt niet in de zijtuinstrook geplaatst.

 

Overeenkomstig het artikel 6 mogen publiciteitsinrichtingen inwendig of uitwendig verlicht worden

als al de volgende volgende voorwaarden vervuld zijn:

 

1° de weggebruiker wordt niet verblind;

2° de helderheid van vrij programmeerbare inwendig verlichte publiciteitsinrichtingen is instelbaar

en past zich automatisch aan het omgevingslicht aan

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van brandweer zone Kempen dd. 15/02/2024 met kenmerk BWDP/2016-0843/003/01/ZOLSL.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Fluvius dd. 01/02/2024.

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op één van de bestaande huisaansluitputjes DWA. De afvoerbuis van het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de bestaande aansluiting.

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via 2 septische putten die elk een volume hebben van minstens 5000 L (1 put voor het fecaal water en 1 put voor de overloop van de eerste put en het grijs water). Van zodra er in het openbaar domein een volwaardig rioleringsstelsel wordt aangelegd moet het grijs water afgekoppeld worden van de septische put.

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 29.817 L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle aftappunten zoals voorzien in het dossier: alle toiletten, een wasmachine, 2 binnenkranen en 2 buitenkranen.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen.
  • De diepte mag max. 50 cm bedragen.
  • Het infiltratievolume dient minimum 15.362 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 38 m² te bedragen.

Als het bestaande pand nooit is aangesloten geweest op de riolering en men sluit voor de eerste keer aan op de openbare riolering dan is men verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Er wordt één overwelving toegestaan met een maximale breedte van 4m50 (cfr. Advies AWV). Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen.

Tijdens de bouwwerken kan men de bestaande overwelvingen en klinkerverhardingen nog gebruiken. Na de bouwwerken dient men een aanvraag te doen voor de verwijdering van de ene overwelving met klinkerverharding én aanpassing van de andere overwelving met klinkerverharding:

  • Eerst moet men een domeinvergunning aanvragen bij het Agentschap wegen en verkeer.
  • Daarna, voor de effectieve aanpassingen, moet men een aanvraag doen bij stad Geel.
    • Dit kan via de website (www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein)
    • Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer volgens de Technische fiche beschreven in het advies.
    • De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.
  • Als er in de toekomst riolering wordt aangelegd, zal het grijs water van de septische put moeten worden afgekoppeld. Het is aangewezen hiermee rekening te houden bij de aanleg van de private riolering. Men kan al een wachtbuis voorzien zodat men dan vlot kan afkoppelen.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.

Het project moet volledig conform de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd. Deze kan u nalezen op www.toegankelijkgebouw.be.

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dd. 07/03/2024 met kenmerk AV/114/2024/00057:

  • De bouwlijn is niet ingetekend op de plannen. Alle nieuwe constructies zoals infiltratiekom/bekken, regenwaterputten moeten achter de bouwlijn geplaatst worden.
  • Er wordt 1 toegang toegestaan van maximaal 4,5 meter breed. De rest van het perceel moet worden afgesloten door een structurele niet-overrijdbare scheiding.
  •  De bestaande verhardingen en overwelving dienen verwijderd te worden.
  • De overwelving en verharding waar de toegang voorzien wordt, dient aangepast te worden aan de correcte breedte.
  • De publiciteit dient conform de publiciteitsverordening geplaatst te worden.

Zaakgebonden publiciteitsinrichtingen kunnen worden toegelaten aan of op een vergund of vergund geacht gebouw als de plaatsing aan een van de volgende voorwaarden voldoet:

1° de plaatsing gebeurt evenwijdig met de gevel en de publiciteitsinrichting steekt niet uit buiten

het gevelvlak of de kroonlijst;

2° de plaatsing gebeurt niet evenwijdig met de gevel of de publiciteitsinrichting steekt uit boven de kroonlijst, met een gezamenlijke maximale oppervlakte van 10% van het geveloppervlak van de gevel waarop of waarboven de publiciteitsinrichting is aangebracht;

3° de plaatsing gebeurt op het dak met een maximale hoogte van 2,5 meter boven de kroonlijst.

In overeenstemming met het artikel 10 kunnen in de volgende gevallen vrijstaande zaakgebonden

publiciteitsinrichtingen worden toegelaten:

 

1° bij plaatsing in de eerste vier meter vanaf de grens met de openbare weg, als al de volgende

voorwaarden zijn vervuld:

 

a) de totale oppervlakte van de publiciteitsinrichtingen bedraagt maximaal vier vierkante

meter per zaak en maximaal tien vierkante meter per gebouwencomplex;

b) de publiciteitsinrichting wordt niet in de zijtuinstrook geplaatst;

 

2° bij plaatsing vanaf de vierde meter vanaf de grens met de openbare weg, als al de volgende

voorwaarden zijn vervuld:

 

a) de totale oppervlakte van de publiciteitsinrichtingen bedraagt maximaal tien vierkante

meter per zaak en maximaal veertig vierkante meter per gebouwencomplex;

b) de publiciteitsinrichting wordt niet in de zijtuinstrook geplaatst.

 

Overeenkomstig het artikel 6 mogen publiciteitsinrichtingen inwendig of uitwendig verlicht worden

als al de volgende volgende voorwaarden vervuld zijn:

 

1° de weggebruiker wordt niet verblind;

2° de helderheid van vrij programmeerbare inwendig verlichte publiciteitsinrichtingen is instelbaar

en past zich automatisch aan het omgevingslicht aan

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van brandweer zone Kempen dd. 15/02/2024 met kenmerk BWDP/2016-0843/003/01/ZOLSL.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Fluvius dd. 01/02/2024.

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op één van de bestaande huisaansluitputjes DWA. De afvoerbuis van het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de bestaande aansluiting.

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via 2 septische putten die elk een volume hebben van minstens 5000 L (1 put voor het fecaal water en 1 put voor de overloop van de eerste put en het grijs water). Van zodra er in het openbaar domein een volwaardig rioleringsstelsel wordt aangelegd moet het grijs water afgekoppeld worden van de septische put.

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 29.817 L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle aftappunten zoals voorzien in het dossier: alle toiletten, een wasmachine, 2 binnenkranen en 2 buitenkranen.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen.
  • De diepte mag max. 50 cm bedragen.
  • Het infiltratievolume dient minimum 15.362 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 38 m² te bedragen.

Als het bestaande pand nooit is aangesloten geweest op de riolering en men sluit voor de eerste keer aan op de openbare riolering dan is men verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Er wordt één overwelving toegestaan met een maximale breedte van 4m50 (cfr. Advies AWV). Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen.

Tijdens de bouwwerken kan men de bestaande overwelvingen en klinkerverhardingen nog gebruiken. Na de bouwwerken dient men een aanvraag te doen voor de verwijdering van de ene overwelving met klinkerverharding én aanpassing van de andere overwelving met klinkerverharding:

  • Eerst moet men een domeinvergunning aanvragen bij het Agentschap wegen en verkeer.
  • Daarna, voor de effectieve aanpassingen, moet men een aanvraag doen bij stad Geel.
    • Dit kan via de website (www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein)
    • Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer volgens de Technische fiche beschreven in het advies.
    • De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.
  • Als er in de toekomst riolering wordt aangelegd, zal het grijs water van de septische put moeten worden afgekoppeld. Het is aangewezen hiermee rekening te houden bij de aanleg van de private riolering. Men kan al een wachtbuis voorzien zodat men dan vlot kan afkoppelen.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.