UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 28/04/2024 (bindende eindtermijn)
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024013219
Dossiernummer gemeente: 202400070
De gemeente Geel heeft op 12 februari 2024 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van een woning met carport op de scheiding.. De aanvraag werd op 28 februari 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Nico Vantongerloo wonende Borgeleien 26 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging:
Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie C nr. 183M
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied met landelijk karakter
De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
Het betreft het bouwen van een woning met caport op de scheiding.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De woning wordt opgericht op dezelfde voorgevelbouwlijn als deze van de linksgelegen woning (met adres Oude-Brugweg 38). De afstand van de voorgevel tot de rooilijn bedraagt hierbij 5m60, de afstand van de voorgevel tot de as van de weg is hierbij 12m25. Deze afstanden zijn overeenkomstig als deze van de linkerbuur. Het hoofdelijke deel van de woning wordt langs de linkerzijde op minstens 3m van de linkse perceelsgrens voorzien. Aan de rechterzijde wordt de wonig voorzien op 3m55 van de rechtse perceelsgrens. Zodoende wordt er een voorgevelbreedte bekomen van 13m50. De vloerpas van de woning wordt voorzien op 31cm boven de as van de voorliggende gemeenteweg (Oude-Brugweg). De kroonlijsthoogte van de woning is hierbij gelegen op 6m25 t.o.v. het aanwezige maaiveldniveau. De achterbouw aan de woning omvat een bouwhoogte van 3m26 t.o.v. het maaiveld. De gelijkvloerse bouwdiepte bedraagt 15m50 en de bouwdiepte van de verdieping bedraagt 10m00.
De carport is gelegen op 5m47 t.o.v. de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte is hierbij 10m03 waardoor de achtergevel van de carport overeenkomt met de achtergevelbouwlijn van de woning. De kroonlijsthoogte van de carport is hierbij beperkt tot een hoogte van 3m00 t.o.v. het maaiveld.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 21 maart 2024 werd het advies ontvangen van Fluvius
Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen
Advies: geen advies
Op 3 april 2024 werd het advies ontvangen van Team Bauw van stad Geel
Advies riolering
Zonering – aansluiting
Het perceel is gelegen in collectief geoptimaliseerd buitengebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein, meer bepaald een afvalwaterriolering en een open gracht voor het hemelwater. Bij de weg- en rioleringswerken van de Oude-Brugweg werd er bij het perceel een afvalwateraansluiting met huisaansluitputje geplaatst. Men dient deze aansluiting op te zoeken en te gebruiken. Men wenst een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening te voorzien. Men mag deze zelf aansluiten op de open gracht.
Riolering algemeen
Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.
Op het plan staan geen diameters opgegeven van de afvoerbuizen. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm).
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.
Hemelwaterput
Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 21262,5L wat voldoet aan de verordening. Het gaat om een hemelwaterput die mee ingebouwd wordt onder het terras (ingemetst met waterdichte bekuiping). De overloop van de hemelwaterput naar de infiltratievoorziening steekt vrij hoog. Het concept kan theoretisch gezien werken maar men dient zich te realiseren dat een deel van de aanvoerleiding en afvoerleiding van de put vol zal blijven bij regenweer op een moment dat er weinig hergebruik is. De leidingen vormen een extra buffervolume bovenop het volume van de hemelwaterput. Van zodra er meer hergebruik is zal het water zakken in de leidingen. Men kan eventueel overwegen om de bodem van de infiltratievoorziening iets lager te voorzien zodat ook de overloop vanuit de hemelwaterput lager kan gestoken worden. Maar dan moet er weer rekening gehouden met de grondwaterstand. Als de bodem van de infiltratievoorziening dan onder de grondwaterstand komt, mag deze niet worden meegerekend bij de dimensionering van deze infiltratievoorziening.
Op de put worden alle dakafvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor de spoeling van 3 toiletten, voor een wasmachine, voor één buitenkraan, één binnenkraan en voor een tuinberegeningsinstallatie. Deze aftappunten voldoen aan de normen van de verordening.
Infiltratievoorziening
Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening, type wadi met een infiltratievolume van 6098,4 L, een infiltratieoppervlakte van 14,52 m² en een diepte van 49cm. De noodoverloop bevindt zich op minder dan 30cm onder het maaiveldniveau. Deze infiltratievoorziening voldoet aan de verordening. In de overloop wordt een terugslagklep voorzien wat ook aangewezen is.
Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Deze verhardingen worden ook niet mee gerekend volgens het ingevulde hemelwaterformulier. Het water dat op deze verhardingen valt moet wel tijd krijgen om te infiltreren en mag geen overlast veroorzaken bij naastliggende percelen of naar het openbaar domein toe.
De wadi komt vlak tegen de rooilijn en ook dicht bij de perceelsgrens. Dit kunnen we niet toestaan. De wadi moet minstens 2m van de rooilijn worden aangelegd en minstens 1m van de perceelsgrens af.
Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare open gracht. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.
Advies toegang tot het perceel
Huidige situatie
Bij de weg- en rioleringswerken van de Oude-Brugweg werden er bij het perceel 2 overwelvingen voorzien. Aan de linkerzijde van het perceel heeft de overwelving een breedte van ongeveer 3m. Aan de rechterzijde van het perceel heeft de overwelving een breedte van ongeveer 3m40.
Aanvraag
Men wenst te voldoen aan de gewijzigde wetgeving van de onbevaarbare waterlopen. De overwelving aan de linkerzijde wordt verkleind tot aan de perceelsgrens met huisnr. 38. De overwelving aan de rechterzijde wordt verbreed tot max. 5m.
Advies en voorwaarden
De weg- en rioleringswerken van de Oude-Brugweg werden beëindigd in 2016. Op dat moment was de wetgeving rond de onbevaarbare waterlopen nog niet gewijzigd. Sinds 7 mei 2021 is deze wetgeving veranderd.
Volgens het Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen mag er per perceel slechts 1 overwelving worden voorzien met een maximale breedte van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).
Van de maximale breedte van 5m kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat een bredere overwelving nodig is voor andere voertuigen dan personenwagens en lichte bestelwagens.
Van het aantal overwelvingen kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat er meer dan één overwelving nodig is in functie van de toegankelijkheid.
Besluit
Er wordt één overwelving toegestaan met een maximale breedte van 5m. Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen. De bestaande rechtse overwelving wordt verbreed tot 5m. De bestaande linkse overwelving wordt verkleind tot aan de perceelsgrens met huisnr. 38.
Bestaande overwelving – definitieve nieuwe overwelving
Tijdens de bouwwerken kan men de bestaande overwelvingen nog gebruiken. Na de bouwwerken kan men een aanvraag doen voor de verbreding en verkleining van de bestaande overwelvingen:
Technische fiche overwelving
De overwelving:
De kopmuren:
De kopmuren kunnen aangelegd worden:
Verharding boven de ondergrondse constructie:
Hellingspercentage:
Het hellingspercentage van de oprit bedraagt min. 0,02 m en max. 0,04 m per meter in de richting van de as van de weg.
Goot:
Er zal steeds een goot voorzien worden tussen oprit en rijweg/fietspad/voetpad.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Wegenis
Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied. Bovendien worden er geen belangrijke ondergrondse constructies gebouwd en worden er geen grachten gedempt, overwelfd, ingebuisd of beschoeid, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput en/of infiltratie- en/of buffervoorziening, overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening. Hemelwater en afvalwater worden gescheiden afgevoerd.
Mer-screening
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en is verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functioneel inpasbaar
Deze aanvraag voorziet in het bouwen van een woning op een bouwperceel in woongebied met landelijk karakter. Gezien de bestemming van het bouwperceel en gezien de eigenheid van het gebouw, beide gericht zijn op wonen en gezien de aanwezigheid van soortgelijke functies in de directe omgeving, kan bijgevolg geoordeeld worden dat het voorziene project bijgevolg functioneel inpasbaar is in de omgeving.
Mobiliteitsimpact
Voor de woning worden er 2 autostaanplaatsen voorzien, waarvan 1 inpandige staanplaats in de garage van de woning en 1 staanplaats in de carport. In de carport wordt eveneens de mogelijkheid voorzien tot het plaatsen van minstens 6 overdekte en afgesloten fietsenstaanplaatsen.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De woning heeft een beperkt bouwvolume.
Visueel vormelijke elementen
De woning wordt opgericht in een steense architectuur met lichte genuanceerde kleur. Er wordt eveneens een gevelbekleding voorzien van geprofileerde metaalplaten in een donkere kleur. De sectionaalpoort van de woning is eveneens bekleed met dezelfde geprofileerde metaalplaten met donkere kleur. De carport is bekleed met een gevelbekleding in een donkere kleur. Het buitenschrijnwerk, dakranden en de dorpels op verdiepingen zijn voorzien in aluminium met een donkere kleur. Dorpels op gelijkvloers zijn in blauwe steen. Tuinpoort en kolommen van de carport zijn in metaal met donkere kleur. Regenwaterafvoeren zijn in anthrazink.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. De noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening mag men zelf aansluiten op de openbare gracht.
Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aanwezige afvalwateraansluiting.
Putten of andere voorzieningen (zoals hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Putten of andere voorzieningen moeten op minimum 1m van de perceelsgrens verwijderd zijn.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Er wordt één overwelving toegestaan met een maximale breedte van 5m. Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen. De bestaande rechtse overwelving wordt verbreed tot 5m. De bestaande linkse overwelving wordt verkleind tot aan de perceelsgrens met huisnr. 38. Tijdens de bouwwerken kan men de bestaande overwelvingen nog gebruiken. Na de bouwwerken dient men een aanvraag te doen voor de verbreding en verkleining van de bestaande overwelvingen:
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.
Het peil van de woning ligt hiermee maximum 31,20 cm boven de as van de weg.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. De noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening mag men zelf aansluiten op de openbare gracht.
Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aanwezige afvalwateraansluiting.
Putten of andere voorzieningen (zoals hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Putten of andere voorzieningen moeten op minimum 1m van de perceelsgrens verwijderd zijn.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Er wordt één overwelving toegestaan met een maximale breedte van 5m. Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen. De bestaande rechtse overwelving wordt verbreed tot 5m. De bestaande linkse overwelving wordt verkleind tot aan de perceelsgrens met huisnr. 38. Tijdens de bouwwerken kan men de bestaande overwelvingen nog gebruiken. Na de bouwwerken dient men een aanvraag te doen voor de verbreding en verkleining van de bestaande overwelvingen:
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.
Het peil van de woning ligt hiermee maximum 31,20 cm boven de as van de weg.