UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 26/04/2024 (bindende eindetermijn)
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023128257
Dossiernummer gemeente: 202300440Inrichtingsnummer: 20230927-0049
De gemeente Geel heeft op 29 september 2023 een aanvraag ontvangen voor - het verbouwen en regulariseren van de industriehal, gelegen achter de kantoren.
- het regulariseren van de vorm en indeling van de loods
- het regulariseren van een overdekt tankstation met opslag
- het wijzigen en regulariseren van de verharding op het terrein.
- het bouwen van een nieuwe electriciteitscabine.
- het voorzien van extra parkeerplaatsen
- de gewijzigde activiteit. De aanvraag werd op 13 november 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
DE CEUSTER NXT NV gevestigd Van-Doornelaan 2 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Moestoemaatheide 31, 33, 35, 37, Van-Doornelaan 2 en 2A
Kadastrale ligging: afdeling 5 sectie M nrs. 1277E3, 1277F3, 1277C3, 1277M3, 1277K3 en 1277L3
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
industriegebied
De industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag betreft:
- Het verbouwen en regulariseren van de industriehal, gelegen achter de kantoren.
- Het regulariseren van de vorm en indeling van de loods
- Het regulariseren van een overdekt tankstation met opslag
- Het wijzigen en regulariseren van de verharding op het terrein.
- Het bouwen van een nieuwe electriciteitscabine.
- Het voorzien van extra parkeerplaatsen
- De gewijzigde activiteit
In detail gaat dit over:
- Het verbouwen en regulariseren van de industriehal, gelegen achter de kantoren.
Het gebouw wordt ingepakt met een geïsoleerd sandwichpaneel om te voldoen aan
de hedendaagse isolatie-eisen. Het gebouw wordt op deze manier opgefrist en in
een modern jasje gestoken. De kleur van het sandwichpanel is lichtgrijs, wat aansluit
bij het kantoorgebouw.
Verder zijn enkele gevelopeningen anders uitgevoerd dan vergund en is er een
gevelopening bijgemaakt. Dit wordt samen met de interne indeling van de hal
geregulariseerd.
- Aan de loods achteraan werd een hoek ingekort om de circulatie op het terrein te
vergemakkelijken, dit wordt samen met de indeling van de loods geregulariseerd. De
indeling werd al grotendeels door de vorige eigenaar gewijzigd t.o.v. de vergunning.
- Het regulariseren van een overdekt tankstation met opslag. Dit werd door de huidige
eigenaar reeds gebouwd omdat dit noodzakelijk is voor zijn activiteit. Dit werd op een
duurzame en overdekte manier gedaan zodat de impact op het milieu minimaal is.
- Het wijzigen en regulariseren van de verharding op het terrein. De vorige eigenaar
heeft heel wat verharding bijgeplaatst, deze werd door de huidige eigenaar deels
vernieuwd en aangepast. Om te voldoen aan de verordening regenwater zal deze
aangepast worden en deels geregulariseerd.
Zo wordt een groot deel van de verharding opgebroken en vervangen door het
infiltrerende eco-raster. Dit is in detail opgenomen op de plannen.
De reeds voorziene nieuwe betonverharding wordt behouden en geïnfiltreerd onder het
loodsgebouw.
Voor het aanleggen van de nieuwe beton werd groen en struikgewas verwijderd.
- Het bouwen van een nieuwe electriciteitscabine. De huidige, die in het gebouw staat
is verouderd en zal worden afebroken. De nieuwe cabine wordt buiten het gebouw
geplaatst conform besprekingen met Fluvius. De kabel, die nog een oude
papier/loodkabel is wordt volledige vervangen. Het vernieuwen hiervan past binnen de
filosofie van De Ceuster om in te zetten op duurzaamheid.
De cabine wordt voorzien in een lichtgrijze kleur die aansluit bij de kantoren en de
achterliggende industriehal.
- De wijziging in activiteit brengt met zich mee dat er een tekort is aan parkeerplaatsen,
in de voortuinzone worden daarom extra parkeerplaatsen voorzien.
- De gewijzigde activiteit. In feite blijft de activiteit bouwgerelateerd. Daarom zij de wijzigingen aan de gebouwen eerder beperkt. Het kantoorgebouw werd enkel opgesmukt en hier zijn geen vergunningsplichtige werken uitgevoerd, dit is dan ook uit de vergunning gelaten.
De volgende ingedeelde inrichtingen of activiteiten worden aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.4.2° | Het lozen van bedrijfsafvalwater, zijnde het water van de wasinstallatie met een debiet van 0,5 m³/u - 0,5 m³/dag - 110 m³/jaar en het mogelijk verontreinigd hemelwater dat op de vloeistofdichte wasplaats valt met een debiet van 4,41 m³/u - 11,31 m³/dag - 235,62 m³/jaar. In totaal zal het debiet van het geloosd bedrijfsafvalwater 5 m³/u - 12 m³/dag - 346 m³/jaar bedragen. (Nieuw) | 5 m³/uur | 2 |
6.4.1° | Opslag van diverse brandbare vloeistoffen zijnde diverse oliën met een capaciteit van 600 liter. (Nieuw) | 600 liter | 3 |
6.5.1° | 2 verdeelslangen voor witte diesel en rode diesel op de bovengrondse houders (Nieuw) | 2 verdeelslang | 3 |
15.1.2° | Een stalplaats voor 44 motorvoertuigen en aanhangwagens zijnde 12 vrachtwagens, 14 aanhangwagens/opliggers, 15 bouwkranen en 3 heftrucks. (Nieuw) | 44 voertuigen | 2 |
15.4.1° | Een niet-huishoudelijke inrichting voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens; het wassen van eigen bedrijfsvoertuigen en bouwkranen. (Nieuw) | 1 wasinrichting | 3 |
16.3.2°a) | Diverse airco's met een totaal geïnstalleerd vermogen van 21 kW, een luchtcompressor van 8,1 kW en een 6-tal frigo's in het administratief gedeelte met een totaal geïnstalleerd vermogen van 9 kW; een totaal geïnstalleerd vermogen in deze rubriek van 38,1 kW. (Nieuw) | 38,1 kW | 3 |
17.3.2.1.1.1°b) | Opslag van 2 x 4800 liter witte diesel en 1 x 3450 liter rode diesel; in totaal een opslag van 13.050 liter of 10.962 kg (Nieuw) | 10,962 ton | 3 |
17.3.7.1°a) | Opslag van 360 kg gevaarlijke vloeistoffen gekenmerkt door gevarensymbool GHS08, zijnde antivries en ontvetter. (Nieuw) | 0,36 ton | 3 |
17.4. | Opslag van 500 liter diverse chemicaliën in kleinverpakking, zijnde spuitbussen remmenreiniger, ontvetter, smeeroliën, verf e.d. (Nieuw) | 500 liter | 3 |
29.5.2.1°a) | Diverse metaalbewerkingsmachines voor de assemblage en het herstellen van bouwkranen (inclusief rolbruggen) met een totaal geïnstalleerd vermogen van 32 kW. (Nieuw) | 32 kW | 3 |
29.5.5.1°a) | Een ontvettingstafel met een spoelbad van 60 liter. (Nieuw) | 60 liter | 3 |
De Ceuster is gespecialiseerd in de assemblage, het onderhoud en herstelling van bouwkranen.
Het voorwerp van de aanvraag betreft de Vlarem-ingedeelde activiteiten eigen aan de exploitatie, zijnde de stalplaats voor bedrijfsvoertuigen en bouwkranen, de wasinstallatie voor de bouwkranen, de verdeelinstallatie en opslag van brandstoffen, het lozen van het bedrijfsafvalwater afkomstig van de wasinstallatie, airco's, frigo's, luchtcompressor, de opslag van gevaarlijke producten en diverse metaalbewerkingsmachines.
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 23 november 2023 t.e.m. 22 december 2023. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
Het tweede openbaar onderzoek werd gehouden naar aanleiding van van 22 februari 2024 t.e.m. 22 maart 2024. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
Op 9 april 2024 werd het advies ontvangen van VMM - afvalwater - lucht
VMM entiteit bevoegd voor de advisering van emissies van afvalwater en emissies in de atmosfeer bevestigt haar gunstig advies dd. 22/12/2023.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 29 maart 2024 werd het advies ontvangen van Dienst Integraal Waterbeleid
Advies: gunstig
Op 1 december 2023 werd het advies ontvangen van Fluvius
De klant is reeds door middel van een eigen hoogspanningscabine aangesloten die te saneren is. De nieuwe locatie die voorgesteld is tegen de bestaande parking is ok om de nieuwe hoogspanningscabine te plaatsen. De hoogspanningskabels naar de nieuwe Hoogspanningscabine worden ook vernieuwd vanaf de straat. Op deze locatie is er voor de bestaande gebouwen een gasaansluiting aanwezig. Als er noodzaak is aan bijkomend vermogen kan de klant hiervoor met ons contact opnemen via tboturnhout@fluvius.be.
Hierbij wordt een gunstig advies met voorwaarden verleend.
Dit advies blijft 1 jaar geldig.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 24 november 2023 werd het advies ontvangen van Agentschap Wegen en Verkeer
Zie bijlage
Advies: geen advies
Op 22 december 2023 werd het advies ontvangen van VMM - afvalwater - lucht
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 10 januari 2024 werd het advies ontvangen van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel)
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 17 april 2024 werd het advies ontvangen van Team Grijs van stad Geel
Advies riolering
Advies Aquafin
Voor dit project werd advies gevraagd bij Aquafin. De projectinhoudversie 3 werd ongunstig geadviseerd. Na overleg tussen de architect, stad Geel en Aquafin werd een nieuwe projectinhoudversie 4 ingediend met aanpassingen die hebben geleid tot een gunstig advies met voorwaarden. Het adviesrapport van Aquafin opgesteld op basis van projectinhoudversie 3 werd naar aanleiding van de aanpassingen aangevuld met een addendum.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 5 maart 2024 werd het advies ontvangen van Team Mobiliteit van stad Geel
Advies: gunstig
Wegenis
Het perceel is gelegen langs twee gemeentewegen.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.
De mogelijk schadelijke effecten worden opgevangen door de plaatsing van een hemelwaterput en een infiltratievoorziening.
Het project is (deels) gelegen in overstromingsgevoelig gebied volgens de
watertoetsadvieskaart.
Volgende voorschriften van een waterbeheerplan zijn van toepassing:
• Krachtlijn 1: terugdringen van risico’s die de veiligheid aantasten; het voorkomen, het
herstellen en waar mogelijk het ongedaan maken van watertekort;
• Krachtlijn 2: water voor de mens: scheepvaart, watervoorziening, industrie en landbouw,
onroerend erfgoed, recreatie;
• Krachtlijn 3: de kwaliteit van water verder verbeteren;
• Krachtlijn 4: duurzaam omgaan met water;
• Krachtlijn 5: voeren van een meer geïntegreerd waterbeleid.
De aanvraag is in zijn huidige vorm verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (art. 1.2.2.).
Mer-screening
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag te screenen.
Er werd een uitgebreide m.e.r. – screeningsnota bij de aanvraag gevoegd, die ten gronde werd beoordeeld door de vergunningsverlenende overheid.
De beoordelingen in de m.e.r.-screeningsnota worden gevolgd.
Natuurtoets
De aanvraag bevindt zich op ca. 3000 m van het dichtstbijzijnde Ven-gebied “De Gebroekten Grote Nete”.
Het perceel van de aanvraag is gelegen op ca. 3000 m van habitatgebied “Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor.”
Het perceel bevindt zich op ca.7200 m van Vogelrichtlijngebied “De Zegge”.
De dichtstbijzijnde ruimtelijk kwetsbare bestemming volgens het gewestplan (bosgebied) is gelegen op ca. 900 m van het perceel.
Rekening houdende met de aard van de aanvraag, en de relatief grote afstand tot waardevolle of potentieel waardevolle natuur kan gesteld worden dat er geen onvermijdbare of onherstelbare schaden zal ontstaan aan huidige of toekomstige natuurwaarde in SBZ gebieden door uitvoering van deze aanvraag.
De natuurtoets wordt doorstaan.
Milieuaspecten
Bodem
De exploitant vraag de opslag van 500 liter of kilogram gevaarlijke producten in kleine verpakkingen. Dit zijn reinigings-en onderhoudsproducten. De producten moet de exploitant worden opslagen boven lekbakken.
De exploitant vraagt de het stallen van 44 niet-personenwagens aan. Deze worden gewassen en onderhouden op het eigen bedrijfsterrein.
Er zijn drie verschillende verontreinigingsdossier van de OVAM aanwezig op de percelen van de inrichting. Dossier 6619, 25979 en 96200.
De exploitatie is gelegen tegen een perceel dat deel uitmaakt van lopende bodemsaneringsproject met nummer 25979 opgevolgd door RSK Benelux en waar een bodemverontreiniging van BTEX en minerale olie aanwezig is in het grondwater. De gebruiksadviezen in tabel 4-8 van het corresponderende beschrijvend bodemonderzoek dienen gevolgd te worden bij het opstellen van een eventuele bemaling:
Het besluit van het oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd door Sweco van dossier 96200 luidt:
Voor geen enkele genormeerde parameter is de richtwaarde voor het vaste deel van de aarde en voor het grondwater overschreden en voor geen enkele niet genormeerde parameter is de toetsingswaarde “richtwaarde” overschreden.
We kunnen concluderen dat dossier 96200 geen invloed zal hebben op de inrichting.
Het volgende bijkomend advies van OVAM wordt gevolgd door de omgevingsambtenaar en de aanwijzingen worden opgenomen in de bijzondere milieuvoorwaarden:
“In OVAM-dossier 6619 werd er in 2009 een eindverklaring afgeleverd. Na de sanering is nog een beperkte restverontreiniging aanwezig in het vaste deel van de aarde. In het eindevaluatieonderzoek van 2009 wordt het volgende vermeld:
- Ter hoogte van de garage (zone I) is tijdens de laatste actualisatie van de grond een maximale concentratie aan xylenen aangetoond van 2,6 mg/kg ds. De richtwaarde voor xylenen wordt met een factor 2,1 overschreden. De bodemsaneringsnorm wordt niet overschreden. De restverontreiniging bevindt zich op een diepte van circa 2,2 a 2,7 mmv, in een kleiige, slecht doorlatende laag.
- Ter hoogte van de westelijke muur (zone II) is de grondverontreiniging aan minerale oliecomponenten maximaal ontgraven. De ontgravingswand tegen het gebouw kon niet verder ontgraven worden omwille van de stabiliteit van de garage. Tijdens het vooronderzoek is hier een maximale concentratie aan minerale olie (GC-methode, C10-C40) aangetoond van 810 mg/kg ds en is gekarakteriseerd als diesel.
- Bij evaluatie van de ernst van de bodemverontreiniging is gebleken dat er van de gemengde, overwegend historische bodemverontreiniging geen actueel of potentieel humaan toxicologisch en ecotoxicologisch risico uitgaat. Er wordt geen ernstige bodemverontreiniging vastgesteld. Er zijn geen bijkomende maatregelen noodzakelijk. Er wordt geen drijflaag vastgesteld. Er is geen nazorg nodig.
Bij wijziging van het terreingebruik, zoals het afbreken van een gebouw of het plaatsen van een nieuwbouw, is het aangewezen een bodemsaneringsdeskundige te contacteren om een risico-evaluatie uit te voeren.
• bij grondverzet op gronden in het projectgebied moet rekening worden gehouden met de bepalingen over het grondverzet in het VLAREBO-besluit van 14 december 2007; Indien er aanwijzingen zijn dat er PFAS aanwezig kan zijn (omwille van aanwezigheid PFAS verdacht terrein in nabije omgeving die verontreiniging in de bodem (toplaag) van de omgeving kan veroorzaakt hebben, is PFAS een verdachte parameter en moet deze eveneens onderzocht worden ikv grondverzet;
• Een grondwaterhandeling zoals het infiltreren en het onttrekken van grondwater kan een nabijgelegen bodemverontreiniging verspreiden. Daarnaast kan verontreiniging ook impact hebben op de handeling zoals bij de lozing van onttrokken grondwater dat verontreinigd is. Er werd daarom een richtlijn rond grondwaterhandelingen opgemaakt. Die biedt een praktische handleiding voor wie van plan is om een grondwaterhandeling uit te voeren. Deze handleiding is beschikbaar via deze link : https://www.ovam.be/technische-richtlijngrondwaterhandelingen-beheer-van-bodemverontreiniging. Indien er aanwijzingen zijn dat er verontreinigingen in de omgeving aanwezig zijn moeten deze mee opgenomen worden bij de beoordeling volgens deze grondwaterrichtlijn.
• er moet rekening mee worden houden dat een bestemmingswijziging een impact kan hebben op de verplichtingen die krachtens het Bodemdecreet en het VLAREBO rusten op gronden uit het projectgebied met vastgestelde bodemverontreiniging, zo onder meer:
– een bestemmingswijziging kan een impact hebben op een eerdere beoordeling door de OVAM van de aard en de ernst van de bodemverontreiniging op gronden uit het projectgebied en bijgevolg eventueel op de saneringsnoodzaak en de saneringsurgentie.
– een bestemmingswijziging kan aanleiding geven tot wijziging van het saneringsdoel voor een te saneren grond: zie artikel 10, §2 en 21, §1 Bodemdecreet.
– een bestemmingswijziging na een beslissing van de OVAM tot ambtshalve sanering van een verontreinigde grond heeft tot gevolg dat de eventuele meerkost in geval van aanpassing van het saneringsdoel moet worden vergoed door de persoon die eigenaar is van de grond op het moment van de bestemmingswijziging: zie artikel 157, tweede lid Bodemdecreet.
– een bestemmingswijziging kan de verplichting met zich brengen om een nieuw oriënterend bodemonderzoek uit te voeren bij de overdracht van een risicogrond gelegen in het projectgebied, meer bepaald als ingevolge de bestemmingswijziging de grond valt onder een bestemmingstype waarvoor strengere bodemsaneringsnormen gelden: zie artikel 64 en bijlage IV van het VLAREBO-besluit van 14 december 2007.
bij overdracht van gronden die deel uitmaken van het projectgebied moeten de verplichtingen van het Bodemdecreet worden nageleefd: bodemattestverplichting (artikel 101 Bodemdecreet) en de bijzondere procedure voor de overdracht van risicogronden (artikel 102 tot en met 115 Bodemdecreet: o.a. uitvoering van een oriënterend bodemonderzoek).”
Water
De Van-Doornelaan en de Moestoemaatheide hebben een baangracht die uitmondt in de Puntloop. Dit is een waterloop van tweede categorie.
Hemelwater
Er worden 32 infiltratieputten van 149,31 m² en een infiltratiebuis van 137 m² voorzien waarin de verhardingen met een totale oppervlakte van 3035 m² afwateren. Een gedeelte van de dakoppervlakten gaan eerst naar de regenwaterputten die hergebruik van hemelwater voorzien voor de wasinstallatie.
Uit het aanvraagdossier blijkt het volgende:
Om ervoor te zorgen dat het water van de infiltratieleiding naar de infiltratieputten loopt zal de infiltratiebuis onderbroken worden zodat het water gedwongen afgevoerd wordt naar de infiltratieputten. (principesnede 3).
Tevens is er extra controleput geplaatst tussen de koolwaterstofafscheider en de infiltratiebuis, zo kan de werking van de infiltratiebuis op elke moment gecontroleerd worden. Indien de infiltratiebuis zijn infiltratievermogen verliest door vuil in de buis, kan deze ook via deze putten gereinigd worden. Dit is bevestigd door de leverancier van de infiltratiebuis.
Tenslotte zal er vernauwing geplaatst worden aan het einde van de infiltratiebuis (principesnede 2), zo blijft de volledige infiltratiecapaciteit behouden. Ook wordt er een terugslagklep voorzien zodat er geen (vervuild) water vanuit de gracht terug kan lopen in de infiltratiebuis. De bestaande aansluiting van het regenwater aan de Van-Doornelaan zal gekoppeld worden op de baangracht met een overloop naar de riolering in de straat (waarop de huidige aansluiting zit).
Alle asfaltverhardingen wateren af naar goten die rechtstreeks naar de infiltratieputten gaan.
Bedrijfsafvalwater
Er zal bedrijfsafvalwater geloosd worden door de inrichting. Het bedrijfsafvalwater bestaat uit waswater en potentieel verontreinigd hemelwater afkomstig van de wasplaats waar de kranen worden afgespoten. De wasplaats bevindt zich in open lucht en zal dus ook potentieel verontreinigd hemelwater genereren. De exploitant berekent de totale hoeveelheid te lozen bedrijfsafvalwater op 5 m³/uur, 12 m³/dag en 346 m³/jaar. Dit bedrijfsafvalwater wordt over een KWS-afscheider met coalescentiefilter gestuurd alvorens geloosd te worden op de infiltratiebuis achteraan het perceel.
Indien de exploitant de productieruimte reinigt met water lijkt dit reinigingswater beschouwd te moeten worden als bedrijfsafvalwater aangezien dit niet binnen de definitie van huishoudelijk afvalwater valt.
Omdat kan aangenomen worden dat een groot deel van het geloosde water zal infiltreren in de ondergrond, moet het water voldoen aan de milieukwaliteitsnormen (MKN) voor grondwater.
De VMM stelt het volgende in haar advies:
“De Vlaamse Milieumaatschappij adviseert gunstig voor het lozen van bedrijfsafvalwater met een maximum debiet van 5 m³/uur, 12 m³/dag en 346 m³/jaar (R.3.4.2) via KWS-afscheider met coalescentiefilter in oppervlaktewater mits voldaan wordt aan de algemene voorwaarden en de volgende bijzondere voorwaarden:
De KWS-afscheider en coalescentiefilter moeten regelmatig gereinigd worden. De afvalstoffen die hierbij vrijkomen, moeten worden opgehaald door een daartoe erkende inzamelaar/handelaar/makelaar en afgevoerd worden naar een vergunde verwerker. De overeenstemmende attesten worden bijgehouden en ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.
De exploitant inspecteert minstens om de 3 maanden de KWS-afscheider en houdt een logboek bij van de inspecties. De exploitant kan ook een alarmsysteem voorzien om de goede werking van de KWS-afscheider op te volgen.
Huishoudelijk afvalwater
Er is sanitair aanwezig voor het personeel van de inrichting en voor het cliënteel. Het huishoudelijk afvalwater wordt ter hoogte van de voorgevellijn naar de openbare riolering aan de Van-Doornelaan gebracht. Er zal een gescheiden stelsel voorzien worden.
Er zal minder dan 600 m³ huishoudelijk afvalwater per jaar geloosd worden.
Conform artikel 4.2.8.1.1, §4 van Vlarem II wordt voor lozingen in het collectief te optimaliseren buitengebied geacht aan de lozingsvoorwaarden, vermeld in de eerste paragraaf van dit artikel, te zijn voldaan, als het afvalwater minstens gezuiverd wordt met een individuele voorbehandelingsinstallatie, die conform de code van goede praktijk gebouwd en uitgebaat is. De lozing van het huishoudelijk afvalwater lijkt bijgevolg te voldoen aan de geldende regelgeving.
Geluid en trillingen
Trillingen zijn afkomstig van het laden-en lossen van de voertuigen,… . De exploitant wordt erop gewezen dat conform de sectorale voorwaarden rustverstorende werkzaamheden verboden zijn op werkdagen tussen 19 uur en 7 uur alsmede op zon- en feestdagen.
De compressors worden enkel overdag tijdens de openingsuren aangezet. 's Avonds en 's nachts worden de toestellen uitgeschakeld. De activiteiten worden uitsluitend binnenin een gesloten en goed geïsoleerde werkplaats uitgevoerd indien mogelijk. Er wordt gewerkt met gesloten poorten en deuren.
Licht en straling
De verlichting op het bedrijfsterrein, de lichtreclame aan de voorgevel van de inrichting en de vrachtwagens die komen laden en lossen zullen het grootste deel van de lichtemissies in beslag nemen.
De lichtbelasting zal niet aanzienlijk zijn als de lichtreclame tussen 19u00 en 7u00 zal worden uitgeschakeld. De verlichting is dermate uitgevoerd dat niet-functionele lichtoverdracht naar de omgeving maximaal wordt beperkt.
De eventuele lichtreclame mag de normale intensiteit van de openbare verlichting niet overtreffen.
Gevaarlijke producten
De exploitant vraag de opslag van 500 liter of kilogram gevaarlijke producten in kleine verpakkingen. Dit zijn reinigings-en onderhoudsproducten. De producten worden opgeslagen boven lekbakken.
De oliën, ontvetters, afval van ontvette producten en andere gevaarlijke producten dienen opgehaald te worden door een erkende firma.
Afval
Het afval van de inrichting bestaat voornamelijk uit smeerproducten, verpakkingsmaterialen en huishoudelijk afval. Het afval van de inrichting zal opgehaald worden door een erkende afvalophaler.
Lucht
Er worden airco’s voorzien voor de koeling en de verwarming van de ruimten. Alle installaties moeten een koelmiddel met een GWP < 2500 CO2-eq gebruiken. De koelinstallaties met een GWP van meer dan 3 ton CO2-eq moeten jaarlijks een lekdetectie ondergaan.
Er lijken geen effecten naar luchtkwaliteit te verwachten op voorwaarde dat de exploitant de milieuvoorwaarden m.b.t. installatie, onderhoud, reparatie, periodieke (lekdichtheids)controles, buitendienststelling van koelinstallaties en het bijhouden van een logboek, zoals opgenomen in artikel 5.16.3.3 van Vlarem II, strikt naleeft.
Conclusie milieutechnische beoordeling
Met betrekking tot de onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies. Het lijkt echter wel aangewezen om bij eventuele vergunningverlening in de mate van het mogelijke rekening te houden met onderstaande bemerkingen, aanvullingen, aanbevelingen en/of voorstellen voor bijzondere voorwaarden.
Conclusie
Op basis van de gegevens in het aanvraagdossier adviseert de omgevingsambtenaar de vergunningsaanvraag, de volgende rubrieken en hoeveelheden voorwaardelijk gunstig
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.4.2° | Het lozen van bedrijfsafvalwater, zijnde het water van de wasinstallatie met een debiet van 0,5 m³/u - 0,5 m³/dag - 110 m³/jaar en het mogelijk verontreinigd hemelwater dat op de vloeistofdichte wasplaats valt met een debiet van 4,41 m³/u - 11,31 m³/dag - 235,62 m³/jaar. In totaal zal het debiet van het geloosd bedrijfsafvalwater 5 m³/u - 12 m³/dag - 346 m³/jaar bedragen. (Nieuw) | 5 m³/uur | 2 |
6.4.1° | Opslag van diverse brandbare vloeistoffen zijnde diverse oliën met een capaciteit van 600 liter. (Nieuw) | 600 liter | 3 |
6.5.1° | 2 verdeelslangen voor witte diesel en rode diesel op de bovengrondse houders (Nieuw) | 2 verdeelslang | 3 |
15.1.2° | Een stalplaats voor 44 motorvoertuigen en aanhangwagens zijnde 12 vrachtwagens, 14 aanhangwagens/opliggers, 15 bouwkranen en 3 heftrucks. (Nieuw) | 44 voertuigen | 2 |
15.4.1° | Een niet-huishoudelijke inrichting voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens; het wassen van eigen bedrijfsvoertuigen en bouwkranen. (Nieuw) | 1 wasinrichting | 3 |
16.3.2°a) | Diverse airco's met een totaal geïnstalleerd vermogen van 21 kW, een luchtcompressor van 8,1 kW en een 6-tal frigo's in het administratief gedeelte met een totaal geïnstalleerd vermogen van 9 kW; een totaal geïnstalleerd vermogen in deze rubriek van 38,1 kW. (Nieuw) | 38,1 kW | 3 |
17.3.2.1.1.1°b) | Opslag van 2 x 4800 liter witte diesel en 1 x 3450 liter rode diesel; in totaal een opslag van 13.050 liter of 10.962 kg (Nieuw) | 10,962 ton | 3 |
17.3.7.1°a) | Opslag van 360 kg gevaarlijke vloeistoffen gekenmerkt door gevarensymbool GHS08, zijnde antivries en ontvetter. (Nieuw) | 0,36 ton | 3 |
17.4. | Opslag van 500 liter diverse chemicaliën in kleinverpakking, zijnde spuitbussen remmenreiniger, ontvetter, smeeroliën, verf e.d. (Nieuw) | 500 liter | 3 |
29.5.2.1°a) | Diverse metaalbewerkingsmachines voor de assemblage en het herstellen van bouwkranen (inclusief rolbruggen) met een totaal geïnstalleerd vermogen van 32 kW. (Nieuw) | 32 kW | 3 |
29.5.5.1°a) | Een ontvettingstafel met een spoelbad van 60 liter. (Nieuw) | 60 liter | 3 |
Algemene voorwaarden van VLAREM II: Hoofdstuk 4.1 - 4.9
Sectorale voorwaarden van VLAREM II: Afd. 5.3.2, Subafd. 5.6.1.1.- Afd. 5.6.2., Hst. 5.15, Afd. 5.16.3, Afd. 5.17.1 - 5.17.4.3., Afd. 5.19.1 - 5.19.2. en Hst. 5.29
Bijzondere voorwaarden:
indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Opportuniteitstoets
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een aanvraag omgevingsvergunning te worden geweigerd als deze niet in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
De beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt uitgevoerd op basis van de criteria die vastgelegd zijn artikel 4.3.1§2 van de VCRO en omvatten: functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt uitgevoerd in de opportuniteitstoets.
Functionele inpasbaarheid
Het perceel van de aanvraag is gelegen in een industriegebied aan de zuidzijde van de stad Geel. Dit industriegebied bevindt zich rond het knooppunt Albertkanaal-E313. De aanvraag betreft:
- Het regulariseren van de vorm en indeling van de loods
- Het regulariseren van een overdekt tankstation met opslag
- Het wijzigen en regulariseren van de verharding op het terrein.
- Het bouwen van een nieuwe electriciteitscabine.
- Het voorzien van extra parkeerplaatsen
- De gewijzigde activiteit.
De omgeving van de aanvraag kenmerkt zich door industriegebouwen en handelsfuncties. Een productiehal met verkoopsruimte past zich dan ook in deze omgeving in.
Mobiliteit
De Ceuster is een bedrijf dat gespecialiseerd is het verhuren, onderhouden en stallen van
diverse kranen.
Per dag komen er diverse vrachtwagens die goederen leveren of kranen komen ophalen om
te transporteren naar verscheidende plaatsen. Het totaal aan vrachtwagen bewegingen komt
neer op 8 à 10 vrachtwagens per dag. Deze vrachtwagens komen het terrein opgereden via
de ontsluiting aan de ‘Moestoemaatheide’. Via de poort gelegen aan deze kant kunnen ze het
terrein van De Ceuster oprijden. Via eenrichtingsweg op het terrein zelf kunnen de
vrachtwagens langs de ‘Van Doornelaan’ het terrein weer verlaten. De eenrichtingsweg is
alleen van toepassing voor de vrachtwagens.
De auto’s komen via ‘Van Doornelaan’ het terrein opgereden, waarnaast ook diverse
parkeerplaatsen zijn ingericht.
Aan het einde van de dag dienen vijf vrachtwagens met onderladers en drie vrachtwagens
zonder onderladers geparkeerd te staan op het terrein zelf.
Zoals eerder is aangegeven stalt het bedrijf ook beperkt kranen op eigen terrein. Dit betreft
betreft eigen kranen als kranen van klanten. Steeds voor een beperkte termijn en bij
onderhoud, de meeste kranen gaan van werf naar werf.
Al deze kranen worden gestockeerd op het achterste gedeelte van het terrein en de open
loods. De open loods herbergt samen met het gedeelte verharding ernaast de modulaire
kranen. Soms worden de gehele kranen gebuikt, soms een aantal onderdelen, net wat nodig
is op de desbetreffende werf. Aan het eind van de dag staan hier drie vrachtwagens
gestockeerd, die deze grote kranen kunnen vervoeren.
De ruimte voor de gesloten loodsen, die geschakeld zijn aan het kantoorgebouw, wordt elke
vrijdag gebruikt voor de keuring van de kranen. Gedurende de rest van de week, wordt deze ruimte
gebruikt voor het onderhoud aan de kranen.
In totaal zijn er 16 camionettes in gebruik, waarvan er elke avond 8 geparkeerd staan op het
terrein. Deze worden hier gestockeerd en zijn door het personeel te gebruiken.
In totaal heeft ‘de Ceuster’ ongeveer 30 personeelsleden waardoor 24 auto’s geparkeerd
moeten worden. Vandaar ook de vraag om extra parkeerplaatsen te mogen voorzien
aangezien dat momenteel te beperkt is. Vooral klanten vinden hierdoor moeilijk een
parkeerplek. In totaal zijn er ongeveer 4 a 5 klanten er gelijk, met een maximum van 15
klanten per dag.
Momenteel zijn er 23 parkeerplaatsen wat al enkel een tekort is voor het personeel, los van
de klanten.
De extra nieuwe parkeerplaatsen zijn ingetekend in de voortuinzone. Deze worden ingegroend
om het groene karakter te behouden.
Materiaal-visuele inpasbaarheid
De gebouwen zijn visueel beperkt gewijzigd. Enkel de achterliggende industriehal wordt van
een nieuwe gevel voorzien die aansluit bij de kantoren.
Het gebouw past zich visueel in de omgeving in.
Schaal-ruimtegebruik-bouwdichtheid.
De aanvraag heeft een beperkte impact op het ruimtegebruik.
Er wordt een groot deel van de verharding opgebroken en vervangen door hetinfiltrerende eco-raster. Dit is in detail opgenomen op de plannen.
De reeds voorziene nieuwe betonverharding wordt behouden en geïnfiltreerd onder het
loodsgebouw.
Bodemreliëf
Het terrein wordt niet opgehoogd in functie van de aanvraag.
Er wordt een groot deel van de verharding opgebroken en vervangen door hetinfiltrerende eco-raster. Dit is in detail opgenomen op de plannen.
De reeds voorziene nieuwe betonverharding wordt behouden en geïnfiltreerd onder het
loodsgebouw.
De impact op het bodemreliëf is aanvaardbaar.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op deze aanvraag.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De hinder die kan uitgaan van het voorwerp van de aanvraag zal zich hoofdzakelijk tijdens de bouwwerken manifesteren. Hierdoor zal er tijdelijk een toename zijn in verkeersbewegingen door de aanvoer van bouwmachines, bouwmaterialen en werfverkeer.
De politiecodex die van kracht is voor het grondgebied van stad Geel, verbiedt het gebruik van bouwmachines of andere bouwwerktuigen die van die aard zijn dat ze de rust van omwonenden kunnen verstoren tussen 22uoo en 07u00 en op zon-en feestdagen. Dit beperkt de hinder naar omwonenden.
Er worden op het terrein geen nieuwe functies voorzien. De aanvraag zal dan ook geen gevolgen hebben betreffende gezondheidseffecten of gebruiksgenot op de percelen in de omgeving.
De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening of kan ermee in overeenstemping worden gebracht mits het opleggen van voorwaarden.
De opportuniteitstoets wordt doorstaan.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 23 november 2023 tot en met 22 december 2023. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Het tweede openbaar onderzoek werd gehouden naar aanleiding van van 22 februari 2024 tot en met 22 maart 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
Er wordt een gunstig advies gegeven betreffende de aanvraag onder volgende voorwaarden:
Bijzondere milieuvoorwaarden
Op basis van de gegevens in het aanvraagdossier adviseert de omgevingsambtenaar de vergunningsaanvraag, de volgende rubrieken en hoeveelheden voorwaardelijk gunstig
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
|
|
|
|
3.4.2° | Het lozen van bedrijfsafvalwater, zijnde het water van de wasinstallatie met een debiet van 0,5 m³/u - 0,5 m³/dag - 110 m³/jaar en het mogelijk verontreinigd hemelwater dat op de vloeistofdichte wasplaats valt met een debiet van 4,41 m³/u - 11,31 m³/dag - 235,62 m³/jaar. In totaal zal het debiet van het geloosd bedrijfsafvalwater 5 m³/u - 12 m³/dag - 346 m³/jaar bedragen. (Nieuw) | 5 m³/uur | 2 |
6.4.1° | Opslag van diverse brandbare vloeistoffen zijnde diverse oliën met een capaciteit van 600 liter. (Nieuw) | 600 liter | 3 |
6.5.1° | 2 verdeelslangen voor witte diesel en rode diesel op de bovengrondse houders (Nieuw) | 2 verdeelslang | 3 |
15.1.2° | Een stalplaats voor 44 motorvoertuigen en aanhangwagens zijnde 12 vrachtwagens, 14 aanhangwagens/opliggers, 15 bouwkranen en 3 heftrucks. (Nieuw) | 44 voertuigen | 2 |
15.4.1° | Een niet-huishoudelijke inrichting voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens; het wassen van eigen bedrijfsvoertuigen en bouwkranen. (Nieuw) | 1 wasinrichting | 3 |
16.3.2°a) | Diverse airco's met een totaal geïnstalleerd vermogen van 21 kW, een luchtcompressor van 8,1 kW en een 6-tal frigo's in het administratief gedeelte met een totaal geïnstalleerd vermogen van 9 kW; een totaal geïnstalleerd vermogen in deze rubriek van 38,1 kW. (Nieuw) | 38,1 kW | 3 |
17.3.2.1.1.1°b) | Opslag van 2 x 4800 liter witte diesel en 1 x 3450 liter rode diesel; in totaal een opslag van 13.050 liter of 10.962 kg (Nieuw) | 10,962 ton | 3 |
17.3.7.1°a) | Opslag van 360 kg gevaarlijke vloeistoffen gekenmerkt door gevarensymbool GHS08, zijnde antivries en ontvetter. (Nieuw) | 0,36 ton | 3 |
17.4. | Opslag van 500 liter diverse chemicaliën in kleinverpakking, zijnde spuitbussen remmenreiniger, ontvetter, smeeroliën, verf e.d. (Nieuw) | 500 liter | 3 |
29.5.2.1°a) | Diverse metaalbewerkingsmachines voor de assemblage en het herstellen van bouwkranen (inclusief rolbruggen) met een totaal geïnstalleerd vermogen van 32 kW. (Nieuw) | 32 kW | 3 |
29.5.5.1°a) | Een ontvettingstafel met een spoelbad van 60 liter. (Nieuw) | 60 liter | 3 |
Algemene voorwaarden van VLAREM II: Hoofdstuk 4.1 - 4.9
Sectorale voorwaarden van VLAREM II: Afd. 5.3.2, Subafd. 5.6.1.1.- Afd. 5.6.2., Hst. 5.15, Afd. 5.16.3, Afd. 5.17.1 - 5.17.4.3., Afd. 5.19.1 - 5.19.2. en Hst. 5.29
Bijzondere voorwaarden:
• De exploitatie is gelegen tegen een perceel dat deel uitmaakt van lopende bodemsaneringsproject met nummers 6619, 25979 en waar een bodemverontreiniging van BTEX en minerale olie aanwezig is in het grondwater. De gebruiksadviezen van het corresponderende beschrijvend bodemonderzoek dienen gevolgd te worden bij het opstellen van een eventuele bemaling:
o uitvoering maatregelen om verspreiding verontreiniging tegen te gaan (bv. tegenbemaling)
o opsplitsen van de bemalingsstreng (deel binnen en deel buiten de verontreiniging)
o plaatsing van een waterzuivering
o opvolgen van concentraties in opgepompt en/of geloosd water door erkend bodemsaneringsdeskundige
o aanvragen van een lozingsvergunning
o nagaan of andere maatregelen mogelijk zijn voor ontgraving: beperken diepte en/of vermijden bemaling
• Het VLAREBO-besluit van 14 december 2007 legt op dat grond van verdachte gronden in het kader van grondverzet steeds moet onderzocht worden. Er moet in elk geval, ook wanneer de grond binnen de werfzone blijft, een onderzoek worden gedaan naar de kwaliteit van de grond. De aanbevelingen van de bodemsaneringsdeskundige in het kader van de veiligheid voor werknemers en omwonende en grondverzet moeten worden nageleefd.
• Indien er aanwijzingen zijn dat er PFAS aanwezig kan zijn (omwille van aanwezigheid PFAS verdacht terrein in nabije omgeving die verontreiniging in de bodem (toplaag) van de omgeving kan veroorzaakt hebben, is PFAS een verdachte parameter en moet deze eveneens onderzocht worden in het kader van het grondverzet
• Het bedrijfsafvalwater moet worden geloosd via een KWS-afscheider met coalescentiefilter.
• Bij een calamiteit of onverwachte lozing zal de KWS-afscheider en de coalescentiefilter een urgente extra reiniging moeten ondergaan waarbij de resten en het afval worden opgehaald door een erkende ophaler.
• De KWS-afscheider en coalescentiefilter moeten regelmatig gereinigd worden. De afvalstoffen die hierbij vrijkomen, moeten worden opgehaald door een daartoe erkende inzamelaar/handelaar/makelaar en afgevoerd worden naar een vergunde verwerker. De overeenstemmende attesten worden bijgehouden en ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.
• De exploitant inspecteert minstens om de 3 maanden de KWS-afscheider en houdt een logboek bij van de inspecties. De exploitant kan ook een alarmsysteem voorzien om de goede werking van de KWS-afscheider op te volgen.
• De oliën, ontvetters, afval van ontvette producten en andere gevaarlijke producten dienen opgehaald te worden door een erkende firma.
• De minimumfrequentie voor onderzoek van de koelinstallaties is 3 jaar. Tijdens dit onderzoek wordt de installatie onderworpen aan een volledige controle met lekdichtheid, werking en onderhoud. De overige bepalingen voor exploitatie van koelinstallaties blijven van toepassing.
• Al het bedrijfsafvalwater en verontreinigd hemelwater dient eerst door de KWS-afscheider en de coalescentiefilter te lopen alvorens naar de infiltratievoorziening of afvoer te lopen.
• Er dient hemelwater gebruikt te worden voor de wasinstallatie.
• De lozing van bedrijfsafvalwater moet voldoen aan de milieukwaliteitsnormen voor grondwater.
• In afwijking van art 4.2.5.1.1.§1 van Vlarem II wordt het bedrijf vrijgesteld van de plaatsing van een meetgoot.
• De installatie van de controleput na de KWS-afscheider dient op de manier zoals beschreven in het aanvraagdossier uitgevoerd te worden: “Tevens is er extra controleput geplaatst tussen de koolwaterstofafscheider en de infiltratiebuis, zo kan de werking van de infiltratiebuis op elke moment gecontroleerd worden. Indien de infiltratiebuis zijn infiltratievermogen verliest door vuil in de buis, kan deze ook via deze putten gereinigd worden. Dit is bevestigd door de leverancier van de infiltratiebuis.”
indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.
Stedenbouwkundige voorwaarden
De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij dd. 22/12/2023 met kenmerk KL/ME/AELT/50526 xtie: 121820:
De Vlaamse Milieumaatschappij adviseert gunstig voor het lozen van bedrijfsafvalwater met een maximum debiet van 5 m³/uur, 12 m³/dag en 346 m³/jaar (R.3.4.2) via KWS-afscheider met coalescentiefilter in oppervlaktewater mits voldaan wordt aan de algemene voorwaarden en de volgende bijzondere voorwaarden:
˗ de lozing moet voldoen aan de MKN voor grondwater;
˗ het bedrijfsafvalwater moet worden geloosd via een KWS-afscheider met coalescentiefilter;
˗ in afwijking van art 4.2.5.1.1.§1 van Vlarem II wordt het bedrijf vrijgesteld van de plaatsing van een meetgoot of evenwaardig alternatief.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Fluvius System Operator dd. 01/12/2023.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van de brandweer zone Kempen dd. 08/01/2024 met kenmerk BWDP/2014-437/004/01/BCO.
De mindervalide parkeerplaatsen mogen niet in grasdals worden aangelegd omdat dit minder comfortabel is. Deze dienen volledig in klinkers te worden uitgevoerd.
De voorwaarden, beschreven in het adviesrapport met addendum van Aquafin, moeten worden opgevolgd:
(overstortconstructie en aansluitingen) dienen ter voorbereiding van de uitvoering nog verder
uitgewerkt in overleg met stad Geel en Aquafin.
coalescentiefilter) zodat er geen vervuiling in de IT-leiding kan terecht komen.
opgegeven volumes (8x3022 liter en 24x2901 liter) volledig benut worden onder het
drempelniveau van de overloop.
standaard dicht) naar de afwaartse IT-leiding voor een eventueel onderhoud van de ITleiding/putten, dit is geen verplichting maar een aanbeveling.
Er dient verder voldaan te worden aan volgende algemene voorwaarden:
worden gehouden met de VLARIO richtlijnen ondergrondse infiltratievoorzieningen. De
infiltratievoorzieningen mogen in geen geval drainerend werken.
Het is verplicht een VLARIO-keuring van de privéwaterafvoer te laten uitvoeren.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Bijzondere milieuvoorwaarde
Op basis van de gegevens in het aanvraagdossier adviseert de omgevingsambtenaar de vergunningsaanvraag, de volgende rubrieken en hoeveelheden voorwaardelijk gunstig
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
|
|
|
|
3.4.2° | Het lozen van bedrijfsafvalwater, zijnde het water van de wasinstallatie met een debiet van 0,5 m³/u - 0,5 m³/dag - 110 m³/jaar en het mogelijk verontreinigd hemelwater dat op de vloeistofdichte wasplaats valt met een debiet van 4,41 m³/u - 11,31 m³/dag - 235,62 m³/jaar. In totaal zal het debiet van het geloosd bedrijfsafvalwater 5 m³/u - 12 m³/dag - 346 m³/jaar bedragen. (Nieuw) | 5 m³/uur | 2 |
6.4.1° | Opslag van diverse brandbare vloeistoffen zijnde diverse oliën met een capaciteit van 600 liter. (Nieuw) | 600 liter | 3 |
6.5.1° | 2 verdeelslangen voor witte diesel en rode diesel op de bovengrondse houders (Nieuw) | 2 verdeelslang | 3 |
15.1.2° | Een stalplaats voor 44 motorvoertuigen en aanhangwagens zijnde 12 vrachtwagens, 14 aanhangwagens/opliggers, 15 bouwkranen en 3 heftrucks. (Nieuw) | 44 voertuigen | 2 |
15.4.1° | Een niet-huishoudelijke inrichting voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens; het wassen van eigen bedrijfsvoertuigen en bouwkranen. (Nieuw) | 1 wasinrichting | 3 |
16.3.2°a) | Diverse airco's met een totaal geïnstalleerd vermogen van 21 kW, een luchtcompressor van 8,1 kW en een 6-tal frigo's in het administratief gedeelte met een totaal geïnstalleerd vermogen van 9 kW; een totaal geïnstalleerd vermogen in deze rubriek van 38,1 kW. (Nieuw) | 38,1 kW | 3 |
17.3.2.1.1.1°b) | Opslag van 2 x 4800 liter witte diesel en 1 x 3450 liter rode diesel; in totaal een opslag van 13.050 liter of 10.962 kg (Nieuw) | 10,962 ton | 3 |
17.3.7.1°a) | Opslag van 360 kg gevaarlijke vloeistoffen gekenmerkt door gevarensymbool GHS08, zijnde antivries en ontvetter. (Nieuw) | 0,36 ton | 3 |
17.4. | Opslag van 500 liter diverse chemicaliën in kleinverpakking, zijnde spuitbussen remmenreiniger, ontvetter, smeeroliën, verf e.d. (Nieuw) | 500 liter | 3 |
29.5.2.1°a) | Diverse metaalbewerkingsmachines voor de assemblage en het herstellen van bouwkranen (inclusief rolbruggen) met een totaal geïnstalleerd vermogen van 32 kW. (Nieuw) | 32 kW | 3 |
29.5.5.1°a) | Een ontvettingstafel met een spoelbad van 60 liter. (Nieuw) | 60 liter | 3 |
Algemene voorwaarden van VLAREM II: Hoofdstuk 4.1 - 4.9
Sectorale voorwaarden van VLAREM II: Afd. 5.3.2, Subafd. 5.6.1.1.- Afd. 5.6.2., Hst. 5.15, Afd. 5.16.3, Afd. 5.17.1 - 5.17.4.3., Afd. 5.19.1 - 5.19.2. en Hst. 5.29
Bijzondere voorwaarden:
• De exploitatie is gelegen tegen een perceel dat deel uitmaakt van lopende bodemsaneringsproject met nummers 6619, 25979 en waar een bodemverontreiniging van BTEX en minerale olie aanwezig is in het grondwater. De gebruiksadviezen van het corresponderende beschrijvend bodemonderzoek dienen gevolgd te worden bij het opstellen van een eventuele bemaling:
o uitvoering maatregelen om verspreiding verontreiniging tegen te gaan (bv. tegenbemaling)
o opsplitsen van de bemalingsstreng (deel binnen en deel buiten de verontreiniging)
o plaatsing van een waterzuivering
o opvolgen van concentraties in opgepompt en/of geloosd water door erkend bodemsaneringsdeskundige
o aanvragen van een lozingsvergunning
o nagaan of andere maatregelen mogelijk zijn voor ontgraving: beperken diepte en/of vermijden bemaling
• Het VLAREBO-besluit van 14 december 2007 legt op dat grond van verdachte gronden in het kader van grondverzet steeds moet onderzocht worden. Er moet in elk geval, ook wanneer de grond binnen de werfzone blijft, een onderzoek worden gedaan naar de kwaliteit van de grond. De aanbevelingen van de bodemsaneringsdeskundige in het kader van de veiligheid voor werknemers en omwonende en grondverzet moeten worden nageleefd.
• Indien er aanwijzingen zijn dat er PFAS aanwezig kan zijn (omwille van aanwezigheid PFAS verdacht terrein in nabije omgeving die verontreiniging in de bodem (toplaag) van de omgeving kan veroorzaakt hebben, is PFAS een verdachte parameter en moet deze eveneens onderzocht worden in het kader van het grondverzet
• Het bedrijfsafvalwater moet worden geloosd via een KWS-afscheider met coalescentiefilter.
• Bij een calamiteit of onverwachte lozing zal de KWS-afscheider en de coalescentiefilter een urgente extra reiniging moeten ondergaan waarbij de resten en het afval worden opgehaald door een erkende ophaler.
• De KWS-afscheider en coalescentiefilter moeten regelmatig gereinigd worden. De afvalstoffen die hierbij vrijkomen, moeten worden opgehaald door een daartoe erkende inzamelaar/handelaar/makelaar en afgevoerd worden naar een vergunde verwerker. De overeenstemmende attesten worden bijgehouden en ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.
• De exploitant inspecteert minstens om de 3 maanden de KWS-afscheider en houdt een logboek bij van de inspecties. De exploitant kan ook een alarmsysteem voorzien om de goede werking van de KWS-afscheider op te volgen.
• De oliën, ontvetters, afval van ontvette producten en andere gevaarlijke producten dienen opgehaald te worden door een erkende firma.
• De minimumfrequentie voor onderzoek van de koelinstallaties is 3 jaar. Tijdens dit onderzoek wordt de installatie onderworpen aan een volledige controle met lekdichtheid, werking en onderhoud. De overige bepalingen voor exploitatie van koelinstallaties blijven van toepassing.
• Al het bedrijfsafvalwater en verontreinigd hemelwater dient eerst door de KWS-afscheider en de coalescentiefilter te lopen alvorens naar de infiltratievoorziening of afvoer te lopen.
• Er dient hemelwater gebruikt te worden voor de wasinstallatie.
• De lozing van bedrijfsafvalwater moet voldoen aan de milieukwaliteitsnormen voor grondwater.
• In afwijking van art 4.2.5.1.1.§1 van Vlarem II wordt het bedrijf vrijgesteld van de plaatsing van een meetgoot.
• De installatie van de controleput na de KWS-afscheider dient op de manier zoals beschreven in het aanvraagdossier uitgevoerd te worden: “Tevens is er extra controleput geplaatst tussen de koolwaterstofafscheider en de infiltratiebuis, zo kan de werking van de infiltratiebuis op elke moment gecontroleerd worden. Indien de infiltratiebuis zijn infiltratievermogen verliest door vuil in de buis, kan deze ook via deze putten gereinigd worden. Dit is bevestigd door de leverancier van de infiltratiebuis.”
indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.
Stedenbouwkundige voorwaarde
De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij dd. 22/12/2023 met kenmerk KL/ME/AELT/50526 xtie: 121820:
De Vlaamse Milieumaatschappij adviseert gunstig voor het lozen van bedrijfsafvalwater met een maximum debiet van 5 m³/uur, 12 m³/dag en 346 m³/jaar (R.3.4.2) via KWS-afscheider met coalescentiefilter in oppervlaktewater mits voldaan wordt aan de algemene voorwaarden en de volgende bijzondere voorwaarden:
˗ de lozing moet voldoen aan de MKN voor grondwater;
˗ het bedrijfsafvalwater moet worden geloosd via een KWS-afscheider met coalescentiefilter;
˗ in afwijking van art 4.2.5.1.1.§1 van Vlarem II wordt het bedrijf vrijgesteld van de plaatsing van een meetgoot of evenwaardig alternatief.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Fluvius System Operator dd. 01/12/2023.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van de brandweer zone Kempen dd. 08/01/2024 met kenmerk BWDP/2014-437/004/01/BCO.
De mindervalide parkeerplaatsen mogen niet in grasdals worden aangelegd omdat dit minder comfortabel is. Deze dienen volledig in klinkers te worden uitgevoerd.
De voorwaarden, beschreven in het adviesrapport met addendum van Aquafin, moeten worden opgevolgd:
(overstortconstructie en aansluitingen) dienen ter voorbereiding van de uitvoering nog verder
uitgewerkt in overleg met stad Geel en Aquafin.
coalescentiefilter) zodat er geen vervuiling in de IT-leiding kan terecht komen.
opgegeven volumes (8x3022 liter en 24x2901 liter) volledig benut worden onder het
drempelniveau van de overloop.
standaard dicht) naar de afwaartse IT-leiding voor een eventueel onderhoud van de ITleiding/putten, dit is geen verplichting maar een aanbeveling.
Er dient verder voldaan te worden aan volgende algemene voorwaarden:
worden gehouden met de VLARIO richtlijnen ondergrondse infiltratievoorzieningen. De
infiltratievoorzieningen mogen in geen geval drainerend werken.
Het is verplicht een VLARIO-keuring van de privéwaterafvoer te laten uitvoeren.