UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 13/09/2024
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024078206
Dossiernummer gemeente: 202400307
De gemeente Geel heeft op 26 juni 2024 een aanvraag ontvangen voor verbouwen van een ééngezinswoning. De aanvraag werd op 15 juli 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Ben Aerts met als contactadres Snepstraat 12 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Snepstraat 12
Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nr. 52H
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
parkgebied
De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag betreft het verbouwen van een ééngezinswoning.
De woning met twee bouwlagen opgetrokken uit genuanceerde rood/bruine gevelsteen onder een zadeldak bekleed met rode dakpannen.
De ramen en deuren zijn vervaardigd uit hout en wit geschilderd en voorzien van arduinen dorpels.
Aan de aanpalende aanbouw ook met twee bouwlagen opgetrokken uit licht grijze gevelsteen onder een platdak.
De ramen en deuren zijn vervaardigd uit donker grijze aluminium buitenschrijnwerk.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 14 augustus 2024 werd het advies ontvangen van Dienst Integraal Waterbeleid
Artikel 3 § 1 van het uitvoeringsbesluit voor de watertoets van 20 juli 2006 bepaalt dat de vergunningverlenende overheid moet nagaan of er geen schadelijke effecten verbonden zijn aan een project (zoals bedoeld in artikel 1.1.3 § 2, 18° van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018).
Om vergunningsaanvragen stap voor stap aan de watertoets te onderwerpen, kunt u gebruik maken van het watertoetsinstrument op www.integraalwaterbeleid.be/watertoetsinstrument/. Aan de hand van beoordelingsschema’s kunt u zo onderzoeken of een project al dan niet schade kan veroorzaken. Enkel wanneer mogelijke schadelijke effecten aan het licht komen, moet u bijkomend advies vragen aan de betrokken waterbeheerder. Bij een gunstig toetsresultaat is geen verdere adviesvraag nodig.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s op uw aanvraag blijkt dat er geen schadelijke effecten te verwachten zijn, zodat een adviesvraag aan de provincie overbodig is. Indien er toch advies gewenst is, kunt u ons contacteren via diw.afdelingbeheer@provincieantwerpen.be.
Advies: geen advies
Op 5 september 2024 werd het advies ontvangen van stad Geel Team Grijs
RIOLERING
Zonering – aansluiting
Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is ter hoogte van het perceel een (ingebuisde) gracht aanwezig waarop de woning reeds is aangesloten. Dit betekent dat er in het openbaar domein geen volwaardig rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt. Al het afvalwater, zowel fecaal als grijs water, moet worden voorbehandeld.
Er is reeds een bestaande aansluiting aanwezig welke moet hergebruikt worden. Er dienen aansluitputjes RWA en DWA voorzien te worden op private eigendom. (zie voorwaarden)
Riolering algemeen
Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.
Op het plan staan geen diameters opgegeven van de afvoerbuizen. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm).
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.
Aangezien er nog geen openbaar rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt en men dus zal lozen op de gracht, zal er een septische put moeten worden geplaatst waar zowel het fecaal als grijs water worden op aangesloten. Volgens het funderingsplan wordt er een septische put voorzien met een volume van 3000L waarop enkel het afvalwater is aangesloten. Hierop dient dus ook het grijs water worden aangesloten.
Het volume van de voorbehandeling dient te voldoen aan volgende richtlijn: De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).
Als er in de toekomst riolering wordt aangelegd, zal het grijs water van de septische put moeten worden afgekoppeld. Het is aangewezen hiermee rekening te houden bij de aanleg van de private riolering. Men kan al een wachtbuis voorzien zodat men dan vlot kan afkoppelen.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.
Hemelwaterput
Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 10.000L. Op de put worden dakafvoeren aangesloten. Er wordt geen vermelding gemaakt van hergebruik.
Infiltratievoorziening
Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening. Deze dient te voldoen aan de verordening.
Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening.
Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbare stelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan. Deze wordt kort tegen de woning aangesloten op het grijs water. Dit is niet toegestaan en moet worden aangesloten op RWA huisaansluitputje welk, indien nog niet aanwezig, geplaatst wordt op private eigendom tegen de rooilijn.
TOEGANG
Er ligt een bestaande inrit aangelegd in eigen materialen tot tegen de rijweg. In nieuwe toestand wordt een inrit ingetekend met breedte van 4,10m.Deze breedte kan worden toegestaan. Verder zijn er geen toegangspaden.
De berm dient hersteld te worden naar een grasberm. Thv. de oprit wordt een oprit voorzien door de stad.
Zelf aanpassingen uitvoeren aan het openbaar domein is niet toegestaan. Men dient een aanvraag te doen via: https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. De kosten zijn ten laste van de aanvrager.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.
Wegenis
Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het perceel gelegen te Geel, Afdeling 1, Sectie H, nr. 0052/00H000 (is gelegen langs en) stroomt af naar de Rijnloop, een (on)bevaarbare waterloop (van categorie 2) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen – Grote Nete. De locatie is volgens de watertoetskaarten deels mogelijk overstromingsgevoelig.
Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Het betreft het verbouwen van een ééngezinswoning waarbij een deel van de voorgevel en linkerzijgevel verwijderd worden.
Er wordt geen functiewijziging aangevraagd.
De aanvraag is qua karakter verenigbaar met de onmiddelijke omgeving.
De woning wordt met twee bouwlagen opgetrokken uit genuanceerde rood/bruine gevelsteen onder een zadeldak bekleed met rode dakpannen. De ramen en deuren zijn vervaardigd uit hout en wit geschilderd en voorzien van arduinen dorpels. Aan de aanpalende aanbouw ook met twee bouwlagen opgetrokken uit licht grijze gevelsteen onder een platdak. De ramen en deuren zijn vervaardigd uit donker grijze aluminium buitenschrijnwerk. Het gebouw is inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
Voor het verbouwen van een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De woning heeft een beperkt bouwvolume.
Visueel-vormelijke elementen
De woning wordt opgericht in hedendaagse materialen.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
RIOLERING
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het (te plaatsen) huisaansluitputje DWA. De afvoerbuis van het regenwater moet, als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening, worden aangesloten op het (te plaatsen) RWA huisaansluitputje.
Men is verplicht een terugslagklep te plaatsen op zowel DWA als RWA riolering. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.
Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte en ligging van de bestaande aansluiting. Hieraan worden geen aanpassingen uitgevoerd.
De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).
Putten (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
• De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
• Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
• De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
• De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
• De infiltratievoorziening dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Men dient de bestaande aansluiting op te zoeken en te gebruiken. Men dient zelf de huisaansluitputjes te plaatsen volgen volgende richtlijnen:
• te plaatsen op privé nabij de rooilijn met onderlinge afstand van min. 0,5m en max. 1m.
• De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn met voorgevormde vloei.
• Kleur en afmeting:
o RWA: grijs met diameter 250mm
o DWA: roodbruin met diameter 315mm.
• Als men geen noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare riolering hoeft men geen huisaansluitputje RWA te plaatsen.
• Na de putjes moet men het afvalwater en hemelwater samenbrengen via een gemengde aansluiting met opsplitsing
TOEGANG
De inrit op openbaar domeinzal aangelegd worden met een max. breedte zoals opgenomen op het vergunde plan (4,10m).
De split halfverharding in de openbare berm wordt niet meer toegestaan en dient vervangen te worden door een grasberm.
Zelf aanpassingen uitvoeren aan het openbaar domein is niet toegestaan. Men dient een aanvraag te doen via: https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. De kosten zijn ten laste van de aanvrager.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
RIOLERING
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het (te plaatsen) huisaansluitputje DWA. De afvoerbuis van het regenwater moet, als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening, worden aangesloten op het (te plaatsen) RWA huisaansluitputje.
Men is verplicht een terugslagklep te plaatsen op zowel DWA als RWA riolering. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.
Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte en ligging van de bestaande aansluiting. Hieraan worden geen aanpassingen uitgevoerd.
De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).
Putten (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
• De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
• Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
• De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
• De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
• De infiltratievoorziening dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Men dient de bestaande aansluiting op te zoeken en te gebruiken. Men dient zelf de huisaansluitputjes te plaatsen volgen volgende richtlijnen:
• te plaatsen op privé nabij de rooilijn met onderlinge afstand van min. 0,5m en max. 1m.
• De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn met voorgevormde vloei.
• Kleur en afmeting:
o RWA: grijs met diameter 250mm
o DWA: roodbruin met diameter 315mm.
• Als men geen noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare riolering hoeft men geen huisaansluitputje RWA te plaatsen.
• Na de putjes moet men het afvalwater en hemelwater samenbrengen via een gemengde aansluiting met opsplitsing
TOEGANG
De inrit op openbaar domeinzal aangelegd worden met een max. breedte zoals opgenomen op het vergunde plan (4,10m).
De split halfverharding in de openbare berm wordt niet meer toegestaan en dient vervangen te worden door een grasberm.
Zelf aanpassingen uitvoeren aan het openbaar domein is niet toegestaan. Men dient een aanvraag te doen via: https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. De kosten zijn ten laste van de aanvrager.