UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 15/09/2024.
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024089579
Dossiernummer gemeente: 202400327
De gemeente Geel heeft op 3 juli 2024 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van een eengezinswoning, carport en bijgebouw. De aanvraag werd op 17 juli 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Kurt Mols wonende Olenseweg 379 te 2260 Westerlo en mevrouw Nancy Steurs wonende Olenseweg 379 te 2260 Westerlo
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Tulpenstraat 28
Kadastrale ligging: afdeling 6 sectie G nr. 624B2
Verslag
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024089579
Dossiernummer gemeente: 202400327
De gemeente Geel heeft op 3 juli 2024 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van een eengezinswoning, carport en bijgebouw. De aanvraag werd op 17 juli 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Kurt Mols wonende Olenseweg 379 te 2260 Westerlo en mevrouw Nancy Steurs wonende Olenseweg 379 te 2260 Westerlo
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Tulpenstraat 28
Kadastrale ligging: afdeling 6 sectie G nr. 624B2
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is gelegen in een goedgekeurde niet vervallen verkaveling nl. 1737B van 02/11/1999.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de voorwaarden van goedgekeurde niet vervallen verkaveling.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
Het betreft het bouwen van een eengezinswoning met carport en bijgebouw.
De nieuwe eengezinswoning wordt ingeplant op 12,00m uit de as van de voorgelegen weg.
De voorgevelbreedte van de woning bedraagt 7,00m en de bouwdiepte is 12,00m op het gelijkvloers en de eerste verdieping. De woning wordt voorzien van een hellend dak met een dakbasis van 9,00m, een kroonlijsthoogte van 6,00m boven het maaiveld en een nokhoogte van 10,50m.
De woning wordt opgetrokken tot op minimaal 3,00m van de rechter perceelsgrens en tot tegen de
linker perceelsgrens.
In de rechter zijtuinstrook wordt een carport voorzien met een breedte van 3,00m en een diepte van 7,00m. De voorgevel van de carport bevindt zich op 5,00m achter de voorgevelbouwlijn van de
woning.
De carport wordt voorzien van een plat dak met een kroonlijsthoogte van 3,00m t.o.v. het maaiveld.
De minimale afstand tot de achterste perceelsgrens van het geheel bedraagt 22,20m.
De woning wordt opgetrokken in een witte gevelsteen met delen in een zwarte aluminium
gevelbekleding, de carport wordt voorzien van zwarte aluminium gevelbekleding.
Het nieuwe buitenschrijnwerk wordt voorzien in zwart aluminium met dorpels in blauwe hardsteen.
De woning bestaat uit een gelijkvloers met een inkomhal met een bezoekerstoilet en de trap naar de eerste verdieping, een zit- en eethoek met open keuken met toegang tot een berging.
Op verdieping 1 worden er 2 slaapkamers, een bureau, een toilet en een badkamer voorzien. De
dakverdieping doet dient als zolder met technische ruimte.
Op 16,51m achter het hoofdvolume wordt een bijgebouw voorzien met een voorgevelbreedte van
7,00m en een maximale bouwdiepte van 5,69m.
Het bijgebouw wordt opgetrokken tot tegen de rechter perceelsgrens en sluit aan op het bijgebouw
van de buur, is voorzien van een plat dak met een kroonlijsthoogte van 3,00m en heeft een bebouwde oppervlakte van 35,75m2.
Het bijgebouw wordt opgetrokken in witte gevelsteen met eveneens accenten in zwarte aluminium
gevelbekleding.
In de voortuinstrook van de woning wordt een oprit voorzien met toegangspad naar en rondom de
woning in waterdoorlatende klinkers. De oppervlakte van deze verhardingen is 45m2, waarbij het
regenwater kan infiltreren op het eigen terrein door de verharding (helling kleiner dan 2%).
30m2 van deze waterdoorlatende verharding bevindt zich in de voortuinstrook van 60m2.
De resterende 50% van de voortuinstrook wordt voorzien van groenaanleg.
Achteraan de woning wordt een terras voorzien.
De totale oppervlakte van de verharding is 30m2, waarbij het regenwater kan infiltreren op het eigen terrein naast de verharding.
Er worden bij de woning en het bijgebouw nieuwe regenwaterputten voorzien met een inhoud van
12.500 liter.
Het regenwater zal worden hergebruikt via 2 toiletten, een wasmachine en een buitenkraantje.
De regenwaterput wordt voorzien van een overloop naar een bovengrondse wadi met een inhoud van 3690 liter en een infiltratieoppervlak van 12,50 m2, berekend volgens de van kracht zijnde
verordening.
Het terrein bevindt zich in centraal gebied volgens het zoneringsplan. Er dient een nieuwe septische
put te worden voorzien enkel voor het zwart/fecaal afvalwater met een minimale inhoud van 2000
liter.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 18 juli 2024 werd het advies ontvangen van Fluvius
Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen
Advies: geen advies
Op 3 september 2024 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel
Advies riolering
Zonering – aansluiting
Het project is gelegen in centraal gebied. De riolering ligt echter aan de overkant rijbaan op een zeer beperkte diepte. Het wordt technisch niet haalbaar beschouwd om aan te sluiten, tenzij er gewerkt wordt met een pomp op private eigendom. De stad plant rioleringswerken in 2026-2027. Een pomp betekent een grote kost voor deze korte periode. Daarom zal beschouwd worden dat het perceel gelegen is te optimaliseren buitengebied en dient te worden aangesloten op de open gracht thv. het perceel. Al het afvalwater, zowel fecaal als grijs water, moet worden voorbehandeld. Later, na de wegenwerken, moet het grijswater afgekoppeld worden van de septische put, hiervoor voorziet m’n best reeds de nodige bypass.
Riolering algemeen
Er zijn ter hoogte van het perceel geen huisaansluitingen aanwezig. Deze zullen voorzien worden. De aansluitdiameter bedraagt 160mm.
Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Er wordt een septische put voorzien van 2.000L waarop enkel het fecaal water toekomt. Dit is niet voldoende volgens de huidige regelgeving.
De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).
Als er in de toekomst riolering wordt aangelegd, zal het grijs water van de septische put moeten worden afgekoppeld. Het is aangewezen hiermee rekening te houden bij de aanleg van de private riolering. Men kan al een wachtbuis voorzien zodat men dan vlot kan afkoppelen.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.
Hemelwaterput
Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 12.500L. Op de put worden (alle) dakafvoeren, incl. bijgebouw, aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor toiletspoeling, wasmachine en buitenkraan.
Infiltratievoorziening
Men voorziet een bovengrondse nfiltratievoorziening met een volume van 3.690L en een oppervlakte van 12.5m².
Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening.
Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare gracht. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.
Advies toegang tot het perceel
Voorafgaande opmerking
De stad plant in de straat weg- en rioleringswerken. Timing 2026-2027. Het profiel van de rijweg zal hierdoor wijzigingen. Er is in de huidige plannen een inrit getekend op dezelfde plaats als aangevraagd in de vergunning. De gracht wordt vervangen door een wadi waardoor de nieuw aan te vragen overwelving verwijdert wordt. Er is geen recht op enige vergoeding. De nieuwe toegang -binnen de weg- en rioleringswerken- wordt gratis aangelegd.
Er wordt een gescheiden stelsel aangelegd. Zolang deze niet is aangelegd, is een septische put verplicht waarop zowel fecaal als grijs water worden aangesloten (zie verder in het advies). Daarna kan de septische put, indien gewenst, afgekoppeld worden.
Toegang - overwelving
Huidige situatie
Over de volledige lengte van het perceel ligt een open gracht.
Aanvraag
Nieuwe overwelving met een nuttige breedte van 328cm.
Advies en voorwaarden
Volgens het Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen mag er per perceel slechts 1 overwelving worden voorzien met een maximale breedte van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).
Van de maximale breedte van 5m kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat een bredere overwelving nodig is voor andere voertuigen dan personenwagens en lichte bestelwagens. Dit wordt niet aangegeven en is dus niet van toepassing.
Van het aantal overwelvingen kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat er meer dan één overwelving nodig is in functie van de toegankelijkheid. Dit wordt niet aangegeven en is dus niet van toepassing.
Er zal steeds een goot, incl. kolk, voorzien worden tussen oprit en rijweg/fietspad/voetpad.
Het hellingspercentage van de oprit bedraagt min. 0,02 m en max. 0,04 m per meter in de richting van de as van de weg.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen
Planologische toets
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het perceel gelegen te Tulpenstraat 28, Afdeling 6, sectie G, nr. 624 B2 stroomt af naar de Roosbroekenloop , een (on)bevaarbare waterloop (van categorie 2) die beheerd wordt door de Provincie Antwerpen – Grote Nete.
Het project ligt niet in overstromingsgevoelig gebied.
Er werd advies gevraagd aan openbaar domein team grijs:
Het betreft het volgend advies van 03/09/2024:
Advies riolering
Zonering – aansluiting
Het project is gelegen in centraal gebied. De riolering ligt echter aan de overkant rijbaan op een zeer beperkte diepte. Het wordt technisch niet haalbaar beschouwd om aan te sluiten, tenzij er gewerkt wordt met een pomp op private eigendom. De stad plant rioleringswerken in 2026-2027. Een pomp betekent een grote kost voor deze korte periode. Daarom zal beschouwd worden dat het perceel gelegen is te optimaliseren buitengebied en dient te worden aangesloten op de open gracht thv. het perceel. Al het afvalwater, zowel fecaal als grijs water, moet worden voorbehandeld. Later, na de wegenwerken, moet het grijswater afgekoppeld worden van de septische put, hiervoor voorziet m’n best reeds de nodige bypass.
Riolering algemeen
Er zijn ter hoogte van het perceel geen huisaansluitingen aanwezig. Deze zullen voorzien worden. De aansluitdiameter bedraagt 160mm.
Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Er wordt een septische put voorzien van 2.000L waarop enkel het fecaal water toekomt. Dit is niet voldoende volgens de huidige regelgeving.
De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).
Als er in de toekomst riolering wordt aangelegd, zal het grijs water van de septische put moeten worden afgekoppeld. Het is aangewezen hiermee rekening te houden bij de aanleg van de private riolering. Men kan al een wachtbuis voorzien zodat men dan vlot kan afkoppelen.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.
Hemelwaterput
Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 12.500L. Op de put worden (alle) dakafvoeren, incl. bijgebouw, aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor toiletspoeling, wasmachine en buitenkraan.
Infiltratievoorziening
Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening met een volume van 3.690L en een oppervlakte van 12.5m².
Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening.
Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare gracht. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.
Conclusie:
Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten en mits naleving van de opgelegde voorwaarden zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.
Mer-screening
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
De nieuwe eengezinswoning wordt ingeplant op 12,00m uit de as van de voorgelegen weg.
De voorgevelbreedte van de woning bedraagt 7,00m en de bouwdiepte is 12,00m op het gelijkvloers en de eerste verdieping. De woning wordt voorzien van een hellend dak met een dakbasis van 9,00m, een kroonlijsthoogte van 6,00m boven het maaiveld en een nokhoogte van 10,50m.
De woning wordt opgetrokken tot op minimaal 3,00m van de rechter perceelsgrens en tot tegen de
linker perceelsgrens.
In de rechter zijtuinstrook wordt een carport voorzien met een breedte van 3,00m en een diepte van 7,00m. De voorgevel van de carport bevindt zich op 5,00m achter de voorgevelbouwlijn van de
woning.
De carport wordt voorzien van een plat dak met een kroonlijsthoogte van 3,00m t.o.v. het maaiveld.
De minimale afstand tot de achterste perceelsgrens van het geheel bedraagt 22,20m.
Het bijgebouw wordt opgetrokken tot tegen de rechter perceelsgrens en sluit aan op het bijgebouw
van de buur, is voorzien van een plat dak met een kroonlijsthoogte van 3,00m en heeft een bebouwde oppervlakte van 35,75m2.
Mobiliteitsimpact
Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De woning heeft een beperkt bouwvolume.
Visueel-vormelijke elementen
De woning wordt opgetrokken in een witte gevelsteen met delen in een zwarte aluminium
gevelbekleding, de carport wordt voorzien van zwarte aluminium gevelbekleding.
Het nieuwe buitenschrijnwerk wordt voorzien in zwart aluminium met dorpels in blauwe hardsteen.
Het bijgebouw wordt opgetrokken in witte gevelsteen met eveneens accenten in zwarte aluminium
gevelbekleding.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Niet van toepassing.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
Gunstig onder volgende voorwaarden:
De werken dienen uitgevoerd en ingeplant te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein stad Geel – team grijs:
Voorwaarden riolering
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. De afvoerbuis van het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening.
Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte en ligging van de nieuwe aansluiting.
De voorbehandeling van al het afvalwater is verplicht.
De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).
Het grijze water is na aanleg van de openbare riolering (planning 2026-2027) af te koppelen van de septische put.
Putten (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) en open infiltratiesystemen (wadi) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Opmerkingen
Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoer. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.
Het is aangewezen om een wachtbuis voor het grijs water te voorzien, zodat men het grijs water vlot van de septische put kan afkoppelen op het moment dat er een volwaardig rioleringsstelsel wordt aangelegd op openbaar domein.
Voorwaarden toegang tot het perceel
Er wordt één overwelving toegestaan met een maximale breedte -binnenzijde kopmuren- volgens vergund plan. Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen. De overwelving wordt afgewerkt met een verharding en straatgoot incl. kolk tussen deze verharding en de rijweg. Deze werken worden uitgevoerd door de stadsdiensten en zijn aan te vragen via: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein De kosten zijn volledig ten laste van de aanvrager.
Bestaande overwelving – definitieve nieuwe overwelving
Tijdens de bouwwerken kan men de bestaande overwelving nog gebruiken. Na de bouwwerken kan men een aanvraag doen voor de definitieve overwelving:
Tijdelijke overwelving – definitieve overwelving
Men mag zelf een tijdelijke overwelving voorzien tijdens de bouwwerken onder volgende voorwaarden:
Voor de plaatsing van de definitieve overwelving moet men een aanvraag doen:
De woning dient te voldoen aan de EPB eisen.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een
branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand
door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in
kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang,
slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de
badkamer, keuken, garage.
De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 40 cm boven de as van de weg.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De werken dienen uitgevoerd en ingeplant te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd.
De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein stad Geel – team grijs:
Voorwaarden riolering
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. De afvoerbuis van het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening.
Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte en ligging van de nieuwe aansluiting.
De voorbehandeling van al het afvalwater is verplicht.
De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).
Het grijze water is na aanleg van de openbare riolering (planning 2026-2027) af te koppelen van de septische put.
Putten (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) en open infiltratiesystemen (wadi) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Opmerkingen
Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoer. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.
Het is aangewezen om een wachtbuis voor het grijs water te voorzien, zodat men het grijs water vlot van de septische put kan afkoppelen op het moment dat er een volwaardig rioleringsstelsel wordt aangelegd op openbaar domein.
Voorwaarden toegang tot het perceel
Er wordt één overwelving toegestaan met een maximale breedte -binnenzijde kopmuren- volgens vergund plan. Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen. De overwelving wordt afgewerkt met een verharding en straatgoot incl. kolk tussen deze verharding en de rijweg. Deze werken worden uitgevoerd door de stadsdiensten en zijn aan te vragen via: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein De kosten zijn volledig ten laste van de aanvrager.
Bestaande overwelving – definitieve nieuwe overwelving
Tijdens de bouwwerken kan men de bestaande overwelving nog gebruiken. Na de bouwwerken kan men een aanvraag doen voor de definitieve overwelving:
Tijdelijke overwelving – definitieve overwelving
Men mag zelf een tijdelijke overwelving voorzien tijdens de bouwwerken onder volgende voorwaarden:
Voor de plaatsing van de definitieve overwelving moet men een aanvraag doen:
De woning dient te voldoen aan de EPB eisen.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een
branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand
door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in
kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang,
slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de
badkamer, keuken, garage.
De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 40 cm boven de as van de weg.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.