2024_RVBC_00029 - Burgemeestersconvenant - Energie- en Klimaatactieplan Kempen 2030 - Efroproject warmtemakelaar IOK - Het produceren, distribueren en leveren van duurzame warmte (en evt. koelte) door de installatie van duurzame warmtebronnen en de aanleg van een warmtenet in centrum Geel - Offerte bestek - Beslissen: Goedkeuren

Op 30 mei 2023 besliste het college van burgemeester en schepenen om deel te nemen aan het EFRO-project GTI Kempen 1859 Warmtenet-WERKEN Kempen.

Op 12 februari 2024 keurde het college van burgemeester de projectfiche “Collectief Warmtenet voor het Centrum van Geel”, de opstart van het project en de aanvraag van de omgevingsvergunning Geel goed.

Vervolgens werd ter concretisering van het project een projectdefinitie opgesteld. In de projectdefinitie zijn twee deelclusters voorzien, namelijk Cluster Stadhuis en Cluster Zwembad. In beide zones wordt alleszins een apart warmtenet uitgerold, die mogelijks – afhankelijk van de opdrachtnemer – in de toekomst gekoppeld kunnen worden.

Uit de haalbaarheidsstudie is gebleken dat een collectief warmtenet over 30 jaar, met voldoende participanten kostenefficiënter is dan individuele oplossingen. Dit vormt overigens de meest duurzame oplossing.

Er werd aldus geopteerd om een concessie af te sluiten van in beginsel 30 jaar voor het produceren, distribueren en leveren van duurzame warmte (en evt. koelte) door de installatie van duurzame warmtebronnen en de aanleg van een warmtenet in centrum Geel.

Op 26 maart 2024 keurde de Raad van Bestuur AGB Cultuur de samenwerkingsovereenkomst occasioneel gezamenlijke opdracht tussen de stad Geel, AGB Cultuur en AGB Sport voor het collectief warmtenet centrum Geel goed.

Op 29 mei 2024 keurde de Raad van Bestuur AGB Cultuur het addendum van de samenwerkingsovereenkomst occasioneel gezamenlijke opdracht tussen de stad Geel, AGB Cultuur en AGB Sport voor het collectief warmtenet centrum Geel goed.

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 11 maart 2024 de ontwerpopdracht voor de opdracht “Het produceren, distribueren en leveren van duurzame warmte (en evt. koelte) door de installatie van duurzame warmtebronnen en de aanleg van een warmtenet in centrum Geel” toe te wijzen aan GD&A Advocaten, Antwerpsesteenweg 16-18 te 2800 Mechelen.

In het kader van deze opdracht werd een selectieleidraad met nr. 2024-383 opgesteld door de ontwerper, GD&A Advocaten, Antwerpsesteenweg 16-18 te 2800 Mechelen.

De Raad van Bestuur AGB Cultuur verleent in zitting van 29 mei 2024 goedkeuring aan de selectievereisten, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht.

De concessie wordt conform de concessiereglementering in de markt geplaatst volgens een procedure naar analogie met de concurrentiegerichte dialoog voorzien in de overheidsopdrachtenreglementering. 

Deze procedure wordt echter op een aantal vlakken geoptimaliseerd (bv. mogelijkheid tot onderhandeling over de ingediende offertes).

Concreet verloopt deze procedure in drie fasen:

• Een selectiefase: In deze eerste fase worden, o.m. aan de hand van de selectiecriteria opgenomen in de thans ter goedkeuring voorgelegde selectieleidraad, de geschikte kandidaten voor de uitvoering van de concessie geselecteerd.

• Een dialoogfase: In het kader van deze tweede fase treedt de aanbestedende overheid in overleg met de deelnemers aangaande de oplossingen die door deze deelnemers worden aangereikt n.a.v. de behoeften, wensen, eisen en vragen van de aanbestedende overheid. De dialoog, die in meerdere fasen kan verlopen, is erop gericht aan de aanbestedende overheid toe te laten om met voldoende kennis van zaken aan te geven met welke oplossing of oplossingen in haar behoeften kan (kunnen) worden voorzien.

• Een gunningsfase: In deze fase worden de deelnemers uitgenodigd om een of meerdere concrete offertes in dienen voor de door de aanbestedende overheid gekozen oplossing/oplossingen. Over de ingediende offertes kan worden onderhandeld, waarna de inschrijvers kunnen worden uitgenodigd om een BAFO in te dienen.

Op 30 juli 2024 keurt het directiecomité AGB Cultuur de geselecteerde kandidaten voor de dialoogfase  goed:

- HeCoS, Koning Albert II-Laan 19 te 1210 Brussel;
- IFTech nv, Koolmijnlaan 185 te 3582 Beringen;
- Veolia nv, Poincarélaan 78-79 te 1060 Brussel;
- Ecopower cv, Posthoflei 3, Bus 3 te 2600 Berchem(Antw).

De totale waarde van de concessie blijkt hoger te zijn dan de drempel van 5.538.000 euro waardoor de voorliggende concessie onder de Concessiewet valt.

De exacte raming van de waarde van de concessie is op heden niet mogelijk aangezien in het kader van de plaatsingsprocedure de modaliteiten van de concessie onderzocht moet worden in de dialoogfase.

In het kader van deze concessie zal met het oog op volloop en een hoge aansluitingsgraad. een marktconform en stabiel warmte-aanbod vanuit een “total cost of ownership”-benadering, dewelke onder meer maar hiertoe niet beperkt, rekening houdt met actuele best beschikbare technieken, evoluties in toepasbare regelgeving en marktomstandigheden alsook vermeden opportuniteitskosten het uitgangspunt zijn.

De concessie werd bekendgemaakt op nationaal en Europees niveau via e-Procurement.

De dialoogfase is ondertussen afgerond. Op basis van deze dialooggesprekken werd een bestek opgesteld door de ontwerper, GD&A Advocaten, Antwerpsesteenweg 16-18 te 2800 Mechelen voor het opvragen van de offertes.

Volgende ondernemers zijn geselecteerd en komen in aanmerking om deel te nemen aan de gunningsfase:

- HeCoS, Koning Albert II-Laan 19 te 1210 Brussel;

- IFTech nv, Koolmijnlaan 185 te 3582 Beringen;

- Veolia nv, Poincarélaan 78-79 te 1060 Brussel;

- Ecopower cv, Posthoflei 3, Bus 3 te 2600 Berchem(Antw).

Gunningsbestek inhoudelijk

De in voorliggende gunningsleidraad voorziene concessie heeft als voorwerp het realiseren van een Collectief Systeem voor warmte- en koudevoorziening in het centrum van Geel, in concreto de clusters Stadhuis en Zwembad. Op basis van deze clusters is een projectgebied afgebakend. 

De stad heeft in deze procedure een dubbele rol, enerzijds als regisseur-facilitator van het volledige project (algemeen belang) en anderzijds als cruciale afnemer van warmte-koeling.

Stad als afnemer

Binnen het Projectgebied wordt een Basisscenario gedefinieerd op basis van het betrokken stedelijk patrimonium: stadhuis, cultureel centrum, bibliotheek, De Waai, Zwembad. 

• Finaliteit voor stadspatrimonium binnen de Concessie betreft een aansluitings- en leveringsovereenkomst. Dit geeft kandidaten garanties inzake de businesscase enerzijds, maar voor het stadspatrimonium geeft dit anderzijds ook rechtstreeks inzicht in het concrete financiële voorstel waardoor dit bijgevolg rechtstreeks beoordeeld kan worden en hierover rechtstreekse zekerheid bestaat bij gunning. Basisuitgangspunt daarbij is dat het voor de stad gunstiger moet zijn – in een TCO benadering – t.o.v. een individuele hernieuwbare oplossing per gebouw om klimaatneutraal te verwarmen en koelen. Een belangrijke overweging hierbij is– los van de tariefzetting zelf –  de grotendeels loskoppeling van de tariefzetting van de (fossiele) energiemarkt. Bijkomende overweging is dat de stad hierdoor in 1 beweging een sprong kan maken naar klimaatneutraliteit voor een belangrijk deel van haar patrimonium. Het financieel voorstel dat voor de aansluitingen en referentiegebruikers ingewacht wordt betreft een warmtetarief dat gangbaar bestaat uit een éénmalige aansluitbijdrage, een jaarlijks vast recht en een verbruikstarief. Voor het stadspatrimonium gebeurt een opgave van beschikbaar budget voor aansluitbijdrage gebaseerd op het voorziene budget voor aanpassing van de gebouwen in de meerjarenplanning waarbij de nog te realiseren eigen werken in mindering worden gebracht. De grens van verantwoordelijkheid op gebouwniveau wordt voor het stadspatrimonium ten gronde bepaald en meegegeven in de Projectdefinitie horende bij de gunningsleidraad zodat de offertes hierop niet afwijken van elkaar. Op basis van de gevoerde dialoog wordt de grens gelegd na de bestaande productie-installaties. De aanwezige verwarmingsinstallatie(s) worden overdragen aan de Concessiehouder op basis van een op vandaag vastgestelde waarde. Deze begrenzing vormt ook de basis voor bijstelling van het OEPC voor de betrokken gebouwen (stadhuis, cultureel centrum, bibliotheek, Zwembad). 
• Ten dienste van de realisatie van de infrastructuur voor het collectief systeem zal ook domein ter beschikking gesteld moeten worden. Aan de Concessieovereenkomst wordt een accessoir opstalrecht verbonden (zoals omschreven in art. 3.182 van het Burgerlijk Wetboek). Voor de cluster stadhuis en cluster zwembad, kunnen respectievelijk binnen de gebouwinfrastructuur van stadhuis en zwembad lokalen voor huisvesting van installaties voor het collectief systeem ter beschikking gesteld worden. 
• Ten dienste van een begunstiging van de businesscase wordt voor de cluster stadhuis proactief een dossier Call Groene Warmte voorbereid en ingediend. De eventueel bekomen subsidie zal desgevallend door overdracht ingebracht worden in de case, waarvoor de gunningsleidraad desgevallend voorziet in een verrekening van een substantieel (80%) deel ervan ten gunste van het warmtetarief voor het stedelijk patrimonium. Het resterend deel van 20% komt de concessiehouder toe, gezien deze instaat voor de te nemen maatregelen en de rapportering naar de subsidiërende overheid. Daarnaast  draagt de concessiehouder het risico van niet betaling van subsidies in het geval de voorwaarden niet volledig behouden blijven over een periode van 10 jaar. 
• Ten dienste van de subsidie die toegezegd werd door Sport Vlaanderen voor het zwembad wordt maximale afstemming op de betrokken randvoorwaarden bewaakt. Een harde deadline van voorlopige oplevering wordt bepaald volgens de eis Sport Vlaanderen op september 2026, met voorzien van een boetesysteem met een forfaitaire vertragingsboete van €5000/dag. Gezien de betrokken deadline voor realisatie van de vooropgestelde KWO wordt ook pro-actief een omgevingsvergunningstraject aangevat. 

• Alle activa binnen de verantwoordelijkheden van de concessiehouder worden overgedragen aan deze partij, met uitzondering van de gesubsidieerde KWO-installatie en warmtepomp van het zwembad, die eigendom blijven van AGB Sport als dwingende voorwaarde van sport Vlaanderen. Voor deze uitzondering wordt een gebruiksrecht vastgelegd, zodat de concessiehouder de KWO-installatie en warmtepomp kan gebruiken zonder eigenaar te zijn. 

Stad als regisseur in functie van algemeen belang

Het faciliteren van een collectief warmtenet voor deze gebouwen is een krachtige hefboom om ook andere afnemers  te motiveren om over te stappen op de meest efficiënte vorm van fossielvrije verwarming. Door de mogelijkheid te bieden om aan te sluiten op een collectief warmtenet, wordt een stimulerende omgeving gecreëerd voor de overgang naar duurzame warmtebronnen. Er wordt binnen het projectgebied een verdere uitrol met volloop van bijkomende aansluitingen op het collectief systeem beoogd, flankerend gesteund door de bouwcode:

• Ten dienste van deze toekomstige aansluitingen voorziet de gunningsleidraad in het opvragen van warmtetarieven voor een aantal referentiegebruikers. Deze warmtetarieven worden mee beoordeeld in het kader van het gunningscriterium financieel voorstel en vormen naar de toekomst het referentiekader voor bijkomende aansluitingen. Deze referentiegebruikers, de berekening van de warmtetarieven alsook de weging zijn grondig uitgewerkt teneinde realistische en marktconforme gedifferentieerde referentie-warmtetarieven te bekomen. In de gunningsleidraad worden bepalingen opgenomen zodat de marktconformiteit van aansluitingsvoorstellen in de toekomst bewaakt kan worden. 
• Ten dienste van de realisatie van de eerste potentiële bijkomende aansluitingen binnen het projectgebied worden de afgesloten intentieovereenkomsten geduid in de gunningsleidraad. 
• Het financieel voorstel betreft een warmtetarief dat gangbaar bestaat uit een éénmalige aansluitbijdrage, een jaarlijks vast recht en een verbruikstarief. Het staat hier de kandidaten vrij om de drie elementen in het tarief voor te stellen. Ten dienste van een financieel voorstel met maximale markconformiteit en stabiliteit voor de gehele looptijd te bekomen wordt een vaste indexatie vastgelegd volgens de consumptieprijsindex. Daarnaast wordt de evaluatie gebaseerd op de netto huidige waarde (NHW) van de totale kostprijs over een periode van 30 jaar. Om deze NHW te berekenen, werd een prijsmodule met een vaste rekenmethodiek opgemaakt. De gebruikte discontovoet in die prijsmodule werd in nauw overleg vastgelegd op 4%. Deze discontovoet bepaalt de waarde en het gewicht van toekomstige kosten voor warmtegebruikers in de NHW (=gunningscriterium). 4% is een relatief lage discontovoet, met de intentie om zo de toekomstige warmteprijs/verbruikskosten voor warmtegebruikers relatief zwaar door te laten wegen in de evaluatie (Een kandidaat die een lage energieprijs voorstelt, wordt daarvoor beloond).   Dit biedt tevens een aanknopingspunt voor eventuele latere financiële steunmechanismen bij aansluitingen die in hoofde van de businesscase van de concessiehouder mogelijk niet rendabel zijn, en die voornamelijk een tegemoetkoming naar de aansluitbijdrage zouden kunnen inhouden. 

Argumentatie andere specifieke principes  

Voor de concessie wordt een looptijd van 30 jaar voorzien, maximaal afgestemd op de gangbare afschrijvingstermijnen voor betrokken productie-installaties. 

Er wordt in de gunningsleidraad voorzien in een jaarlijkse concessievergoeding in overeenstemming met het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor het privatieve gebruik van het openbaar domein van de wegen, de waterwegen en hun aanhorigheden, de zeewering en de dijken . Zo wordt een berekening gehanteerd die  gangbaar is bij andere nutsleidingen, waarbij de berekening als volgt gebeurt.

Met betrekking tot burgerparticipatie wordt in navolging van de beleidsaanbevelingen ter zake een subgunningscriterium opgenomen inzake visie en integratie van burgerparticipatie waarbij meegegeven wordt dat de aanbestedende overheid wenst te streven naar een burgerparticipatie ten belope van 5% tot (maximaal) 15% waarbij de burgerparticipatie evenwel op verschillende wijzen gerealiseerd en aangeboden kan worden.

Om zeggenschap van de stad Geel te vrijwaren met betrekking tot een aantal aangelegenheden (zoals bv. prijszetting, uitbreidingen, bestemming van overwinsten, …), wordt voorzien in bepalingen inzake een contractueel samenwerkingsverband, i.c. de oprichting van een paritair samengestelde stuurgroep. Inzake eventueel gewenste participatie in een specifieke entiteit ten behoeve van de uitvoering van de concessie wordt in de gunningsleidraad een instaprecht  voor de stad Geel verankerd voor een periode van 5 jaar (na gunning of overdracht aan een SPV). Indien de Concessie gegund of (op enig ogenblik nadien) overgedragen wordt aan een SPV, dan heeft de stad Geel het recht (maar niet de verplichting) om rechtstreeks of via een door de stad aan te duiden (rechts-)persoon in te stappen in deze SPV door middel van de verwerving in volle en onbezwaarde eigendom van een op dat ogenblik te bepalen hoeveelheid aan aandelen van de SPV met dien verstande dat het aantal aandelen dat verworven kan worden door uitoefening van het Instaprecht begrensd is tot een maximum van 25% van alle aandelen van de SPV.

In functie van beslissing Directiecomité Cultuur: 

Gezien de strakke timing voor opmaak van voorliggend bestek, alsook de laattijdige berichtgeving vanwege Sport Vlaanderen inzake de modaliteiten met betrekking tot de subsidie energiebesparende maatregelen die nog grondige verwerking vereisen:: 

• Het Directiecomité Cultuur geeft opdracht om nog vereiste bijkomende verduidelijkingen en technische aanpassingen door te voeren in de opdrachtdocumenten,  alsook noodzakelijke bijwerkingen zoals de verwerking van de berichtgeving van Sport Vlaanderen inzake de modaliteiten inzake gesubsidieerde assets die in het collectief ingeschakeld zouden worden en daaruit volgende implicaties. 

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De Wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, B.S. 14.07.2016

Koninklijk besluit van 25 juni 2017 betreffende de plaatsing en de algemene uitvoeringsregels van de concessieovereenkomsten, B.S. 29.06.2017