Terug
Gepubliceerd op 22/05/2024

2024_CBS_01338 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een poolhouse langs Olenseweg 71 (202400095PR) - Weigering

College van Burgemeester en Schepenen
di 21/05/2024 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Luc Van Laer

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_01338 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een poolhouse langs Olenseweg 71 (202400095PR) - Weigering 2024_CBS_01338 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een poolhouse langs Olenseweg 71 (202400095PR) - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 20/06/2024 (bindende eindtermijn)

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024029127

Dossiernummer gemeente: 202400095

 

De gemeente Geel heeft op 27 februari 2024 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van een poolhouse.  De aanvraag werd op 7 maart 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Frank Rijkers wonende Olenseweg 71 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Olenseweg 71

Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie D nr. 616E

 

Verslag

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in: 

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

woongebied met landelijk karakter

de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009gelegen in overdruk zonevreemde woningen II

 

 

Het bouwterrein maakt als lot 2 deel uit van de goedgekeurde verkaveling d.d. 20/03/1995 met kenmerk gemeente 1047 B. Deze verkaveling is voor het terrein van de aanvraag niet vervallen.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.  De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de voorschriften van de verkaveling. 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften wat betreft de oppervlakte en het materiaal van het bijgebouw.

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Er wordt een afwijking gevraagd voor het gebruik van hout als materiaal.

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend: 

  • Stedenbouwkundige vergunning (12795) voor het oprichten van een woonhuis - goedgekeurd op 22/06/1998.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2013/00429) voor het uitbreiden van een eengezinswoning - goedgekeurd op 27/01/2014.
  • Verkavelingsvergunning (1047) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 20/05/1974.
  • Verkavelingsvergunning (1047 B) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 20/03/1995.
  • Milieuvergunning 1998/M3/02514 voor mazouttank - GEEN BESLISSING op .

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het bouwen van een poolhouse.

Het poolhouse zal gebouwd worden op 36,5 meter achter de achtergevel van de woning.

De afmetingen van de poolhouse zijn 9 meter breed en 4,5 meter diep.

Het poolhouse zal gebouwd worden op 8 meter van de linker perceelsgrens en op 4 meter van de rechter perceelsgrens.

 

 

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 17 maart 2024 t.e.m. 15 april 2024. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 26 april 2024 werd het advies ontvangen van Dienst Integraal Waterbeleid

 

Advies:  voorwaardelijk gunstig

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Mogelijke schadelijke effecten zouden kunnen ontstaan door een wijziging van infiltratie naar het grondwater aangezien verhardingen en bebouwing een versnelde afvoer van hemelwater en een verminderde infiltratie in de bodem tot gevolg hebben. Dit kan leiden tot onvoldoende aanvulling van het grondwater, met (meer) verdroging tot gevolg;

Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem 

verwacht. 

Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen 

indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke, provinciale, gemeentelijke 

stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. Verder moet voldaan worden 

aan art. 6.2.2.1.2 § 4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 

6° a) opgenomen in art. 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept 'vasthoudenbergen-afvoeren' dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de stroomgebiedbeheerplannen. 

Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater en vervolgens naar infiltratie boven 

buffering met vertraagde afvoer.

Ondoorlatende verhardingen wateren af naar naastliggende groenzones voor 

infiltratie op eigen terrein. Om infiltratie op eigen terrein te behouden, dient de 

groenzone minimaal 25% van de verharde oppervlakte te bedragen. De groenzone 

dient te worden uitgewerkt met een licht komvormige maaiveldverlaging van 

minimum 5 cm diep.

 

In het dossier wordt niet gesproken over de afwatering van het poolhouse. Indien geen 

hemelwaterput wordt voorzien en geen infiltratievoorziening, dient het dakoppervlakte 

rechtstreeks af te wateren naar de tuinzone.

 

Mer-screening

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Goede ruimtelijke ordening

Opportuniteitstoets

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening worden omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO. 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project. 

Ruimtegebruik – schaal- bouwdichtheid.

De aanvraag heeft een impact op het ruimtegebruik van het perceel. 

Er wordt een oppervlakte aan bijgebouwen voorzien die groter is dan toegestaan volgens de verkavelingsvoorschriften.

Het aanvaardbaar ruimtegebruik van het perceel wordt hierdoor overschreden.

Visueel-vormelijk

De aanvraag heeft een beperkte impact op de visueel-vormelijke uitstraling in het straatbeeld. 

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.

Mobiliteit

De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit. 

Bodemreliëf

De aanvraag heeft geen impact op het bodemreliëf. 

Hinderaspecten – gezondheid

De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving, gezondheidsaspecten worden niet geschaad.

Er kan geconcludeerd worden dat het project  niet in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg. 

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 17 maart 2024 tot en met 15 april 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Dienst Integraal Waterbeleid, afgeleverd op 26 april 2024 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

 

Er wordt een ongunstig advies gegeven omwille van volgende redenen:

 

De oppervlakte van het poolhouse bedraagt 40,5 m².

Vanaf 40 m² is de medewerking van een architect vereist.

Tevens bevindt zich nog een bijgebouw van 79 m² op het terrein. Dit werd echter slechts vergund op 33,3 m².

De totale oppervlakte aan bijgebouwen op het perceel kan maximum 75 m² bedragen overeenkomstig de verkavelingsvoorschriften.

Het nieuwe poolhouse kan momenteel dus niet in aanmerking komen voor vergunning, tenzij er slopingswerken aan het bestaande bijgebouw gebeuren zodat de gezamelijke totale oppervlakte aan bijgebouwen maximum 75 m² bedraagt.

 

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning niet goed te keuren en de weigering af te leveren aan de aanvrager omwille van volgende redenen:


De oppervlakte van het poolhouse bedraagt 40,5 m².

Vanaf 40 m² is de medewerking van een architect vereist.

Tevens bevindt zich nog een bijgebouw van 79 m² op het terrein. Dit werd echter slechts vergund op 33,3 m².

De totale oppervlakte aan bijgebouwen op het perceel kan maximum 75 m² bedragen overeenkomstig de verkavelingsvoorschriften.

Het nieuwe poolhouse kan momenteel dus niet in aanmerking komen voor vergunning, tenzij er slopingswerken aan het bestaande bijgebouw gebeuren zodat de gezamelijke totale oppervlakte aan bijgebouwen maximum 75 m² bedraagt.