2024_CBS_01341 - Bouwberoep - het bouwen van een supermarkt na sloping van een deel van de bestaande constructies langs Molseweg 48, 52 en 54 (202300124IV/NC) - besluit deputatie - Kennisname

In zitting van 25 april 2024 verleende de Deputatie een vergunning onder voorwaarden voor het bouwen van een supermarkt na sloping van een deel van de bestaande constructies langs Molseweg 48, 52 en 54.

De aanvraag omvat volgende stedenbouwkundige handelingen:

• slopen van volgende constructies: garage met toonzaal, werkplaatsen, conciërgewoing, vrijstaande woning, bijgebouwen, verhardingen en afsluiting
• oprichten van handelspand met winkelruimte, magazijn, sociale ruimtes en half-ondergrondse parkeergarage
• oprichten hoogspanningscabine
• afwerken wachtgevel
• aanleg volledige terrein: in- en uitrit, rondweg, parkeerzone, fietsenstalling, wadi, groenaanleg, rooien van 4 bomen
• renovatie erfgoedwoning en functiewijziging naar horeca

De aanvraag omvat volgende rubrieken:

De aanvraag omvat een aanvraag voor kleinhandelsactiviteiten: een nieuwe handelsvestiging met netto handelsoppervlakte van 1709m².

Vergunning wordt verleend overeenkomstig de in beroep gewijzigde plannen van 12 april 2024 en onder volgende voorwaarden:

• De adviezen van ASTRID dienen strikt te worden nageleefd.
• Het advies van Stuifzand dient strikt te worden nageleefd.
• Het advies van Fluvius van 9 juni 2023 dient strikt te worden nageleefd.
• Het advies van Brandweerzone Kempen dient strikt te worden nageleefd.
• De gevels op de perceelsgrens van de aanbouwen aan de achtergevel Molseweg 56-58 dienen te worden afgewerkt zoals de overige gevels van deze aanbouwen.
• Het hemelwater van beide hemelwaterputten (burgerwoning en handelsruimte) dient te worden hergebruikt voor de spoeling van de toiletten.
• Er dient een afsluiting te gebeuren van de rondweg zodat bezoekers van de handelszaken geen gebruik kunnen maken van de rondweg.
• De kleur van de ramen in de aanbouw dienen hetzelfde te zijn als deze van de ramen in het bestaande gedeelte van de burgerwoning.
• De maatregelen in de archeologienota met referentienummer 25173 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die archeologienota, inclusief de opgelegde voorwaarden, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

De vergunning houdt een aktename in voor exploitant inzake de exploitatie van de gedeelde inrichting/activiteit, wat betreft volgende rubrieken:

• 16.3.2°a) De exploitatie van diverse koel en vriescellen met een gezamenlijk vermogen van 175kW.
• 17.4. De opslag van max. 5.000 liter gevaarlijke producten in kleine verpakking.
• 45.4.e)1° De opslag voor producten van dierlijke oorsprong met een max. totale hoeveelheid van 20 ton.
• 45.8.1°b) De exploitatie van 2 afbakovens behorende tot de bakkerijafdeling met een gezamenlijk vermogen van 55,2 kW.
• 53.2.2°b)1° Bemaling voor de aanleg van een half ondergrondse kelder, enkele regenwaterputten, een WADI en een nieuw rioleringsstelsel. Bemalingsdebiet: 52.280 m³/jaar.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM zijn van toepassing. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM  is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

Bijzondere voorwaarden:

• Afval:
  • Keukenafval en levensmiddelenafval dient maximaal gescheiden te worden ingezameld en periodiek afgevoerd naar een daarvoor erkende IHM.
• Bemaling:
  • De bemaling dient in fases te gebeuren, aangezien de invloedstraal en de debieten anders niet meer overeenkomen met het voorwerp van de aanvraag.
  • De start- en stopdatum van de bemaling wordt gemeld aan beheerwaterlopen.ant@vmm.be en de gemeente (milieu@geel.be).
  • Elke bemalingspomp wordt gestuurd op het grondwaterpeil in de peilbuis in een pompput of op het grondwaterpeil in aparte peilputten. De noodzakelijke verlaging wordt per bouwfase bepaald en de regeling van de peilsturing bijgesteld in functie van de vordering van de bouwwerken.
  • De stand van elke debietmeter wordt minstens volgens volgende frequentie genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf. In de eerste week en telkens na instelling van een dieper bemalingspeil: vijfmaal. Voor de overige periode: maandelijks.
  • De duur van de bemaling wordt maximaal ingekort door bijvoorbeeld de vloerplaat zo snel mogelijk van tegendruk te voorzien (bv. door plaatsing van bakstenen).
  • Vegetatie en bomen gelegen binnen de invloedstraal van de bemaling, mogen geen schade lijden als gevolg van de bemaling. Rekening houdende met de omvang en de duur van de bemaling, zullen er beschermende maatregelen moeten worden genomen om de omliggende vegetatie en bomen te beschermen. De exploitant draagt hiervoor alle verantwoordelijkheid en wint advies in van een European Tree Technician. Deze moet maatregelen voorstellen om schade aan bomen en vegetatie tevoorkomen of te beperken. Deze maatregelen moeten ook effectief uitgevoerd worden. Irrigatie door middel van druppelbevloeiing kan bijvoorbeeld noodzakelijk zijn. De eigenaars van de naburige percelen moeten voor aanvang van de werken geïnformeerd worden over de mogelijke opvolgings- en beschermingsmaatregelen voor bomen. Mits hun  medewerking moeten bomen en vegetatie op hun perceel zoveel als mogelijk beschermd worden (monitoring, druppelbevloeiing …). Vooraleer de bemaling aanvangt moet  ook het gemeentebestuur in kennis gesteld worden van de maatregelen die de European Tree Technician voorstelt.
  • De bronbemaling mag geen schade veroorzaken op het openbaar of privaat domein.
  • De bronbemaling mag enkel aangelegd worden door een bedrijf dat erkend is volgens Vlarem. Dit is het besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu van 19 november 2010.
  • Indien er inname is van de openbare weg, moet er hiervoor een aanvraag ingediend worden bij de gemeentelijke diensten of bij de afdeling Wegen en Verkeer van de Vlaamse overheid. De veiligheid op het openbaar domein moet te allen tijde gegarandeerd worden door de exploitant.
  • Het water moet geloosd worden in de Molse Nete, zoals voorgesteld door de aanvrager.
  • Men dient te melden bij de MVM via beheerwaterlopen.ant@vmm.be dat het effluent van de bronbemaling op de Molse Nete zal geloosd worden met milieu@geel.be in kopie.
  • De pompen moeten rechtstreeks op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Er mag geen gebruik gemaakt worden van dieselgeneratoren. Indien de exploitant meent dat hij hier niet aan kan voldoen, moet hij een gemotiveerde schriftelijke aanvraag indienen om hiervan af te wijken. De pompen worden zo geplaatst, dat de hinder voor omwonenden minimaal is.
  • Een zandvang is verplicht alvorens het water geloosd wordt op het openbaar domein. Dit kan een blinde buis zijn in de filter zelf, of een bovengrondse bufferbak. Een tijdelijke infiltratiegracht met overloop op het waterlichaam gelegen op het openbaar domein volstaat ook als zandvang. In dat geval moet de overloop uiteraard voldoende robuust zijn, zodat zand niet wegspoelt.
  • De exploitant moet hergebruik van water voor derden mogelijk maken indien de bemaling twee weken of langer doorgaat in de periode van 1 mei tot 1 september. Om dit hergebruik mogelijk te maken moet de exploitant tegen de grens met het openbaar domein een buffervat plaatsen, zodat derden steeds de mogelijkheid hebben water af te tappen met een kraan. Bij het aftappunt moet volgende boodschap worden meegedeeld:
    • Geen drinkwater voor mens en dier.
    • Bij contact met de lucht kan ijzerhoudend water voor een bruine kleur zorgen.
    • Gebruik dit water niet in de moestuin, omdat geen 100 % uitsluitsel kan worden gegeven over de samenstelling.
• Geluid:
  • De koelunits van de vrachtwagens worden uitgezet tijdens laden en lossen en het op- en afrijden.
  • Inzetten van vrachtwagens en transpallets die PIEK-gecertificeerd zijn.
  • Geluidswerende schermen:
    • Een akoestisch scherm met een hoogte van 3 m en een lengte van ca. 45 m, welke dient te worden ingeplant ten noorden van en aanpalend aan de leveringsweg en t.h.v. de laad- en loszone tot aan de fietsenberging van het personeel (rond de bocht)
    • Akoestische afscherming op de westelijke perceelsgrens: scherm van 20 m lang en 3 m hoog.
    • Winkelkarren worden uitgerust met kunststof wielen en de stelplaats wordt afgeschermd met akoestische wanden.
  •  De buitenunits van de koelingen en airco’s worden op trilling beperkende rubbers geplaatst.
  • Er kunnen geen leveringen aanvaard worden voor 7 u ’s ochtends en na 21 u ‘s avonds.
• Licht:
  • De verlichting mag de intensiteit van de straatverlichting niet overschrijden.
  • De verlichting is uitsluitend toegelaten tijdens de openingsuren. Na de openingsuren wordt alle verlichting gedoofd met uitzondering van noodverlichting.
  • Eventuele verlichte panelen moeten voldoen aan dezelfde voorwaarden.

Het kleinhandelsbedrijf/kleinhandelsgeheel wordt vergund voor:

• Verkoop van voeding: totale netto handelsoppervlakte 1.559 m²
• Verkoop van goederen voor persoonsuitrusting: totale netto handelsoppervlakte 50 m²
• Verkoop van bloemen en goederen voor land- en tuinbouw: totale netto handelsoppervlakte 50 m²
• Verkoop van andere producten/goederen: totale netto handelsoppervlakte 50 m²

De door het college van burgemeester en schepenen opgelegde lasten werden niet overgenomen door de deputatie omwille van volgende redenen:

Het  college van burgemeester en schepenen heeft een financiële last opgelegd aan de aanvrager. De aanvrager koos er echter voor om deze te vervangen door een last in natura (zie overeenkomst als onderdeel van de initiële vergunning). De last in  natura hield in dat een extra verbinding zou worden aangelegd, met name een van op de parking achteraan voor de fiets toegankelijke trage verbinding tussen de achterzijde van de winkel en de Keulsekarstraat. De stad heeft hiertoe braakliggende percelen voorgesteld. Dit heeft tot gevolg dat er bijgevolg een last in natura met een waarborg werd opgelegd en geen financiële last.

De deputatie beoordeelt derhalve de last in natura en merkt op deze last niet conform art. 74 van het OVD is. De last is met name niet uitvoerbaar door toedoen van de aanvrager. De braakliggende grond achter het perceel, zijnde het perceel afd. 1, sectie I, 2164 F, is namelijk geen eigendom van de aanvrager (ook de gemeente is geen eigenaar van deze gronden). Daarnaast dient er een bijkomende beoordeling te worden gedaan door een vergunningverlenende overheid aangezien hiervoor een gemeenteraadsbeslissing vereist is en een vergunning dient te worden verleend.

In ondergeschikte orde merkt de deputatie op dat een dergelijke ontsluiting voor fietsers en voetgangers bovendien geen gewenste situatie is aangezien hierdoor zwakke weggebruikers gebruik dienen te maken van de rondweg rond de supermarkt welke nu enkel werd voorbestemd voor vrachtverkeer (en fietsers personeel) omwille van de verkeersveiligheid. In deze visie is het niet gewenst om juist hier een doorgang te maken voor zwakke weggebruikers aangezien net door deze afsplitsing van verkeer voor vrachtwagens en overig verkeer, de bestuurders mogelijks niet bewust zijn van deze zwakke weggebruikers.

De opgelegde last in natura werd daarom niet weerhouden.

Er is evenmin een financiële last opgelegd.

Het vergunde project komt wel in aanmerking om belast te worden volgens het belastingreglement voor grote bouwprojecten.