UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 21/5/2024
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023158666
Dossiernummer gemeente: 202400007Inrichtingsnummer: 20230709-0002
De gemeente Geel heeft op 8 januari 2024 een aanvraag ontvangen voor uitbreiding van een klasse 2 inrichting. De aanvraag werd op 6 februari 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
VAN RAAK LOUIS BV gevestigd Hegge 104 te 2381 Ravels
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Acaciastraat 19
Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie K nr. 782W
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
industriegebied
De industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
Stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het wijzigen van het reliëf.
De aanvrager wenst tussentijds niet-verontreinigende grond te stockeren op de bestaande vergunde verharding.
De aanvraag wenst de bestaande milieuvergunning met kenmerk 2016/V2/011030 uit te breiden met rubriek 61.2.1°. Deze milieuvergunning is geldig tot 19 september 2036.
De volgende rubrieken en hoeveelheden worden geactualiseerd of aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.4.1°a) | Het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet één of meer van de in bijlage 2C bij titel I van het Vlarem bedoelde gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom "indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)" van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van titel II van het Vlarem, met een debiet: tot en met 2 m³ /h: wanneer het bedrijfsafvalwater geen gevaarlijke stoffen hoger dan voormelde concentraties bevat (100m³ /jaar) (Ongewijzigd) | 100 m³/jaar | 3 |
15.1.1° | Al dan niet overdekte ruimte, andere dan deze bedoeld in rubriek 15.5 en rubriek 19.8, waarin gestald worden: 3 tot en met 25 autovoertuigen en/of aanhangwagens, andere dan personenwagens (maximaal 25 vrachtwagens en opliggers) (Ongewijzigd) | 25 stuks | 3 |
17.1.2.2.1° | Opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs, uitgezonderd deze van druk-vaten deeluitmakend van compressoren en uitgezonderd buffervaten (reserve aan koelmiddel in een opslagtank waarvan de afnameleiding afgesloten is van het koelcircuit, is wel ingedeeld), met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen: tot en met 3000 liter (2350l propaan) (Ongewijzigd) | 2350 liter | 3 |
23.3.1°c) | Opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een capaciteit van: meer dan 200 ton in een lokaal of meer dan 800 ton in open lucht, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied (5000 ton in silo's, 10000 ton in loodsen en 10000 ton in openlucht)(Totaal 25.000 ton waarvan 5000ton in silo's, 10.000ton in loodsen en 10.000ton in open lucht) (Ongewijzigd) | 25000 ton | 2 |
23.3.1°d) | Opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een capaciteit van: meer dan 200 ton in een lokaal of meer dan 800 ton in open lucht, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied (5000 ton in silo's, 10000 ton in loodsen en 10000 ton in openlucht)(Totaal 25.000 ton waarvan 5000ton in silo's, 10.000ton in loodsen en 10.000ton in open lucht) (Ongewijzigd) | 25000 ton | 2 |
61.2.1° | Opslaan van uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het VLAREBO (Nieuw) | 9999 m³ | 3 |
De volgende beoordeling zal dus louter handelen over nieuwe rubriek 61.2.1°.
zie bijlage
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 16 februari 2024 t.e.m. 16 maart 2024. Er werd geen bezwaarschrift ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
Op 29 april 2024 werd het advies ontvangen van Dienst Integraal Waterbeleid
Uiteraard dient ten allen tijde voldaan te zijn aan de bepalingen in de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater en het Decreet Integraal Waterbeleid, met (indien van toepassing) specifieke aandacht voor de geldende afstandsregels met betrekking tot de waterloop (zie https://www.provincieantwerpen.be/aanbod/dlm/dienst-integraal-waterbeleid/wonen-of-werken-langs-een-waterloop.html). Voor werken aan een waterloop van 2e categorie dient ten allen tijde een vergunning en/of machtiging te worden aangevraagd.
Advies: geen bezwaar
Er werd advies gevraagd aan Elia. Het advies werd per vergissing als bezwaarschrift opgeladen in omgevingsloket. Het advies is voorwaardelijk gunstig.
Op 3 april 2024 werd het advies ontvangen van pijplijn@airproducts.com
Geachte, Wij zijn ter plekke niet betrokken met onze leidingen, en geven derhalve geen advies.
Advies: geen advies
Op 6 maart 2024 werd het advies ontvangen van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel)
Advies: geen advies
Op 19 april 2024 werd het advies ontvangen van Regio Oost - Albertkanaal en Kempisch Kanaal
zie bijlage
Advies: gunstig
Er werd advies gevraagd aan De Vlaamse Waterweg nv - Grote Nete (bevaarbaar) maar het advies werd niet ontvangen binnen de termijn. Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.
Niet van toepassing.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Natuurtoets
De exploitatie ligt op ca. 1,6 van habitatrichtlijngebied en van VEN /IVON-gebied en op ca. 9,5 km van vogelrichtlijngebied.
Gelet op de ligging en de aard van de exploitatie en op basis van de beschikbare info in de aanvraag lijkt het aanneembaar te stellen dat de gevraagde hernieuwing en verandering van de exploitatie geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in VEN-gebieden zal veroorzaken, noch dat de gevraagde hernieuwing en verandering een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van habitatrichtlijngebieden zal veroorzaken, op voorwaarde dat de exploitant zich houdt aan de voorwaarden opgelegd in de relevante wetgeving en voor zover de exploitant zich gedraagt naar de code van goede natuurpraktijk.
Milieuaspecten
De volgende bespreking handelt enkel over de uitbreiding van milieuvergunning met kenmerk 2016/V2/011030.
Water
Voor alle lozingspunten van het bedrijf dienen installaties aanwezig te zijn die eventueel verontreinigde bodempartikels kunnen laten bezinken zodat er geen verontreinigde partikels kunnen afstromen naar de Hezemeerloop.
Bodem
Het zuidelijke deel van het terrein zal ingericht worden voor de opslag van bodemmaterialen afkomstig van verschillende eigen werven (uitzonderlijk voor werven van derden) om deze nadien naar verschillende nieuwe bestemmingen vervoeren.
Voor de werking van de BTOP wordt rekening gehouden met volgende wetgeving:
• VLAREBO, hoofdstuk XIII, het gebruik en de traceerbaarheid van bodemmaterialen
• Codes van goede praktijk voor het gebruik van bodemmaterialen van Ovam
• VLAREM bijlagen
• Grondbank, Draaiboek voor bedrijfsgebonden tussentijdse opslagplaatsen (B-TOP) en centra voor slibverwerking (B-CSV)
Er werd een werkplan opgesteld voor de organisatie van de BTOP en dit werd aan het aanvraagdossier toegevoegd.
Lucht
In combinatie met de kunststofpoeders zullen ook de grondpartikels gezien worden als stuifgevoelige stoffen. De exploitant wordt erop gewezen dat voor stuivende stoffen de bepalingen in afdeling 4.4.7 van Vlarem II m.b.t. stuivende stoffen van toepassing zijn. Alle maatregelen om de stofemissies van de opslag, transport, zeven en het mechanisch behandelen van de grond zoveel mogelijk te beperken dienen genomen te worden.
Gemorste stoffen en grond dienen onmiddellijk verwijderd te worden indien deze zich bevinden buiten de werkzone zoals aangeduid op het bijgevoegde uitvoeringsplan. De exploitant dient de procedures en instructies voor de beheersing van niet-geleide stofemissies ter beschikking te hebben voor het eigen personeel en voor het personeel van derden die op de inrichting activteiten uitvoeren met een potentiële impact op de stofemissies.
Afval
De exploitant wordt erop gewezen dat hij de bepalingen van het materialendecreet, Vlarem en vlarema strikt dient na te leven.
De volgende afvalfracties ontstaan op het bedrijfsterrein ten gevolge van de exploitatie: restafval, papier/karton, houten paletten en verontreinigde grond.
Mobiliteit
De exploitant geeft aan dat het transport op piekdagen ongeveer 10 vrachtwagens per dag zal bedragen.
De aan -en afvoer van grondstromen zal gebeuren via de weg en over het water (Albertkanaal). De kade aan het Albertkanaal (RO - kmp 83.9) is bereikbaar via de achterzijde van het terrein.
Op normale werkdagen (maandag tot en met vrijdag) is de site geopend van 7u tot 19u. Op zon -en feestdagen wordt er niet gewerkt. Ingeval van hoogdringendheid kan hiervan uitzonderlijk worden afgeweken.
Milieutechnische conclusie
Met betrekking tot de onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies.
De uitbreiding van de rubrieken en van deze vergunning zal lopen tot het einde van de basisvergunning (19 september 2036) met kenmerk 2016/V2/011030.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Het betreft tussentijdse opslag van niet-verontreinigende grond op bestaande verharding in een industriegebied. De werken zijn inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
Er zullen gemiddeld dagelijks 4 vrachtwagens via de Acaciastraat het terrein oprijden. Indien registratie nodig is dan zullen de vrachtwagens eerst gewogen worden via de geijkte weegbrug. Bij eventuele wachttijden aan de weegbrug parkeren de vrachtwagens op het terrein om hinder op de openbare weg te voorkomen.
Er wordt door de aanvrager gestreefd naar een maximale aanvoer om de partijen via het schip te laten gebeuren. Hiervoor kan Van Raak L. beroep doen op de kade RO - kmp 83.9 van het Albertkanaal.
Hierdoor is de impact op de mobiliteit beperkt.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De opgeslagen grond bevindt zich op bestaande verharding. Hierdoor blijft de blijft het ruimtegebruik beperkt.
Visueel-vormelijke elementen
Niet van toepassing.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Het terrein wordt op regelmatige basis geborsteld om eventuele spoorvorming op de openbare weg te vermijden.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 16 februari 2024 tot en met 16 maart 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er geen bezwaarschrift ontvangen.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor het onderdeel ‘ingedeelde inrichting of activiteit’ voorwaardelijk gunstig te worden geadviseerd.
De volgende geactualiseerde rubrieken en hoeveelheden worden voorwaardelijk vergund:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.4.1°a) | Het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet één of meer van de in bijlage 2C bij titel I van het Vlarem bedoelde gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom "indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)" van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van titel II van het Vlarem, met een debiet: tot en met 2 m³ /h: wanneer het bedrijfsafvalwater geen gevaarlijke stoffen hoger dan voormelde concentraties bevat (100m³ /jaar) (Ongewijzigd) | 100 m³/jaar | 3 |
15.1.1° | Al dan niet overdekte ruimte, andere dan deze bedoeld in rubriek 15.5 en rubriek 19.8, waarin gestald worden: 3 tot en met 25 autovoertuigen en/of aanhangwagens, andere dan personenwagens (maximaal 25 vrachtwagens en opliggers) (Ongewijzigd) | 25 stuks | 3 |
17.1.2.2.1° | Opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs, uitgezonderd deze van druk-vaten deeluitmakend van compressoren en uitgezonderd buffervaten (reserve aan koelmiddel in een opslagtank waarvan de afnameleiding afgesloten is van het koelcircuit, is wel ingedeeld), met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen: tot en met 3000 liter (2350l propaan) (Ongewijzigd) | 2350 liter | 3 |
23.3.1°c) | Opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een capaciteit van: meer dan 200 ton in een lokaal of meer dan 800 ton in open lucht, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied (5000 ton in silo's, 10000 ton in loodsen en 10000 ton in openlucht)(Totaal 25.000 ton waarvan 5000ton in silo's, 10.000ton in loodsen en 10.000ton in open lucht) (Ongewijzigd) | 25000 ton | 2 |
23.3.1°d) | Opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een capaciteit van: meer dan 200 ton in een lokaal of meer dan 800 ton in open lucht, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied (5000 ton in silo's, 10000 ton in loodsen en 10000 ton in openlucht)(Totaal 25.000 ton waarvan 5000ton in silo's, 10.000ton in loodsen en 10.000ton in open lucht) (Ongewijzigd) | 25000 ton | 2 |
61.2.1° | Opslaan van uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het VLAREBO (Nieuw) | 9999 m³ | 3 |
Volgende voorwaarden zijn van toepassing:
Algemene voorwaarden VLAREM II: Hoofdstuk 4.1 - 4.10
Sectorale voorwaarden VLAREM II: Hoofdstuk 5.3, 5.15, 5.17, 5.23 en 5.61
Bijzondere voorwaarden:
De bijzondere voorwaarden van de lopende milieuvergunning worden mee opgenomen en hieraan dient ook voldaan te zijn.
• Binnen een termijn van 3 maanden na vergunningverlening dient de exploitant een analyse uit te laten voeren van het effluent van de bezinkingsput (behandeling bedrijfsafvalwater) door een erkend deskundige om zo aan te tonen dat PVC (en andere kunststoffen) via het bezinkingsbekken op afdoende wijze uit het bedrijfsafvalwater afgescheiden worden . Dit rapport dient per mail te worden gestuurd naar infocel.td@geel.be(nu: milieu@geel.be) of op papier te worden overgemaakt aan de vergunningverlenende overheid.
• De exploitant inspecteert minstens maandelijks de bezinkingsbekkens en houdt een logboek bij van de inspecties.
• Voor 1 september 2017 dient de milieuvergunning vervolledigd te worden met een exact plan van de afvoer van hemelwater en afvalwater aanwezig op het bedrijfsterrein. Op dit plan dienen leidingen en lozingspunten te worden opgenomen. Lozingspunten zowel vooraan als achteraan (indien van toepassing) het bedrijfsterrein.
• Voor 1 april 2017 dient de exploitant aan de vergunningverlenende overheid voor te leggen welke installatie zal worden voorzien voor de zuivering van het potentieel verontreinigd hemelwater afkomstig van de verharde oppervlakken van de volledige site. De voorziene installatie moet correct gedimensioneerd zijn naar de grootte van de uit te filteren kunststoffen en het mogelijk debiet van de te verwerken hemelwaterafvoer.
• Voor 1 september 2017 dient de voorgestelde installatie voor de zuivering van het potentieel verontreinigd hemelwater geplaatst te worden.
• Het bezinkingsbekken moet regelmatig gereinigd worden. De afvalstoffen die hierbij vrijkomen moeten opgehaald worden door een daartoe erkende inzamelaar/Handelaar/Makelaar en afgevoerd worden naar een vergunde verwerker. De overeenstemmende attesten worden bijgehouden en ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.
• De exploitant dient voor 1 april 2017 een plan van aanpak rond vermindering van kunststofgranulaat in het milieu op te maken en voor te leggen aan de toezichthoudende overheid met hierin een plan van aanpak om te vermijden dat kunststofgranulaat/poeder in het milieu terecht komt. De exploitant dient jaarlijks een verslag op te maken met een stand van zaken van uitvoering van het actieplan en dit verslag ter beschikking te houden van de toezichthoudende overheid. Het is aangewezen dat de exploitant zich bij de opmaak van het plan van aanpak baseert op de Operation Clean Sweep® (OCS)-handleiding, opgemaakt door PlasticsEurop, vereniging van kunststofleveranciers.
• In het plan kunnen onder meer volgende maatregelen opgenomen worden:
• Het bijgevoegde werkplan dient gevolgd te worden en aanwezig te zijn op de inrichting.
• De uitbreiding van de rubrieken en van deze vergunning zal lopen tot het einde van de basisvergunning (19 september 2036) met kenmerk 2016/V2/011030.
Stedenbouwkundige handelingen
De werken dienen uitgevoerd zoals aangeduid op de plannen.
De voorwaarden opgenomen in het advies van Elia dienen te worden nageleefd.
De opmerkingen vermeld door dienst Integraal Waterbeleid dienen te worden nageleefd.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor het onderdeel ‘ingedeelde inrichting of activiteit’ voorwaardelijk gunstig te worden geadviseerd.
De volgende geactualiseerde rubrieken en hoeveelheden worden voorwaardelijk vergund:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.4.1°a) | Het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet één of meer van de in bijlage 2C bij titel I van het Vlarem bedoelde gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom "indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)" van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van titel II van het Vlarem, met een debiet: tot en met 2 m³ /h: wanneer het bedrijfsafvalwater geen gevaarlijke stoffen hoger dan voormelde concentraties bevat (100m³ /jaar) (Ongewijzigd) | 100 m³/jaar | 3 |
15.1.1° | Al dan niet overdekte ruimte, andere dan deze bedoeld in rubriek 15.5 en rubriek 19.8, waarin gestald worden: 3 tot en met 25 autovoertuigen en/of aanhangwagens, andere dan personenwagens (maximaal 25 vrachtwagens en opliggers) (Ongewijzigd) | 25 stuks | 3 |
17.1.2.2.1° | Opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs, uitgezonderd deze van druk-vaten deeluitmakend van compressoren en uitgezonderd buffervaten (reserve aan koelmiddel in een opslagtank waarvan de afnameleiding afgesloten is van het koelcircuit, is wel ingedeeld), met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen: tot en met 3000 liter (2350l propaan) (Ongewijzigd) | 2350 liter | 3 |
23.3.1°c) | Opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een capaciteit van: meer dan 200 ton in een lokaal of meer dan 800 ton in open lucht, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied (5000 ton in silo's, 10000 ton in loodsen en 10000 ton in openlucht)(Totaal 25.000 ton waarvan 5000ton in silo's, 10.000ton in loodsen en 10.000ton in open lucht) (Ongewijzigd) | 25000 ton | 2 |
23.3.1°d) | Opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een capaciteit van: meer dan 200 ton in een lokaal of meer dan 800 ton in open lucht, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied (5000 ton in silo's, 10000 ton in loodsen en 10000 ton in openlucht)(Totaal 25.000 ton waarvan 5000ton in silo's, 10.000ton in loodsen en 10.000ton in open lucht) (Ongewijzigd) | 25000 ton | 2 |
61.2.1° | Opslaan van uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het VLAREBO (Nieuw) | 9999 m³ | 3 |
Volgende voorwaarden zijn van toepassing:
Algemene voorwaarden VLAREM II: Hoofdstuk 4.1 - 4.10
Sectorale voorwaarden VLAREM II: Hoofdstuk 5.3, 5.15, 5.17, 5.23 en 5.61
Bijzondere voorwaarden:
De bijzondere voorwaarden van de lopende milieuvergunning worden mee opgenomen en hieraan dient ook voldaan te zijn.
Stedenbouwkundige handelingen
De werken dienen uitgevoerd zoals aangeduid op de plannen.
De voorwaarden opgenomen in het advies van Elia dienen te worden nageleefd.
De opmerkingen vermeld door dienst Integraal Waterbeleid dienen te worden nageleefd.
Lasten
Niet van toepassing