Terug
Gepubliceerd op 23/05/2024

2024_CBS_01378 - Omgevingsvergunning - het stockeren van grond op bestaande vergunde verharding en uitbreiding van een klasse 2 inrichting langs Acaciastraat 19 (202400007NV - NC) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
di 21/05/2024 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Pieter Cowé; Luc Van Laer

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_01378 - Omgevingsvergunning - het stockeren van grond op bestaande vergunde verharding en uitbreiding van een klasse 2 inrichting langs Acaciastraat 19 (202400007NV - NC) - Vergunning 2024_CBS_01378 - Omgevingsvergunning - het stockeren van grond op bestaande vergunde verharding en uitbreiding van een klasse 2 inrichting langs Acaciastraat 19 (202400007NV - NC) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 21/5/2024

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023158666

Dossiernummer gemeente: 202400007Inrichtingsnummer: 20230709-0002

 

De gemeente Geel heeft op 8 januari 2024 een aanvraag ontvangen voor uitbreiding van een klasse 2 inrichting. De aanvraag werd op 6 februari 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

VAN RAAK LOUIS BV gevestigd Hegge 104 te 2381 Ravels

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Acaciastraat 19

Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie K nr. 782W

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

industriegebied

De industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 202300465/OMV_2023095011 voor overname van een klasse 2 milieuvergunning geakteerd op 09/11/2023.
  • Stedenbouwkundige vergunning (09671) voor nieuwbouw opslagsilo's - goedgekeurd op 26/03/1990.
  • Stedenbouwkundige vergunning (09705) voor nieuwbouw opslaghal - goedgekeurd op 06/07/1990.
  • Stedenbouwkundige vergunning (09149) voor nieuwbouw silo's - goedgekeurd op 02/08/1988.
  • Stedenbouwkundige vergunning (09323) voor nieuwbouw silo's - goedgekeurd op 05/06/1989.
  • Stedenbouwkundige vergunning (10169) voor nieuwbouw opslagsilo's - goedgekeurd op 08/05/1992.
  • Stedenbouwkundige vergunning (10170) voor nieuwbouw bureel - goedgekeurd op 22/04/1992.
  • Stedenbouwkundige vergunning (10170 B) voor nieuwbouw bureel - goedgekeurd op 24/08/1992.
  • Stedenbouwkundige vergunning (10791) voor het plaatsen van silo's - geweigerd op 23/08/1993.
  • Stedenbouwkundige vergunning (10791 B) voor het plaatsen van silo's - goedgekeurd op 19/09/1994.
  • Stedenbouwkundige vergunning (11391) voor nieuwbouw 2 opslaghallen + luifel - GEEN BESLISSING op .
  • Stedenbouwkundige vergunning (14596) voor het plaatsen van een hoogspanningslijn 380kv massenhoven-maaseik - goedgekeurd op 08/09/1983.
  • Stedenbouwkundige vergunning (14532) voor het oprichten van een hoogspanningslijn - goedgekeurd op 27/10/1977.
  • Milieuvergunning 1997/V1/00302 voor opslag-overslag-container handling - goedgekeurd op 23/10/1997.
  • Milieuvergunning 2016/V2/01103 voor opslag kunststof granulaat en kunststofpoeders - goedgekeurd op 19/09/2016.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen

 

De aanvraag betreft het wijzigen van het reliëf.

 

De aanvrager wenst tussentijds niet-verontreinigende grond te stockeren op de bestaande vergunde verharding.

 

De aanvraag wenst de bestaande milieuvergunning met kenmerk 2016/V2/011030 uit te breiden met rubriek 61.2.1°. Deze milieuvergunning is geldig tot 19 september 2036.

 

De volgende rubrieken en hoeveelheden worden geactualiseerd of aangevraagd:

 

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

3.4.1°a)

Het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen

van bedrijfsafvalwater dat al of niet één of meer van de in bijlage 2C

bij titel I van het Vlarem bedoelde gevaarlijke stoffen bevat in

concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom

"indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)" van artikel 3 van bijlage

2.3.1 van titel II van het Vlarem, met een debiet: tot en met 2 m³ /h:

wanneer het bedrijfsafvalwater geen gevaarlijke stoffen hoger dan

voormelde concentraties bevat (100m³ /jaar) (Ongewijzigd)

100 m³/jaar

3

15.1.1°

Al dan niet overdekte ruimte, andere dan deze bedoeld in rubriek 15.5

en rubriek 19.8, waarin gestald worden: 3 tot en met 25

autovoertuigen en/of aanhangwagens, andere dan personenwagens

(maximaal 25 vrachtwagens en opliggers) (Ongewijzigd)

25 stuks

3

17.1.2.2.1°

Opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs,

uitgezonderd deze van druk-vaten deeluitmakend van compressoren

en uitgezonderd buffervaten (reserve aan koelmiddel in een

opslagtank waarvan de afnameleiding afgesloten is van het koelcircuit,

is wel ingedeeld), met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen: tot en

met 3000 liter (2350l propaan) (Ongewijzigd)

2350 liter

3

23.3.1°c)

Opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met

uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een

capaciteit van: meer dan 200 ton in een lokaal of meer dan 800 ton in

open lucht, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een

industriegebied (5000 ton in silo's, 10000 ton in loodsen en 10000 ton

in openlucht)(Totaal 25.000 ton waarvan 5000ton in silo's, 10.000ton

in loodsen en 10.000ton in open lucht) (Ongewijzigd)

25000 ton

2

23.3.1°d)

Opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een capaciteit van: meer dan 200 ton in een lokaal of meer dan 800 ton in open lucht, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied (5000 ton in silo's, 10000 ton in loodsen en 10000 ton in openlucht)(Totaal 25.000 ton waarvan 5000ton in silo's, 10.000ton in loodsen en 10.000ton in open lucht) (Ongewijzigd)

25000 ton

2

61.2.1°

Opslaan van uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het VLAREBO (Nieuw)

9999

3

 

 

De volgende beoordeling zal dus louter handelen over nieuwe rubriek 61.2.1°.

 

zie bijlage

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 16 februari 2024 t.e.m. 16 maart 2024. Er werd geen bezwaarschrift ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 29 april 2024 werd het advies ontvangen van Dienst Integraal Waterbeleid

Uiteraard dient ten allen tijde voldaan te zijn aan de bepalingen in de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater en het Decreet Integraal Waterbeleid, met (indien van toepassing) specifieke aandacht voor de geldende afstandsregels met betrekking tot de waterloop (zie https://www.provincieantwerpen.be/aanbod/dlm/dienst-integraal-waterbeleid/wonen-of-werken-langs-een-waterloop.html). Voor werken aan een waterloop van 2e categorie dient ten allen tijde een vergunning en/of machtiging te worden aangevraagd.

Advies: geen bezwaar

 

Er werd advies gevraagd aan Elia. Het advies werd per vergissing als bezwaarschrift opgeladen in omgevingsloket. Het advies is voorwaardelijk gunstig.

 

Op 3 april 2024 werd het advies ontvangen van pijplijn@airproducts.com

Geachte, Wij zijn ter plekke niet betrokken met onze leidingen, en geven derhalve geen advies.

Advies: geen advies

 

Op 6 maart 2024 werd het advies ontvangen van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel)

Advies: geen advies

 

Op 19 april 2024 werd het advies ontvangen van Regio Oost - Albertkanaal en Kempisch Kanaal

zie bijlage

Advies: gunstig

 

Er werd advies gevraagd aan De Vlaamse Waterweg nv - Grote Nete (bevaarbaar) maar het advies werd niet ontvangen binnen de termijn.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

Natuurtoets

De exploitatie ligt op ca. 1,6 van habitatrichtlijngebied en van VEN /IVON-gebied en op ca. 9,5 km van vogelrichtlijngebied.

Gelet op de ligging en de aard van de exploitatie en op basis van de beschikbare info in de aanvraag lijkt het aanneembaar te stellen dat de gevraagde hernieuwing en verandering van de exploitatie geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in VEN-gebieden zal veroorzaken, noch dat de gevraagde hernieuwing en verandering een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van habitatrichtlijngebieden zal veroorzaken, op voorwaarde dat de exploitant zich houdt aan de voorwaarden opgelegd in de relevante wetgeving en voor zover de exploitant zich gedraagt naar de code van goede natuurpraktijk.

 

Milieuaspecten

De volgende bespreking handelt enkel over de uitbreiding van milieuvergunning met kenmerk 2016/V2/011030.

Water

Voor alle lozingspunten van het bedrijf dienen installaties aanwezig te zijn die eventueel verontreinigde bodempartikels kunnen laten bezinken zodat er geen verontreinigde partikels kunnen afstromen naar de Hezemeerloop.

Bodem

Het zuidelijke deel van het terrein zal ingericht worden voor de opslag van bodemmaterialen afkomstig van verschillende eigen werven (uitzonderlijk voor werven van derden) om deze nadien naar verschillende nieuwe bestemmingen vervoeren.

Voor de werking van de BTOP wordt rekening gehouden met volgende wetgeving:

         VLAREBO, hoofdstuk XIII, het gebruik en de traceerbaarheid van bodemmaterialen

         Codes van goede praktijk voor het gebruik van bodemmaterialen van Ovam

         VLAREM bijlagen

         Grondbank, Draaiboek voor bedrijfsgebonden tussentijdse opslagplaatsen (B-TOP) en centra voor slibverwerking (B-CSV)

Er werd een werkplan opgesteld voor de organisatie van de BTOP en dit werd aan het aanvraagdossier toegevoegd.

Lucht

In combinatie met de kunststofpoeders zullen ook de grondpartikels gezien worden als stuifgevoelige stoffen. De exploitant wordt erop gewezen dat voor stuivende stoffen de bepalingen in afdeling 4.4.7 van Vlarem II m.b.t. stuivende stoffen van toepassing zijn. Alle maatregelen om de stofemissies van de opslag, transport, zeven en het mechanisch behandelen van de grond zoveel mogelijk te beperken dienen genomen te worden.

Gemorste stoffen en grond dienen onmiddellijk verwijderd te worden indien deze zich bevinden buiten de werkzone zoals aangeduid op het bijgevoegde uitvoeringsplan. De exploitant dient de procedures en instructies voor de beheersing van niet-geleide stofemissies ter beschikking te hebben voor het eigen personeel en voor het personeel van derden die op de inrichting activteiten uitvoeren met een potentiële impact op de stofemissies.

Afval

De exploitant wordt erop gewezen dat hij de bepalingen van het materialendecreet, Vlarem en vlarema strikt dient na te leven.

De volgende afvalfracties ontstaan op het bedrijfsterrein ten gevolge van de exploitatie: restafval, papier/karton, houten paletten en verontreinigde grond.

Mobiliteit

De exploitant geeft aan dat het transport op piekdagen ongeveer 10 vrachtwagens per dag zal bedragen.

De aan -en afvoer van grondstromen zal gebeuren via de weg en over het water (Albertkanaal). De kade aan het Albertkanaal (RO - kmp 83.9) is bereikbaar via de achterzijde van het terrein.

Op normale werkdagen (maandag tot en met vrijdag) is de site geopend van 7u tot 19u. Op zon -en feestdagen wordt er niet gewerkt. Ingeval van hoogdringendheid kan hiervan uitzonderlijk worden afgeweken.

Milieutechnische conclusie

Met betrekking tot de onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies.

De uitbreiding van de rubrieken en van deze vergunning zal lopen tot het einde van de basisvergunning (19 september 2036) met kenmerk 2016/V2/011030.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft tussentijdse opslag van niet-verontreinigende grond op bestaande verharding in een industriegebied. De werken zijn inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact

Er zullen gemiddeld dagelijks 4 vrachtwagens via de Acaciastraat het terrein oprijden. Indien registratie nodig is dan zullen de vrachtwagens eerst gewogen worden via de geijkte weegbrug. Bij eventuele wachttijden aan de weegbrug parkeren de vrachtwagens op het terrein om hinder op de openbare weg te voorkomen.

 

Er wordt door de aanvrager gestreefd naar een maximale aanvoer om de partijen via het schip te laten gebeuren. Hiervoor kan Van Raak L. beroep doen op de kade RO - kmp 83.9 van het Albertkanaal.

 

Hierdoor is de impact op de mobiliteit beperkt.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De opgeslagen grond bevindt zich op bestaande verharding. Hierdoor blijft de blijft het ruimtegebruik beperkt.

 

Visueel-vormelijke elementen

Niet van toepassing.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Het terrein wordt op regelmatige basis geborsteld om eventuele spoorvorming op de openbare weg te vermijden.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 16 februari 2024 tot en met 16 maart 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er geen bezwaarschrift ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Dienst Integraal Waterbeleid, afgeleverd op 29 april 2024 is geen bezwaar.
  • Het advies van Elia Contact Center Noord, . Er werd geen advies ontvangen binnen de termijn.
  • Het advies van pijplijn@airproducts.com, afgeleverd op 3 april 2024 is geen advies.
  • Het advies van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel), afgeleverd op 6 maart 2024 is geen advies.
  • Het advies van Regio Oost - Albertkanaal en Kempisch Kanaal, afgeleverd op 19 april 2024 is gunstig.
  • Het advies van De Vlaamse Waterweg nv - Grote Nete (bevaarbaar), . Er werd geen advies ontvangen binnen de termijn.

 

Conclusie

 

 

Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor het onderdeel ‘ingedeelde inrichting of activiteit’ voorwaardelijk gunstig te worden geadviseerd.

De volgende geactualiseerde rubrieken en hoeveelheden worden voorwaardelijk vergund:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

3.4.1°a)

Het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen

van bedrijfsafvalwater dat al of niet één of meer van de in bijlage 2C

bij titel I van het Vlarem bedoelde gevaarlijke stoffen bevat in

concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom

"indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)" van artikel 3 van bijlage

2.3.1 van titel II van het Vlarem, met een debiet: tot en met 2 m³ /h:

wanneer het bedrijfsafvalwater geen gevaarlijke stoffen hoger dan

voormelde concentraties bevat (100m³ /jaar) (Ongewijzigd)

100 m³/jaar

3

15.1.1°

Al dan niet overdekte ruimte, andere dan deze bedoeld in rubriek 15.5

en rubriek 19.8, waarin gestald worden: 3 tot en met 25

autovoertuigen en/of aanhangwagens, andere dan personenwagens

(maximaal 25 vrachtwagens en opliggers) (Ongewijzigd)

25 stuks

3

17.1.2.2.1°

Opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs,

uitgezonderd deze van druk-vaten deeluitmakend van compressoren

en uitgezonderd buffervaten (reserve aan koelmiddel in een

opslagtank waarvan de afnameleiding afgesloten is van het koelcircuit,

is wel ingedeeld), met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen: tot en

met 3000 liter (2350l propaan) (Ongewijzigd)

2350 liter

3

23.3.1°c)

Opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met

uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een

capaciteit van: meer dan 200 ton in een lokaal of meer dan 800 ton in

open lucht, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een

industriegebied (5000 ton in silo's, 10000 ton in loodsen en 10000 ton

in openlucht)(Totaal 25.000 ton waarvan 5000ton in silo's, 10.000ton

in loodsen en 10.000ton in open lucht) (Ongewijzigd)

25000 ton

2

23.3.1°d)

Opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een capaciteit van: meer dan 200 ton in een lokaal of meer dan 800 ton in open lucht, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied (5000 ton in silo's, 10000 ton in loodsen en 10000 ton in openlucht)(Totaal 25.000 ton waarvan 5000ton in silo's, 10.000ton in loodsen en 10.000ton in open lucht) (Ongewijzigd)

25000 ton

2

61.2.1°

Opslaan van uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het VLAREBO (Nieuw)

9999

3

 

 

Volgende voorwaarden zijn van toepassing:

Algemene voorwaarden VLAREM II: Hoofdstuk 4.1 - 4.10

Sectorale voorwaarden VLAREM II: Hoofdstuk 5.3, 5.15, 5.17, 5.23 en 5.61

Bijzondere voorwaarden:

De bijzondere voorwaarden van de lopende milieuvergunning worden mee opgenomen en hieraan dient ook voldaan te zijn.

         Binnen een termijn van 3 maanden na vergunningverlening dient de exploitant een analyse uit te laten voeren van het effluent van de bezinkingsput (behandeling bedrijfsafvalwater) door een erkend deskundige om zo aan te tonen dat PVC (en andere kunststoffen) via het bezinkingsbekken op afdoende wijze uit het bedrijfsafvalwater afgescheiden worden . Dit rapport dient per mail te worden gestuurd naar infocel.td@geel.be(nu: milieu@geel.be) of op papier te worden overgemaakt aan de vergunningverlenende overheid.

         De exploitant inspecteert minstens maandelijks de bezinkingsbekkens en houdt een logboek bij van de inspecties.

         Voor 1 september 2017 dient de milieuvergunning vervolledigd te worden met een exact plan van de afvoer van hemelwater en afvalwater aanwezig op het bedrijfsterrein. Op dit plan dienen leidingen en lozingspunten te worden opgenomen. Lozingspunten zowel vooraan als achteraan (indien van toepassing) het bedrijfsterrein.

         Voor 1 april 2017 dient de exploitant aan de vergunningverlenende overheid voor te leggen welke installatie zal worden voorzien voor de zuivering van het potentieel verontreinigd hemelwater afkomstig van de verharde oppervlakken van de volledige site. De voorziene installatie moet correct gedimensioneerd zijn naar de grootte van de uit te filteren kunststoffen en het mogelijk debiet van de te verwerken hemelwaterafvoer.

         Voor 1 september 2017 dient de voorgestelde installatie voor de zuivering van het potentieel verontreinigd hemelwater geplaatst te worden.

         Het bezinkingsbekken moet regelmatig gereinigd worden. De afvalstoffen die hierbij vrijkomen moeten opgehaald worden door een daartoe erkende inzamelaar/Handelaar/Makelaar en afgevoerd worden naar een vergunde verwerker. De overeenstemmende attesten worden bijgehouden en ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.

         De exploitant dient voor 1 april 2017 een plan van aanpak rond vermindering van kunststofgranulaat in het milieu op te maken en voor te leggen aan de toezichthoudende overheid met hierin een plan van aanpak om te vermijden dat kunststofgranulaat/poeder in het milieu terecht komt. De exploitant dient jaarlijks een verslag op te maken met een stand van zaken van uitvoering van het actieplan en dit verslag ter beschikking te houden van de toezichthoudende overheid. Het is aangewezen dat de exploitant zich bij de opmaak van het plan van aanpak baseert op de Operation Clean Sweep® (OCS)-handleiding, opgemaakt door PlasticsEurop, vereniging van kunststofleveranciers.

         In het plan kunnen onder meer volgende maatregelen opgenomen worden:

  • Uitvoering van een locatie-audit;
  • Opstellen van een trainingsprogramma waarbij werknemers o.a. leren hoe ze op de juiste manier dienen om te gaan met kunststofgranulaat of -poeder en hoe ze dit kunnen verwijderen;
  • Invoeren van preventie-, opvang en saneringsprocedures;
  • Minimaliseren van vorming en vrijkoming van kunststofpoeder en –stof.

         Het bijgevoegde werkplan dient gevolgd te worden en aanwezig te zijn op de inrichting.

         De uitbreiding van de rubrieken en van deze vergunning zal lopen tot het einde van de basisvergunning (19 september 2036) met kenmerk 2016/V2/011030.

 

Stedenbouwkundige handelingen

De werken dienen uitgevoerd zoals aangeduid op de plannen.

 

De voorwaarden opgenomen in het advies van Elia dienen te worden nageleefd.

 

De opmerkingen vermeld door dienst Integraal Waterbeleid dienen te worden nageleefd.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven: 

 

Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor het onderdeel ‘ingedeelde inrichting of activiteit’ voorwaardelijk gunstig te worden geadviseerd.

De volgende geactualiseerde rubrieken en hoeveelheden worden voorwaardelijk vergund:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

3.4.1°a)

Het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen

van bedrijfsafvalwater dat al of niet één of meer van de in bijlage 2C

bij titel I van het Vlarem bedoelde gevaarlijke stoffen bevat in

concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom

"indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)" van artikel 3 van bijlage

2.3.1 van titel II van het Vlarem, met een debiet: tot en met 2 m³ /h:

wanneer het bedrijfsafvalwater geen gevaarlijke stoffen hoger dan

voormelde concentraties bevat (100m³ /jaar) (Ongewijzigd)

100 m³/jaar

3

15.1.1°

Al dan niet overdekte ruimte, andere dan deze bedoeld in rubriek 15.5

en rubriek 19.8, waarin gestald worden: 3 tot en met 25

autovoertuigen en/of aanhangwagens, andere dan personenwagens

(maximaal 25 vrachtwagens en opliggers) (Ongewijzigd)

25 stuks

3

17.1.2.2.1°

Opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs,

uitgezonderd deze van druk-vaten deeluitmakend van compressoren

en uitgezonderd buffervaten (reserve aan koelmiddel in een

opslagtank waarvan de afnameleiding afgesloten is van het koelcircuit,

is wel ingedeeld), met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen: tot en

met 3000 liter (2350l propaan) (Ongewijzigd)

2350 liter

3

23.3.1°c)

Opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met

uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een

capaciteit van: meer dan 200 ton in een lokaal of meer dan 800 ton in

open lucht, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een

industriegebied (5000 ton in silo's, 10000 ton in loodsen en 10000 ton

in openlucht)(Totaal 25.000 ton waarvan 5000ton in silo's, 10.000ton

in loodsen en 10.000ton in open lucht) (Ongewijzigd)

25000 ton

2

23.3.1°d)

Opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een capaciteit van: meer dan 200 ton in een lokaal of meer dan 800 ton in open lucht, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied (5000 ton in silo's, 10000 ton in loodsen en 10000 ton in openlucht)(Totaal 25.000 ton waarvan 5000ton in silo's, 10.000ton in loodsen en 10.000ton in open lucht) (Ongewijzigd)

25000 ton

2

61.2.1°

Opslaan van uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het VLAREBO (Nieuw)

9999 m³

3

 

 

Volgende voorwaarden zijn van toepassing:

Algemene voorwaarden VLAREM II: Hoofdstuk 4.1 - 4.10

Sectorale voorwaarden VLAREM II: Hoofdstuk 5.3, 5.15, 5.17, 5.23 en 5.61

Bijzondere voorwaarden:

De bijzondere voorwaarden van de lopende milieuvergunning worden mee opgenomen en hieraan dient ook voldaan te zijn.

  • Binnen een termijn van 3 maanden na vergunningverlening dient de exploitant een analyse uit te laten voeren van het effluent van de bezinkingsput (behandeling bedrijfsafvalwater) door een erkend deskundige om zo aan te tonen dat PVC (en andere kunststoffen) via het bezinkingsbekken op afdoende wijze uit het bedrijfsafvalwater afgescheiden worden . Dit rapport dient per mail te worden gestuurd naar infocel.td@geel.be(nu: milieu@geel.be) of op papier te worden overgemaakt aan de vergunningverlenende overheid.
  • De exploitant inspecteert minstens maandelijks de bezinkingsbekkens en houdt een logboek bij van de inspecties.
  • Voor 1 september 2017 dient de milieuvergunning vervolledigd te worden met een exact plan van de afvoer van hemelwater en afvalwater aanwezig op het bedrijfsterrein. Op dit plan dienen leidingen en lozingspunten te worden opgenomen. Lozingspunten zowel vooraan als achteraan (indien van toepassing) het bedrijfsterrein.
  • Voor 1 april 2017 dient de exploitant aan de vergunningverlenende overheid voor te leggen welke installatie zal worden voorzien voor de zuivering van het potentieel verontreinigd hemelwater afkomstig van de verharde oppervlakken van de volledige site. De voorziene installatie moet correct gedimensioneerd zijn naar de grootte van de uit te filteren kunststoffen en het mogelijk debiet van de te verwerken hemelwaterafvoer.
  • Voor 1 september 2017 dient de voorgestelde installatie voor de zuivering van het potentieel verontreinigd hemelwater geplaatst te worden.
  • Het bezinkingsbekken moet regelmatig gereinigd worden. De afvalstoffen die hierbij vrijkomen moeten opgehaald worden door een daartoe erkende inzamelaar/Handelaar/Makelaar en afgevoerd worden naar een vergunde verwerker. De overeenstemmende attesten worden bijgehouden en ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.
  • De exploitant dient voor 1 april 2017 een plan van aanpak rond vermindering van kunststofgranulaat in het milieu op te maken en voor te leggen aan de toezichthoudende overheid met hierin een plan van aanpak om te vermijden dat kunststofgranulaat/poeder in het milieu terecht komt. De exploitant dient jaarlijks een verslag op te maken met een stand van zaken van uitvoering van het actieplan en dit verslag ter beschikking te houden van de toezichthoudende overheid. Het is aangewezen dat de exploitant zich bij de opmaak van het plan van aanpak baseert op de Operation Clean Sweep® (OCS)-handleiding, opgemaakt door PlasticsEurop, vereniging van kunststofleveranciers.
  • In het plan kunnen onder meer volgende maatregelen opgenomen worden:
    1. Uitvoering van een locatie-audit;
    2. Opstellen van een trainingsprogramma waarbij werknemers o.a. leren hoe ze op de juiste manier dienen om te gaan met kunststofgranulaat of -poeder en hoe ze dit kunnen verwijderen;
    3. Invoeren van preventie-, opvang en saneringsprocedures;
    4. Minimaliseren van vorming en vrijkoming van kunststofpoeder en –stof.
  • Het bijgevoegde werkplan dient gevolgd te worden en aanwezig te zijn op de inrichting.
  • De uitbreiding van de rubrieken en van deze vergunning zal lopen tot het einde van de basisvergunning (19 september 2036) met kenmerk 2016/V2/011030.

 

Stedenbouwkundige handelingen

De werken dienen uitgevoerd zoals aangeduid op de plannen.

 

De voorwaarden opgenomen in het advies van Elia dienen te worden nageleefd.

 

De opmerkingen vermeld door dienst Integraal Waterbeleid dienen te worden nageleefd.

 

Lasten

Niet van toepassing