UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 14/04/2024 (bindende eindtermijn)
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024014698
Dossiernummer gemeente: 202400049
Inrichtingsnummer: 20240201-0072
De gemeente Geel heeft op 1 februari 2024 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van een half-open bebouwing (houtskeletbouw) en het plaatsen van een overwelving.. De aanvraag werd op 14 februari 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
3bouw BV gevestigd Zone Reme 1 te 2260 Westerlo
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Velveken zn
Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie D nr. 962P
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De verkaveling werd gewijzigd bij de besluiten van 26/08/1974 (verkaveling 0411 B) Deze verkaveling is voor het terrein van de aanvraag niet vervallen.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de goedgekeurde niet vervallen verkaveling 0411 B.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag betreft het bouwen van een half-open bebouwing (houtskeletbouw) + de overwelving van de gracht.
Het betreft een woning met hellend dak, de nok evenwijdig aan de straat.
De hoogte van de kroonlijst is 6.00m. De nok meet 10.00m. De woning heeft een hellend dak
van 45°.
De woning zal worden uitgevoerd in een beige-bruin genuanceerde gevelsteen met zwarte
pannen en buitenschrijnwerk in een zwarte kleur.
De woning op lot 1 is in aanvraag. Deze woning heeft eenzelfde kroonlijst, nokhoogte en
dakhelling. De architectuur en materialen zijn op elkaar afgestemd. De afwerking van de muur
die dieper komt dan de achtergevel van lot 1 zal worden afgewerkt met de gevelsteen van de
woning op lot1.
De oprit en het pad rond de woning (geel ingekleurd op het inplantingsplan) zal worden
uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal (met waterdoorlatende ondergrond) en afwaterend naar
het omliggende groen. Het terras wordt uitgevoerd in tegels. Deze zijn niet waterdoorlatend. Het
terras helt af naar het gazon, het regenwater kan hier onmiddellijk indringen.
Het regenwater wordt opgevangen in een regenput van 7500 liter voor toiletten, wasmachine en
buitenkraan. Infiltratie d.m.v. een wadi met een infiltratievolume van 1718 liter en 9.17m²
infiltratieoppervlakte.
De binnenpas van de woning wordt op 35cm boven de as van de weg voorzien, er is een
voldoende hoge opstap tussen maaiveld en binnenpas. Dit is gemeten op de grens tussen
beide woningen.
Er zijn geen reliëfwijzigingen voorzien. Het perceel van beide buren ligt op gelijke hoogte.
De afstand van 12m tussen voorbouwlijn en wegas is gemeten op de grens tussen beide loten.
Momenteel zal het terras deels gebruikt worden om de afvalcontainers en de fietsen te bergen.
In een latere fase zal er geïnvesteerd worden in een tuin- en fietsberging.
Zowel rechts als achteraan is er reeds een bestaande omheining, deze blijft behouden.
Links, tussen beide loten, wordt een omheining voorzien in draad met palen, H=2m.
Er zal een lucht-water warmtepomp geplaatst worden.
Er worden zowel op de voorkant als op de achterkant zonnepanelen geplaatst. Het aantal
volgens de studie van de verslaggever.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 21 maart 2024 werd het advies ontvangen van Fluvius
Advies: geen advies
Op 14 maart 2024 werd het advies ontvangen van Dienst Integraal Waterbeleid.
Zie advies in bijlage.
Advies: ongunstig
Op 21 maart 2024 werd het advies ontvangen van Team Blauw van Stad Geel.
Advies riolering
Zonering – aansluiting
Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is ter hoogte van het perceel enkel een gedeelte ingebuisde gracht en een gedeelte open gracht aanwezig. In het openbaar domein is er geen volwaardig rioleringsstelsel aanwezig dat naar een zuiveringsstation leidt. Dit betekent dat al het afvalwater, zowel fecaal als grijs water, moet worden voorbehandeld.
Er is nog geen aansluiting op de openbare gracht. Na het verlenen van de vergunning én nadat men de start der werken heeft ingegeven in het omgevingsloket zal er door Aquafin, i.o. van de dienst Openbaar domein van stad Geel, een aansluiting op de gracht worden gerealiseerd met de plaatsing van een huisaansluitputje DWA. Op dit putje moet men aansluiten. De regenwaterafvoer, meer bepaald de noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening, mag men zelf rechtstreeks aansluiten op de gracht. Het is geen verplichting om aan te sluiten voor hemelwater.
Riolering algemeen
Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.
De afvoerbuizen voor het afvalwater en hemelwater hebben een diameter van 110 mm wat voldoet (max. 160 mm).
Huishoudelijk afvalwater
Aangezien er nog geen openbaar rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt en men dus zal lozen op de gracht, zal er een septische put moeten worden geplaatst waar zowel het fecaal als grijs water worden op aangesloten. Volgens het funderingsplan wordt er een septische put voorzien met een volume van 3000L waarop al het afvalwater is aangesloten.
Als er in de (nabije) toekomst riolering wordt aangelegd, zal het grijs water van de septische put moeten worden afgekoppeld. Het is aangewezen hiermee rekening te houden bij de aanleg van de private riolering. Men brengt de twee afvoeren in de woning nog samen, maar er wordt ook al een wachtbuis voorzien zodat men bij de weg- en rioleringswerken het grijs water vlot kan afkoppelen van het fecaal water. De septische put kan dan behouden blijven voor het fecaal water.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.
Hemelwaterput
Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 7500 L wat voldoet aan de verordening. Op de put worden alle dakafvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor de spoeling van 2 toiletten, voor een wasmachine en een buitenkraan. Dit aantal aftappunten voldoet.
Infiltratievoorziening
Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening met een infiltratievolume van 1718L, een infiltratieoppervlakte van 9,17 m² wat voldoet aan de verordening. De diepte van de infiltratievoorziening is 50cm. Volgens de bodemkaart heeft het perceel een bodemtype met drainageklasse d. De maximale diepte van de infiltratievoorziening is 50cm onder het maaiveld.
Waterdoorlatende verhardingen (oprit en tuinpad) en niet-waterdoorlatende verhardingen (terras) die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Deze verhardingen worden niet mee gerekend. Men moet er op letten dat het water tijd krijgt om te infiltreren en dat men geen wateroverlast veroorzaakt bij aangelanden.
Men voorziet geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening wat een gunstig principe. Het is geen verplichting om een overloop te voorzien naar het openbare stelsel maar wordt wel toegestaan.
Ligging in overstromingsgevoelig gebied
In functie van de ligging in overstromingsgevoelig gebied, moet men de nodige maatregelen treffen om er voor te zorgen dat er geen ruimte voor water verloren gaat. Hiervoor verwijzen we naar het advies van de Dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie.
Advies toegang tot het perceel
Huidige situatie
In de bestaande situatie is er ter hoogte van het perceel een gedeelte ingebuisde gracht aan linkerzijde en een gedeelte open gracht aan de rechterzijde.
Aanvraag
Op privé zal men volgens het inplantingsplan aan de rechterzijde een oprit voorzien met een breedte van 3m. Om aan deze oprit te geraken moet de gracht aan de rechterzijde overwelfd worden. Aan de linkerzijde is de gracht reeds overwelfd maar de ligging komt niet overeen met de oprit.
Advies en voorwaarden
Volgens het Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen mag er per perceel slechts 1 overwelving worden voorzien met een maximale breedte van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).
Van de maximale breedte van 5m kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat een bredere overwelving nodig is voor andere voertuigen dan personenwagens en lichte bestelwagens.
Van het aantal overwelvingen kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat er meer dan één overwelving nodig is in functie van de toegankelijkheid.
Het perceel is gelegen in de projectzone van de weg- en rioleringswerken van Binneneinde-Velveken. Ter hoogte van het perceel komt er een open gracht waarbij een nieuwe overwelving zal voorzien worden. Het is dus aangewezen om de bestaande overwelving aan de linkerzijde te behouden voor de bouwwerken van de woning en te gebruiken tot de weg wordt heraangelegd. Om de oprit vlot te bereiken is het toegestaan om aan de rechterzijde een tijdelijke overwelving te voorzien. Deze zal bij de werken verwijderd worden en er zal een nieuwe overwelving geplaatst worden.
Besluit
Er wordt één overwelving toegestaan met een maximale breedte van 5m. Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen.
Bestaande overwelving
Tijdens de bouwwerken kan men de bestaande overwelving aan de linkerzijde nog gebruiken.
Definitieve overwelving
De definitieve overwelving zal geplaatst worden bij de weg- en rioleringswerken van Binneneinde-Velveken.
Tijdelijke overwelving
Als de bouw klaar is en men wenst de oprit vlot te bereiken aan de rechterzijde mag men zelf een tijdelijke overwelving voorzien onder volgende voorwaarden:
Technische Fiche Overwelving
De overwelving:
De kopmuren:
De kopmuren kunnen aangelegd worden:
Verharding boven de ondergrondse constructie:
Hellingspercentage:
Het hellingspercentage van de oprit bedraagt min. 0,02 m en max. 0,04 m per meter in de richting van de as van de weg.
Goot:
Er zal steeds een goot voorzien worden tussen oprit en rijweg/fietspad/voetpad.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Wegenis
Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 en latere wijzigingen betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project ligt in een risicozone.
Door een overstroombare kruipkelder en doordat het overstromingsveilig bouwpeil 21,30 mTAW bedraagt en dit als voorwaarde in de vergunning werd opgelegd, wordt tegemoet gekomen aan eventuele toekomstige risico’s.
Tevens wordt ook de verharde oppervlakte gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput en de aanleg van een infiltratievoorziening.
Mer-screening
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.
Milieuaspecten
Water
Bemalingswater
Er wordt een bronbemaling met rubriek 53.2.2°a) aangevraagd voor het bouwen van een eengezinswoning. Naar aanleiding van de aanvraag werd de bemalingsberekening opgevraagd. Het berekend debiet is 1630 m³/jaar met een dagelijks debiet van 170 m³. De grondwaterverlaging door de bronbemaling zal 0,7 m zijn. Binnen de invloedstraal van de bemaling die 146 meter bedraagt, liggen noch speciale beschermingszones noch mogelijke verontreinigingen.
De lozing van het effluent dient te gebeuren op de het grachtenstelsel aan de voorkant van het perceel. Er dient een bezinkingsinstallatie geplaatst te worden om het rioleringsstelsel te vrijwaren van zand- en ijzerpartikels. De werking van de bezinkingsinstallatie dient te allen tijde gewaarborgd te worden door de exploitant.
Conform VLAREM II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
Indien de gracht niet het volledige debiet van de bronbemaling kan ontvangen is het de verantwoordelijkheid van de exploitant om een oplossing naar de dichtstbijzijnde afzetmogelijkheid te voorzien.
Bodem
Er zijn geen mogelijke verontreinigingen in de buurt aanwezig.
Biodiversiteit
Er liggen geen speciale beschermingszones binnen de invloedstraal van de bronbemaling.
Geluid
De motor van het pompsysteem dient voldoende geluidsdicht te zijn zodat de richtwaarden voor geluid van bijlagen 4.5.4 en 4.5.5 van het VLAREM II voor woongebied niet overschreden worden.
Aangezien de bronbemaling een tijdelijke handeling is, lijkt de geluidsimpact van het project op de omgeving niet significant.
Conclusie milieutechnische beoordeling
Met betrekking tot de overige onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling van de omgevingsambtenaar en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies.
De omgevingsambtenaar milieu adviseert de volgende aanvraag en rubrieken voorwaardelijk gunstig onder de volgende voorwaarden:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
53.2.2°a) | droogzuiging (Nieuw) | 2980 m³/jaar | 3 |
Volgende voorwaarden zijn van toepassing:
Algemene voorwaarden van VLAREM II: 4.1 - 4.6
Sectorale voorwaarden van VLAREM II: 5.53
Bijzondere milieuvoorwaarden:
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Het betreft een ééngezinswoning, half-open bebouwing, die opgericht wordt in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De woning heeft een beperkt bouwvolume.
Visueel-vormelijke elementen
De woning wordt opgericht in hedendaagse materialen.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht. Na de bouwwerken zijn er geen effecten op gezondheid en hindereffecten op de buurt.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Door het indienen van aangepaste plannen werd tegemoet gekomen aan het ongunstig advies.
Conclusie
Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:
Stedenbouwkundige voorwaarden
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
Het overstromingsveilig bouwpeil bedraagt 21,30 mTAW.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe geplaatste huisaansluitputje DWA. De afvoerbuis van het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening.
Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.
De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet de grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).
Putten of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
In functie van de ligging in overstromingsgevoelig gebied moet men de nodige maatregelen treffen om er voor te zorgen dat er geen ruimte voor water verloren gaat.
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Er wordt één overwelving toegestaan met een maximale breedte van 5m. Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen.
Tijdens de bouwwerken kan men de bestaande overwelving aan de linkerzijde nog gebruiken. De definitieve overwelving zal geplaatst worden bij de weg- en rioleringswerken van Binneneinde-Velveken.
Als de bouw klaar is en men wenst de oprit vlot te bereiken aan de rechterzijde mag men zelf een tijdelijke overwelving voorzien onder volgende voorwaarden:
Milieuvoorwaarden
De omgevingsambtenaar milieu adviseert de volgende aanvraag en rubrieken voorwaardelijk gunstig onder de volgende voorwaarden:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
53.2.2°a) | droogzuiging (Nieuw) | 2980 m³/jaar | 3 |
Volgende voorwaarden zijn van toepassing:
Algemene voorwaarden van VLAREM II: 4.1 - 4.6
Sectorale voorwaarden van VLAREM II: 5.53
Bijzondere milieuvoorwaarden:
Lasten
Niet van toepassing.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Stedenbouwkundige voorwaarden
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
Het overstromingsveilig bouwpeil bedraagt 21,30 mTAW.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe geplaatste huisaansluitputje DWA. De afvoerbuis van het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening.
Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.
De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet de grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).
Putten of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
In functie van de ligging in overstromingsgevoelig gebied moet men de nodige maatregelen treffen om er voor te zorgen dat er geen ruimte voor water verloren gaat.
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Er wordt één overwelving toegestaan met een maximale breedte van 5m. Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen.
Tijdens de bouwwerken kan men de bestaande overwelving aan de linkerzijde nog gebruiken. De definitieve overwelving zal geplaatst worden bij de weg- en rioleringswerken van Binneneinde-Velveken.
Als de bouw klaar is en men wenst de oprit vlot te bereiken aan de rechterzijde mag men zelf een tijdelijke overwelving voorzien onder volgende voorwaarden:
Milieuvoorwaarden
De omgevingsambtenaar milieu adviseert de volgende aanvraag en rubrieken voorwaardelijk gunstig onder de volgende voorwaarden:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
53.2.2°a) | droogzuiging (Nieuw) | 2980 m³/jaar | 3 |
Volgende voorwaarden zijn van toepassing:
Algemene voorwaarden van VLAREM II: 4.1 - 4.6
Sectorale voorwaarden van VLAREM II: 5.53
Bijzondere milieuvoorwaarden: