UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 11/04/2024
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023115975
Dossiernummer gemeente: 202300574
De gemeente Geel heeft op 11 december 2023 een aanvraag ontvangen voor het slopen van een woning in halfopen bebouwing en het oprichten van een meergezinswoning in aaneengesloten bebouwing. De aanvraag werd op 28 december 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
MDL-Projects BV gevestigd Doffen 77 te 2250 Olen
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Diestseweg 166
Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nrs. 1432C3 en 1432D3
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het bijzonder plan van aanleg Wydbosch goedgekeurd op 26 september 2001
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een bijzonder plan van aanleg. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.
Afbraak van een bestaande halfopen ééngezinswoning, huisnr.166, inclusief afbraak van de garage en bijgebouw achteraan + Oprichten van een meergezinswoning, bestaande uit 4 appartementen met telkens 1 of 3 slaapkamers en elk een ruim terras, 5 parkeerplaatsen in open lucht, en een gemeenschappelijk bijgebouw voor vuilbakken en fietsenstalling. De woning op het gelijkvloers heeft een tuin en ook een privatieve inpandige buitenberging.
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 12 januari 2024 t.e.m. 10 februari 2024. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
Op 13 februari 2024 werd het advies ontvangen van Fluvius
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 27 februari 2024 werd het advies ontvangen van Agentschap Wegen en Verkeer
Advies: voorwaardelijk gunstig
Er werd advies gevraagd aan Dienst Integraal Waterbeleid maar het advies werd niet ontvangen binnen de termijn. Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.
Op 28 maart 2024 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel
Advies riolering
Zonering – aansluiting
Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig in het openbaar domein. Bij de sloop moet men zoeken naar de bestaande aansluiting. Men moet deze aansluiting tijdelijk dichten om nadien te herbruiken. Men moet zelf de huisaansluitputjes plaatsen volgens de richtlijnen beschreven bij de voorwaarden. Als men geen bestaande aansluiting terugvindt, moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein van Stad Geel. Er zal dan een nieuwe aansluiting met plaatsing van putjes voorzien worden.
Riolering algemeen
Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.
Op het plan staan geen diameters opgegeven van de afvoerbuizen. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm).
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten demeergezinswoning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.
Hemelwaterput
Men plaatst 2 hemelwaterputten met elk een volume van 10.000L. Een totaal volume dus van 20.000 L wat voldoet aan de verordening. Op de put worden alle dakafvoeren van de meergezinswoning en van het bijgebouw aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor de spoeling van de toiletten en de wasmachines van de 4 appartementen en voor één buitenkraan bij het gelijkvloerse appartement.
Het is niet aangewezen om de terrassen mee aan te sluiten op de hemelwaterput, ze moeten aangesloten worden op de overloop van de hemelwaterput, dus rechtstreeks naar de infiltratievoorziening. Men voorziet wel een filter vooraleer het hemelwater terechtkomt in de hemelwaterput maar dit zal niet voldoende zijn als men de terrassen kuist met detergenten, zeker niet voor het herbruik van het water bij de wasmachines. Als men de terrassen niet mee aansluit dan is het best om de dimensionering van de hemelwaterput te herbekijken en na te gaan welke aftappunten er moeten/kunnen voorzien worden. Men kan dit best goed berekenen om te komen tot een optimale dimensionering en een maximaal herbruik.
Infiltratievoorziening
Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening, type wadi, met een infiltratievolume van 2660 L, een infiltratieoppervlakte van 14,55m² en een diepte van 50 cm wat voldoet aan de verordening (min. 2287 L en 5,55 m²).
Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening.
Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbare stelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.
Advies toegang
Men moet het advies van AWV opvolgen wat betreft de toegangen.
In de bestaande toestand is het openbaar domein reeds aangepast in functie van de oprit op privé van de huidige woning en in functie van een zebrapad. De boordsteen is op deze plaats verlaagd. Bij de meergezinswoning zal de oprit voor de auto's zich op dezelfde locatie bevinden. Het openbaar domein zal dus niet moeten worden aangepast. Voor eventuele aanpassingen moet men een aanvraag doen.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 28 maart 2024 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel
Gunstig op voorwaarde dat wordt voldaan aan parkeernorm volgens de (nieuwe) bouwcode. Het autobezit in die zone is 1.06, dus 5 parkeerplaatsen voor 4 appartementen is in principe voldoende.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Niet van toepassing
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gewestweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het perceel gelegen te Geel Diestseweg 166, Sectie H, nr. 1432C3 stroomt af naar de Laarloop, een (on)bevaarbare waterloop (van 2° categorie) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen district Grote Nete.
Het perceel zelf is niet overstromingsgevoelig, de straat echter wel. Daarom is er voor de woning een veilig vloerpeil aan te houden. Bij een bui met een terugkeerperiode van 100jaar bij een veranderend klimaat bedraagt het overstromingspeil ca. 24cm boven de as van de weg. Een veilig vloerpeil zou 30 cm hoger liggen. Dit is noodzakelijk om de foutenmarge van het model en ook eventuele golfslag door voorbijrijdende voertuigen op te vangen.
- Het regenwater dat op het karrespoor valt, kan in de aanpalende groenzone infiltreren.
- De waterdoorlatende verhardingen mogen een max. helling van 0,5% hebben. Bij een hellingsgraad tussen 0,5 en 2% dient er naar een groenzone afgewaterd te worden die minstens 15% van de oppervlakte bedraagt. De ontvangende groenzone dient met een minstens een minimale komvormige verlaging uitgewerkt te worden.
- De verhardingen mogen niet richting de aanpalende percelen afwateren.
Het perceel is niet gelegen in signaalgebied.
3. VERENIGBAARHEID MET HET WATERSYSTEEM
Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid.
Gezien het risico beperkt is tot het gevraagde project, dient de eigenaar zelf alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om eventuele waterschade te voorkomen.
4. VOORWAARDEN EN MAATREGELEN
4.1. Algemene en wettelijke voorwaarden
4.1.1. Waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren
Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als toiletspoeling, waswater, beregening, … ). Het overige afstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat - gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.
4.1.2. Riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de RegenWaterAfvoerleiding en regenwater in de DroogWeerAfvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op DroogWeerAfvoerleiding. De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van Vlarem II.”
Er is voldaan aan de gemeentelijke/provinciale/gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening
Mer-screening
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.
Scheidingsmuren
De aanvraag heeft betrekking op de oprichting, uitbreiding, afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars werden per aangetekend schrijven op de hoogte gesteld.
Milieuaspecten
Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 12 januari 2024 tot en met 10 februari 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Bestemming is een meergezinswoning met 4 appartementen waarvan 2WE met 1 slaapkamer en 2WE met 3 slaapkamers.
Kroonlijsthoogte, dakhelling en nokhoogten sluiten aan op de links aanpalende woning.
Gevolg dient gegeven aan art. 678 en 679 van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. tot uitzichten op het eigendom van de nabuur.
Gevolg dient gegeven aan art. 681 van het Burgerlijk Wetboek, d.w.z. dat het regenwater op eigen terrein dient opgevangen.
Er dienen steeds ten minste 5 parkeerplaatsen in functie van het project behouden te worden, ook na overdracht van (een deel van) het project.
De parkeerplaatsen aangelegd in tweede lijn hebben een minimale diepte van 5,50 meter.
Het bijgebouw voorziet minimaal 12 fietsstalplaatsen en 2m² afvalberging per wooneenheid.
- de fietsenstalling moet overdekt zijn, voldoende groot (1 stalplaats per kopkussen) en ook ruimte bieden aan buitenmaatse fietsen (bakfietsen, fietskarren) en afsluitbaar
- best wordt bij de parkeerplaatsen ook laadinfrastructuur voorzien.
Gevolg dient gegeven aan het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dd. 27/02/2024 ref. AV/114/2024/00011.
Gevolg dient gegeven aan het advies van de brandweer zone Kempen dd. 16/01/2024 ref. BWDP/2023-0305/002/01/SUDR.
Het project moet volledig conform de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd. Deze kan u nalezen op www.toegankelijkgebouw.be.
De bouwheer heeft de verplichting om de geldende reglementering, uitgevaardigd door de distributienetbeheerder Fluvius voor elektriciteit en/of aardgas, inzake de distributie van elektriciteit en/of gas naar en in appartementsgebouwen strikt na te leven. Deze teksten zijn raadpleegbaar op de website van de distributienetbeheerder(s) via www.fluvius.be.
De meergezinswoning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Sloping
Alvorens de sloopwerken aan te vatten dienen alle nutsleidingen afgesloten te zijn. Een attest van wegname van nutsleidingen (elektriciteit en aardgas) uit gebouwen kan bij Netmanagement (c/o Iveka Igao, Koningin Elisabethlei 38, 2300 Turnhout) worden verkregen.
Bij de afbraak van de bestaande bebouwing dienen de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen om de aanpalende woningen geen schade te berokkenen.
Voorafgaandelijk dient er een plaatsbeschrijving van de aanpalende woningen te worden opgemaakt, een controle door een burgerlijk ingenieur en het afsluiten van een ABR polis.
De bouwheer dient bij de uitvoering der werken de verplichtingen van het burgerlijk wetboek na te leven.
De vrijgekomen muren van de aanpalende eigenaars worden afgewerkt zodat geen water- of vorstschade kan ontstaan. Na definitieve invulling van de percelen moeten deze gevels op een kwalitatieve en duurzame manier afgewerkt worden.
De hinder die kan uitgaan van het voorwerp van de aanvraag zal zich tijdens de sloopwerken manifesteren. Hierdoor zal er tijdelijk een toename zijn in verkeersbewegingen door de aanvoer van bouwmachines en het afvoer van het slooppuin. Door de nabijheid van scholen/jongerencentrum/kinderboerderij bij de plaats van de werken, zijn maatregelen aangewezen die conflicten tussen werfverkeer en schoolgaande kinderen te vermijden. Het beperken van de transporturen kan hiertoe bijdragen en de verkeerveiligheid garanderen. Door het Charter Werftransport op te volgen wordt aan deze vooraarden voldaan. De inhoud van dit charter zal aan de bouwheer kenbaar gemaakt worden.
De nodige veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen.
Alle puin evenals ondergrondse constructies moeten mee verwijderd worden.
Bij aanwezigheid van een stookolietank, moet deze correct buitengebruik gesteld worden en verwijderd. De bouwheer laat zich hiervoor bijstaan door een deskundige of erkende stookolietechnicus. De deskundige of de erkende stookolietechnicus stelt naar aanleiding van de buitengebruikstelling van de houder een attest op waaruit ondubbelzinnig blijkt dat de buitengebruikstelling werd uitgevoerd volgens de regels van het vak. Dit attest vermeldt bovendien de naam en het erkenningsnummer van de deskundige of de erkende stookolietechnicus. Dit attest moet overgemaakt worden aan de vergunning verlenende overheid via handhaving@geel.be
De bepalingen uit de asbestparagraaf dienen strikt nageleefd te worden.
Asbestparagraaf
Het gebouw dat wordt gesloopt bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen. Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.
Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden.
Vloerpas
Het perceel niet maar de straat is wel gelegen in overstromingsgevoelig gebied. Hiertoe wordt de vloerpas 30 cm hoger geplaatst dan het overstromingspeil thv de as van de weg dat op +/- 24 cm boven de as van de weg ligt bij een bui met een terugkeerperiode van 100 jaar bij een veranderend klimaat. De afgewerkte vloerpas bedraagt dan +54 cm boven de as van de weg
Riolering / hemelwater
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
Bij de sloop dient men de bestaande aansluiting op te zoeken en te gebruiken.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De waterdoorlatende verharding in de voortuin moet bij een hellingspercentage van meer dan 2% zodanig worden aangelegd dat deze afwatert naar de voorziene groenzone. Men moet, zoals voorzien op het funderingsplan, ook afvoergeulen plaatsen die ook afwateren naar deze groenzone.
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Toegang tot het perceel
● Er wordt slechts 1 toegang van maximaal 4,5 meter toegestaan.
● Er kan een afzonderlijk pad naar de voordeur toegestaan worden van maximaal 1,5 meter.
De rest van het perceel moet van het openbaar domein worden afgesloten door een
structurele niet-overrijdbare scheiding.
● De locatie van de toegangen, ramen en deuropeningen is steeds ondergeschikt aan de
bestaande weginfrastructuur (incl. oversteekplaatsen, straatmeubilair, verhoogde
inrichtingen, bushaltes, grachten, openbare verlichting, kasten nutsmaatschappijen, …).
Een aanpassing van het openbaar domein (verwijdering van bestaande verharding met boordsteenverhoging of aanleg nieuwe verharding met boordsteenverlaging) mag men niet zelf uitvoeren maar moet men aanvragen. De kosten zijn ten laste van de aanvrager.
Er worden geen terreinophogingen uitgevoerd, noch bomen gerooid.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Bestemming is een meergezinswoning met 4 appartementen waarvan 2WE met 1 slaapkamer en 2WE met 3 slaapkamers.
Kroonlijsthoogte, dakhelling en nokhoogten sluiten aan op de links aanpalende woning.
Gevolg dient gegeven aan art. 678 en 679 van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. tot uitzichten op het eigendom van de nabuur.
Gevolg dient gegeven aan art. 681 van het Burgerlijk Wetboek, d.w.z. dat het regenwater op eigen terrein dient opgevangen.
Er dienen steeds ten minste 5 parkeerplaatsen in functie van het project behouden te worden, ook na overdracht van (een deel van) het project.
De parkeerplaatsen aangelegd in tweede lijn hebben een minimale diepte van 5,50 meter.
Het bijgebouw voorziet minimaal 12 fietsstalplaatsen en 2m² afvalberging per wooneenheid.
- de fietsenstalling moet overdekt zijn, voldoende groot (1 stalplaats per kopkussen) en ook ruimte bieden aan buitenmaatse fietsen (bakfietsen, fietskarren) en afsluitbaar
- best wordt bij de parkeerplaatsen ook laadinfrastructuur voorzien.
Gevolg dient gegeven aan het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dd. 27/02/2024 ref. AV/114/2024/00011.
Gevolg dient gegeven aan het advies van de brandweer zone Kempen dd. 16/01/2024 ref. BWDP/2023-0305/002/01/SUDR.
Het project moet volledig conform de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd. Deze kan u nalezen op www.toegankelijkgebouw.be.
De bouwheer heeft de verplichting om de geldende reglementering, uitgevaardigd door de distributienetbeheerder Fluvius voor elektriciteit en/of aardgas, inzake de distributie van elektriciteit en/of gas naar en in appartementsgebouwen strikt na te leven. Deze teksten zijn raadpleegbaar op de website van de distributienetbeheerder(s) via www.fluvius.be.
De meergezinswoning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Sloping
Alvorens de sloopwerken aan te vatten dienen alle nutsleidingen afgesloten te zijn. Een attest van wegname van nutsleidingen (elektriciteit en aardgas) uit gebouwen kan bij Netmanagement (c/o Iveka Igao, Koningin Elisabethlei 38, 2300 Turnhout) worden verkregen.
Bij de afbraak van de bestaande bebouwing dienen de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen om de aanpalende woningen geen schade te berokkenen.
Voorafgaandelijk dient er een plaatsbeschrijving van de aanpalende woningen te worden opgemaakt, een controle door een burgerlijk ingenieur en het afsluiten van een ABR polis.
De bouwheer dient bij de uitvoering der werken de verplichtingen van het burgerlijk wetboek na te leven.
De vrijgekomen muren van de aanpalende eigenaars worden afgewerkt zodat geen water- of vorstschade kan ontstaan. Na definitieve invulling van de percelen moeten deze gevels op een kwalitatieve en duurzame manier afgewerkt worden.
De hinder die kan uitgaan van het voorwerp van de aanvraag zal zich tijdens de sloopwerken manifesteren. Hierdoor zal er tijdelijk een toename zijn in verkeersbewegingen door de aanvoer van bouwmachines en het afvoer van het slooppuin. Door de nabijheid van scholen/jongerencentrum/kinderboerderij bij de plaats van de werken, zijn maatregelen aangewezen die conflicten tussen werfverkeer en schoolgaande kinderen te vermijden. Het beperken van de transporturen kan hiertoe bijdragen en de verkeerveiligheid garanderen. Door het Charter Werftransport op te volgen wordt aan deze vooraarden voldaan. De inhoud van dit charter zal aan de bouwheer kenbaar gemaakt worden.
De nodige veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen.
Alle puin evenals ondergrondse constructies moeten mee verwijderd worden.
Bij aanwezigheid van een stookolietank, moet deze correct buitengebruik gesteld worden en verwijderd. De bouwheer laat zich hiervoor bijstaan door een deskundige of erkende stookolietechnicus. De deskundige of de erkende stookolietechnicus stelt naar aanleiding van de buitengebruikstelling van de houder een attest op waaruit ondubbelzinnig blijkt dat de buitengebruikstelling werd uitgevoerd volgens de regels van het vak. Dit attest vermeldt bovendien de naam en het erkenningsnummer van de deskundige of de erkende stookolietechnicus. Dit attest moet overgemaakt worden aan de vergunning verlenende overheid via handhaving@geel.be
De bepalingen uit de asbestparagraaf dienen strikt nageleefd te worden.
Asbestparagraaf
Het gebouw dat wordt gesloopt bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen. Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.
Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden.
Vloerpas
Het perceel niet maar de straat is wel gelegen in overstromingsgevoelig gebied. Hiertoe wordt de vloerpas 30 cm hoger geplaatst dan het overstromingspeil thv de as van de weg dat op +/- 24 cm boven de as van de weg ligt bij een bui met een terugkeerperiode van 100 jaar bij een veranderend klimaat. De afgewerkte vloerpas bedraagt dan +54 cm boven de as van de weg
Riolering / hemelwater
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
Bij de sloop dient men de bestaande aansluiting op te zoeken en te gebruiken.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De waterdoorlatende verharding in de voortuin moet bij een hellingspercentage van meer dan 2% zodanig worden aangelegd dat deze afwatert naar de voorziene groenzone. Men moet, zoals voorzien op het funderingsplan, ook afvoergeulen plaatsen die ook afwateren naar deze groenzone.
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Toegang tot het perceel
● Er wordt slechts 1 toegang van maximaal 4,5 meter toegestaan.
● Er kan een afzonderlijk pad naar de voordeur toegestaan worden van maximaal 1,5 meter.
De rest van het perceel moet van het openbaar domein worden afgesloten door een
structurele niet-overrijdbare scheiding.
● De locatie van de toegangen, ramen en deuropeningen is steeds ondergeschikt aan de
bestaande weginfrastructuur (incl. oversteekplaatsen, straatmeubilair, verhoogde
inrichtingen, bushaltes, grachten, openbare verlichting, kasten nutsmaatschappijen, …).
Een aanpassing van het openbaar domein (verwijdering van bestaande verharding met boordsteenverhoging of aanleg nieuwe verharding met boordsteenverlaging) mag men niet zelf uitvoeren maar moet men aanvragen. De kosten zijn ten laste van de aanvrager.
Er worden geen terreinophogingen uitgevoerd, noch bomen gerooid.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.