UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 16/01/2024
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023090671
Dossiernummer gemeente: 202300335
De gemeente Geel heeft op 17 juli 2023 een aanvraag ontvangen voor het verbouwen en uitbreiden van een zonevreemde woning plus oprichten van een bijgebouw.. De aanvraag werd op 4 augustus 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Bruno Vangeel wonende Djepstraat 10 te 2440 geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Djepstraat 10
Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie K nrs. 721N en 721X
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
agrarisch gebied
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009gelegen in overdruk zonevreemde woningen II
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.
Het ontwerp stelt de verbouwing en de uitbreiding voor van een zonevreemde woning die dateert van 1950 en de oprichting van een garage/bergplaats. De achterbouw van de woning en de bestaande stallingen worden gesloopt.
De bestaande woning wordt intern verbouwd en achteraan uitgebreid met een keuken en leefruimte. De bestaande diepte van16 meter wordt uitgebreid tot 17 meter. De bestaande gevelbreedte van 9,96 meter wordt tot op 10,48 meter gebracht na de verbouwingswerken.
De woning heeft na de verbouwingswerken een kroonlijsthoogte van 3,40 meter. Het nieuwe gedeelte achteraan heeft een hoogte van 3,25 meter.
De nokhoogte van 6,60 meter blijft behouden.
Het totale volume van de woning bedraagt na de uitbreiding 730,11m³.
De nieuwe garage/berging heeft een oppervlakte van 39,65 m² en wordt ingeplant op 10 meter achter de achtergevel van de woning en op 1 meter van de rechter perceelsgrens. De toegang naar het bijgebouw wordt voorzien in een karrespoor.
De verbouwingswerken worden uitgevoerd in een rood genuanceerde gevelsteen, grijs pvc buitenschrijnwerk en voor de dakbedekking worden zwarte pannen voorzien. Het bijgebouw wordt opgericht in dezelfde materialen.
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 14 augustus 2023 t.e.m. 12 september 2023. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
Op 29 augustus 2023 werd het advies ontvangen van Dienst Integraal Waterbeleid
Zie advies in bijlage.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 10 augustus 2023 werd het advies ontvangen van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)
Zie bijlage
Advies: volledig voorwaardelijk gunstig
Op 7 augustus 2023 werd het advies ontvangen van Fluvius
Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen Advies: geen advies
Op 16 augustus 2023 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel
Dit advies gaat over de verbouwing en uitbreiding van een woning op het perceel in de Djepstraat 10 waar ook een trage verbinding op gelegen is. Deze verbinding moet behouden blijven en afgestaan worden aan de Stad Geel.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 28 september 2023 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel
Advies riolering
Zonering - afvalwater
Het perceel ligt in individueel te optimaliseren buitengebied. Er is geen riolering en in de toekomst zal er geen riolering aangelegd worden. Er moet bijgevolg een individuele waterzuivering (IBA) worden voorzien voor het behandelen van het afvalwater. Op het funderingsplan staat een IBA ingetekend, maar geen voorbezinker (septische put).
Men voorziet een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.
Riolering algemeen
Men legt een gescheiden stelsel aan van afvalwater en hemelwater wat verplicht wordt. Aangezien het gaat om grondige verbouwingen kan men een gescheiden stelsel voorzien.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening is
Hemelwaterput
Men zal een put plaatsen van 10.000L wat qua volume voldoet. Op de hemelwaterput worden alle afvoeren van de woning aangesloten. Men voorziet herbruik voor de toiletten, een wasmachine en een buitenkraan.
Infiltratievoorziening
Volgens de verordening inzake hemelwater is men verplicht om een infiltratievoorziening te plaatsen bij de woning. Er wordt een infiltratiekom zonder overloop voorzien met een infiltratievolume van 12.000L en een infiltratieoppervlakte van 40m² wat qua dimensionering ruim voldoet.
Bij de berekening van de dimensionering mag men een aftrek doen van 60m² omwille van het plaatsen van een hemelwaterput. Verharde grondoppervlakten in waterdoorlatende materialen én verharde grondoppervlakten in niet-waterdoorlatende materialen die kunnen afwateren naar groenzone, moeten niet mee ingerekend worden op voorwaarde dat het water tijd en plaats genoeg heeft om te infiltreren en geen overlast bezorgt bij aangelanden.
Het is aangewezen om na te gaan wat de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand is. De infiltratievoorziening mag niet onder deze grondwaterstand komen te liggen. Voor meer informatie verwijzen we naar het advies van de Dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie.
Het bijgebouw laat men ook afwateren naar een infiltratiekom met dezelfde dimensionering (volume 12.000L en oppervlakte 40m²).
Men kiest voor infiltratiekommen, dus een bovengronds infiltratiesysteem wat een gunstig principe is. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief. Bij de aanleg dient men er op te letten dat de bodem van de infiltratievoorziening niet onder de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand komt.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Niet van toepassing.
Planologische toets
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op te minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (artikel 11 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
De trage verbindingen ten oosten van de Djepstraat 10 staan al reeds ingetekend op historische kaarten vanaf 1873. Dit maakt dat de wegenis in oorspronkelijke staat behouden moet blijven en niet zomaar gewijzigd mag worden (artikel 8, artikel 14 en artikel 85 van het gemeentewegendecreet).
Tijdens de werken mogen er geen obstakels op de wegenis geplaatst worden zodat de doorgang belemmerd zou worden. Dit staat beschreven in artikel 9 van het gemeentewegendecreet dat stelt dat het bestaande tracé moet blijven tot dat er een alternatief aangeboden wordt. Als dit niet het geval is mag de gemeente volgens artikel 34 de doorgang vrij maken op kosten van de aansprakelijke.
Bijkomend wordt er opgelegd dat de wegenis met haar aanhorigheden gratis en kosteloos dient overgedragen te worden aan de Stad Geel.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Mer-screening
Niet van toepassing.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Het project paalt niet rechtstreeks aan de waterloop van 2de categorie de Kwalijkloop nr. A.7.25.2, het project watert er (deels) naar af.
De aanvraag is niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied.
De aanvraag is niet gelegen in signaal gebied.
De aanvraag is verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (art.
1.2.2.), aangezien het effect verwaarloosbaar is wanneer men zich houdt aan de algemene
wettelijke voorwaarden, zoals opgelegd in het advies van Integraal Waterbeleid dd. 29/08/2023.
Conclusie:
De hemelwatertoets is doorstaan, de aanvraag is verenigbaar met de huidige wetgeving en de doelstellingen en beginselen van het Decreet Integraal Waterbeleid.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Deze beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de volgende criteria als uitvoering van art. 4.3.1 van de codex:
1. Functionele inpasbaarheid
De aanvraag speelt zich af binnen gewestplanbestemming agrarisch gebied. De aanvraag situeert zich in het RUP Zonevreemde Woningen – overdruk II en voldoet aan de voorwaarden waardoor de aanvraag principieel functioneel inpasbaar is.
2. Mobiliteitsimpact
De aanvraag heeft beperkte invloed op de mobiliteit, gezien het louter betrekking heeft op de het verbouwen / uitbreiden van een bestaande woning betreft. Auto’s kunnen gestald worden op het eigen terrein.
3. Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De bestaande inplanting blijft behouden. De woning wordt intern verbouwd en achteraan uitgebreid met een keuken en leefruimte. De bestaande diepte van16 meter wordt uitgebreid tot 17 meter. De bestaande gevelbreedte van 9,96 meter wordt tot op 10,48 meter gebracht na de verbouwingswerken.
De bestemming eengezinswoning blijft behouden. Het aantal bouwlagen blijft hetzelfde.
De bestaande bijgebouwen (stallen) achteraan op het perceel met een oppervlakte van 95,24m² en een kleine rechts naast de woning worden gesloopt. Er wordt slechts 1 nieuw bijgebouw opgericht van 39,65m².
De aanvraag heeft geen impact op het ruimtegebruik van de percelen.
Het project is qua schaal in overeenstemming met de omgeving van dit project.
4. Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag voorziet het gebruik van duurzame en kwalitatieve materialen.
Visueel-vormelijk strookt de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
5. Cultuurhistorische elementen
Niet van toepassing.
De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.
6. Bodemreliëf
De aanvraag voorziet geen reliëfwijzigingen, het natuurlijke maaiveld blijft behouden.
De oppervlakte van verhardingen blijft beperkt tot 70,40m², de oppervlakte van het perceel bedraagt 1931m².
De zone rondom het hoofdgebouw dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering
7. Hinderaspecten
Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.
8. Conclusie
Omwille van het voorgaande is het voorstel planologisch en stedenbouwkundig verenigbaar met de omgeving.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 14 augustus 2023 tot en met 12 september 2023. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.
De werken dienen ingeplant en uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier.
Gevolg dient gegeven aan het advies van Integraal waterbeleid dd. 29/08/2023 ref. WAAD-2023-2025 (zie bijlage).
Gevolg dient gegeven aan het advies van het Departement Landbouw en Visserij dd. 10/08/2023 ref. 2023_005162_v1
Er wordt een zonevreemde eengezinswoning verbouwd, het bouwvolume bedraagt 730,11m³.
Alle bestaande bijgebouwen worden volledig gesloopt en er wordt één bijgebouw van 39,65m² opgericht op 1 meter van de zijdelingse perceelsgrens en 10 meter achter de nieuwe achtergevel van de woning.
Bij de afbraakwerken dienen de nodige maatregelen te worden getroffen om de verkeersveiligheid te verzekeren.
Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be) .
Indien de werken gepaard gaan met grondverzet dienen de voorschriften opgenomen in het Vlarebo, het Vlaams reglement betreffende bodemsanering en bodembescherming opgevolgd te worden.
Dit houdt ondermeer in dat bij bodem afkomstig van een ontgraving groter dan 250 m³ of afkomstig van een verdachte grond, een technisch verslag moet worden opgemaakt en het transport moet vergezeld zijn van de nodige transportdocumenten omschreven in Vlarebo art. 183.
Bij aanwezigheid van een stookolietank, moet deze correct buitengebruik gesteld worden en verwijderd. De bouwheer laat zich hiervoor bijstaan door een deskundige of erkende stookolietechnicus. De deskundige of de erkende stookolietechnicus stelt naar aanleiding van de buitengebruikstelling van de houder een attest op waaruit ondubbelzinnig blijkt dat de buitengebruikstelling werd uitgevoerd volgens de regels van het vak. Dit attest vermeldt bovendien de naam en het erkenningsnummer van de deskundige of de erkende stookolietechnicus. Dit attest moet overgemaakt worden aan de vergunning verlenende overheid via handhaving@geel.be
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Niet-bebouwde oppervlakte:
Vanuit een streven naar een duurzaam en ruimtelijk verantwoord gebruik van de bestaande kavel waarop de woning gelegen is, is een landelijke tuininrichting passend binnen de draagkracht van de omgeving enkel toegestaan in de onmiddellijke omgeving van de bestaande vergunde of hoofdzakelijk vergunde woning, dit wil zeggen binnen een afstand van 30m van het woninghoofdgebouw. De aanleg van de tuin dient zich te integreren in de omgeving. Bijzondere constructies of ingrepen passend in een landelijke tuin zijn toegelaten binnen een afstand van 30m van het woninghoofdgebouw, voor zover ze opgericht worden in relatie met de landschappelijke omgeving.
– Het gebruik en de inrichting van het resterende gedeelte van de huiskavel, met andere woorden het gedeelte dat zich niet bevindt in de onmiddellijke omgeving van de woning, dient zich te richten naar de geldende bestemming van de huiskavel en omgeving.
– Bestaande streekeigen en inheemse groenelementen, zoals bomen en kleine landschapselementen, dienen maximaal bewaard te blijven.
– Beplanting van de niet-bebouwde oppervlakte kan enkel bestaan uit streekeigen en standplaatsgeschikte beplanting die is aangepast aan het omgevende landschap.
– Het bestaande microreliëf dient behouden te blijven. Op de niet-bebouwde oppervlakte zijn nivelleringen niet toegelaten. Reliëfwijzigingen kunnen enkel worden toegestaan in functie van constructies voor waterzuivering of waterbuffering.
Afsluitingen
– Afsluitingen kunnen opgericht worden voor de perceel afscheiding van de bestaande huiskavel of ter afsluiting van de onmiddellijke omgeving van de woning, die ingericht mag worden als tuin.
– Dichte, ondoorzichtige en zicht afschermende afsluitingen als muren, houten panelen, betonpanelen, vlechtschermen, rieten matten, zeildoeken, panelen/roosters uit andere materialen en dergelijke zijn niet toegelaten. Dit verbod geldt niet voor opgaande natuurlijke begroeiing als hagen, houtkanten en dergelijke in streekeigen en standplaatsgeschikte soorten.
– De vormgeving en het materiaalgebruik bij afsluitingen dient in overeenstemming te zijn met het landschappelijke en natuurlijke karakter van de omgeving.
Er worden geen terreinophogingen uitgevoerd, noch bomen gerooid.
Trage weg
De huidige trage weg bedding ten oosten en van de Djepstraat 10 dient gratis en kosteloos afgestaan te worden aan de Stad Geel.
Ook mag de toestand van de weg niet verslechteren en moet het pad steeds bereikbaar zijn. Dus ook tijdens de werken.
De trage verbindingen ten oosten van de Djepstraat 10 staan al reeds ingetekend op historische kaarten vanaf 1873. Dit maakt dat de wegenis in oorspronkelijke staat behouden moet blijven en niet zomaar gewijzigd mag worden (artikel 8, artikel 14 en artikel 85 van het gemeentewegendecreet).
Tijdens de werken mogen er geen obstakels op de wegenis geplaatst worden zodat de doorgang belemmerd zou worden. Dit staat beschreven in artikel 9 van het gemeentewegendecreet dat stelt dat het bestaande tracé moet blijven tot dat er een alternatief aangeboden wordt. Als dit niet het geval is mag de gemeente volgens artikel 34 de doorgang vrij maken op kosten van de aansprakelijke.
Riolering / hemelwater
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
Er moet een individuele waterzuivering (IBA) worden voorzien voor het behandelen van het afvalwater:
Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Men is verplicht een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt o.a. nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd.
Bronbemaling
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Lasten
Grondafstand:
De uitvoering van de vergunde werkzaamheden kan pas van start gaan ná het verlijden van de akte van grondafstand of met uitdrukkelijke overeenkomst met de dienst patrimonium.
De aanvrager van de vergunning is op de hoogte van deze grondafstand.
De gemeenteraad keurt in zitting van 20/12/2023 de gratis en kosteloze overdracht goed van een stuk grond ter hoogte van Djepstraat 10 aan stad Geel onder volgende voorwaarden:
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.
De werken dienen ingeplant en uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier.
Gevolg dient gegeven aan het advies van Integraal waterbeleid dd. 29/08/2023 ref. WAAD-2023-2025 (zie bijlage).
Gevolg dient gegeven aan het advies van het Departement Landbouw en Visserij dd. 10/08/2023 ref. 2023_005162_v1
Er wordt een zonevreemde eengezinswoning verbouwd, het bouwvolume bedraagt 730,11m³.
Alle bestaande bijgebouwen worden volledig gesloopt en er wordt één bijgebouw van 39,65m² opgericht op 1 meter van de zijdelingse perceelsgrens en 10 meter achter de nieuwe achtergevel van de woning.
Bij de afbraakwerken dienen de nodige maatregelen te worden getroffen om de verkeersveiligheid te verzekeren.
Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be) .
Indien de werken gepaard gaan met grondverzet dienen de voorschriften opgenomen in het Vlarebo, het Vlaams reglement betreffende bodemsanering en bodembescherming opgevolgd te worden.
Dit houdt ondermeer in dat bij bodem afkomstig van een ontgraving groter dan 250 m³ of afkomstig van een verdachte grond, een technisch verslag moet worden opgemaakt en het transport moet vergezeld zijn van de nodige transportdocumenten omschreven in Vlarebo art. 183.
Bij aanwezigheid van een stookolietank, moet deze correct buitengebruik gesteld worden en verwijderd. De bouwheer laat zich hiervoor bijstaan door een deskundige of erkende stookolietechnicus. De deskundige of de erkende stookolietechnicus stelt naar aanleiding van de buitengebruikstelling van de houder een attest op waaruit ondubbelzinnig blijkt dat de buitengebruikstelling werd uitgevoerd volgens de regels van het vak. Dit attest vermeldt bovendien de naam en het erkenningsnummer van de deskundige of de erkende stookolietechnicus. Dit attest moet overgemaakt worden aan de vergunning verlenende overheid via handhaving@geel.be
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Niet-bebouwde oppervlakte:
Vanuit een streven naar een duurzaam en ruimtelijk verantwoord gebruik van de bestaande kavel waarop de woning gelegen is, is een landelijke tuininrichting passend binnen de draagkracht van de omgeving enkel toegestaan in de onmiddellijke omgeving van de bestaande vergunde of hoofdzakelijk vergunde woning, dit wil zeggen binnen een afstand van 30m van het woninghoofdgebouw. De aanleg van de tuin dient zich te integreren in de omgeving. Bijzondere constructies of ingrepen passend in een landelijke tuin zijn toegelaten binnen een afstand van 30m van het woninghoofdgebouw, voor zover ze opgericht worden in relatie met de landschappelijke omgeving.
– Het gebruik en de inrichting van het resterende gedeelte van de huiskavel, met andere woorden het gedeelte dat zich niet bevindt in de onmiddellijke omgeving van de woning, dient zich te richten naar de geldende bestemming van de huiskavel en omgeving.
– Bestaande streekeigen en inheemse groenelementen, zoals bomen en kleine landschapselementen, dienen maximaal bewaard te blijven.
– Beplanting van de niet-bebouwde oppervlakte kan enkel bestaan uit streekeigen en standplaatsgeschikte beplanting die is aangepast aan het omgevende landschap.
– Het bestaande microreliëf dient behouden te blijven. Op de niet-bebouwde oppervlakte zijn nivelleringen niet toegelaten. Reliëfwijzigingen kunnen enkel worden toegestaan in functie van constructies voor waterzuivering of waterbuffering.
Afsluitingen
– Afsluitingen kunnen opgericht worden voor de perceel afscheiding van de bestaande huiskavel of ter afsluiting van de onmiddellijke omgeving van de woning, die ingericht mag worden als tuin.
– Dichte, ondoorzichtige en zicht afschermende afsluitingen als muren, houten panelen, betonpanelen, vlechtschermen, rieten matten, zeildoeken, panelen/roosters uit andere materialen en dergelijke zijn niet toegelaten. Dit verbod geldt niet voor opgaande natuurlijke begroeiing als hagen, houtkanten en dergelijke in streekeigen en standplaatsgeschikte soorten.
– De vormgeving en het materiaalgebruik bij afsluitingen dient in overeenstemming te zijn met het landschappelijke en natuurlijke karakter van de omgeving.
Er worden geen terreinophogingen uitgevoerd, noch bomen gerooid.
Trage weg
De huidige trage weg bedding ten oosten en van de Djepstraat 10 dient gratis en kosteloos afgestaan te worden aan de Stad Geel.
Ook mag de toestand van de weg niet verslechteren en moet het pad steeds bereikbaar zijn. Dus ook tijdens de werken.
De trage verbindingen ten oosten van de Djepstraat 10 staan al reeds ingetekend op historische kaarten vanaf 1873. Dit maakt dat de wegenis in oorspronkelijke staat behouden moet blijven en niet zomaar gewijzigd mag worden (artikel 8, artikel 14 en artikel 85 van het gemeentewegendecreet).
Tijdens de werken mogen er geen obstakels op de wegenis geplaatst worden zodat de doorgang belemmerd zou worden. Dit staat beschreven in artikel 9 van het gemeentewegendecreet dat stelt dat het bestaande tracé moet blijven tot dat er een alternatief aangeboden wordt. Als dit niet het geval is mag de gemeente volgens artikel 34 de doorgang vrij maken op kosten van de aansprakelijke.
Riolering / hemelwater
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
Er moet een individuele waterzuivering (IBA) worden voorzien voor het behandelen van het afvalwater:
Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Men is verplicht een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt o.a. nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd.
Bronbemaling
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Lasten
Grondafstand:
De uitvoering van de vergunde werkzaamheden kan pas van start gaan ná het verlijden van de akte van grondafstand of met uitdrukkelijke overeenkomst met de dienst patrimonium.
De aanvrager van de vergunning is op de hoogte van deze grondafstand.
De gemeenteraad keurt in zitting van 20/12/2023 de gratis en kosteloze overdracht goed van een stuk grond ter hoogte van Djepstraat 10 aan stad Geel onder volgende voorwaarden: