Terug
Gepubliceerd op 16/01/2024

2024_CBS_00070 - Omgevingsvergunning - het herbouwen van een bijgebouw langs Roshoevendijk 7 (202300510IV) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 15/01/2024 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Luc Van Laer

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_00070 - Omgevingsvergunning - het herbouwen van een bijgebouw langs Roshoevendijk 7 (202300510IV) - Vergunning 2024_CBS_00070 - Omgevingsvergunning - het herbouwen van een bijgebouw langs Roshoevendijk 7 (202300510IV) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 28/01/2024

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023145807

Dossiernummer gemeente: 202300510

 

De gemeente Geel heeft op 9 november 2023 een aanvraag ontvangen voor het herbouwen van een bijgebouw. De aanvraag werd op 29 november 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Stijn Van Mechelen met als contactadres Roshoevendijk 7 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Roshoevendijk 7

Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie A nr. 418V2

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

 

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 2 oktober 2023.
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (05091) voor nieuwbouw land- en tuinbouw - goedgekeurd op 28/07/1971.
  • Stedenbouwkundige vergunning (07451) voor het uitbreiden van een varkensstal - geweigerd op 14/04/1980.
  • Stedenbouwkundige vergunning (07451 B) voor het oprichten van een varkensstal - goedgekeurd op 22/09/1980.
  • Stedenbouwkundige vergunning (07451 C) voor het oprichten van een melkveestal en een woonhuis - goedgekeurd op 29/12/1980.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2017/00469) voor het verbouwen en uitbreiden van een zonevreemde ééngezinswoning - goedgekeurd op 19/02/2018.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het afbreken en het herbouwen van een garage.

 

De bestaande garage bevindt zich vlak achter de woning. Deze wordt gesloopt. De nieuwe garage is iets kleiner (40m²) en wordt wat verder van de woning gebouwd.

De bestaande zandweg naar de achterliggende stallen/schuur wordt verlegd en zal ook dienst doen als toegang tot de nieuwe garage.

De linker-, rechter- en achtergevel wordt in glas uitgevoerd.

De voorgevel is afgewerkt in gevelsteenmetselwerk. De dakbedekking bestaat deels uit oude boomse dakpannen en deels uit oude tegelpannen.

De ruimte wordt ingericht als garage / hobbyruimte.

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 21 december 2023 werd het advies ontvangen van Departement Landbouw en Visserij

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Roshoevendijk).

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

Het perceel gelegen te Geel, Afdeling 2, Sectie A, nr. 418 V2 en W2 stroomt af naar de Dalemansloop, een onbevaarbare waterloop van 2de categorie die beheerd wordt door Provincie Antwerpen.

De locatie is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen.

Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg gunstig geadviseerd.

Het regenwater wordt opgevangen in dakgoten, maar stroomt naar het gebouw uit op eigen terrein. De hemelwaterverordening is bijgevolg niet van toepassing.

Voorwaarden:

Waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren 

Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als toiletspoeling, waswater, beregening, … ). Het overige afstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat - gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.

Riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren

Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de RegenWaterAfvoerleiding en regenwater in de DroogWeerAfvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op DroogWeerAfvoerleiding. De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van Vlarem II.”

Conclusie: 

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten en mits naleving van de opgelegde voorwaarden zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft het slopen en herbouwen van een garage bij een zonevreemde woning.

De garage wordt verplaatst om het zicht naar het achterliggende open landschap te verbeteren.

De aanvraag is functioneel inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact

Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt.

Het gebouw doet momenteel al dienst als garage. Het nieuwe gebouw wordt opnieuw een garage.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het gebouw heeft een beperkt bouwvolume. Er wordt geen nieuwe oprit aangelegd. De huidige oprit verdwijnt en de garage wordt bereikbaar via de toegangsweg naar de achtergelegen schuur.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het bijgebouw wordt opgericht in klassieke materialen.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur), afgeleverd op 21 december 2023 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies met volgende voorwaarden:

 

De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.

Het bijgebouw heeft als functie garage en hobbyruimte.

De bestaande toegangsweg naar de achterliggende stal / schuur dient als inrit naar de garage. Er is geen bijkomende oprit mogelijk.

 

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.

Het bijgebouw heeft als functie garage en hobbyruimte.

De bestaande toegangsweg naar de achterliggende stal / schuur dient als inrit naar de garage. Er is geen bijkomende oprit mogelijk.