Terug
Gepubliceerd op 06/02/2024

2024_CBS_00205 - Omgevingsvergunning - verbouwen van een woning en regulariseren van bijgebouwen te Larumsebrugweg 135 (202300410 swa) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 05/02/2024 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Griet Smaers

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_00205 - Omgevingsvergunning - verbouwen van een woning en regulariseren van bijgebouwen te Larumsebrugweg 135 (202300410 swa) - Vergunning 2024_CBS_00205 - Omgevingsvergunning - verbouwen van een woning en regulariseren van bijgebouwen te Larumsebrugweg 135 (202300410 swa) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

 Uiterste beslissingsdatum: 05/02/2024

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023092883

Dossiernummer gemeente: 202300410

 

De gemeente Geel heeft op 13 september 2023 een aanvraag ontvangen voor verbouwen van een woning en regulariseren van bijgebouwen. De aanvraag werd op 7 december 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Vicky Tops wonende Larumsebrugweg 135 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Larumsebrugweg 135

Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie D nrs. 791E en 791G

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in: 

woongebied met landelijk karakter

de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009 gelegen in “overdruk zonevreemde woningen II”.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan, doch is dit plan niet van toepassing. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan Herentals-Mol.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is gedeeltelijk in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend: 

  • Oud dossier VLAREM (1977/A/02865) voor mazouttank.
  • Stedenbouwkundige vergunning (06313 B) voor nieuwbouw woonhuis - goedgekeurd op 26/01/1976.
  • Stedenbouwkundige vergunning (06313) voor nieuwbouw woonhuis - goedgekeurd op 13/10/1975.
  • Stedenbouwkundig attest 0132 voor nieuwbouw eengezinswoning - negatief gevonden op 22/04/1974.
  • Milieuvergunning 1992/M3/00594 voor mazouttank - goedgekeurd op 08/08/1994.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het perceel is gelegen te Larumsebrugweg 135 aan het einde van een lintbebouwing. Het rechter aanpalende perceel is bebouwd met een ééngezinswoning. Het linker aangrenzende perceel is onbebouwd en doet dienst als weiland. Op het perceel staat een ééngezinswoning, twee aangrenzende bijgebouwen en een klein bijgebouw in de achtertuinzone. Verder is er een houten schutting aanwezig op de laterale perceelsgrenzen, die in de achtertuinzone, op 11,21 meter van de bestaande tuinberging, het perceel oversteekt.

Huidige aanvraag beoogt het verbouwen van de huidige woning. De woning zal na de werken een bouwdiepte hebben van 17 meter. De bouwbreedte zal 7,99 meter bedragen. De voorgevel ligt op 5,52 meter van de roolijn. De afstand tot de rechtse perceelsgrens bedraagt minimaal 2,7 meter. De afstand tot de linkse perceelsgrens bedraagt minimaal 3,05 meter. De woning telt 2 bouwlagen en wordt voorzien van een plat dak. De hoogte bedraagt 6,50 meter. Achteraan de woning wordt een uitbouw voorzien op het gelijkvloers. Deze heeft een plat dak waarvan de hoogte 3,5 meter bedraagt.

Huidige aanvraag beoogt het regulariseren van de bestaande garage. De garage heeft een bouwbreedte van 3,7 meter. De bouwdiepte bedraagt 8,16 meter. De garage is voorzien van een zadeldak waarvan de nokhoogte 2,95 meter bedraagt. De afstand tot de linkse perceelsgrens varieert tussen 47 centimeter en 77 centimeter. De garage staat ingeplant ter hoogte van de achtergevel van de woning na verbouwing, op 1,72 meter van de woning. De garage is opgetrokken uit gevel- en snelbouwsteen.

Huidige aanvraag beoogt het regulariseren van de bestaande tuinberging. De tuinberging grenst tegen de achtergevel van de bestaande garage. De tuinberging heeft een bouwbreedte van 2,92 meter. De bouwdiepte bedraagt 7,08 meter. De tuinberging is voorzien van een zadeldak waarvan de hoogte 3,2 meter bedraagt. De afstand tot de linkse perceelsgrens varieert tussen 77 centimeter en 103 centimeter. De tuinberging is opgetrokken in hout met daarboven een dak bestaande uit roofing. 

Huidige aanvraag beoogt het afbreken van het kleine bijgebouw in de achtertuinzone.

Huidige aanvraag beoogt het aanleggen van een terras in keramische tegels van 37m² achter de achtergevel.

Huidige aanvraag beoogt het aanleggen van een tuinpad langsheen de voor- en rechtzijgevel van de woning. De totale oppervlakte van dit pad bedraagt 22m². Het wordt aangelegd in waterdoorlatende klinkers.

Huidige aanvraag beoogt het regulariseren van een tuinpad in de achtertuinzone. Dit tuinpad heeft een oppervlakte van 9m².

Huidige aanvraag beoogt de heraanleg van de oprit in waterdoorlatende klinkers. De totale oppervlakte bedraagt 71m². De breedte aan de rooilijn bedraagt 2,72 meter. De oprit wordt links langs de woning voorzien vanaf de roolijn tot aan de te regulariseren garage.

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 23 januari 2024 werd het advies ontvangen van de stadsdienst Openbaar Domein, als volgt geformuleerd:

 

Advies riolering

Zonering – aansluiting 

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is ter hoogte van het perceel een ingebuisde gracht aanwezig. Dit betekent dat er in het openbaar domein geen volwaardig rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt. Al het afvalwater, zowel fecaal als grijs water, moet worden voorbehandeld. Volgens het funderingsplan bestaande toestand is er een aansluiting aanwezig op de ingebuisde gracht. Men moet deze gebruiken en zelf het huisaansluitputje DWA plaatsen volgens de richtlijnen beschreven bij de voorwaarden.

Moest men bij de verbouwingswerken vaststellen dat er toch geen aansluiting is, dan moet men contact nemen met de dienst Openbaar domein van stad Geel.

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is. 

Op het plan staan geen diameters opgegeven van de afvoerbuizen. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm).

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. 

Aangezien er nog geen openbaar rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt en men dus zal lozen op  de gracht, zal er een septische put moeten worden geplaatst waar zowel het fecaal als grijs water worden op aangesloten. Volgens het funderingsplan wordt er een septische put voorzien met een volume van minstens 3000L waarop al het afvalwater is aangesloten. 

Als er in de toekomst riolering wordt aangelegd, zal het grijs water van de septische put moeten worden afgekoppeld. Het is aangewezen hiermee rekening te houden bij de aanleg van de private riolering. Men voorziet een wachtbuis zodat men vlot kan afkoppelen van zodra er een volwaardig rioleringsstelsel wordt aangelegd.

Hemelwater

De  Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is niet verplicht om een hemelwaterput te plaatsen omdat er al een bestaande put aanwezig is. Als men echter een oude hemelwaterput kortsluit, dan moet men deze wel vervangen door een nieuwe hemelwaterput. Men is verplicht een infiltratievoorziening te plaatsen. 

Hemelwaterput

Men plaatst een nieuwe hemelwaterput met een volume van 7500 L ter vervanging van de bestaande hemelwaterput (geen dimensionering vermeld in dossier).  Op de put worden alle dakafvoeren van de woning en de te regulariseren garage aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor de spoeling van één toilet (gelijkvloers), een wasmachine en een dienstkraan (achtergevel). Indien mogelijk kan men ook het toilet van de verdieping mee aansluiten.

Infiltratievoorziening

Men voorziet een ondergrondse infiltratievoorziening, meer bepaald een infiltratieput, met een volume van 5000 L en een infiltratieoppervlakte van 7,84 m² wat voldoet aan de verordening (minimum volume= 3650 L, minimum infiltratieoppervlakte = 5,84). 

Op deze infiltratieput sluit men de overloop van de hemelwaterput aan, alsook de afvoer van de tuinberging en het terras in keramische tegels. 

Bij de berekening mag men 60m² in mindering brengen omwille van de plaatsing van een nieuwe hemelwaterput ter vervanging van de oude hemelwaterput. 

Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Men heeft het terras mee ingerekend omdat men de afvoer van het terras mee aansluit op de infiltratieput.

Het  is aangewezen om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief.

Men voorziet geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare ingebuisde gracht. Dit is een gunstig concept.

Advies toegang tot het perceel

In de bestaande toestand zijn er twee verharde toegangen in klinkers op het openbaar domein:

  • één toegang aan de linkerzijde in functie van de oprit op privé
  • één toegang aan de rechterzijde in functie van een tuinpad op privé. 

Volgens het inplantingsplan, nieuwe toestand, blijft de locatie van de auto-oprit behouden en zal het tuinpad verwijderd worden. In functie van ontharding is dit een gunstig principe. De verharde toegang op openbaar domein aan de linkerzijde kan behouden blijven. De toegang aan de rechterzijde moet verwijderd worden. Op deze locatie moet de berm terug ingericht worden als gras-of zandberm. Het verwijderen van de verharding betreft een aanpassing van het openbaar domein dat men zelf niet mag uitvoeren. Men moet dit aanvragen via de website van stad Geel.

Voorwaarden

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op een huisaansluitputje DWA dat men zelf dient te plaatsen volgens volgende richtlijnen: 

  • te plaatsen op privé nabij de rooilijn. 
  • het huisaansluitputje dient van kunststof te zijn met voorgevormde vloei. 
  • kleur en afmeting: roodbruin met diameter 315mm.  

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de bestaande aansluiting.

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).

Putten of andere voorzieningen zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Als men een oude hemelwaterput supprimeert, moet deze vervangen worden door een andere hemelwaterput. 

De nieuwe hemelwaterput moet dan aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000 L bedragen. 
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak van de woning en van de garage hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar de aftappunten zoals voorzien in het dossier: minstens één toilet, een wasmachine en een dienstkraan.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

Men is verplicht om een infiltratievoorziening te plaatsen. Deze infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
  • Het infiltratievolume dient minimum 3650 L te bedragen. 
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 5,84 m² te bedragen. 
  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.

Opmerking

Indien mogelijk is het aangewezen om ook herbruik te voorzien voor het toilet van de verdieping.

 

  1. Project-MER

Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

Het perceel is volgens het gewestplan Herentals-Mol gelegen binnen woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied. De aanvraag is gedeeltelijk in overeenstemming met de voorschriften van het gewestplan. De woning is gelegen binnen de zonering woongebied met landelijk katakter. De bijgebouwen echter zijn gedeeltelijk gelegen binnen het agrarisch gebied.

Aangezien de aanvraag de regularisatie van deze bijgebouwen beoogt dienen deze constructies als nieuwbouw te worden beschouwd en zijn aldus nog niet hoofdzakelijk vergund. Bijgevolg kan er in deze geen gebruik gemaakt worden van de basisrechten voor zonevreemde constructies.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 gecoördineerd op 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31 oktober 2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan. 

De percelen gelegen te Geel, Afdeling 4, Sectie D, nr. 791E en 791G stromen af naar de Katersbergenloop, een (on)bevaarbare waterloop (van categorie II) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen Kleine Nete.

De aanvraag is niet gelegen in signaalgebied

Het project voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening. 

De aanvraag is volgens de watertoetskaart niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied (8/03/2023) pluviaal en fluviaal. 

3. VERENIGBAARHEID MET HET WATERSYSTEEM 

Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid. 

Conclusie: 

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.

 

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen vogelrichtlijngebied.

Het perceel is niet gelegen binnen habitatrichtlijngebied.

Het perceel is niet gelegen binnen VEN-gebied.

Het perceel is niet gelegen binnen bosgebied.

Het perceel is niet gelegen binnen natuurgebied.

De aanvraag doorstaat de natuurtoets.

 

Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

Toegankelijkheid

Het gebouw is niet toegankelijk voor publiek waardoor niet voldaan dient te worden aan voorzieningen om de integrale toegankelijkheid te bereiken.

 

Scheidingsmuren

De aanvraag heeft geen betrekking op de oprichting, uitbreiding, afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

 

Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Huidige aanvraag beoogt het verbouwen van een woning binnen woongebied met landelijk karakter. De verbouwing is functioneel inpasbaar.

Echter wordt ook de regularisatie van de garage en de tuinberging gevraagd. Beide constructies zijn gedeeltelijk gelegen binnen agrarisch gebied en zijn dus als zonevreemd te beschouwen. Aangezien ze niet hoofdzakelijk vergund zijn is een regularisatie niet mogelijk. De bijgebouwen zijn ook niet in overeenstemming met het vrijstellingsbesluit. Ze staan te dicht tegen de perceelsgrens en hebben (samen) een te grote oppervlakte. 

De bijgebouwen dienen ofwel volledig binnen het woongebied met landelijk karakter te worden opgetrokken of te voldoen aan het vrijstellingsbesluit. De constructies kunnen niet worden vergund.

De aanvraag beoogt ook het heraanleggen van de oprit. Ook de oprit ligt gedeeltelijk binnen agrarisch gebied. Het is binnen agrarisch gebied enkel mogelijk de strikt noodzakelijke toegangen te verharden alsook verhardingen aan te leggen die voldoen aan het vrijstellingsbesluit. Aangezien de garage niet hoofdzakelijk vergund is (en niet vergund kan worden) kan er ook niet over een strikt noodzakelijke inrit gesproken worden. Verder worden er op het perceel reeds verhardingen aangelegd waardoor de oppervlakte van de verhardingen in de zij- en achtertuinstrook meer dan 80m² telt. 

Enkel de eerste 10 meter vanaf de rooilijn kan in de huidige situatie als strikt noodzakelijke oprit worden beschouwd en dus worden toegestaan.

 

Mobiliteitsimpact

Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt. 

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid zijn van een aanvaardbaar niveau.

 

Visueel-vormelijke elementen

Er wordt gebruik gemaakt van duurzame, kwaliteitsvolle materialen. Het ontwerp is architectonisch veranwtoord en past binnen de onmiddellijke omgeving.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht. 

De woning voldoet na de werken aan de hedendaagse normen inzake woonkwaliteit en -comfort.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag slechts gedeeltelijk in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

De bijgebouwen en een gedeelte van de oprit zijn functioneel niet inpasbaar binnen de bestemming van het gewestplan Herentals-Mol.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden. 

 

Bespreking adviezen

Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Conclusie

Er wordt een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd voor het verbouwen van de woning.

Er wordt een negatief advies afgeleverd voor het regulariseren van de bijgebouwen en het aanleggen van een deel van de oprit. Enkel de eerste 10 meter vanaf de rooilijn kan in de huidige situatie als strikt noodzakelijke oprit worden beschouwd en dus worden toegestaan.

 

Voorwaarden dienst Openbaar Domein

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op een huisaansluitputje DWA dat men zelf dient te plaatsen volgens volgende richtlijnen: 

  • te plaatsen op privé nabij de rooilijn. 
  • het huisaansluitputje dient van kunststof te zijn met voorgevormde vloei. 
  • kleur en afmeting: roodbruin met diameter 315mm.  

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de bestaande aansluiting.

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).

Putten of andere voorzieningen zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Als men een oude hemelwaterput supprimeert, moet deze vervangen worden door een andere hemelwaterput. 

De nieuwe hemelwaterput moet dan aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000 L bedragen. 
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak van de woning en van de garage hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar de aftappunten zoals voorzien in het dossier: minstens één toilet, een wasmachine en een dienstkraan.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

Men is verplicht om een infiltratievoorziening te plaatsen. Deze infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
  • Het infiltratievolume dient minimum 3650 L te bedragen. 
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 5,84 m² te bedragen. 
  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.

 

Lasten

Niet van toepassing

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot het verbouwen van de woning en het aanleggen van de verhardingen (behalve de oprit binnen de zone vanaf 10 meter van de rooilijn tot aan de bijgebouwen) goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

Voorwaarden dienst Openbaar Domein

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op een huisaansluitputje DWA dat men zelf dient te plaatsen volgens volgende richtlijnen: 

  • te plaatsen op privé nabij de rooilijn. 
  • het huisaansluitputje dient van kunststof te zijn met voorgevormde vloei. 
  • kleur en afmeting: roodbruin met diameter 315mm.  

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de bestaande aansluiting.

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).

Putten of andere voorzieningen zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Als men een oude hemelwaterput supprimeert, moet deze vervangen worden door een andere hemelwaterput. 

De nieuwe hemelwaterput moet dan aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000 L bedragen. 
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak van de woning en van de garage hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar de aftappunten zoals voorzien in het dossier: minstens één toilet, een wasmachine en een dienstkraan.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

Men is verplicht om een infiltratievoorziening te plaatsen. Deze infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
  • Het infiltratievolume dient minimum 3650 L te bedragen. 
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 5,84 m² te bedragen. 
  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.


Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot het regulariseren van de bijgebouwen en het aanleggen van de oprit (behalve de eerste 10 meter vanaf de rooilijn) te weigeren omwille van volgende redenen:

  • De constructies zijn gedeeltelijk gelegen binnen het agrarisch gebied.
  • De volledige oprit kan niet als strikt noodzakelijk toegang worden beschouwd.