UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 6/2/2024
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023149897
Dossiernummer gemeente: 202300516
De gemeente Geel heeft op 11 november 2023 een aanvraag ontvangen voor het oprichten van een eengezinswoning met carport. De aanvraag werd op 8 december 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Charles Vandecruys wonende Gasthuisstraat 41G te 2440 Geel en mevrouw Eline Dams wonende Gasthuisstraat 41G te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Gerststraat
Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nr. 137T
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.
De aanvraag betreft het oprichten van een eengezinswoning, na het slopen van een bijgebouw en het rooien van 10-tal bomen.
De aanvrager wenst een vrijstaande eengezinswoning op te richten in houtskeletbouw.
De woning met carport heeft een totale breedte van 19,10m en wordt ingeplant op 13,9 meter uit de wegas, op 3 meter van de linkerperceelsgrens en op 3,9 meter van de rechter perceelsgrens.
De totale bouwdiepte bedraagt 10,50m. De woning wordt afgewerkt met een hellend dak met een helling van 45°.
Het hoofdvolume van de woning heeft twee verschillende kroonlijsthoogten, nl. 5,50m en 5,80m tov. het maaiveld. De nokhoogte van dit hoofdvolume bedraagt 10,57m.
Het lagere volume van de garage heeft een kroonlijsthoogte van 3,20m en wordt eveneens afgewerkt met een hellend dak van 45°. De nokhoogte van dit lagere volume bedraagt 7,52m.
Aan de linkerzijde van de woning, naast de garage, wordt nog een overdekte carport voorzien, dewelke wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 3,10m.
In de woning en onder de carport is er ruimte voorzien voor het parkeren van twee wagens en vier fietsen.
Achteraan de woning wordt er een terras voorzien, aangelegd in terrastegels dewelke rechtstreeks kunnen afwateren naar de achterliggende tuin. Dit terras heeft een oppervlakte van 29,05m2.
De oprit naar de garage en de carport heeft een breedte van 4,40m aan de straatzijde. De oprit verbreedt naar de carport toe.
Deze oprit en het toegangspad naar de woning worden, volgens de beschrijvende nota, volledig aangelegd in waterdoorlatende klinkers, dewelke afwateren naar de naastliggende groenzone.
Achteraan het terrein staan nog een 10-tal bomen met een diameter van 25 tot 40cm, dewelke allemaal gerooid worden.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 22 december 2023 werd het advies ontvangen van Fluvius
Advies: geen advies
Op 10 januari 2024 werd het advies ontvangen van Dienst Integraal Waterbeleid
Advies: volledig gunstig
Op 23 januari 2024 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel
In de vergunningsaanvraag wordt gevraagd om een 10-tal bomen te vellen.
In de motivatienota wordt niet gespecifieerd wat de reden is om deze bomen te vellen.
Op basis van het fotomateriaal wordt geoordeeld dat 9 van de 10 bomen zich niet in optimale staat bevinden. Het betreft bomen die van nature uit niet thuishoren in de Kempen. Het opvolgen en vakkundig onderhouden van deze bomen zal niet leiden tot een herstel. Daaruit kan geconcludeerd worden dat deze bomen op korte tot middellange termijn een probleem kunnen opleveren op het vlak van veiligheid. Om die reden wordt het kappen/rooien van de bomen gunstig geadviseerd.
Uit de motivatienota en het aangeleverde fotomateriaal kan niet worden achterhaald waarom de boom achteraan rechts op het perceel zou moeten geveld worden. Deze boom dient dan ook beschermd te worden vóór, tijdens en na afloop van de geplande werken. Dit advies kan herbekeken worden op voorwaarde dat de aanvrager kan aantonen dat de boom een slechte en onomkeerbare gezondheidstoestand verkeert. Dit kan worden gestaafd aan de hand van duidelijk fotomateriaal en/of een verslag opgemaakt door een boomdeskundige.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 10 januari 2024 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel
Advies riolering
Zonering – aansluiting
Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. Er is nog geen rioolaansluiting aanwezig op het perceel. Na het verlenen van de vergunning zal stad Geel een aansluiting voorzien met de plaatsing van de huisaansluitputjes RWA en DWA. Deze putjes worden op privé geplaatst nabij de rooilijn. De private afvoerbuizen moeten hierop worden aangesloten, afvalwater verplicht, hemelwater niet verplicht. Bij aanleg van de private afvoerbuizen moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.
Riolering algemeen
Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.
De afvoerbuizen voor het afvalwater en hemelwater hebben een diameter van 110 mm. Deze diameter voldoet (max. 160mm).
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput op de afvoer van het grijs water alvorens het fecaal water en grijs water samen te brengen. Dit voorkomt geurhinder van het fecaal water in het grijs water.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.
Hemelwaterput
Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 10.000L wat voldoet aan de GSV 2023. Op de put worden alle dakafvoeren aangesloten. Er wordt een pomp voorzien en men zal het hemelwater herbruiken voor spoeling van 3 toiletten, voor 1 wasmachine en voor 2 buitenkraantjes. De overloop van de put wordt aangesloten op een infiltratievoorziening.
Infiltratievoorziening
Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening, type wadi, met een volume van 5000 L en een oppervlakte van 14,2m wat voldoet aan de verordening.
Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Deze verhardingen heeft men volgens het ingevulde hemelwaterformulier ook niet meegerekend. Men mag wel 30m² in mindering brengen bij de berekening o.w.v. het plaatsen van een hemelwaterput. Dit heeft men wel gedaan.
Men voorziet geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbare gemengde stelsel. Dit is gunstig concept.
Omwille van de ligging in overstromingsgevoelig gebied heeft men voorafgaandelijk advies gevraagd aan de dienst Integraal Waterbeleid. Men heeft rekening gehouden met het pre-advies.
Advies toegang tot het perceel
Men wenst een toegangsbreedte van 4m40 ter hoogte van de rooilijn wat kan worden toegestaan.
In de bestaande toestand is er op openbaar domein een zacht berm. In functie van de toegankelijkheid van de oprit op privé zal het openbaar domein moeten worden aangepast; de berm moet verhard worden en de boordsteen verlaagd. De breedte van de oprit op openbaar domein zal aansluiten bij de oprit op privé. De aanpassingen van het openbaar domein (bermverharding en boordsteenverlaging) mag men niet zelf uitvoeren maar moet men aanvragen. Dit kan online via de website van stad Geel. De kosten van de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Niet van toepassing
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens het advies van Departement Leefmilieu, Dienst Integraal Waterbeleid is de aanvraag verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (art.
1.2.2.), aangezien het effect verwaarloosbaar is wanneer men zich houdt aan de algemene en wettelijke voorwaarden.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Het betreft een ééngezinswoning die opgericht wordt in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De woning heeft een beperkt bouwvolume.
Visueel-vormelijke elementen
De woning wordt opgericht in hedendaagse materialen, nl. gevelsteenmetselwerk en dakpannen als dakbedekking.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Niet van toepassing.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
De boom achteraan rechts, zoals in rood aangeduid op het bestaand inplantingsplan, mag niet geveld worden.
De overige 9 bomen kunnen geveld worden overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.
Putten of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Een toegangsbreedte van 4m40 op de rooilijn wordt toegestaan. Voor aanpassingen van het openbaar domein in functie van de toegankelijkheid van het perceel (bermverharding en boordsteenverlaging) moet men een aanvraag doen. Men mag zelf geen aanpassingen uitvoeren op openbaar domein.
De bemerkingen opgenomen in het advies van Departement Leefmilieu, Dienst Integraal Waterbeleid van 10/01/2024 dienen te worden nageleefd.
Het overstromingsveilig bouwpeil bedraagt 23,30 mTAW.
De woning dient te voldoen aan de EPB-eisen.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Voorwaarden rooien van een boom:
De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–15 juli);
Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie standplaatsgeschikte bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken. Uit de bodemkaart blijkt dat het een matig droge zandbodem betreft. Dit aspect dient te worden meegenomen om te komen tot standplaatsgeschikte bomen. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootteklasse van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd naar een evenwicht tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant.
De voorkeur gaat uit naar eenzelfde ordegrootte van bomen om te compenseren. Wenst u kleinere bomen aan te planten, dan gelden onderstaande aantallen. De aangeplante bomen hebben een stamomtrek van minstens 12 tot 14cm bij aanplant.
Compensatietabel | Aan te planten | ||||
1° grootte A | 1° grootte B | 2° grootte | 3° grootte | ||
Vellen | 1° grootte A (> 20m) | x1 | X2 | x3 | x10 |
1° grootte B (12-20m) | x1 | x1 | x2 | x5 | |
2° grootte (6-12m) | x1 | x1 | x1 | x2 | |
3° grootte (<6m) | x1 | x1 | x1 | x1 |
Tabel 1 Compensatietabel bomenkap
Voor het verplichte inheemse karakter van de compenserende aanplant wordt een uitzondering gemaakt voor de zone binnen een straal van 25m rond de vergunde woning en/of bedrijfsgebouw op voorwaarde dat de woning niet gelegen is in volgende stedenbouwkundige bestemmingen: groengebied, parkgebied, buffergebied en bosgebied of de boom geen deel uitmaakt van een voorwaarde uit een eerder afgeleverde vergunning. Bovendien moet de vergunde woning bewoond zijn en/of het bedrijfsgebouw moet in gebruik zijn.
De compenserende aanplant dient gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft.
De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.
Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd.
Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan, komt niet te vervallen;
De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De boom achteraan rechts, zoals in rood aangeduid op het bestaand inplantingsplan, mag niet geveld worden.
De overige 9 bomen kunnen geveld worden overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.
Putten of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Een toegangsbreedte van 4m40 op de rooilijn wordt toegestaan. Voor aanpassingen van het openbaar domein in functie van de toegankelijkheid van het perceel (bermverharding en boordsteenverlaging) moet men een aanvraag doen. Men mag zelf geen aanpassingen uitvoeren op openbaar domein.
De bemerkingen opgenomen in het advies van Departement Leefmilieu, Dienst Integraal Waterbeleid van 10/01/2024 dienen te worden nageleefd.
Het overstromingsveilig bouwpeil bedraagt 23,30 mTAW.
De woning dient te voldoen aan de EPB-eisen.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Voorwaarden rooien van een boom:
De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–15 juli);
Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie standplaatsgeschikte bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken. Uit de bodemkaart blijkt dat het een matig droge zandbodem betreft. Dit aspect dient te worden meegenomen om te komen tot standplaatsgeschikte bomen. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootteklasse van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd naar een evenwicht tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant.
De voorkeur gaat uit naar eenzelfde ordegrootte van bomen om te compenseren. Wenst u kleinere bomen aan te planten, dan gelden onderstaande aantallen. De aangeplante bomen hebben een stamomtrek van minstens 12 tot 14cm bij aanplant.
Compensatietabel | Aan te planten | ||||
1° grootte A | 1° grootte B | 2° grootte | 3° grootte | ||
Vellen | 1° grootte A (> 20m) | x1 | X2 | x3 | x10 |
1° grootte B (12-20m) | x1 | x1 | x2 | x5 | |
2° grootte (6-12m) | x1 | x1 | x1 | x2 | |
3° grootte (<6m) | x1 | x1 | x1 | x1 |
Tabel 1 Compensatietabel bomenkap
Voor het verplichte inheemse karakter van de compenserende aanplant wordt een uitzondering gemaakt voor de zone binnen een straal van 25m rond de vergunde woning en/of bedrijfsgebouw op voorwaarde dat de woning niet gelegen is in volgende stedenbouwkundige bestemmingen: groengebied, parkgebied, buffergebied en bosgebied of de boom geen deel uitmaakt van een voorwaarde uit een eerder afgeleverde vergunning. Bovendien moet de vergunde woning bewoond zijn en/of het bedrijfsgebouw moet in gebruik zijn.
De compenserende aanplant dient gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft.
De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.
Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd.
Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan, komt niet te vervallen;
De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;
Lasten
Niet van toepassing