Terug
Gepubliceerd op 06/02/2024

2024_CBS_00233 - Omgevingsvergunning in laatste aanleg - belgoprocess renovatie neteleiding langs Boeretang (202300295NC) - Advies

College van Burgemeester en Schepenen
ma 05/02/2024 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Griet Smaers

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_00233 - Omgevingsvergunning in laatste aanleg - belgoprocess renovatie neteleiding langs Boeretang (202300295NC) - Advies 2024_CBS_00233 - Omgevingsvergunning in laatste aanleg - belgoprocess renovatie neteleiding langs Boeretang (202300295NC) - Advies

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 08/02/2024

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023044453

Dossiernummer gemeente: 202300295

Inrichtingsnummer: 20230331-0053

 

De gemeente Geel heeft op 20 december2023 een tweede adviesvraag ontvangen voor belgoprocess renovatie neteleiding. De aanvraag werd op 28 juni 2023 volledig en ontvankelijk verklaard en zit nu in laatste aanleg bij de Vlaamse regering.

 

Gegevens van de aanvrager

BELGOPROCESS NV gevestigd Gravenstraat 73 te 2480 Dessel en Organisme national des déchets radioactifs et des matières fissiles enrichies AV gevestigd Kunstlaan 14 te 1210 Sint-Joost-ten-Node

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Boeretang Onbekend

Kadastrale ligging:  sectie C nrs. 1461D12, 1461G12, 1462P10, 1462X8, 1462E2, 1462N10, 1462N19, 1473G, 1473F, 1499_, 1500_, 1501_, 1502_, 1503A, 1517P, 1718C,  sectie D nrs. 596_, 597_, 599_, 600_, 604_, 605B, 605A, 606E, 621_, 622B, 636_, 637_, 638E, 718B, 726H, 726G, 726F, 726S, 726M, 751W8, 758K2, 782F, 782B, 782C, 791A, 791B, 866L, 866M, 869C, 869B, 869A, 870E, 870B, 870A, 871K, 955E, 955H, 958_, 959_, 960_, 961_, 964/2 A, 1032A, 1034D, 1034B, 1034C, 1035A, 1036_, 1037_, 1044_, 1129A, 1129B, 1132A, 1132B,  sectie E nrs. 1256E, 1256P, 1256D, 1257A, 1270_, 1271_, 1276_, 1286B, 1910_, 1949_, 1950_, 1956A, 1959Y, 1959F en afdeling 1 sectie I nrs. 588_

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

 

 

Verordeningen

 

 

  1. Historiek

Hiervoor verwijzen we naar het advies van het CBS d.d. 21/08/2023.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft volgende werken:

- Het slopen van de bestaande leiding en verhardingen

- Ontbossing

- Het rooien van bomen

- Het aanleggen van de nieuwe leiding

- Het aanleggen van verhardingen

 

Het project situeert zich bijna volledig op het grondgebied van de gemeente Mol. Enkel een beperkt gedeelte van de Neteleiding, meer bepaald ter hoogte van Broekstraat, bevindt zich op het grondgebied van de gemeente Geel.

milieu

Het voorliggend project, dat zowel stedenbouwkundige handelingen, de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit en een vegetatiewijziging inhoudt, behelst het vervangen van de Neteleiding, een leiding voor de afvoer van gezuiverd bedrijfswater vanaf de site van Belgoproces tot aan het lozingspunt ter hoogte van de Molse Nete. De Neteleiding werd in 1956 aangelegd en bestaat uit een dikwandige asbestcementleiding (buizen van 4 of 6 m die met moffen met elkaar verbonden zijn). De Neteleiding heeft in het totaal een lengte van 9.994 m. Enkele delen van het tracé werden in het verleden reeds vernieuwd. Het vervangen van de overige delen vormen het voorwerp van het project. De nieuwe leiding betreft een HDPE DN250 – PE-100-RC SDR11 buis.

Het project bevindt zich bijna volledig op het grondgebied van de gemeente Mol. Een beperkt gedeelte van de Neteleiding, meer bepaald ter hoogte van de Broekstraat te Mol, bevindt zich op het grondgebied van de gemeente Geel.

De volgende rubrieken en hoeveelheden worden aangevraagd:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

3.4.2°

Lozen van bemalingswater op de Molse Nete met een maximaal debiet van 34 m³/u, 823 m³/dag en 33.156 m³/jaar. (Nieuw)

34 m³/uur

2

3.6.3.2°

Lozen van bemalingswater via een zuiveringsinstallatie met een maximaal debiet van 50 m³/u, 1.204 m³/dag en 43.500 m³/jaar. Lozing op grondwater in fasen 1, 2, 3, 4 en 5. Lozing op de Molse Nete in fasen 4 en 5. (Nieuw)

50 m³/uur

2

15.1.1°

Stallen van 10 bedrijfsvoertuigen in het kader van werfactiviteiten (Nieuw)

10 voertuigen

3

53.2.2°b)1°

Bemaling van maximaal 43.500 m³/jaar met inbegrip van het terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en met inbegrip van het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. (Nieuw)

43500 m³/jaar

3

  • De basis van voorliggend advies vormt het eerdere advies dat het college van burgemeester en schepenen (hierna: CBS)  dd. 21/8/2023 verleende op in het kader van de vergunningsaanvraag in eerste aanleg.
  • In voorliggend advies wordt bekeken of en in welke mate elementen uit het eerder verstrekte advies dd. 21/8/2023 (zoals vraag tot bijkomende informatie, voorstel tot bijzondere voorwaarden e.d.) dienen hernomen te worden.

 

 

  1. Openbaar onderzoek

Er werd in laatste aanleg geen openbaar onderzoek georganiseerd.

 

  1. Adviezen


Er werd advies gevraagd aan Milieu - Juridische Dienst IOK enhet advies werd ontvangen op 19/01/2024. 


Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

 

Omwille van volgende categorieën van projecten uit bijlage III van het MER-besluit is een MER-screening vereist:

1d) landbouw, bosbouw en aquacultuur

10j) onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater

Het is aan de bevoegde overheid om, op basis van de MER-screening, te oordelen of er al dan niet een project-MER dient opgemaakt te worden.

Eerder werd reeds vergunning verleend m.b.t. de karakteristieken van het te lozen bedrijfsafvalwater. Dit dient bijgevolg niet meer het onderwerp uit te maken van de MER-screening betreffende voorliggend project. De vraag kan dan ook gesteld worden of de verspreiding van radioactief afvalwater op de omliggende omgeving ten gevolge van overstroming, binnen de scope van voorliggend project valt. Het lijkt aan de behandelende overheid laatste aanleg om na te gaan of dit binnen de scope van huidig project valt.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gewestweg (Molseweg).

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.



Natuurtoets

Overwegende dat, m.b.t. de bijgevoegde passende beoordeling_verscherpte natuurtoets, ANB optreedt als adviesverlenende instantie, wordt geadviseerd om het advies van ANB m.b.t. de opbouw/uitwerking van en de conclusies betreffende de passende beoordeling_verscherpte natuurtoets bij te treden, gelet op hun expertise ter zake.

 

Milieuaspecten

Bemerkingen

De eerdere bemerkingen, geformuleerd in het advies van IOK en het college van burgemeester en schepenen dd. 21/8/2023, werden op voldoende wijze weerlegd door de POVC bij beoordeling van de aanvraag in eerste aanleg en lijken bijgevolg niet te moeten hernomen worden bij adviesverlening in laatste aanleg:

Indirecte lozing in grondwater

In het advies van het CBS dd. 21/8/2023 werd opgemerkt dat rubriek 52.2.2 (klasse 2, advies VMM) niet aangevraagd werd.

  • In een bijkomende nota (verstuurd via bericht dd. 22/9/2023 in omgevingsloket) achtte de aanvrager een dubbele rubricering (met name: rubriek 3.6.3.1.b (voor lozing van het gezuiverde bemalingswater tot op milieukwaliteitsnorm) en rubriek 53.2.2) als weinig waardevol. Rubriek 52 kent geen sectorale voorwaarden waardoor het opnemen van deze rubriek geen bijkomende voordelen zou hebben voor het milieu. De aanvrager verklaart dat het volledige bemalingsconcept bovendien voorafgaand aan de indiening besproken werd met VMM-grondwater en zij niet opgemerkt hebben dat rubriek 52.2.2 zou moeten vervat zitten in de rubriekentabel.
  • Bovenstaande lijkt aanneembaar en aanvaardbaar waardoor deze algemene bemerking niet dient hernomen te worden in het advies-laatste aanleg.

Effecten op landbouw

In het advies van het CBS dd. 21/8/2023 werd opgemerkt dat in Fase V voornamelijk zal worden ingezet op lozing en hergebruik van het opgepompte bemalingswater, waardoor de effecten op de landbouwgronden mogelijk voelbaar zijn en dit effect mee dient besproken te worden in de bemalingsnota.

  • In een bijkomende nota (verstuurd via bericht dd. 22/9/2023 in het omgevingsloket) stelt de aanvrager dat de verlaging beperkt blijft tot 5 à 25 cm ter hoogte van de landbouwgronden. Door de bemaling vooruitschrijdend in te schakelen, blijft de duur van de impact ook beperkt. De zone die het meest kwetsbaar is voor verdroging valt samen met de speciale beschermingszone, waarvoor de effecten beoordeeld werden in een passende beoordelingen verscherpte natuurtoets. Deze beoordeling is reeds strikter dan voor landbouwgewassen gezien de aanwezigheid van verdrogingsgevoelige vegetatie. Op basis van de effectenbeoordeling in deze natuurstudies is duidelijk dat de verlaging ten gevolge van de bemaling binnen de bestaande, verwachte grondwaterschommeling situeert.
  • Ter hoogte van de Eksterstraat wordt voorzien om bij voortschrijdende bemaling water te infiltreren op de bestaande baangrachten om eventuele verdrogingseffecten tegen te gaan. Voor de landbouwgronden ten noorden en ten westen van de Reigerstraat blijft de verlaging beperkt tot 5 à 12 cm. Het water in peilbuis P20 stond in het voorjaar op 3,11 m-mv. Een verschil van 10 cm wordt in dit geval niet als relevant beschouwd voor de gewassen, zeker omdat de stationaire invloedstraal zich niet meteen zal instellen en de betrokken periode van verlaging korter zal zijn dan de uitvoeringsperiode.
  • Op het hoekpunt van de Gerststraat en de Korenstraat is de verlaging lokaal het grootst. Het betreft hier een gebied dat reeds hogere waterstanden en kwelwater kent. Om de impact te beperken, werd de legdiepte verhoogd. Ook de uitvoeringsduur bedraagt een tweetal weken gezien men zich dan op het einde van het traject bevindt. Verdere verdrogingseffecten kunnen gemitigeerd worden door infiltratie op de baangracht in de Gerststraat.
  • Bovenstaande lijkt aanneembaar en aanvaardbaar waardoor deze algemene bemerking niet dient hernomen te worden in het advies-laatste aanleg.

 

Bemaling

Op 19/10/2023 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen vergunning voor:

-          het lozen van bemalingswater op de Molse Nete met een maximaal debiet van 34 m³/uur; 823 m³/dag en 33.156 m³/jaar (rubriek 3.4.2);

-          het lozen van bemalingswater via een zuiveringsinstallatie met een maximaal debiet van 50 m³/uur; 1.204 m³/dag en 43.500 m³/jaar. Lozing op grondwater in fasen 1, 2, 3, 4 en 5. Lozing op de Molse Nete in fasen 4 en 5 (rubriek 3.6.3.2);

-          bemaling van max. 50 m³/uur: 1.204 m³/dag en 43.500 m³/jaar met inbegrip van het terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en met inbegrip van het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar.

In de vergunning werd een afwijking toegekend voor:

-          de plaatsing van een meetgoot;

-          (indien nodig) de behandeling van het bemalingswater voor infiltratie om zo te voldoen aan de geldende milieukwaliteitsnorm voor grondwater;

-          het infiltreren van het bemalingswater met een concentratie van max. 100 ng/l voor de som van 20 PFAS (zoals vastgesteld in de Europese drinkwaterrichtlijn).Volgende bijzondere voorwaarden werden opgelegd m.b.t. de bemaling:

Volgende bijzondere voorwaarden werden opgelegd m.b.t. de bemaling:

-          in afwijking/aanvulling van de algemene en sectorale lozingsvoorwaarden zijn volgende bijzondere lozingsnormen van toepassing: pH> 5.5 en < 8.5;

-          de grachten dienen, waar mogelijk, lokaal afgedamd te worden zodat de volledige infiltratiecapaciteit gebruikt wordt en het water niet verder doorstroomt naar het hydrografisch netwerk; hierbij dienen, per fase, de aanbevelingen uit de bemalingsnota (punt 8.3) te worden opgevolgd;

-          de toestand van de duikers dient voor uitvoering gecontroleerd te worden en eventueel aanwezig bladafval dient hierbij deels geruimd te worden; hierbij dienen, per fase, de aanbevelingen uit de bemalingsnota (punt 8.3) te worden opgevolgd;

-          de aannemer dient bij de start van de waterzuivering aan de milieudienst door te geven op welk perceel de waterzuivering juist wordt geplaatst;

-          er moet gedurende de volledige bemalingsperiode een debietmeter voorzien worden. Bij de start van de bemaling wordt de startdatum en de meterstand van de debietmeter doorgegeven aan de milieudienst (milieudienst@gemeentemol.be). Deze gegevens moeten ten laatste 24u na het begin van de bemalingsperiode overgemaakt zijn.


Op 30/11/2023 werd een beroepschrift ingediend tegen deze beslissing. Op 18/12/2023 werd het beroepschrift volledig en ontvankelijk verklaard waardoor de vergunningsaanvraag in laatste aanleg dient beoordeeld te worden door het Departement Omgeving. In deze procedure wordt advies ingewonnen van de betrokken adviesverlenende instanties en gemeentebesturen van Mol en Geel.

  • Het lijkt aangewezen, m.b.t. de gevraagde bemaling en lozing (debieten, lozingswijze, zuiveringsstrategie, afwijkingsaanvraag m.b.t. PFAS en meetgoot), het advies van VMM bij te treden, gelet op hun expertise ter zake.
  • Volgende bijzondere voorwaarden, die voorgesteld werden in het advies van het CBS dd. 21/8/2023 werden weerhouden in het vergunningsbesluit dd. 19/10/2023:
    • de grachten dienen, waar mogelijk, lokaal afgedamd te worden zodat de volledige infiltratiecapaciteit gebruikt wordt en het water niet verder doorstroomt naar het hydrografisch netwerk; hierbij dienen, per fase, de aanbevelingen uit de bemalingsnota (punt 8.3) te worden opgevolgd;
    • de toestand van de duikers dient voor uitvoering gecontroleerd te worden en eventueel aanwezig bladafval dient hierbij deels geruimd te worden; hierbij dienen, per fase, de aanbevelingen uit de bemalingsnota (punt 8.3) te worden opgevolgd.

Volgende bijzondere voorwaarde, die voorgesteld werd in het advies van het CBS dd. 21/8/2023, werd niet weerhouden als bijzondere voorwaarde maar wel als aandachtspunt in het vergunningsbesluit dd. 19/10/2023:

  • zowel in beboste omgeving als ter hoogte van de woonkernen, dienen geluidsbeperkende maatregelen genomen te worden door keuze voor een stille pomp of omkasting


De voorgestelde bijzondere voorwaarde m.b.t. het informeren van de potentiële verbruikers over de gebruiksmogelijkheden van het bemalingswater, werd niet weerhouden in het vergunningsbesluit dd. 19/10/2023. De POVC is van oordeel dat de aanvrager sowieso verantwoordelijk is voor de naleving van de bepalingen in andere wetgeving en reglementen en dat dit niet als bijzondere voorwaarde dient opgelegd te worden.


De overig voorgestelde bijzondere voorwaarden in het advies van het CBS dd. 21/8/2023, werden niet weerhouden in het vergunningsbesluit dd. 19/10/2023. De POVC is van oordeel dat deze voorwaarden niet moeten worden opgelegd omdat het aanvraagdossier en de aannames die hierin gemaakt worden, ook deze uit de bemalingsnota, deel uitmaken van de vergunning en dus niet als bijzondere milieuvoorwaarden dienen opgelegd te worden. In het vergunningsbesluit wordt dit opgenomen in artikel 2: ‘De projectinhoudversie zoals vermeld in de referentie van het OMV-loket onder titel “1. Gegevens van de inrichting/project” maakt integraal deel uit van dit besluit’.

  • Het lijkt aangewezen dat de bovenstaande weerhouden bijzondere voorwaarden en aanbevelingen, alsook de omschrijving van artikel 2 van het vergunningsbesluit worden hernomen in het advies m.b.t. de vergunningsaanvraag in beroep. De bijzondere voorwaarde m.b.t. de gebruiksmogelijkheden van het bemalingswater dient niet hernomen te worden, gelet op de bemerking van de POVC, die aanneembaar en aanvaardbaar is.

 

  • In het advies van het CBS dd. 21/8/2023 werd gevraagd waarom er geen differentiële zettingen berekend werden in de bemalingsnota. In de bijkomende nota die door de aanvrager verstuurd werd via bericht dd. 22/9/2023 in het omgevingsloket, werd voor S106, dit is de sondering met het grootste zettingseffect, de hellingshoek berekend (1/25.000). Voor de diepste verlaging tot 2 m-mv (maximale verlaging langs Fase V) en uitgaande van dezelfde sondering, wordt een differentiële zetting van 1/2.941 berekend waardoor ook het zettingsrisico m.b.t. differentiële zettingen aanvaardbaar lijkt.

Gelet op deze bijkomende informatie lijkt het, in het kader van de adviesvraag inzake de vergunningsprocedure in beroep, niet nodig om deze vraag inzake differentiële zettingen verder te verduidelijken.


Overwegingen

IOK gaf de volgende overwegingen en aandachtspunten mee in het advies d.d.19/01/2024

Alternatief traject Molse Nete

Het lijkt aan de behandelende overheid laatste aanleg om na te gaan of er binnen de scope van voorliggend project, enerzijds mogelijke alternatieve lozingspunten dienen onderzocht te worden en anderzijds of de voorgestelde alternatieven, zoals aangehaald tijdens de zitting van de POVCdd. 26/9/2023, recent en op voldoende wijze werden afgetoetst en onderzocht.

Alternatief traject ontbossing

Er werd, conform de informatie die de aanvrager verstrekte tijdens de zitting van de POVC dd. 26/9/2023, onderzocht of het tracé kon worden aangepast om zoveel mogelijk bomen te behouden.
 Het kan aangewezen zijn dat de mogelijke aanpassingen waarvan sprake nader toegelicht worden door de aanvrager en hieruit blijkt dat het weerhouden tracé het meest aangewezen tracé is, rekening houdend met zo minimaal mogelijke ontbossing.

Inbreuk op eigendomsrecht

De buurtbewoners over wiens perceel de Neteleiding loopt, waaronder verschillende beroepsindieners, zijn niet akkoord met de aanwezigheid van de leiding. In het beroepschrift wordt dan ook gesteld dat de nieuwe Neteleiding niet gelegd kan worden zonder uitdrukkelijk akkoord van elk van deze aangelanden.

De aanvrager geeft in een bijkomende nota dd. 24/8/2023 aan dat hij, in het kader van de gaswet, beschikt over een vervoersvergunning die bij ministerieel besluit werd toegekend. De aanvrager verwijst naar hoofdstuk 3 van de gaswet (KB 19/3/2017) waarin men het heeft over een ‘voorbehouden zone’ waarbij de eigenaars, gebruikers of houders van zakelijke of persoonlijke rechten op percelen waar zich een voorbehouden zone bevindt, verplicht zijn om toegang tot deze percelen te verlenen aan het personeel van de houder van de vervoersvergunning om toezicht en onderhoud van de vervoersinstallatie uit te voeren.

Vermits de gaswet ook van toepassing is op bepaalde vervoersinstallaties van andere producten dan gas, waaronder ook gezuiverd afvalwater van nucleaire installaties, lijkt de bovenstaande redenering valabel. Hierbij dient echter volgende kanttekening geplaatst te worden: wanneer het niet mogelijk is om het openbaar domein te gebruiken, dienen de leidingen op privégrond te worden aangelegd. Een verklaring van openbaar nut maakt het mogelijk de transportleidingenover onbebouwde privégrond te laten lopen omwille van openbaar nut. De zones waarover de leidingen door privépercelen lopen, worden dan ook als erfdienstbaarheden behandeld (zie:https://economie.fgov.be/nl/themas/energie/energiebronnen/aardgas/vervoerdoorleidingen/vergunning-voor-het-vervoer). De vraag die hierbij kan gesteld te worden, is of hieraan voldaan is of, zo niet, hiervan op een wettelijke wijze kan afgeweken worden.

Mogelijke vergunningsplichtige ontmanteling van Neteleiding

Het kan aangewezen zijn dat de behandelende overheid in laatste aanleg dit ter advies voorlegt aan het FANC.

Gaswet is niet van toepassing om ontbossing en verwijdering KLE’s toe te staan

In het beroepschrift wordt gesteld dat de Gaswet niet van toepassing is. Hierbij dient volgende kanttekening geplaatst te worden: de gaswet is, via het KB van 19/3/2017 (zie:https://etaamb.openjustice.be/nl/koninklijk-besluit-van-19-maart-2017_n2017040116.html), ook van toepassing is op bepaalde vervoersinstallaties van andere producten dan gas, waaronder ook gezuiverd afvalwater van nucleaire installaties. De mogelijkheid lijkt dus te bestaan om de Gaswet in te roepen inzake de ontbossing en verwijdering van KLE’s in de voorbehouden zone.


Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van milieu advies, afgeleverd op 3 augustus 2023 is geen advies.
  • Het advies van VMM - afvalwater - lucht, afgeleverd op 7 augustus 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur), afgeleverd op 9 augustus 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van VMM - afvalwater - lucht, afgeleverd op 11 augustus 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Mol, afgeleverd op 14 augustus 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos, afgeleverd op 17 augustus 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Dienst Integraal Waterbeleid, afgeleverd op 18 september 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Agentschap Wegen en Verkeer, afgeleverd op 7 juli 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Elia Contact Center Noord, afgeleverd op 26 januari 2024 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant, afgeleverd op 11 januari 2024 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van VMM - afvalwater - lucht, afgeleverd op 18 januari 2024 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Mol, afgeleverd op 18 januari 2024 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Milieu - Juridische Dienst IOK, afgeleverd op 18 januari 2024 is voorwaardelijk gunstig.

Conclusie

Het is aangewezen om het advies van ANB (discipline biodiversiteit) en het advies van VMM (bemaling – lozing bemalingswater – afwijkingsaanvraag meetgoot – afwijkingsaanvraag lozingsnorm PFAS) bij te treden, gelet op hun expertise ter zake.

Met betrekking tot de overige onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies.

Het lijkt echter wel aangewezen om volgende aandachtspunten/bemerkingen/voorstellen voor bijzondere voorwaarden voor te leggen aan de POVC:

-       volgende bijzondere voorwaarden worden opgelegd:

        de grachten dienen, waar mogelijk, lokaal afgedamd te worden zodat de volledige infiltratiecapaciteit gebruikt wordt en het water niet verder doorstroomt naar het hydrografisch netwerk; hierbij dienen, per fase, de aanbevelingen uit de bemalingsnota (punt 8.3) te worden opgevolgd;

        de toestand van de duikers dient voor uitvoering gecontroleerd te worden en eventueel aanwezig bladafval dient hierbij deels geruimd te worden; hierbij dienen, per fase, de aanbevelingen uit de bemalingsnota (punt 8.3) te worden opgevolgd;

-       in het vergunningsbesluit dient duidelijk aangegeven te worden dat het aanvraagdossier en de aannames die hierin gemaakt worden, ook deze uit de bemalingsnota, deel uitmaken van de vergunning;

-       volgend aandachtspunt opgenomen wordt in de vergunning: zowel in beboste omgeving als ter hoogte van de woonkernen, dienen geluidsbeperkende maatregelen genomen te worden door keuze voor een stille pomp of omkasting.

 

 

Lasten

Niet van toepassing

Juridische grond

Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne

Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning


Hoofdstuk 3 van de gaswet (KB 19/3/2017)

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en het advies van IOK.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning voorwaardelijk gunstig te adviseren onder de volgende voorwaarden:

  • De eventuele voorwaarden van het advies van college van burgemeester en schepen gemeente Mol dienen te worden gevolgd.
  • de grachten dienen, waar mogelijk, lokaal afgedamd te worden zodat de volledige infiltratiecapaciteit gebruikt wordt en het water niet verder doorstroomt naar het hydrografisch netwerk; hierbij dienen, per fase, de aanbevelingen uit de bemalingsnota (punt 8.3) te worden opgevolgd;
  • de toestand van de duikers dient voor uitvoering gecontroleerd te worden en eventueel aanwezig bladafval dient hierbij deels geruimd te worden; hierbij dienen, per fase, de aanbevelingen uit de bemalingsnota (punt 8.3) te worden opgevolgd;
    • in het vergunningsbesluit dient duidelijk aangegeven te worden dat het aanvraagdossier en de aannames die hierin gemaakt worden, ook deze uit de bemalingsnota, deel uitmaken van de vergunning;
    • volgend aandachtspunt opgenomen wordt in de vergunning: zowel in beboste omgeving als ter hoogte van de woonkernen, dienen geluidsbeperkende maatregelen genomen te worden door keuze voor een stille pomp of omkasting.