UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 17/2/2024
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023157364
Dossiernummer gemeente: 202300544
De gemeente Geel heeft op 26 november 2023 een aanvraag ontvangen voor het vellen van één eikenboom. De aanvraag werd op 19 december 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Sander Geukens wonende Larumsebrugweg 155 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Larumsebrugweg 155
Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie E nr. 1097A
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
agrarisch gebied
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag betreft het vellen van één eiken boom, die vlak naast een servitude weg staat.
Deze boom maakt geen deel uit van een bos. Langs dezelfde kant van de servitude weg staan nog enkele eikenbomen, die behouden blijven.
Volgens de aanvrager helt de boom richting hun garage die momenteel in aanbouw is en staat deze op slechts 2 meter ervan. Om geen problemen in de toekomst te doen ontstaan wilt men deze verwijderen.
Bij de aanplanting van de tuin is het volgens de aanvrager voorzien om enkele bomen te planten ter compensatie van deze boom.
De omtrek van de boom op 1 meter hoogte bedraagt ongeveer 1,6 meter, de hoogte is ongeveer 15 meter hoog.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 16 januari 2024 werd het advies ontvangen van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)
Advies: gunstig
Niet van toepassing
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Het betreft het vellen van één eikenboom die helt richting de garage in aanbouw.
Mobiliteitsimpact
Het vellen van één boom heeft geen impact op de mobiliteit.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
Éen eikenboom wordt geveld. De overige eikenbomen die zich langs deze kant van het perceel bevinden blijven behouden. De bedoeling van de aanvrager is om deze boom te compenseren bij de aanleg van de tuin.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag heeft geen impact op de visueel-vormelijke uitstraling in de omgeving.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Naast de beperkte hinder tijdens de werken wordt er geen verdere hinder verwacht.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Niet van toepassing.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
De boom kan geveld worden zoals voorzien op het plan.
De boom mag enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);
Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie standplaatsgeschikte, inheemse en vrij uitgroeiende bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken. Om enkel de inheemse bomen te zien, klik onderaan op [+] Ecologie en vink vervolgens “Ja, de boom moet inheems in Vlaanderen zijn” aan. Uit de bodemkaart blijkt dat bodem “lemig zand” is. Dit aspect dient meegenomen in de bomenwijzer om te komen tot standplaatsgeschikte bomen. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootte van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd naar een evenwicht tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant.
De voorkeur gaat uit naar eenzelfde grootteorde van bomen om te compenseren. Wenst u kleinere bomen aan te planten, dan gelden onderstaande aantallen. De aangeplante bomen hebben een stamomtrek van minstens 12 tot 14cm bij aanplant.
Compensatietabel | Aan te planten | ||||
1° grootte A | 1° grootte B | 2° grootte | 3° grootte | ||
Vellen | 1° grootte A (> 20m) | x1 | X2 | x3 | x10 |
1° grootte B (12-20m) | x1 | x1 | x2 | x5 | |
2° grootte (6-12m) | x1 | x1 | x1 | x2 | |
3° grootte (<6m) | x1 | x1 | x1 | x1 |
Tabel 1 Compensatietabel bomenkap
Voor het verplichte inheemse karakter van de compenserende aanplant wordt een uitzondering gemaakt voor de zone binnen een straal van 25m rond de vergunde woning en/of bedrijfsgebouw op voorwaarde dat de woning niet gelegen is in volgende stedenbouwkundige bestemmingen: groengebied, parkgebied, buffergebied en bosgebied of de boom geen deel uitmaakt van een voorwaarde uit een eerder afgeleverde vergunning. Bovendien moet de vergunde woning bewoond zijn en/of het bedrijfsgebouw moet in gebruik zijn.
De compenserende aanplant dient gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft.
De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.
Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd.
Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan, komt niet te vervallen;
De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De boom kan geveld worden zoals voorzien op het plan.
De boom mag enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);
Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie standplaatsgeschikte, inheemse en vrij uitgroeiende bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken. Om enkel de inheemse bomen te zien, klik onderaan op [+] Ecologie en vink vervolgens “Ja, de boom moet inheems in Vlaanderen zijn” aan. Uit de bodemkaart blijkt dat bodem “lemig zand” is. Dit aspect dient meegenomen in de bomenwijzer om te komen tot standplaatsgeschikte bomen. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootte van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd naar een evenwicht tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant.
De voorkeur gaat uit naar eenzelfde grootteorde van bomen om te compenseren. Wenst u kleinere bomen aan te planten, dan gelden onderstaande aantallen. De aangeplante bomen hebben een stamomtrek van minstens 12 tot 14cm bij aanplant.
Compensatietabel | Aan te planten | ||||
1° grootte A | 1° grootte B | 2° grootte | 3° grootte | ||
Vellen | 1° grootte A (> 20m) | x1 | X2 | x3 | x10 |
1° grootte B (12-20m) | x1 | x1 | x2 | x5 | |
2° grootte (6-12m) | x1 | x1 | x1 | x2 | |
3° grootte (<6m) | x1 | x1 | x1 | x1 |
Tabel 1 Compensatietabel bomenkap
Voor het verplichte inheemse karakter van de compenserende aanplant wordt een uitzondering gemaakt voor de zone binnen een straal van 25m rond de vergunde woning en/of bedrijfsgebouw op voorwaarde dat de woning niet gelegen is in volgende stedenbouwkundige bestemmingen: groengebied, parkgebied, buffergebied en bosgebied of de boom geen deel uitmaakt van een voorwaarde uit een eerder afgeleverde vergunning. Bovendien moet de vergunde woning bewoond zijn en/of het bedrijfsgebouw moet in gebruik zijn.
De compenserende aanplant dient gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft.
De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.
Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd.
Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan, komt niet te vervallen;
De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;
Lasten
Niet van toepassing