UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 10/06/2024
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023163509
Dossiernummer gemeente: 202400030
De gemeente Geel heeft op 19 januari 2024 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van een eengezinswoning met carport in de zijtuinstrook en het rooien van een boom. De aanvraag werd op 26 februari 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
ProVizion BVBA gevestigd John Cockerillstraat 12 te 3920 Lommel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Winkelom
Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie K nr. 329B2
Verslag
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023163509
Dossiernummer gemeente: 202400030
De gemeente Geel heeft op 19 januari 2024 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van een eengezinswoning met carport in de zijtuinstrook en het rooien van een boom. De aanvraag werd op 26 februari 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
ProVizion BVBA gevestigd John Cockerillstraat 12 te 3920 Lommel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging:
Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie K nr. 329B2
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied met landelijk karakter
de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen in een goedgekeurde niet vervallen verkaveling nl. V_202300011 van 11/09/2023.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Verordeningen
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
Het betreft het bouwen van een nieuwbouw eengezinswoning, het bouwen van een carport in de zijtuinstrook en het rooien van een loofboom.
De woning wordt volledig ingeplant binnen de voorgeschreven zone van bebouwing op het perceel. De woning heeft alle ruimtes op het gelijkvloerse verdiep, heeft een plat dak en meet 12mx12 buitenmaat. De kroonlijsthoogte is 3,33m boven het maaiveld. De vloerpas ligt op 42cm boven het bestaande maaiveld.
Aan de rechter zijgevel van het hoofdvolume is een buitenberging/fietsenberging toegevoegd met afmetingen 5mx2m, dit binnen de zone voor bebouwing.
De carport bevindt zich in de rechter zijtuinstrook tot de rechter perceelsgrens. Hiervoor werd een gehand tekende akkoordverklaring van de rechterbuur toegevoegd. (zie bijlage)
De carport loopt aan de achtergevel door in een overdekt terras. De kroonlijsthoogte is 3,33cm t.o.v. het gemiddelde maaiveld.
Aan de voorgevel werd er in de aanloopzone naar de voordeur een luifel voorzien.
De te rooien loofboom betreft een berk en staat in de linker zijtuin, te dicht bij de nieuwbouw waardoor de fundering van het gebouw de wortels zal schaden, of de wortels van de boom de fundering van het gebouw zullen schaden.
Voor de toegang tot de woning overheen de vooraanliggende gracht op openbaar domein, wordt een overwelving van 4m breedte aangevraagd.
De aanvraag voldoet beperkt. Volgende afwijkingen worden aangevraagd:
De woning heeft 1 bovengronds verdiep en benaderd in grondplan een vierkant (hier is ingezet op compactheid). Langs de straatzijde is de woning horizontaal balkvormig. De terugl iggende carport in de zijtuinstrook trekt het horizontale georiënteerde gevoel van de woning verder door.
De materialisatie is verticaal geplaatste houten verfijnde planchetten in combinatie met zwarte trespa en zwart buitenschrijnwerk. Onderaan het gebouw is er een grijze gevelplint voorzien.
Er is op het perceel ruimte voorzien voor het stallen van 2 auto’s en voor het stallen van 4 fietsen
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 7 maart 2024 t.e.m. 5 april 2024. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
Op 27 februari 2024 werd het advies ontvangen van Fluvius
Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen
Advies: geen advies
Op 23 mei 2024 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel team groen:
Advies: geen advies
Op 22 april 2024 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel team grijs:
Advies riolering
Zonering – aansluiting
Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is ter hoogte van het perceel een open gracht aanwezig. Dit betekent dat er in het openbaar domein geen volwaardig rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt. Al het afvalwater, zowel fecaal als grijs water, moet worden voorbehandeld.
Er is nog geen aansluiting op de open gracht. Na het verlenen van de vergunning én nadat men de start der werken heeft ingegeven, zal stad Geel voor de plaatsing van een huisaansluitputje DWA met aansluiting op de gracht. De afvoerbuis van het afvalwater moet men hier op aansluiten.
Riolering algemeen
Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.
De afvoerbuizen voor het afvalwater en hemelwater hebben een diameter van 110 mm. De gebruikte diameter voldoet (max. 160 mm).
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet best een sifonput op het grijs water alvorens het grijs water en fecaal water samen te brengen. Dit voorkomt geurhinder van het fecaal water in het grijs water.
Aangezien er nog geen openbaar rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt en men dus zal lozen op de gracht, zal er een septische put moeten worden geplaatst waar zowel het fecaal als grijs water worden op aangesloten. Volgens het funderingsplan wordt er een septische put voorzien met een volume van 3000L waarop al het afvalwater is aangesloten.
Als er in de toekomst riolering wordt aangelegd, zal het grijs water van de septische put moeten worden afgekoppeld. Het is aangewezen hiermee rekening te houden bij de aanleg van de private riolering. Men kan al een wachtbuis voorzien zodat men dan vlot kan afkoppelen.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.
Hemelwaterput
Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 21.500 L wat voldoet aan de verordening (min. 21233 L). Op de put worden alle dakafvoeren aangesloten (m.u.v. het groendak). Men zal het hemelwater herbruiken voor toiletspoeling, een wasmachine en een buitenkraan (beregening tuin). Deze aftappunten voldoen.
Infiltratievoorziening
Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening met een infiltratievolume van 6016,89 L (min. 6016,89 L), een infiltratieoppervlakte van 30,1 m² (min. 14,6m²) en een diepte van 50cm wat voldoet aan de verordening.
Waterdoorlatende verhardingen (oprit en terras) en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Deze verhardingen worden volgens het hemelwaterformulier ook niet mee gerekend. Het is hierbij belangrijk dat het hemelwater tijd krijgt om te infiltreren en dat men geen wateroverlast veroorzaakt bij aangelanden en naar het openbaar domein toe.
Men voorziet geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de open gracht wat een gunstig principe is. als men toch een noodoverloop zou willen voorzien dan mag deze rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht.
Advies toegang tot het perceel met overwelving
Huidige situatie
In de bestaande situatie is er ter hoogte van het perceel een open gracht op openbaar domein. In functie van de toegankelijkheid van het perceel zal er een overwelving moeten gemaakt worden.
Aanvraag
Volgens het inplantingsplan voorziet men ter hoogte van de rooilijn een inritbreedte van 4m. Men wenst een overwelving met een breedte van 4m, vermoedelijk gemeten van binnenkant kopmuur tot binnenkant kopmuur.
Advies en voorwaarden
Volgens het Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen mag er per perceel slechts 1 overwelving worden voorzien met een maximale breedte van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).
Van de maximale breedte van 5m kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat een bredere overwelving nodig is voor andere voertuigen dan personenwagens en lichte bestelwagens.
Van het aantal overwelvingen kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat er meer dan één overwelving nodig is in functie van de toegankelijkheid.
Besluit
Er wordt één overwelving toegestaan met een maximale breedte van 5m, gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur. Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen.
Tijdelijke overwelving – definitieve overwelving
Men mag zelf een tijdelijke overwelving voorzien tijdens de bouwwerken onder volgende voorwaarden:
Voor de plaatsing van de definitieve overwelving moet men een aanvraag doen:
Technische Fiche overwelving
De overwelving:
De kopmuren:
De kopmuren kunnen aangelegd worden:
Verharding boven de ondergrondse constructie:
Hellingspercentage:
Het hellingspercentage van de oprit bedraagt min. 0,02 m en max. 0,04 m per meter in de richting van de as van de weg.
Goot:
Er zal steeds een goot voorzien worden tussen oprit en rijweg/fietspad/voetpad.
Advies: voorwaardelijk gunstig
6. Project-MER
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.
Planologische toets
Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het perceel gelegen te Winkelom 60, Afdeling 3 K 329 B2 stroomt af naar de Molse Nete, een (on)bevaarbare waterloop (van categorie 1) die beheerd wordt door de Vlaamse Milieumaatschappij.
Het project ligt niet in overstromingsgevoelig gebied.
Het project ligt niet in signaalgebied.
Het project voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening. We verwijzen naar het advies van de stadsdienst ‘Openbaar Domein’ – team grijs d.d. 22/04/2024:
Advies riolering
Zonering – aansluiting
Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is ter hoogte van het perceel een open gracht aanwezig. Dit betekent dat er in het openbaar domein geen volwaardig rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt. Al het afvalwater, zowel fecaal als grijs water, moet worden voorbehandeld.
Er is nog geen aansluiting op de open gracht. Na het verlenen van de vergunning én nadat men de start der werken heeft ingegeven, zal stad Geel voor de plaatsing van een huisaansluitputje DWA met aansluiting op de gracht. De afvoerbuis van het afvalwater moet men hier op aansluiten.
Riolering algemeen
Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.
De afvoerbuizen voor het afvalwater en hemelwater hebben een diameter van 110 mm. De gebruikte diameter voldoet (max. 160 mm).
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet best een sifonput op het grijs water alvorens het grijs water en fecaal water samen te brengen. Dit voorkomt geurhinder van het fecaal water in het grijs water.
Aangezien er nog geen openbaar rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt en men dus zal lozen op de gracht, zal er een septische put moeten worden geplaatst waar zowel het fecaal als grijs water worden op aangesloten. Volgens het funderingsplan wordt er een septische put voorzien met een volume van 3000L waarop al het afvalwater is aangesloten.
Als er in de toekomst riolering wordt aangelegd, zal het grijs water van de septische put moeten worden afgekoppeld. Het is aangewezen hiermee rekening te houden bij de aanleg van de private riolering. Men kan al een wachtbuis voorzien zodat men dan vlot kan afkoppelen.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.
Hemelwaterput
Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 21.500 L wat voldoet aan de verordening (min. 21233 L). Op de put worden alle dakafvoeren aangesloten (m.u.v. het groendak). Men zal het hemelwater herbruiken voor toiletspoeling, een wasmachine en een buitenkraan (beregening tuin). Deze aftappunten voldoen.
Infiltratievoorziening
Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening met een infiltratievolume van 6016,89 L (min. 6016,89 L), een infiltratieoppervlakte van 30,1 m² (min. 14,6m²) en een diepte van 50cm wat voldoet aan de verordening.
Waterdoorlatende verhardingen (oprit en terras) en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Deze verhardingen worden volgens het hemelwaterformulier ook niet mee gerekend. Het is hierbij belangrijk dat het hemelwater tijd krijgt om te infiltreren en dat men geen wateroverlast veroorzaakt bij aangelanden en naar het openbaar domein toe.
Men voorziet geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de open gracht wat een gunstig principe is. als men toch een noodoverloop zou willen voorzien dan mag deze rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht.
Mer-screening
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Het betreft het bouwen van een ééngezinswoning, het rooien van een beuk en het plaatsen van een carport. Het gebouw is inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
De geplande werken inrichtingen storen op geen geval de mobiliteit op het publieke domein.
Er is op het perceel ruimte voorzien voor het stallen van 2 auto’s en voor het stallen van 4 fietsen. Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De woning heeft een beperkt bouwvolume.
Visueel-vormelijke elementen
De woning zelf wordt opgetrokken in een demontabele en prefab houtskeletstructuur. De materialisatie hout lijkt goed te passen in de natuurrijke omgeving.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 7 maart 2024 tot en met 5 april 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
Gunstig onder voorwaarden:
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van openbare werken Stad Geel – team grijs:
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (kleur grijs) en het huishoudelijk afvalwater (kleur oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe huisaansluitputje DWA.
Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.
De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).
Putten of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij eventuele plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Er wordt één overwelving toegestaan met een maximale breedte van 5m, gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur. Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen.
Men mag zelf een tijdelijke overwelving voorzien tijdens de bouwwerken onder volgende voorwaarden:
Voor de plaatsing van de definitieve overwelving moet men een aanvraag doen:
In de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden in 1 lot voor een vrijstaande eengezinswoning, vergund op 11/09/2023, werd opgelegd dat enkel de berk op het terrein kon gerooid worden, maar dat de beuk diende behouden te worden. Uit de huidige aanvraag tot omgevingsvergunning blijkt echter dat de beuk toch werd gerooid. Hiervoor zal dan ook volgende compensatie dienen te gebeuren.
Er dient een nieuwe boom van dezelfde soort (beuk) aangeplant te worden.
De vloerpas ligt op 42cm boven het bestaande maaiveld.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van openbare werken Stad Geel – team grijs:
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (kleur grijs) en het huishoudelijk afvalwater (kleur oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe huisaansluitputje DWA.
Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.
De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).
Putten of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij eventuele plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Er wordt één overwelving toegestaan met een maximale breedte van 5m, gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur. Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen.
Men mag zelf een tijdelijke overwelving voorzien tijdens de bouwwerken onder volgende voorwaarden:
Voor de plaatsing van de definitieve overwelving moet men een aanvraag doen:
In de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden in 1 lot voor een vrijstaande eengezinswoning, vergund op 11/09/2023, werd opgelegd dat enkel de berk op het terrein kon gerooid worden, maar dat de beuk diende behouden te worden. Uit de huidige aanvraag tot omgevingsvergunning blijkt echter dat de beuk toch werd gerooid. Hiervoor zal dan ook volgende compensatie dienen te gebeuren.
Er dient een nieuwe boom van dezelfde soort (beuk) aangeplant te worden.
De vloerpas ligt op 42cm boven het bestaande maaiveld.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.